voor het Land van Heusden enz. Uitgever L. J. VEERMAN te Heusden. De valsche-munter. TWEEDE BLAD Zaterdag 10 Dec, 1904. De vrouw zonder armen. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maan den 1.00, franco per post zonder prijs- verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentien van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7V2 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Ir'laatselylt Nieuws. HEUSDEN, 7 Dec. In de heden gehouden vergadering van den raad dezer gemeente is de gemeente begrootiug voor 1905 vastgesteld in ont vangst en uitgaaf op een gelijk bedrag van f'20467.34. Goedkeuring is verleend aan de rekening over 1903 en de begrootingeu voor 1905 van de Godshuizen alhier. De Commissie, in welker handen deze stukken ter fine van onderzoek waren gesteld, meende een woord van lof te moeten in 't midden bren gen voor de wijze, waarop de administratie der instellingen wordt gevoerd. Met het oog op de bepalingen der nieuwe Drankwet, zijn eenige wijzigingen aange bracht in de verordeningen, regelende de heffing van het vergunningsrecht. Deze ver andering betreft alleen enkele formaliteiten het bedrag van het recht ondergaat geeue wijziging doch blijft bepaald op f10 voor elke f50 huurwaarde of gedeelte daarvau, met een minimum van f 25 voor elke ver gunning. Aangezien de secretaris dezer gemeente, wegens zijne betrekking van secretaris der Godshuizen, in strijd met de bedoeling dei- wet, niet benoembaar is tot ambtenaar van den burgerlijken stand, werd besloten het reglement dezer instelling zoodanig te wij zigen dat daarin komt te vervallen de titel «van den secretaris." Aan den Heer van Eggelen is daarna op zijn verzoek met in gang 1 Januari a.s. eervol ontslag verleend als secretaris der Godshuizen. Den Heer van Eggelen, daartoe door het College dei- Regenten aangewezen, blijft echter opge dragen het verrichten van de administra tieve werkzaamheden der Godshuizen. De Raad ging daarop over tot benoe ming van de ambtenaren van den burger lijken stand, overeenkomstig het gewijzigde art. 149 der Gemeentewet. Tot bezoldigd ambtenaar werd benoemd de Heer H. J. van Eggelen, secretaris dezer gemeente, die tot dusverre met de werk zaamheden in zake den burgerlijken stand was belast, doch nu in 't vervolg met ingang van 1 Jan. a.s. bevoegd zal zijn akten op te maken. Tot onbezoldigde ambtenaren werden be noemd de Heeren P. L. Honcoop en C. J. de Jongh. De Raad heeft voorts tot lid van het College van Regenten herbenoemd de Heer J. C. van Laarhoven, die 31 December a.s. aan de beurt van aftreding is. In handen van B. en W. ter fine van prae-advies is gesteld een verzoek van den WelEerw. Heer Wouters, pastoor alhier, om vergunning tot demping en rioleering van den Demert vóór den tuin der R.K. Pastorie. Naar aanleiding van eene klacht van L. L. Merkx over bouwvalligheid van een scheidingsmuur tusschen zijn huis en een onbewoond perceel van Mej. de Wed. van Andel, werd besloten deze laatste op den Béstaanden toestand te wijzen. Ten slotte is mededeeling gedaan van eenige ingekomen stukkeu van eenvoudigen aard, die voor kennisgeving werden aange nomen. 9 Dec. Eene flinke verbetering is door de betrokken autoriteiten tot stand gebracht door te zorgen, dat ook bij storm de brug over 't Heusdensch kanaal kan worden open- en dichtgedraaid. Een staal draad, op den vasten wal aangebracht, en een lier zorgen hiervoor. Een groote ver betering voorzeker, indien we eens denkeu aan den laatsten storm, toen ze eenigeu tijd moest gesloten blijven. WIJK, 9 Dec. Gisteren had de bakker J. de K. alhier, terwijl hij met zijn wagen het dorp rondreed, het ongeluk een mis stap op den wagen te doen, met dat gevolg, dat hem de wagen over de beeueu ging. Het paard echter, van geen onheil bewust, draafde steeds door en kwam zoodoende met den wagen, maar zonder bakker, tehuis. In deze gemeente doen zich weer verschillende gevallen van influenza voor. Het meest treft deze ziekte de kinderen, zoodat de school bijna voor de helft ont volkt is. In ons vorig nummer hebben we mede gedeeld den brand in het huisje, bewoond door Jacob Vos, dat geheel uitbrandde en waarbij die dan ook bepaald bleef. We willen dat brandje nog eens met onze lezers nagaan en eens aautoouen hoe treurig de gevolgen hadden kunnen zijn, hoe gelukkig alles ten beste is gekeerd en aan wien we, in deze, den grootsten steun hebben gehad. Het was nog geen twee uur des nachts, toen Vos in een achterkamertje brand ont dekte. Hij was alleen tehuis. Hij liep naar zijn buren, die hij wekte, sloot, in groote verbouwereerdheid, zijne woning en ging aan het andere einde der stad de maréchaussées vertellen, dat er brand bij hem was. De buren begonnen gerucht te maken, maar konden niet bij den brand komen, omdat de deur gesloten was. De brandweer werd gealarmeerd, maar het duurde niettemin een tijd eer er personeel was om tot handelen over te gaan. De Commandant der brandweer, de lieer II. Verhoeven, wetende dat, met een huis tusschenruimte, het huis van zijn zwager, de lieer R. Malingré, die zeer ernstig ziek lag, aan een groot gevaar bloot stond, gaf niettemin kalm zijne bevelen. Eerst met de kleine spuiten uitrukken en terstond water geven uit de stadspompen. Toen kwam de groote spuitmaar waar nu wa ter gehaald Door de verlegging van de Maas is het water veel verder verwijderd. Wanneer het buiten de Waterpoort zou moeten gehaald worden, zou het naar boven moeten worden gestuwd en over eene lengte van '200 Meter naar het doel moeten wor den gebracht. Hij wist echter raad en liet de zuigbuis in een ketel van zijne bier brouwerij leggen. Door een gas-motor werd geregeld de ketel gevuld gehouden en wel dra daalde nu het water met drie stralen van verschillende zijden op het brandend perceel. De brand zou in eeu uur uitgewoed ge weest ziju, ware het niet, dat de geheele zolder met hooi volgeperst was. Dat hooi ging langzaam aan het branden en kon niet verwijderd worden want elk oogenblik zou de zoldering invallen, dat dan ook spoedig gebeurde. Tot 6 uur bleef men met vereende krach ten bezig. Circa honderd personen waren geregeld aan het werk. Hoe verlangend er ook naar werd uitgezien, sterken drank toedienen werd door den Commandant be slist geweigerd. «Liever straks flink uit betalen", was zijne leus; «maar vooraf met oordeel en inspanniug werken." De brand is dus bepaald tot het genoemde pand. Al het hooi, dat nog smeulende was, is buiten de stad gebracht en als we nu het afgebrande perceel eens nader bekijken, dan zal men zien, dat het belendende huisje, waarin van Sprang woont, slechts met een houten schutting gescheiden is. Die is nu wel verkoold maar de brand bleef door de waterstralen tot daartoe beperkt. Aan de andere zijde gaf een houten deur toegang tot den hooizolder van den Heer Malingré en ook daar wist men den brand te stuiten. Alles is dus zoo gunstig mogelijk afge- loopen en we mogen tevreden zijn over de goede leiding en de goede toewijding door het geheele personeel, zoowel Brandmees ters als Hoofdlieden en manschappen, aau den dag gelegd. We ziju dus weder voor do zooveelste maal er van overtuigd, dat we in tijd van nood op de Heusdenaren kunnen rekenen. Niettemin hebben we met genoegen op gemerkt, dat verschillende ingezetenen den volgenden dag nog eens den schoorsteen hebben laten vegen. Ja, vooral nu, nu we zooveel verder van het water verwijderd zijn, is het dubbel noodig toe te zien. en zeer voorzichtig met vuur en licht om te gaan. Als er onder dezelfde omstandig heden een storm gewoed had, als een dag te voren, we zouden vermoedelijk met de beste inspanning niet hebben kunnen be houden, wat thans behouden is. MENGELWERK Naar het Fransch, van GUY DE TÈRAMOND. Eenige jaren geleden, toen Montmartre nog niet door moderne gebouwen over stroomd was, vond men daar een rij van paviljoens in kleine, coquette tuinen, die in de leute met mooie rozen prijkten en waar de winde lustig omhoog rankte. AI betaalden de bewoners, meest dichters en artisten, ook niet altijd geregeld hun huur, zij waren toch de eerlijkste menschen van de wereld, en nooit had men last met hen, behalve op de kwartaaldagen. Daarom betreurde ook de heer Durand, dat hij in een onbewaakt oogenblik een zijner paviljoens verhuurde aan een man, die geen bepaald beroep opgaf en enkel beweerde, dat hij zaken deed. Ja, men kon baast zeggen, dat hij heimwee had naar zijn oude huurders. De nieuwe bewoner had niet de minste zwarigheid gemaakt en had zonder schouder ophalen bewilligd in alle voorwaarden, die de huisbaas hem oplegdehij had vier kwartalen vooruit betaald, had afgezien van elke reparatie en zoowaar zelf het zegel voor 't contract op zijn kosten laten maken. Wellicht was juist dat de oorzaak, waarom meneer Durand een onwillekeurig gevoel van wantrouwen tegen den onbekende niet van zich af kon zetten. Misschien was daartoe werkelijk reden. In elk geval herinnerde Durand zich het spreekwoord, dat men zich bij een gestolen paard niet om de teugels bekommert. Een eerlijk man verdedigt zijne belangen met warmte allen boeven zijn royaal als groote heeren want zij werken met het goed van anderen. De blik van den huurder was ook niet oprechthij wendde de oogen af, zoodra iemand hem goed aankeek, als vreesde hij, dat men zijn gedachten zou lezen in zijn blik. In elk geval was hij ook zonder vooringenomenheid beschouwd een anti pathieke persoonlijkheid. De handelingen van den man waren wel geschikt, argwaan te wekken. Hij ging ODkel bij avond en dan nog heel voorzichtig uit, den hoed diep in de oogen, den kraag omhoog, en hij keek zorgvuldig om zich heen, of hij niet gevolgd werd. Als hij thuis kwam, brandde er bij hom licht tot aan het grauwen van den dag, en men hoorde wonderlijke geluiden, waarover de buren 't maar niet eens konden wordeu. In 't kort, dit individu moest heel bijzondere motieven hebben om zich te onttrekken aan ile openbare nieuwsgierigheid, en ongetwij feld had hij zeer dubbelziunige zaken aan de hand, welke het daglicht niet konden verdragen. Durand wilde tot eiken prijs er achter komen. üp een goeden dag stak hij een revolver in den zak en klopte dapper aan de deur van zijn huurder, onder voorwendsel, dat hij mét den wonderlijken man over een dringende reparatie moest spreken, welke hij bij uitzondering voor zijn rekening wilde nemen. De andere maakte eerst bezwaar, den huisbaas binnen te laten, doch opende ein delijk de deur. Een groote verrassing wacht te Durand. Hij ontdekte in de kamer, waai de geheimzinnige hem bracht, een pers, graveerplaten en etsnaalden. Hij werd bleek er viel niet aan te twijfelen zijn huurder was een valsche-munter. Meneer riep de huisbaas verontwaar digd, ik weet nu, wat uw schandelijk handwerk is. U fabriceert bankbiljetten. Helaas ja, antwoordde de man, met gebogen hoofd, waarom zou ik het ont kennen Ik zal het aangeven. Geeft u het maar gerust aan dat heb ik eigenlijk nog het liefst; want. ziet u, ik ben het werk moede. Sedert 20 jaar zoek ik naar een middel, aan deze ongelukkige stukjes papier dezelfde waarde te geven als de blauwe briefjes der Fransche Bank be zitten. En heeft u dat niet gevonden O ja, toch wel... fluisterde de andere zacht, haast onhoorbaar. Hij nam meteen een briefje van 50 francs, dat op de tafel lag en sprak kalmZie, dat is mijn eerste werk. Durand ging naar het venster en bekeek het bankbiljet, heel nauwkeurig. Een uit roep van verbazing kon hij niet bedwingen hij zelf zou zich ongetwijfeld hebben laten foppen, zóó bedrieglijk was de namaak. Nu? vroeg de man. Het is inderdaad merkwaardig, en ik beken, dat ik mij bepaald zou hebben laten misleiden. Maar ik beu eigenlijk niet de echte kenner aan de Fransche Bank heb ben ze ongetwijfeld middelen, om de valsche biljetten er uit te vinden... De Fransche Bank zal er evengoed iuloopen als u. Meent u dat O, ik ben er zeker van, U kunt u- zelf er van overtuigen. Neem er de proef maar van. Ga met dit biljet naar de Fran sche Bank en informeer, wat ze er van zeg gen dan kunt u mij aanklagen, als u dat volstrekt wilt. Het kan mijn iemendal schelen, ik wordt toch eene rijke man al» ik wil, kan ik morgen millionnair ziju. Maar ik heb 't u al gezegd ik ben moe ik heb er genoeg van de bovenmensche- lijke arbeid heeft mij uitgeput. Ik heb al les liever dan het leven, dat ik nu leid gevangenis, het bagno, den dood dan heb ik tenminste rust. Durand besloot, de proef te nemen. Hij stak het biljet bij zich, riep een rijtuig en liet zich naar de Bank brengen. Meneer, zei hij tot den ambtenaar, naar wien hij verwezen werd, er is een gerucht in omloop, dat in de wijk, waarin ik woon, valsche bankbiljetten worden uit gegeven. Ik heb dit papier gisteren ont vangen het komt mij verdacht voor, ik weet zelf niet waarom wilt u het even bekijken De ambtenaar onderzocht het bankbiljet slechts kort, begon te lachen en gaf 't hem terug. Dit biljet is echt, meneer, absoluut echt. Breng ons daarvan maar zooveel als u wiltwij zullen ze met genoegen tegen goud inlossen. Durand keerde naar Montmartre terug. Onderweg druppelde het angstzweet van zijn voorhoofd. Een vreeselijken strijd kamp te hij in zij binnenste zijn geweten was handgemeen geraakt met zijn hebzucht. Zou hij den moed hebben, dien man, in wiens handen het geheim berustte, een vermogen te scheppen, aan de politie over te leveren Was het niet beter, gebruik te maken van de gelegenheid Het was een afschuwelijke verzoeking Durand riep zich-zelf toe, zoo hard hij kon, dat hij eerlijk man was dat niets hem van den rechten weg af kon brengen en toch verhief zich telkens weer in hem een schuch tere stem, die zacht, maar heel duidelijk hem toefluisterde, dat hij dringend 200.000 francs noodig had voor een prachtige specu latie hij wilde namelijk een stuk bouw- terein koopen, waaraan schatten te verdie nen waren. Nog aarzelde hij, toen hij weer bij den valschemunter kwam. Wel, wat zei de Bank vroeg deze, of het een kleinigheid zonder belang gold. Het biljet was echt, zeiden ze. Ik wist het welik was zeker van mijn zaak. En nu, beste huisbaas, kunt u naar den commissaris van politie gaan. Waarom? Om mij aan te geven. Dat wilde u immers doen Durand gaf geen antwoord. Hij bleef een oogenblik sprakeloos, en zijn hart klopte zóó hevig, dat hij bang was, dat de andera het zou hooren. Eindelijk kwam het er uit, schor fluisterend En u kunt zooveel van die biljetten fabriceeren als u wilt Ja. Als ik wil, kan ik morgen een millioen hebben Maar natuurlijk moet ik biljetten van duizend francs maken voor de ongelukkige vodden van 50 francs loont het de moeite niet. Nu, maak dan briefjes van duizend. Jamaar helaas is alles er al aan gegaan, wat ik had en ik zou voor dat werk nieuw gereedschap en zoo moeten hebben, dat tamelijk duur is. Wat noemt u duur? vroeg Durand, die zich steeds meer liet meesleepen door de gedachte aan groote winst. Nu een 25000 francs. 25000 francs?! Lieve Hemel, wat is dat, als men 't vooruitzicht heeft, in een maand zoo rijk als Rotschild te worden 1 Ik zal u het geld leenen, zei Durand maar daarvoor moet u hij bleef in de woorde steken. De vreemdeling kwam hem echter te hulp. Begrepen, sprak hij doodbedaard over 14 dagen krijgt u voor uw deel 500,000 francs. Een half millioen Den volgenden dag bracht Durand zijn compagnon het geld, en reeds twee dagen daarna vernam hij, dat zijn huurder met de noorderzon vertrokken was. Hij zag hem nimmer weer. De begeerige was er ingeloopen, en goed ook. Door EUGÈNE FOURRIER. Een bediende kwam aan gravin Olifant zeggen, dat kapitein baron Vidal er was, een oud vriend van den huize. Waarde baron, zei de gravin, hem de hand toestekend, ik ben heel blij, dat ik u eens zie u verwaarloost de vrienden een beetje. Ik moet u bekennen, dat ik ook nu uit eigenbelang kom. Komt ge u-zelf inviteeren voor het diner Nog erger: ik kom u geld vragen... voor een liefdadig doel. Uitstekend Ik ken uw goede hart, en ik weet, hoe u belang stelt in ongelukkigen. O, prijs mij niet te veel. Het is voor een arme vrouw, die van de derde verdieping naar beneden is ge vallen en beide armen heeft gebroken. Ach, die stakker 't Is nog niet alles de armen moesten afgezet worden. Verschrikkelijk 1 riep de gravin uit. Ja, 't is een treurig geval. De onge lukkige heeft de dubbele operatie onder gaan met een moed, als weinig mannen zouden getoond hebben ze wilde niet eens weggemaakt worden. Ik sta er van versteld Geen kik heeft ze gegeven geen traan is er gevloeid. Die vrouw is een heldin. Het is een vrouw van het type der antieke heldinnen. Nu is zij buiten staat iets te doen zij is arm en moest van haar werk leven. Maar dan moeten wij haar helpen Dat dacht ik ook, en daarom ben ik hier gekomen. Daar heeft u wèl aan gedaan. Ik ben blij, dat u aan mij gedacht heeft... Mag ik u voorloopig vijftig francs geven voor uw protégée Dank u zeeru is en blijft toch de beste, de liefdadigste vrouw, die ik ken. Ik doe slechts mijn plicht. De baron bedankte nog eens en ging naar een andere kennis, mevrouw d'Etur- uelles zij had haar «jour", en de baron vond er verscheidene menschen. Kom, heeft u er eindelijk eens aan gedacht, dat ik Donderdags ontvang zei mevrouw d'Eturnelles. Ja, mevrouw, zei de baron maar ik kom met een doelom te bedelen, om uw medelijden te vragen voor een vrouw, die het waard is. De ongelukkige, die in mijn buurt woont, heeft onlangs een vree sdij k ongeluk gehad. Goede Hemelwat was dat riepen verscheidene dames tegelijk. De arme ziel is van een tweede ver dieping gevallen. Er ging een kreet van schrik door de sa lon Ze heeft beide armen gebroken, ver volgde hij. Vreesdijk Hoe kwam dat? Zij leunde over het hekje voor het venster, het hekje brak, en de ongelukkige stortte naar beneden, op het trottoir Een wonder, dat ze niet dadelijk doodbleef. Beide armen 1 Ja, en nu kan ze natuurlijk niet wer ken. Ze moet wel een beroep doen op de liefdadigheid want zij is alleen op de wereld... Ik hoop, dat de dames mij niet kwalijk zullen nemen, dat ik dit treurige verhaal deed maar het was om een collecte voor haar te doen. Dat is een nobele gedachte van u prees een der dames. Wij moeten de ongelukkige helpen, nietwaar? Daarom vraag ik u om een penningske. Gravin Olifant heeft mij al vijftig francs gegeven. Alle dames haalden het beursje voor den dag de baron collecteerde over de honderd francs, Dank u, dames, hartelijk dank. Ik wist, dat ik op uw goedhartigheid kon re kenen. Ik ga voldaan heen om bij andere goede menschen aan te kloppen. Doe dat, en goed succes, baron zei de vrouw des huises. De baron spoedde zich naar mevrouw Dutillard, de echtgenoote van een heel rij ken man. O baron, zoo werd hij verwelkomd, wat hebben we u in lang niet gezien U laat ons in den steek. U heeft gelijk, mevrouw ik kom ook om excuus te vragen ik heb aan u ge dacht Dat is lief van u. Voor een goed werk, een werk van barmhartigheid. Waarlijk vroeg mevrouw Dutillard, wat gerektgoedgeefschheid was haar zwak niet. Ik wilde u er niet buiten laten. Dat is goed van u. Weer deed hij 't verhaal van de onge lukkige vrouw en besloot Mevrouw d' Eturnelles gaf veertig francs, gravin Olifant vijftig. Ach, ik heb mijn portemonnia niet bij me, Ik zal even wat aan mijn man gaan vragen. En mevrouw ging naar de andere kamer. Baron Vidal, begon ze, komt wat vragen voor een liefdadig doel, man. Hij ook al pruttelde Dutillard zoo komen er eiken dag. 't Is voor een vrouw, die beide armen gebroken heeft. Gister was 't voor een gevallen lei dekker. Geef mij maar watwe moeten ons fatsoen toch houden. Ik wou, dat hij naar den drommel liep Daar, twintig francs. Mevrouw kwam in de salon terug. Mag ik 11 deze twintig francs geven Wij zijn niet zoo rijk als mevrouw d1 Etur- neiles en gravin Olifant, voegde zij er kool tjes bij. Rijkdom is niets, mevrouw het goede hart is alles Oude bedelaar schold de dame, toen hij de deur uit was. Hij vervolgde zijn tochtop den boulevard ontmoette hij een oud vriend. Blij, dat ik je zie, beste, sprak hij je kunt mij een heel grooten dienst be wijzen. Met alle genoegen. Ik heb geld noodig. Ben je geruïneerd 't Is niet voor mij 't is voor een ongelukkige, die ik wil helpen. Weer vertelde hij zijn geschiedenis, en de vriend stortte tien francs. Wel tien dagen bleef de baron op die manier geld verzamelen onderzijn kennissen. Toen hij zeshonderd francs bijeen had, slaakte hij een zucht van voldoening en wandelde naar een magazijn van bronzen, waar hij een prachtige reproductie kocht van de Venus van Milo, de heerlijke vrouw zonder armen van dit kunstwerk had hij al lang gedroomd. Hij liet het naar zijn villa brengen, en als de vrienden hem vroegen naar de arme, verminkte vrouw, antwoordde hij O, ik dank u voor haar. Haar ge zondheid is goed, en ik heb voor haar ge zorgd ik heb haar in mijn eigen villa een plaatsje gegeven. Op deze wijze wist baron Vidal, een ra re snaak en tegelijk groote liefhebber van artistieke dingen, aan een mooie collectie te komen voor niemendal en tegelijk den naam te krijgen van een heel liefdadig mensch, die zich 't vuur uit de sloffen liep uoor anderen. Der ratten dood. Toen het wetenschappelijk een uitge maakte zaak was, dat ratten de builenpest verspreiden, is de quaestie der rattenver- delling van het terrein der «huismiddeltjes" overgebracht naar het gebied van het we tenschappelijk zoeken naar een afdoend middel. Met name in Frankrijk hebben de scheikundigen zich aan den arbeid gezet, en een van hen, de heer Danysz, hoofd van het laboratorium van het Instituut-Pasteur vond weldra een virus (smetstof), ten doei hebbende de ratten uit te roeien door haar een besmettelijke ziekte in te enten. Tal van proeven met dat virus zijn genomen in de velerlei vertakkingen van het reus achtige parijsche riolennet en in eenige openbare gebouwen, en de resultaten waren bevredigend. Van nu af mag aangenomen, dat het mogelijk zal zijn, zoo niet alle ratten, die in de onderwereld van Parijs huizen, dan toch de groote meerderheid ervan te dooden. Maar voornamelijk op het platte land heeft het bewuste virus af doende gewerkt. In de door de veldratten een rat, honderdmaal meer te duchten dan een stadsrat overweldigde, vergif tigde en vernielde kantons is overal, waai de methode goed werd toegepast, in samen werking en zonder leemte, de vernietiging der zoo schadelijke knaagdieren volkomen geweest. ALLERLEI. UIT AMERIKA. Wij, Amerikanen, hebben de grootste huizen, de grootste straten, de grootste beurzen, de grootste spoorwegen, de groot ste rivieren, de grootste Schurken ook, viel hem een ander in de rede. «Te" drukt altijd iets verkeerds uit, be halve in het woord «tevreden." NIEUWSBLAD De brand te Heusden, in den uacht van 6 op 7 December 1.1. Eene causerie. Avondp. Avondp.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1904 | | pagina 5