voor het Land van Heusden enz. Hoendercholera en Hoenderpesl. Uitgever L. J VEERMAN te Heusden. Bacteriën. TWEEDE BLAD Zaterdag 24 Dec, 1904. De verdwenen bruidegom. Onder den grond, of in de Ingewanden der aarde. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maan den 1.00, franco per post zonder prijs- verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer ll/2 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. ons vergissen, want de grootste kunstenares, de Natuur, heeft dit pronkstuk samenge steld. En als nu de gids Bengaalsch vuur ontsteekt dan ontsnapt aan aller borst een kreet van verrukking, en wij meenen, dat niets in pracht en schoonheid kan halen bij dit kunstgewrocht. Doch neen, het indrukwekkendste tafereel moet nog voor onze oogen ontrold worden. De gids verzoekt ons alle lichten uit te doen en wij staan in stikdonkeren nacht. Nu laat hij zich in den afgrond glijden en zet iets in een nis. Spoedig ontbrandt het en wij bespeuren, dat het Bengaalsch vuur is. Maar wat bemerken wij daar in de diepte V Welk een prachtig en indrukwek kend schouwspelDaar, in een nis, staat het beeld eener vrouw met een kroon op het hoofd, en een mantel om de schouders geslagen, verlicht door den gloed van het Bengaalsch vuurVol bewondering ont- blooten wij onze hoofden uit eerbied voor Hem, die krachten in de natuur heeft ge legd, welke zoo iets schoons kunnen voort brengen. Kom, laat ons thans naar de bewoonde aarde terugkeeren, want verhevener schouw spel dan dit zullen wij wel niet te zien krijgen. En nu wij weer den vasten grond onder de voeten hebben, verlang ik ook naar een oogenblik van rust om na te denken over alles, wat ik gezien heb. Hoendercholera en hoenderpest of -typhus zijn verwante ziekteverschijnselen, de laatste grijpt alleen hoenders, fazanten, kalkoenen e.d. aan aan de eerste lijden ook duiven, eenden en ganzen. Beide ziekten kunnen een verschillend verloop met uiteenloopende verschijnselen hebben. Bij de pest is meer karakteristiek de dieren zijn niet monter, lijden aan slaapzucht, de veeren staan recht op, en eindelijk treden verschijnselen van verlamming in. De dieren vreten in het begin der ziekte nog als vroeger en eerst ua drie dagen toonen zich bovenstaande verschijnselen, De ziekte eindigt steeds met den dood. De hoendercholera gaat de naam duidt dit reeds aan steeds met diarrhee gepaard. Ook hier kruipen dieren treurig in een hoekje, laten de vleugels hangen en krommen den hals. Uit den snavel vloeit schuimend slijm, de dieren drinken gedurig, de uitwerpselen rieken kwalijk, zijn brijachtig in het begin wit achtig geel, later groen. De veeren aan het achterlijf, vooral rondom de aarsopening, zijn bevuild en kleven aan elkaar vast. De patiënten laten fluitende en piepende gelui den hooren, openen wijd den snavel, als snakten zij naar lucht. De keellellen en de kam nemen een bleek-of blauwroode kleur aan, tot eindelijk de dood intreedt onder trillen en krampaandoeniugen. Soms wor den bij de cholera in het geheel geen ziek teverschijnselen waargenomen, daar de dood zeer plotseling intreedt. Ontdekt men onder zijn pluimveestapel één of meer bovenstaande verschijnselen en is men onzeker, met welke van beide ziek ten men te doen heeft, dan kan men door de volgende wijze van handelen zekerheid krijgen. Men maakt in de huid van een ziek dier een snede, doet op een naald wat van het bloed, laat dat drogen en steekt dan daarmee eeuige malen onder de huid van een oude duif. We gaan dus vaccinee ren. Wordt nu de duif ziek, dan heeft men te doen met cholera, zoo niet, dan zal het pest of typhus zijn, waaraan de patiënten lijden. Dat men in beide gevallen de zieke dieren van de gezonde moet houden, spreekt van zelf, omdat de kans van besmetting groot is. moet langzamerhand ontstaan. Een fokker, die door aankoop in korten tijd een groot hoenderpark aangelegd heeft, zal steeds met verlies werken. Hij brengt ziekte in zijn stal en koopt meestentijds minder deugde lijk materiaal, want de verstandige verkoo- per behoudt de beste dieren altijd zelf. De fokker moet een goeden toom koopen en daaruit, bij strenge fokkeuze, zich zelf een groot park zien te vormen. Nauwkeurigheid verbant zorg en twist. Van vele mensch'lijke gebreken Staat deze meestal bovenaan Dat velen, op zijn tijd te spreken. En ook te zwijgen, niet verstaan. In het kleine salon, vol met doozen van alle afmetingen en vormen, stond een jong meisje in wit bruidskleed. Twee of drie vrouwen waren bezig, de laatste hand aan haar toilet te leggen. Lieftallig met haar kroon van oranje- bloemen en onder haar mooien sluier, glim lachte het jonge meisje van geluk. In de deur verschenen madame «Bon- Coquet', zooals men haar in de familie noemde. Zij trad nader, bekeek de bruid van onder tot boven en zei nKeurig, lieve 1... Ik zal je niet omhelzen, anders neem ik al je poeder mee nik heb geen poeder, tante antwoordde het jonge meisje op den nsteek". De ngoede" tante verdween en keerde naar het groote salon terug, naar de me nigte genoodigden, om overal met haar venijnige tong, illusies en geluk te verwoesten. Mevrouw de Vauchelles trad op haar dochter toe. nWees niét bedroefd om haar woorden, arme Suzanna,gij weet, dat zij altijd zoo is... Uw sluier is prachtig, kind «Niet waar mama?" zei de bruid weer glimlachend. nHij is ook van mijn ver loofde nUw verloofde.... Gij moogt nu wel zeg gen uw man, daar gij gisteren voor het stadhuis getrouwd zijt," zei mijnheer de Vauchelles, terwijl hij binnentrad. «Neen het stadhuis is niet genoeg zei de bruid. De genoodigden gingen allen naar het kleine salon, om de bruid te bewonderen. Suzanne glimlachte.... zij glimlachte, den geest verwijderd van al die menschen, den kend aan haar verloofde, dien zij innig liefhad.... Jong, verstandig, rijk, uitvinder van een zeer lichte en machtigen motor, was hij op weg om beroemd te worden. Zijn vriend en oud mede-leerling baron Henri de Cloa- rec, die zijn vrijen tijd en zijn groot fortuin ten nutte maakte om de oplossing te zoeken van de bestuurbaarheid van luchtballons, had geweldige reclame gemaakt door zijn motor te gebruiken, om de schroefas van zijn luchtballon te doen loopen. Men had het portret van beide ingenieurs in de geïllustreerde bladen gepubliceerd beiden waren beroemdheden van Parijs. Henri de Cloarec was getrouwd, maar Jean niet, en hoeveel moeders hadden niet een man als hij voor haar dochter gedroomd... Suzanna, die wist, dat men haar benijdde, voelde zich dubbel gelukkig. ïje 4» Het was middag, het uur, waarop het huwelijk in de kerk van Saint Philippe-du- Roule vastgesteld was. Jean steeds zoo nauwgezet, was er nog niet. Suzanna werd ongerust. Madame «Bon-Coquet" trad op haar nicht toe. «Gij ziet het, mijn lieve, of het stad huis is voldoende Hij is thans je man en komt nu al te laatGij moet er echter maar niet leelijk om kijken, zoo gaat het in het leven." Een traan parelde in de oogen van Su zanna. «Slang mompelde ze. Een half uur verliep, maar de bruidegom was er nog niet. Mijnheer de Vauchelles besloot ten slotte, zijn knecht te sturen, om te hooren waar de jongeman bleef. De knecht kwam na verloop van een kwartier, terug, hijgend en blazend, en zei tot zijn meester, die hem op de trap op wachtte «Mijnheer Clavelier is van morgen om acht uur uitgegaan, gekleed in een ge woon pak, en men heeft hem nog niet terug gezien... Zijn knecht, Baptist, weet verder niets..." Mijnheer de Vauchelles was radeloos. Hij verhaalde zijn dochter wat hij gehoord had, en zei«Laten we wachten." «Wachten Waartoe zei »Bon-Coquet". «Het is duidelijk, dat hij nu niet meer zal komen.... We moeten de gasten wegstu ren...." Suzanna slaakte een kreet en wankelde. Men bracht haar bewusteloos weg. Zij lag in haar bed, toen zij uit haar be wusteloosheid ontwaakte. Haar vader en moeder bogen zich over haar heen. Maar zij wilde alleen zijn met haar groote smart. Het hoofd in het kussen verborgen, ween de zij lang als een kind.... De mooie krans van oranjebloemen lag op den grond in een hoek, waar men hem had neergeworpen, toen men het arme kind inderhaast ontkleed had. Mijnheer de Vauchelles liep in zijn werk kamer met groote schreden op en neer, het hoofd gebogen, met starenden blik, als om een geheim te doorgronden. «Ik begrijp er niets van.... ik heb alles verondersteld, maar alles is onmogelijk.... Ik ken Jean, hij is een eerlijke, rechtscha pen jongen, een werkezel, een ernstig man. Er moet hem een ongeluk zijn overkomen, anders kan ik niets veronderstellen...." Zijn bediende bracht hem verscheidene telegramen. Hij opende er haastig eeni- ge,.... maar het waren alle telegrammen van rouwbeklag. Men wist het ongeluk, dat hem getroffen had, men condoleerde hem, men betuigde hem zijn leedwezen enz. Mijnheer de Vauchelles wierp kwaad die leugenachtige papiertjes weg, en toen in den loop van den avond zijn bediende hem nog verdere telegrammen, brieven en kaar tjes overhandigde, wierp hij ze alle onge lezen op zijn bureau. Den volgenden morgen had mijnheer de Vauchelles uit gewoonte zijn krant opgevou wen, toen zijn blik viel op een nieuwsbericht met het hoofdje «Een ballon ontsnapt." «Gisterenmorgen om acht uur deed baron de Cloarec proeven met zijn bestuurbaren luchtballon, toen plotseling een hevigen wind opstak, die de touwen, waarmee de ballon was vastgemaakt, deed breken. Alle pogin gen der mannen, die er bij tegenwoordig waren, waren niet in staat, den luchtballon te weerhouden, die als een pijl omhoog- schoot. Een sterke westenwind sleepte den ballon mee, waarin gezeten waren baron de Cloarec en een zijner vrienden. Men is tot nu toe zonder nieuws van de lucht schippers." «Indien de verloofde mijner dochter...." Mijnheer de Vauchelles snelde naar de kamer van zijn dochter en riep haar toe «Luister...." Hij las haar het nieuws voor. Suzanna richtte zich in haar bed op. «Ik wist het wel, dat alleen een onge luk...." Zij was vreeselijk bleekzij kon niet meer zeggen. Op dit oogenblik weerklonk een bel in de anti-chambre, haastige schreden werden gehoord... en Jean kwam zich hijgend voor haar bed werpen. «Ik was naar het bosch van Boulogne ge gaan om alleen te wandelen en alleen aan u te denken. Cloarec zag mij... hij wilde een proef nemen... O, Suzanna, vergeef mij Of zij hem vergaf 1 Zij nam zijn hoofd tusschen haar kleine handen en zag hem liefdevol aan, gelukkig over het weergevon den geluk. Den volgenden dag werd het huwelijk voltrokken. (Ruisg.) ALLERLEI. Een sportman. Barones. Hoe is U onze quatremains bevallen, ritmeester? Ritmeester. Magnifiek, mevrouw, mag nifiek Precies als bij de wedrennentel kens was de eene dame de andere vooruit. Zeker teeken. Eerste dame Dus, U denkt dan, lieve Mevrouw, dat uw Karei eenmaal professor zal worden? Tweede dameNeen, dat zeg ik niet, maar hij is reeds in het oog loopend ver strooid. Veldwachter. Burgemeester, ik kom u vertellen, alsdat ik op het pleintje bij het raadhuis een halven gek gearresteerd heb en hem in 't wachthuis heb gebracht. Wat belieft u verder, dat ik doen zal Burgemeester. Zie, dat je de andere helft in 'toog houdt. Een zes eeuwen oud uurwerk. Het oudste uurwerk in Engeland bevindt zich in de kerk te Peterborough. In het jaar 1320 werd het gemaakt, en wel vol gens de overlevering, door een monnik. Natuurlijk evenwel is het werk primitief. Zijn gang wordt geregeld door een lood- gewicht van circa 150 kilogram, dat aan een touw van 90 meter lengte hangt, en over een rol loopt. Dagelijks moet het uurwerk worden opgewonden. Het slaat de uren op een der groote kerkklokken, die 1603 kilogram weegt, met behulp van een klepel van 36 kilogram. Het raderwerk en het slagwerk zijn eenige meters van elkander verwijderd en door een klein touw met elkander verbonden. Een cijferplaat heeft het nietde uren zijn op het hoofd rad van den lichter aangegeven, dat zich in twee uren éénmaal omwentelt. Onvervaard. «Een van mijn voorouders heeft tijdens de kruistochten eens een veldslag gewon nen door een handige artilleriemanoeuvre." bluft de baron B. «Maar," waagt een vriend op te merken, «toen was het buskruit immers nog niet uitgevonden «Natuurlijk weet ik dat wel, net zoo goed als jij, dat behoeft je me niet met zooveel wijsheid te zeggen maar dat was juist de handigheid, zie je. Hij reed met zijn artil lerie de Saracenen tegemoet, de kanonnen leeg natuurlijk, en toen de stommeriken de stukken zagen, dachten ze dadelijk «O. hemel, daar hebben ze nu eindelijk het buskruit uitgevonden," en ze vluchtten in wanorde Troef. Juffrouw Kraakman (tot de bakkers vrouw) «'t Brood, dat ik tegenwoordig 's morgens van je ontvang, is meestal hard en oudbakken I" Bakkers-vrouw. «O, dat is geen wonder, juffrouw, dat het brood oudbakken wordt, als 't zoo'n tijd moet wachten, eer 't betaald wordt 1" Menschlievendheid. Rechter (tot beschuldigde)«Ge wordt beschuldigd den vorigen nacht twee nacht wachten verschrikkelijk geslagen te hebben. Wat bracht u daartoe?" Beschuldigde «Mijn gevoel van mensch lievendheid, edelachtbare, want voor één nachtwacht zon zoo'n pak slaag te veel zijn geweest." Een handige dief. De eigenaar van een hotel wilde juist naar boven gaan naar zijn eigen vertrek ken, toen hij een man op de trap zag, die achteruit naar beneden kwam met een veeren bed op den rug. «Wat heb je daar?" vroeg de hotel houder. «Een bed voor u, mijnheer," antwoordde de man. «Dat is niet voor mij ik heb geen bed besteld." «Ik moet toch op No. 2 zijn." »'k Dacht het welda is hiernaast." De man ging heen en droeg het bed weg voor de oogen van den hotelhouder, die zijn verlies eerst bemerkte, toen het te laat was. Professors zijn, zooals van ouds bekend is, gewoonlijk zeer verstrooid. Onlangs werd- door een man der wetenschap in Duitschland zeker een record geslagen op dat gebied. Hij moest uit de stad en ging met een vriend naar den trein. Plotseling bleef hij staan en zei «Wel, nu heb ik mijn horloge weer ver geten." «Laten we dan even teruggaan om het te halen," zei de vriend. «Neen, ik geloof niet dat we daar tijd voor hebben," meende de geleerde en haalde het vergeten horloge uit den zak, keek heel aandachtig op de wijzerplaat en voegde er bij «Neen, er is geen tijd meer voor." Hij stopte het uurwerk weg en zei ge laten «Nu, voor een dag zal ik het wel zonder klok kunnen stellen." HEUSDEN, 24 Dec. Tot ons genoegen kunnen wij mededee- len, dat Mejuffrouw H. P. Wuijster geslaagd is voor het examen acte Wiskunde Mid delbaar Onderwijs. GIESSEN, 22 Dec. In den van ouds beruchten Buitenburg" den dijk tus schen Giessen en Andel heeft weder eene brutale aanranding plaats gehad. Toen de Heer Johs. van Herwijnen Woensdag morgen 11. zijne moeder naar de boot had gebracht, die om 3>£ uur Andel naar 's Her togenbosch verstrekt, ontmoette hij op bo- vengenoemden dijk een hem onbekend persoon, waarschijnlijk een rondreizend koopman, daar hij een kistje bij zich droeg. Hij hield v. H. staande en vroeg, hoe laat het was. Toen deze zijn horloge uit den zaak haalde om aan zijn verzoek te vol doen, greep hij plotseling naar het uur werk. De heer v. H. was hem echter te vlug en gaf het gemeene sujet zulk eene dracht stokslagen, dat deze het onder een stortvloed van verwenschingen op een loopen zette. Deze week had alhier een ongeluk plaats, dat bizonder goed afliep. Terwijl de knechts van den broodbakker de K. uit Wijk met hunnen wagen wilden draaien, sloeg deze eensklaps om, het paard in zijn val mede omverwerpend. De berijders sprongen nog juist bijtijds uit den wagen en ontsnapten dus aan een groot gevaar. Door spoedig toegeschoten hulp werd het paard uitgespannen en het brood in een anderen wagen geladen. De wagen, waar van de burries gebroken waren, werd al hier ter reparatie achtergelaten. Dinsdag j.l. zijn alhier ongeveer 400 Hectoliter blauwe aardappelen gekocht met bestemming voor Amsterdam. Men besteedde f 2 per mud. Tot ouderling bij de Ned. Herv. gemeente is herkozen H. "Verhoeven en tot diaken gekozen H. de Lorm Jz. in Elaats van H. de Lorm Sz., die voor deze etrekking niet meer in aanmerking wensch- te te komen. INGEZONDEN. Donderdag 22 Dec. 1904, hield de Jon- gedochters-Vereeniging «Dient den Heere" hare jaarlijksche uitdeeling. Aan 14 huis gezinnen werden de navolgende kleeding- stukken uitgereikt3 paar manskousen, 5 paar vrouwenkousen, 5 paar kinder kousen, 5 vrouwenhemden, 6 manshemden, 2 jongenshemden, 5 meisjeshemden, 3 boe zeroens, 4 sjaals, 6 vrouwenschorten, 2 blauwe schorten, 9 kinderschorten, 3 witte schorten, 4 kinderrokken, 3 lakens, 13 witte slopen, 2 bonte slopen, 2 paar wantjes en 4 jurken, te samen 89 stuks; alsmede eenige kruidenierswaren. Reeds twee jaren had de Vereeniging het genoegen hare uitdeeling te houden. De Vereeniging zegt vriendelijk dank aan allen, die hunnen welwilleuden steun dit jaar verleenden, de hoop uitsprekende, dat de Vereeniging het volgende jaar weder in de gelegenheid gesteld mag worden, dit werk voort te zetten. Heusden, 24 Dec. 1904. MENGELWERK In de Tielsche Courant lezen we een belangrijk artikel, onder bovenstaand op schrift, waaruit we het een en ander over nemen Vooreerst erkennen wij dat de bac- tereologie een zeer moeilijke wetenschap is, ook omdat zij nieuw is en dus bij velen zoo goed als onbekend moet zijn. Wie er zich over uitlaat, slaat al licht een heel groot gat in de lucht. Dat wij dagelijks-millioenen bacteriën met ons voedsel en door onze ademhaling bin nenkrijgen, is algemeen bekend. In een druppel gewoon Waalwater komen er dui zenden voor. Maar zij zijn juist niet altijd schadelijk. Zij zijn zelfs dikwijls onmis baar. Zij genezen bij menschen en dieren uitwendige wonden en inwendige kneuzin gen. Zij zijn noodig bij de spijsvertering. Zoo kunnen sommige menschen en vooral kinderen geen gekookte melk verdragen. En waarom niet Omdat door het koken de bacteriën die voor de spijsvertering noo dig zijn, gedood worden. Maar er zijn ook schadelijke en gevaar lijke bacteriën, die ziekte veroorzaken. Tusschen de goeden en de kwaden heerscht een voortdureode strijd, en gewoonlijk zijn het de goeden die overwinnen. Anders zou de wereld vol ziekte en ongemak raken. Eenige jaren geleden wist men van die uiterst kleine wezentjes niets af, en nu spoort de wetenschap hen op zij speurt hen na zij kweekt hen zij neemt hen in haar dienst en doet er wonderen mee, of bestrijdt hen. Maar zij zegt nietOmdat gij een bacterie zijt, moet ik u bekampen. Dat zou te dol zijn. Toezicht evenwel blijft, waar gevaar be staan kan, gewenscht. Wij moeten oppas sen dat we geen melk drinken die in on rein vaatwerk bewaard is geweest, wat elders maar al te dikwijls geschiedt. Wij moeten toezien dat we geen groenten ge bruiken, vooral geen ongekookte, die met gracht- of slootwater gewassen zijn, wat elders ook nog plaats heeft. Wij moeten bedenken dat brievenbussen, waar allerlei papieren uit zieke en gezonde huishoudens bij elkaar komen en daarna naar allerlei gezinnen toegaan, zeer verdacht kunnen wezen. 't Gemeente-toezicht zou zich met dat al les kunnen bemoeien, maar het zou te lastig worden en niet vertrouwd zijn. Doch twee zorgen bevelen wij aan. Wij zijn niet gerust op de stadspompen, omdat wij meermalen zien dat jongens met hun han den aan de kraan zitten en er zelfs petten induwen of zakdoeken. En de bacteriën verspreiden zich zeer snel, vooral omdat zij niet vooraf behoeven te paren. Uit één kunnen er millioenen voortkomen. Laat men dus de open en bloot staande stads pompen in het oog honden. En dan, laat men, nu er onder kinde ren zooveel ziekte heerscht, de lucht doen onderzoeken in de scholen. Als dat mee valt, is het voor menigeen een geruststelling. Bij een bezoek dat ik bracht aan de plaats Ganges in Frankrijk, trok mij de lust aan ook «de Juffersgrot" te bezoeken en ik wil thans in het kort mededeelen, wat ik daarbij opmerkte en ondervond. Na ons eerst van een gids voorzien te hebben, die er genoeg ter beschikking zijn, werden wij voor een put gebracht. Na met een langen ladder te zijn afge daald, op het voetspoor van onzen gids, bereikten wij spoedig den ingang van de eigenlijke grot. Onze gids zegt, dat wij ons nu in het Portaal bevinden. Wijsteken de kaarsen en flambouwen aan en gaan manhaftig, waar onze leidsman ons brengt. Reeds hier slaan wij de handen vol be wondering in elkaarHoe glinstert en schittert alles 't Is of wij ons in een zaal van enkel kristal bevinden. Wij zullen echter nog prachtiger gewrochten aan schouwen. De gids brengt ons nu naar de zaal van den Koningsmantel. Daar, aan die rots punt hangt een prachtig kleed. Het schijnt van fluweel en zijde te zijn, en toch is 't slechts kalk, waarvan de Natuur dien mantel vervaardigd heeft. Laat ons hier een poosje vertoeven en al die pracht aan schouwen, terwijl wij meteen een weinig uitrusten ook. Dat zal wel noodig zijn, want de gids verzekert ons, dat wij zoo aanstonds op een vreemde manier moeten reizen. Zie zoo, laat ons thans de reis voortzetten. Eerst moeten wij eenigen tijd op den buik voortkruipen, en dan een poosje op den rug. Dat is tegelijk goed om onze leden krachtig te maken, 't Gaat op die wijze wel niet spoedig, maar wij zullen er toch wel komen. Kunt ge paard rijden Daar kunt ge ook pret van hebben. Zet u dan maar op dezen muur neer, net alsof 'teen paard ware. Laat u nu voor zichtig naar beneden glijden. Dat is ten minste alweer zoo ver. Wij hebben daar een aangenaam ritje gemaakt. Thans lang zaam langs die rotshelling naar beneden geklauterd Weest niet bevreesd, als gij goed uit de oogen kijkt zal u geen ongeluk overkomen. De ijzeren ladder is stevig genoeg en de gids heeft de noodige voor zorgen genomen. De tocht moge vermoei end zijn, gevaarlijk is hij niet. Reeds zóó velen hebben voor ons den weg afgelegd en nog nooit heeft iemand er het leven bij verloren. Doch voorzichtig zijn is de boodschap. Nu zijn we, waar we wezen willen, in de zaal van de Maagd. Laten wij ons op ons gemak neêrzetten, want er is veel te zien. Daar ziet gij een mantel, gelijkende op dien, welken wij vroeger zagen maar veel prachtiger, veel grooter, het is de Keizers mantel. Zijn wij hier in een kerk? Men zou het wanen want ziet, ginds ontdekt mijn oog een orgel. Het is werkelijk zulk een voor werp. Wij zouden zweren, dat alle kun stenaars der wereld hunne beste krachten hadden ingespannen om zulk een meester stuk te vervaardigen. En toch zouden wij NIEUWSBLAD Eeu Hoenderpark. Veldp). Gedachten en Wenken. nis mijn nicht mooi riep zij met haar scherpe stem. «Zijt ge niet te zeer ont roerd i^laatselijk Nieuws. Namens de Vereeniging voornoemd, G. F. GEZELLE MEERBURG.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1904 | | pagina 5