pn
Hei Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
In het strijdperk.
Goede opvoeding.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
WOENSDAG 1 MAAïtT
M 2402
1905.
Oorlog tusschen Japan en Rusland.
«fel
WfSfe-
[ïMrfei
UNB.VAN ALTEH^
T0O«
Dit blad Tersest WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: par S maanden f 1.06.
franco per poet zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
AdvertentiSn ran 16 regele SO et. Elke regel
meer 71/* °L Groote lettere naar plaateruimte.
AdvertentiSn worden tot Dinedag- en Vrjjdagavond
ingewacht.
Wij hebben geleerd het onderscheid
tusschen goed en kwaad. Dankbaar
voelen wij ons gestemd, als wij denken
aan de wijze lessen van onze goede
ouders en opvoeders, en medelijden ver
vult ons, als wij denken aan hen, die
daarvan verstoken waren. Indien wij
dan ook hooren, dat zij slechte dingen
hebben gedaan, zoodat de maatschappij
hen een tijdlang uit haar midden moest
verwijderen, dan hebben wij vaak ge
zegdOch, ze wisten niet beter
Doch het zijn niet alleen de slecht
opgevoeden, die met de rechterlijke
macht op die wijze kennis maken, op
de bank der beschuldigden zitten man
nen en vrouwen, wier daad vloekt met
de opvoeding, die hun deel was, wier
ouders, ziende, hoe zij, met een helder
hoofd en warm hart gezegend, de lessen
zoo goed in zich opnamen, zeker nooit
hebben gedacht, dat hun kind daar zou
belanden.
Die kwaaddoeners wisten wel, maar
deden niet naar hun weten.
En is het ook zoo niet met ons ge
steld, al komen we niet in aanraking
met de rechterlijke macht, toch komen
er oogenblikken in ons leven, waarin
we, achter ons zien op den afgelegden
levensbaan, beschamend moeten zeggen:
Ja, dat had anders moeten wezen, ik
wist toen toch wel, dat het niet zoo
behoorde. Onder die dingen zijn ver
grijpen tegen de matigheid, tegen de
orde, tegen de welwillendheid, tegen de
liefde, tegen o, zoo veel edels, waarvan
we wisten, duidelijk wisten, dat het een
mensch ontsieren moest, 't Kon wel zijn,
dat de wereld om ons 't volstrekt niet
veroordeelde, zelfs zei, dat zulke dingen
zeer verschoonbaar waren, dat een mensch
maar eens jong is, de banden van de tucht
dan ook wel eens wat al te sterk konden
worden aangetrokken, de menschen je
toch soms zoo verveelden met hun ge
babbel of met hun flauwheid, sommigen
je toorn, je verachting opwekten, doch
wat die wereld ook zegtals wij staren
op die bladzijde, is het ot er een stem
uit die letters tot ons spreektgij wist
beter en gij hebt het niet gedaan.
Dat vervult niemand met vreugde.
Ja, er zullen wel menschen zijn, die
het leed en de wroeging die daardoor
ontstaan, gemakkelijk weten weg te
redeneeren, die de argumenten, waar
mede de wereld om hen zoo iets ver
ontschuldigt, gaarne overnemen, mis
schien wel in het feit de oorzaak vinden
FEUILLETON.
-*>r~ t
M. YON ESCHEN.
29)
«De jongens komen spoedig op de krggs-
school,c sprak de vader geruststellend, en
de kleine Alexe och wat beteekenen kin
deren als mfii geld heeft en dienstboden
kan houden?*
«Neen, dat doet er niets toeBella
was ook niet voornemens zich om de kin
deren te bekommeren.
>Maar Doraline is er ook.*
Doraline voor de eerste maal was zjj
in haar blgdschap gestoord. «Och, kom,
hjj zal mjjn zin wel altjjd doen,* verbeterde
zjj de gedachte aan de mogeljjkheid van
een eenigszins lastig element in dat nieuwe
leven vol heerlijkheid: »ik ben dan toch
zjjn vrouw 1*
Zoo werd Bella een luchtige, vroolgke
bruid, wie het geluk zoo nit de oogen
straalde, dat haar bekoorlgkheid iedereen
in verrukking bracht, en haar bruidegom
nog het meest.
Maar Phiiip was buiten ziehzelf. Hg had
nooit over zgn zuster en den baron nage
dacht; natnurlgk niet, hg was gewoon asn
niemand anders dan zichzelf te denken. Hg
had gemeend, dat de baron terreden moest
om hunne ouders of opvoeders voor al
te stijve en strenge menschen uit te
maken en te beweren, dat het zoo mooi
toch niet zijn kon, in geen enkel leven,
maar hoe men het ook beredeneert, j
oogenblikken komen er, zoowel bij hen
als bij ons, dat al dat doen tegen beter
weten in als eene beschuldiging'tegen
over ons staat, in de ziel pijn doet
komen, onaangename stemming, wroe
ging genaamd, en doet zeggenhet had
anders moeten zijn!
Het had anders moeten zijn!
Waarom is het dan zoo niet geweest,
waarom was er geen overeenstemming,
tusschen ons weten en ons doen?
Wie weet en niet doet is ziek. Indien
wij geen vrede hebben met dit doen
tegen beter weten in, dat ons berouw
en wroeging bezorgt, dienen we te
zoeken naar de oorzaak daarvan .Waarom
dat telkens verkeerd handelen? Hoe komt
dat?
De mensch is eene twee-eenheid. Hij
beBtaat uit ziel en lichaam, geest en stot
of hoe men die twee dingen ook anders
noemen mag. Zij zijn innig aan elkander
gebonden; nooit zien wij ziel zonder
lichaam, of lichaam zonder ziel.
Die twee nu zijn voortdurend met
elkaar in strijd om de opperheerschappij.
Het is voor het lichaam of het stof dan
ook een kwaad geval. Als een kind ge
boren wordt, kent het alleen stoffelijke
behoeften en neigingenhet zieleleven
is nog niet ontwaakt.
Zoodra dit door de opvoeding of door
zelfwaarneming ontwaakt, stelt het een
levensmanier, een levensinzicht, geheel
in strijd soms met wat de stof, het
lichaam, de zinnen willen.
Nu komt de strijd.
De geest stelt zich een levensideaal,
weet, dat daarnaar te grijpen den mensch
mensch zal maken en der zinnen macht
heeft daarin geen lust.
Der zinnen macht, zich uitstrekkende
naar genot, lust hebbende in zelfzucht,
altijd traag, opziende tegen al wat
moeilijk is; der zinnen macht, de eeu
wige vijandin van al wat edel is en
groot
In dien strijd behaalt het zinnelijke
zoo dikwerf de victorie; het weet te
schilderen op zoo schoone wijze de
vruchten, die het biedt, het brengt de
stem der ziel tot zwijgen; het doet over
den mensch komen een soort van dron
kenschap, die een wijle de bekoring
van het goede doet tanen.
Dus de mensch, die tegen beter we
ten in handelt, staat onder de macht
van het zinnelijke leven. Tegen deze
zgn unit sen rjjken schoonzoon, dis hem
misschien goed te pas kon komen; hij
meende nn, dat zg allen tegen hem hadden
samengespannen hjj droeg allen wrok toe,
zgn vader, zgn zuster, en zgn aanstaanden
zwager nog het meest, omdat hg zgn aan
zoek zoo slecht bepleit had.
Allengs kwam het bjj hem op, dat Do
raline hem persoonlijk toch ook wel afge
wezen zou hebbenen hg haatte haar ook,
omdat zg hem wederstonden zelfs zgn
geld haatte hg, omdat het gebleken was
zoo machteloos te zgn. Maar hoe meer hg
het meisje haatte, des te meer beminde hg
haar ookhg moest haar hebbenbg zou
haar hebba». Tegen het gevoel van ver
nedering en onmacht kwam zgn ik in op
stand, dat geen grenzen voor zgn wil kende,
en op die niets ontziende wilskracht bon-
wende, keerde het vertrouwen op haar
macht terug. Hg hoopte opnieuw, als iemand,
die in het duister staart, al kan bg ook
niets onderscheiden, omdat bg weet dat het
verwachte komen moet! Waaiers schilde
ren tegenover een miliioen!* Philip Braun
sloeg zich voor het hoofd, dat kon hg niet
begrijpen hoe langer hoe bekoorlijker,
negeerljjker in haar bevalligheid en trotsch-
heid, stond Doraline hem voor den geest.
Hg slosg met zgn forsehe hand op de tafel,
en net was gelukkig dat die van stevig,
massief mahoniehout was, zoodat geen spin
ter zgn gedachtanloop stoorde. Maar die
«stiefmoedermisschien kon door dat
stiefmoederschap alles nog wel ten Deate
voor hem keerea. Dat was een lichtpunt
micht is maar een middel, n.l. dat de
ziel, de geest, de opperheerschappij steeds
meer zoekt te verkrijgen, de zinnen
bedwingt en ze in haar dienst stelt.
Dit is een moeilijke taak; maar iemand
die wil, overwint!
Dat grootsche, de ziel heerschappij
voerend over het zinnelijke, komt eerst
langzaam tot stand. Daarvoor is noodig
groote waakzaamheid en bovenal harte
lijke liefde voor het edele.
Allen weten wel, wat goed is, wat
behoort, maar de liefde ontbreekt zoo
dikwerf. Die liefde namelijk, die den
edelsten hartstocht van het begeeren
opwekt en daardoor krachtig is.
Hebt ge uzelven lief? Staat vóór u,
aangrijpend schoon, het levensbeeld, dat
in de beste uren voor u opkomt?
O, als het soms verflauwt, dat beeld,
zie dan rond in uwe omgeving; let op
de heroën van ons geslacht, lees hunne
historie, grijp de slippen van hun kleed,
opdat er kracht van hen uitga tot u.
Voorbeelden trekken! Kent gij er
niet uit de historie, uit uwe eigen om
geving, die zoo heerlijk een indruk
maken en wier leven door den adel
van hart u met jaloerschheid vervult?
Laat van hen licht uitgaan over uw
leven, licht, bezieling, warmte, zoodat
gij zegtIk wil zijn als gij
Dan wordt ge overwinnaar in den
kamp. Zij zeggen tot u: er kon over
eenstemming zgn tusschen weten en
doen, als gij het goede zoo hartelijk
lief hebt als wij.
Zoo wordt het leven der moeite waard.
Geen halfheid meer; geen eeuwige
tegenspraak, maar een steeds beslister
grijpen naar het schoonste leven!
Buitenland
Het voor de Russen zelf zoo hoogst on
aangename en beschamende gekibbel over
den toestand in het belegerde Port Arthur
wordt zelfs te Theodosia voortgezet. De
spanning was het gevolg Tan de weigering
der zeeofficieren om Stoessel te gehoorza
men, zoo zegt men nu, omdat zjj recht
streeks onder Alexejef stonden (en deze
had zich in veiligheid gebracht). Voor de
afwisseling heet 't echter nu, dat Stoessel
en Kondratonko de «zielen* van de verde
diging waren, en dat allen erg op beiden
gesteld waren.
Opmerkelgk is, dat de Rosskoje Slowo
na weer een telegram uit Moekden opneemt,
in de duisternis, en vast hield hjj zgn blik
daarop gericht.
«Wat de indruk van een verschrikkelijk
oogenblik als bange zorg in Doraline ge
wekt had, wat als een onmogelijkheid uit
haar gedachten had gezet, als ongegrond
bjjna vergeten was, dat was dan toch wer
kelijkheid geworden: de Overste von Son-
nenfels deelde haar zgn verloving met Bella
Braun mede.
Al het bloed week nit haar gelaat; als
versteend stond zg daar; langzamerhand,
eerst van lieverlede, kon zg de verschrik
kelijke bizonderheden kegrgpen van den
slag, die haar leren getroffen had, die haar
vader tot den echtenoot van dat meisje
maakte: dat meisje, zoo geheel en al het
tegendeel van haar fijn beschaafde, edele
moeder, en dat na in haar plaats gebied
ster werd in het hnis, dat zg zoo jjverig
getracht had in haar geest te honden. Ein-
deljjk ging haar een rilling over de leden.
«Papa gij hebt geld noodig,* zeide zg, op
hartverscheurenden toon, «en daarom hebt
gg dit redmiddel aangegrepen!*
De baron wendde zich van haar af; diep
in zgn binnenste knaagde iets en met vast
heid richtte hg zich op, des te vaster en
trotscher, omdat bg een gevoel van schaamte
niet onderdrukken kon. «Ik had een ander
antwoord op mjjn mededeling van n ver
wacht Doraline,* zeide hg.
Bgna berispend klonk zgn toonDora
line moest gevoelen, dat zg hem niet ver-
oordeelen, hem niet bemoeilijken mocht.
Maar reeds sloeg zjj haar armen om
vol beschuldigingen tegen Stoesssl's beheer
erger dan al wat de Eagelsche berichtgevers
overgebriefd hebben, wordt hier uit Russi
sche bron beweerd. Men had niet bsboorljjk
gebruik gemaakt van de stellingen. Te
Port Arthur zelfs had gemakkelijk veel meer
munitie voor de zware kanonnen vervaar
digd kunnen worden. De ziekte ouder de
bezetting was voor een deel 't gevolg van
slechte kleeding, maar na de overgaaf vond
men genoeg goede kleeren in de magazijnen.
Een groote hoeveelheid proviand is in zee
geworpen, toen er besloten was tot capitu
latie. Storssel gaf op dat er 9000 man voor
de verdediging beschikbaar warenmaar
in werkelijkheid bedroeg dat aantal 23,000.
(Dit klopt met een opgaaf der Japanners).
En zoo voort.
Het aantal der Russische krijgsgevange
nen in Japan bedraagt thans, volgens een
R«uterbericht nit Tokio, 44,400, waaronder
616 officieren.
Er zgn allerlei geruchten dat da Japan
ners zich metterdaad gereed maken tot een
beweging in de richting van Wladiwostok.
Uit Gensan wordt gemeld dat de vloot
van Kamimoera twee transportschepen heeft
vergezeld met matmsel voor verdedigings
werken te land en werklieden. De vloot
verscheen aan de Noordoostkust van Korea,
in de buurt van Port Lazaref. Verder meldt
men dat andere transportschepen bezig zgn
met de ontscheping van een groot aantal
Japansche soldaten te Sung-tsjin. De Japan
ners leggen ook veldtelegrafen aan in noor
delijke richting van Ham-heuag, das in het
gebied dat de Rassen onlangs ontruimd
hebben. Men verzekert dat de Japansche
opmarsch naar de Toemen onverwjjld zal
beginnen. Het Nachim of schiereiland bg
Port Lazaraf wordt in staat van tegenweer
gebracht. De Japanners hebbea ook drie
eilanden in den hareningang om militaire
redenen bezet.
Naar de Daily Telegraph uit Tokio ver
neemt, zgn nu ia 't geheel 41 schepen die
naar Wladiwostok trachtten te gaan, door
de Japanners aangebonden.
Van het oorlogsterrein in Mantsjoerjje
komen telegrammen van groot belang, wij
zende op een hervatting der krjjgsverrich
tingen die een zeer grooten, misschien een
beslissenden invloed kou uitoefenen op den
verderen loop van den oorlog.
De Tolgende berichten geven hierover
een overzicht: Nadat de Japanners Don-
zjjn hals, teeder vljjde zjj het hoofd tegen
zgn borst en zag zjj tot hem op. «Vergeef
mg, papa, vergeef mgGg hebt mg altjjd
grootmoedig geschonken wat ik u vroeg.*
Doch terstond daarop legde zjj met een
snel besluit haar hand op zgn schouder.
«Papa, ik weet het, reeds lang zgn on
ze middelen in strjjd met hetgeen gjj van
een leven naar onzen stand vordert. Moet
het zgn o, staakt dat leven, werp van
u wat u drnkt. Lateu wjj naar Sonnen-
wald gaan, een stil en nederig leven lei
den, zonder weelde en glans; maar ook
zonder strjjd en valschen schjjn, met het
bewustzjjn van plichtsvervulling en vlekke-
loov.e eer in het hart.*
Met nog donkerder blik zag de baron
voor zich. Doraline had de wonde aange
roerd, die hg zichzelf geslagen had; vurig
verlangde hjj te heeleu wat daar zoo pjjn-
Ijjk brandde maar het geneesmiddel zou
te verschrikkeljjk zgn hg greep liever
naar een pijnstillend opiaat.
«Dat zou zoo dwaas zgn, Lina,< zeide
hjj, op bedaarden toon, «dat zelfs onze ro*
man8chrjjvers tegenwoordig hua helden niet
zoo zonden laten handelen, want zjj heb
ben geleerd met het leren rekening te honden.
Neen, neen! Er op of er onder is hier het
parool. Bovendien heb ik het meisje lief,*
liet hg er, na een poos gezwegen te hebben,
op volgen.
Lang had de Overste von Sonnenfels er
over gedacht of hg Doraline die bekentenis
zou doen en eindelgk begrepen, dat
zgn hart in haar een zachtmoediger rechter
derdagavond den Beresnefsk-berg hadden
aangevallen, maar teruggeslagen waren, her
haalden zjj Vrjjdag hnn aanval over het
geheele front der afdeeling van Taintsen-
tsj*n. Het was een verwoede aanval, met
ean overmaeht onder/iom-m. Da Russen war
den gedwongen, hnn stelling op den Be-
resnefk-berg te verlaten. Het gevecht werd
van beide kanten met groote verbittering
gevoerd.
Het Russische telegram nenbureau meldde
Zondag: Aan de linkerflank van de Ruisen
is de strjjd voortgezet. De Japanners ruk
ten aan met een groote macht in 2 afdae-
lingen. De oosteljjke afdeeling rukte voort
in de richting van Madsadan tegen de Sin-
bo-lïn pas en trok de Russische afdeeling
om, die bjj de Twin-tsjen-tsjen staat; deze
laatste trok daarop terug naar San-hoen-jo.
De westelgke Japansche afdeeling begon op
te trekken naar Noord-Jantagan en trachtte
de nauwe pas Hoa-toe-lin om te trekken.
Renter's correspondent bjj het Russische
hoofdkwartier seinde Maanda r via Sjenking;
De strjjlt duurt voort tegenover en ten
westen van Tiefing. Aan den uitersten oos-
teljjken vleugel hebben de Japanners de
voorgeschoven Russische stellingen genomen
en bedreigen zjj nu de hoofdverdedigings
linie. Wegens de hevigheid van den aanval
veronderstelt men, dat generaal Nogi, met
de artillerie van Port Arthur bjj zich, het
bevel voert over de Japansche strjjd macht
aldaar.
De Daily Telegraph verneemt uit Hsin-
ming-tsing: Naar men zegt, zgn 40,000
Japanners te Fakoeman aangekomenzjj
marcheerden daarheen door de bergen op
de Mongoolscbe grens.
De vermeende Choenchoezen, die voch
ten in de schermutseling te Lichtawoe zgn
gebleken Japansche troepen te zgn, gekleed
in Chineesche mantels eu die kenneljjk langs
denzelfden weg optrokken als verscheidene
vroegere detachementen, die naar Fakoeman
marcheerden.
Zaterdagochtend trokken 6000 Japanners
met kanonnen tusschen Hsin miag-tieg en
de Liao door, gaande in noordwestelijke
richting naar Fakoeman.
De bestuurder der Russische Bank te
Moekden heeft opdracht gekregen om maat
regelen te nemen Toor da sluiting der Bank.
Er heerscht daar ter stede groote onrust.
De correspondent van de «Echo de Paris*
te Petersburg meldt over deze gevechten:
zou vinden dan het koele verstand.
Nu liet haar hand zjjn arm los, langzaam
en met moeite, alsof 't haar smarteljjk viel
en zg daarmede ook haar liefde voor haar
vader loslietzwggend wendde zjj zich af,
want zjj had niets meer te zeggen.
Maar toch schepte de baron ruimer adem:
de kogel was door de kerk!
«Je zult je aanstaande mgn vrouw,*
verbeterde hjj onwillekeurig, «toch vrien-
deljjk bejegenen?*
«Ik zal nooit vergeten wat ik u schuldig
ben,* antwoordde zg.
Gerustgesteld verliet de o verste haar kamer
hjj kende Doraline, hg had niets te vreezen.
Hoog richtte hg het hoofd ophg had zich
toch staande gehouden in hetgeen hg zjj a
privilege achtte: immers gold het de eer
van zgn stand, die niemand nog had kannen
schokken.
Maar Doraline liet het hoofd in de han
den op de tafel zinken; zjj beefde kramp
achtig, en onophoudeljjk druppelden tranen
door haar vingers heen.
Als door een troost aanbrengende too-
vermacht, richtte zg zich na een poos op,
plotseling, snel de gedachte aan Felix
had uitwerking op haar gehad. Hg beminde
dus dat meisje niet, zooals zg gevreesd had,
o, neen! Zg wist nu nauweljjks nog,
dat zg dit gevreesd had. Zg zei hem tot
de oude liefde, de oude getrouwheid her
winnen. Ia zalige vreugde vouwt Dora
line de handen op de borst maar de prjjs
is hoog en weder huivert zg smartelgk.
1 II ■■<11 TI—itiMHB—BMBM—WW—MMIIIL —JmBMIilBIMUlL l e»
Naar het Duitsch
VAN
Wordt vervolgd).