Hel Land van Heusden en 4ltena. de Langstraat en de Boinmelerwaard.
Zelfvertrouwen.
M 2465
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
ZATERDAG 7 OCT.
Iets over evenredige
V ertegen woordi ging.
FEUILLETON.
Jit blad versch^Ht WOENSDAG en ZATERDAG.
A boaMementiprgi: per 3 maanden f 1.00.
f mco per poet zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
na -r-ii'.TB 5 «ent.
Zooals men weet, wordt door ver
schillende partijen in den lande gestreefd
naar algemeen kies- en stemrecht.
Nog eene andere instelling evenwel
wordt door velen ernstig gewenscht,
namelijk dat eener volksvertegenwoor
diging, evenredig aan de sterkte der
politieke partijen in het land.
Wanneer het land niet in kiesdis
tricten was gesplitst, zoodat ieder kiezer
honderd afgevaardigden te kiezen had,
dan zou maar één partij, de sterkste,
in de Tweede Kamer vertegenwoordigd
zijn.
Om die reden, en omdat dat kiezen
va uuY'-le personen toch feitelijk on
mogelijk zou zijn, hebben wij kiesdis-
districten, in elk waarvan meestal vele
candidaten zijn, terwijl slechts één plaats
te vervullen is, zoodat de stemmen der
de candidaten van iedere partij in de
minderheden in elk district afzonderlijk,
niet worden vertegenwoordigd. Wel zijn
zoo ongeveer alle partijen en richtingen
in de Kamer vertegenwoordigd, maar,
als een gevolg van het bestaarde stel
sel, ni'-t naar evenredigheid van het op
de candidaten van iedere partij in het
geheele land uitgebrachte aantal stem
men.
Wanneer er in het geheelfe land een
half millioen kiezers zijn en er zijn
drie partijen in het land, die te zamen
300,000, 150,000 en 50,000 kiezers
sterk zyn, dan moet volgens het stelsel
van evenredige vertegenwoordiging de
eerste partij door 60, de tweede door
30 en de derde door 10 leden der
Kamer vertegenwoordigd worden. Elke
partij vindt dan gelegenheid om hare
stem te doen hooren door een getal
afgevaardigden, in evenredigheid staan
de tot hare sterkte.
Natunriyk is dat eene theorie, die
feitelijk niet altijd zal doorgaan, want
bij de stemmingen in de Kamer zullen
er steeds meerderheden en minderheden
blijven en zal de wil der minderheid
voor die der meerderheid moeten buigen.
Niet elke wensch wordt dus vervuld,
maar alleen zullen alle meeningen en
gevoelens in de Kamer meer volledig
dan thans tot hun recht komen.
Het gruoti voordeel der evenredige
vertegenwoordiging is naar onze mee
ning hierin gelegen, dat, hoe meer ze
kere partij in de Kamer, naar even
redigheid van hare sterkte in het ge
heele land, vertegenwoordigd wordt,
hoe meer kans zij heeft om ook eenigen
invloed op den loop der zaken uit te oefe
nen.
Natuurlijk is het onmogelijk om eene
vertegenwoordiging samen te stellen,
die elke meening op staatkundig ge
bied, die onder het volk bestaat, weer
geeft en aan elke partij een aantal
woordvoerders verschaft, juist in even
redigheid van het aantal van hen die
er toe behooren. Bij elke verkiezing is
het aantal vrijwillige of gedwonge ont
houders zeer groot. Komt er algemeen
kies- en stemrecht, dan zal dat aantal
nog grooter zijn.
Het ideaal zal dus nooit geheel wor
den bereikt en het is niet mogelijk om
eene vertegenwoordiging te geven aan
elke bijzondere richting, die slechts
door weinige kiezers wordt voorgestaan.
Alleen de hoofdgroepen kunnen in aan
merking komen
Vandaar dat in landeD waar de even
redige vertegenwoordiging bestaat, een
bepaald aantal stemmen wordt aange
nomen, die een partij moet verkrijgen,
om recht op vertegenwoordiging te
hebben. Men noemt dat aantal,,het
kiesquoiënt".
Het werken met dit kiesquotient is
het gemakkelijkst, wanneer het aantal
afgevaardigden, die het volk naar de
Kamer zeüdt, onbepaald is.
Zooals men weet, bepaalt onze tegen
woordige wet dat er honderd leden van
de Tweede Kamer zijn, die in even
zoovele districten worden gekozen. Wij
hebben dus een vast aantal.
Laat ons nu aannemen, dat er zes
hoofdpartijen zijn, die samen 600.000
stemmen uitbrengen, welke verdeeld
zijn als volgt:
ie partij 200.000 stemmen.
2e
3e
4e
5e
6e
180.000
120.000
80.000
10.000
10.000
Het getal van 600.000 door 100
deelende ("het aantal zetels), krijgen wij
6000 voor kiesquotient.
Wij verkrygen nu den volgenden
uitlag
(i.
De zon was achter den westelijken kant
van een heuvel, waar de schaduwen nooit
lang waren, ondergaan. De lichte barou-
chette met de vermoeide paarden had reeds
dertig mijlen afgelegd, sinds het aanbre
ken van den dag, langs wegen, welker
lengte beter in uren dan in mijlen kan
worden opgegeven, omdat het pad grooten-
deels ongebaand was en men er zich om
verschillende redenen soms slechts stapvoets
langs kon voortbewegen.
Want de korte rechte en gelijke gedeel
ten langs den oever der rivier waren mul
zandde hellingen der heuvels waren steil
en kort, zoodat, hoewel de afwisseling van
terrein aan het afgetobde span eenige ver
ademing schonk, zij de krachten der paar
den slechts uitputte, daar elke voet stij
ging van den bodem, die daardoor verlo
ren ging, met dubbele inspanning moest
worden ingehaald bij de daarop volgende
helling, die naar den top van den berg
voerde.
Behalve van het hotsen van den wagen
gevoelde de zieke, die er in vervoerd werd
ook reeds sinds eenigen tijd den invloed
van die stijging, zoo zelfs, dat hij reeds
driemaal in even zoovele mijlen bloed had
opgegeven. Het gelaat van de jonge vrouw,
die het rijtuig bestuurde, was dan ook
even wit van angst als dat van den patiënt
door de pijn. Niettegenstaande de nacht
naderde, moest er meermalen stil worden
gehouden, wanneer de vrouw den man
telkens teeder verpleegde en hem moed
insprak. Want de halt, die zij wensch te
te Dereiken, was niet ver meer af.
Een oplettend toeschouwer zou misschien
een lichte trilling hebben waargenomen in
de net gehandschoende handen, die de
teugels zoo ferm hanteerden, maar het zou
hem moeilijk gevallen zijn den geringsten
zweem van moedeloosheid op dat schoone
gelaat te ontdekkenin den eigendomme-
lijken trek van de dunne bovenlip, zooals
zij soms over de regelmatige witte tanden
werd getrokken, zou hem enkel een groote
mate van vastberadenheid hebben getroffen.
Het was duidelijk te zien, dat de reizi
gers niet in het land, waarvan hier sprake
is, thuis behoorden en dat waarschijnlijk
redenen van gezondheid, den jongen man
betreffende, hen hier brachten. Het ge
heele uiterlijk der vrouw wees er op, dat
zij zich beter op hare plaats zou gevoelen
achter een vierspan, met een palfrenier
naast zich en met bloemen getooid, dan
hier. Als iets dat bij haar toilet behoorde,
droeg zij ook nu een toef oranjekleurige
rhododendrons in haar ceintuur, terwijl
anders lila en witte bloemen en de witte,
waschachtige knoppen der komkommer-
plant, die 's morgens vroeg frisch en fleu
rig den bok van het rijtuig versierd hadden,
nu verflenst en vertrapt aan hare voeten
lagen.
's Morgens waren de reizigers ook vol
hoop geweest en hadden zij zich kinderlijk
verheugd over de bedauwde frischheid van
den jongen dag en de weligheid van den
plantengroei langs den weg, die zich daar
in eindelooze groene heggen met veelkleu
rige bloemen bezaaid vertoonde. Maar later
was het al heeter en heeter geworden en
was er iets vermoeiends gekomen over die
weelderigheid der natuur, en eindelijk
waren de vertrapte bloemen in het rijtuig
een typisch beeld geworden van de mis
troostige stemming der reizigers.
Geen wonder, dat het gelaat der jonge
vrouw opklaarde, toen zij eindelijk het huis
aan den voet van den berg bereikt hadden.
ie p. 200.000 st. ged. door 6000 is 33
V
JJ V V
30
20
13
1
1
2e p. 180.000
3e p. 120.000
4e p. 80.000
5e p. 10.000
6e p. 10.000
Wij verkrijgen dan een getal van
98 afgevaardigden, terwijl het er 100
moesten zijn. Zulk een geval zal zich
wel steeds voordoen.
Bij de partijen 1, 4, 5 en 6 zijn
12.000 stemmen verloren gegaan en
wel het meest bij 5 en 6, waarom het
billijk zal wezen om aan deze twee
partijen elk twee zetels in de Kamer
te geven. De wet, regelende het kies
recht, moet daaromtrent natuurlijk vaste
regelen stellen.
Hoe verder het stellen der candidaten
geschiedt en welke candidaten geacht
worden gekozen te zijn, dit zijn na
tuurlijk bijzaken, en alle bijzaken kun
nen op verschillende wijzen geregeld
worden, maar do hoofdtrekken van het
stelsel der evenredige of proportioneele
vertegenwoordiging, dat bestemd is om
het tegenwoordige eenvoudige raeerder-
heidsstelsel te vervangen, hebben wij
hiermede geschetst.
8tiii(ciiEa»il.
Over Hamburg is uit Windhoek in
Duitsch Zuidwest-Afrika een sensatio
neel verhaal gekomen van een samen
zwering van zekere slechte Boeren-
elementen in dat land. Het volgende
is de kern van het uitvoerige relaas:
Den 22en Augustus kreeg de politie
bericht, dat er ten huize van Andries
de Wet geheime samenkomsten werden
gehouden. Daar werd beraamd om op
het goede oogenblik met behulp van
Kaapsche Jongens en inboorlingen van
Windhoek een aanslag op Windhoek
en andere plaatsen te doen. Den vol
genden dag begaf de districtspolitie
zich naar Andries de Wet's huis en
nam vijf personen gevangeneen zesde
was ontkomen. Ook nam zij wapenen
in beslag.
Oogenschijnlijk hadden de samen
zweerders het volgende planEerst
zou Windhoek overrompeld worden.
Men zou de beste paarden uitzoeken,
al het vee wegdrijven en stamgenooten,
die in hechtenis waren, bevrijden. Van
Windhoek zou het op Barmen aan gaan
en nadat dit genomen was, naar Koeisib,
om zich met de Witboois in verbinding
te stellen, en dan naar de grens van
Betsjoeanaland. Van tijd tot tijd zouden
er dan oostwaarts strooptochten onder
nomen worden. Ook zou men Basterds
zien mee te krijgen. Eerst zou men
zooveel mogelijk vee en paarden, wa
penen en munitie bemachtigen en die
dan over de grens brengen. De operatie
basis zou aan de grens gevestigd worden.
Een zekere Spangenberg heeft zich daar
reeds neergezet en de opstandelingen
met allerlei oorlogsbehoeften ten zeerste
geholpen.
Volgens de Windhuker Nachrichten,
die de Boeren niet vijandig gezind is
en welks redacteur Joh. Rust met een
Boerenvrouw getrouwd is, zijn er aan
wijzingen, dat dit plan van een „raid"
een politieken ondergrond heeft. Dat
men gepoogd heeft, Basterds in opstand
te brengen, is reeds lang bekend. De
aanstichters schijnen Nationale Verken
ners te zijn, die in den Boerenoorlog
eerst tegen de Engelschen gevochten,
toen zich bij de eerste gelegenheid
overgegeven en ten laatste in dienst
van den vijand geholpen hebben den
snellen ondergang der Boerenstaten te
bewerken. Met zulke wezens is, zoo heet
het, Zuidwest-Afrika op het oogenblik
volgepropten deze mannen staan ten
deele nog met Kaapstad in verbinding.
Het aantal dezer Nationale Verkenners
bedraagt in Zuid-Afrika een 15.000 man.
Men denke zich nu een vierde daarvan,
goed georganiseerd en in verbond met
de opstandelingen. De zucht naar poli
tieke rooverij en onwettige handelingen
op het gebied van vreemde staten is
onder de blanken van Zuid-Afrika epi
demisch geworden.
Na het bekend worden van dit geval
hebben een aantal geachte Boeren, die
zich in Duitsch Zuidwest-Afrika neder
gezet hebben, openlijk te kennen ge
geven, dat zij met de in hechtenis ge-
nomenen niets te maken hebben en hun
handelingen ten scherpste afkeuren.
Blijkt het waar te zijn, waarvan men
die lieden verdenkt, dan zouden zij ook
gaarne zien, dat de regeering strenge
maatregelen nam en zulk volk het land
uitzette.
Volgens een Reuter-telegram uit Ber
lijn gelooft men daar in ambtelijke
kringen niet aan het verhaal van het
komplot. of acht het in alle gevallen
grootelijks overdreven. Maar de regee
ring heeft om inlichtingen geseind.
Met de werkstaking aan de electri-
citeitsfabrieken te Berlijn gaat het voor-
loopig volkomen kalm toe. De politie-
patroeljes zijn dientengevolge ingekrom
pen. Noch aan de straatverlichting noch
aan het tramverkeer is de werkstaking
erg te merken beide diensten worden
voldoende onderhouden. Voor het oogen
blik is het nog niet duidelijk, hoeveel
werklieden er nog door de uitsluiting,
waarmede het Verbond van Berlijnsche
Metaalindustrieelen gedreigd heeft, ge
troffen zullen worden. Het verbond om
vat ongeveer 130 machine- en andere
fabrieken met 46,000 werklieden. Daar
naast bestaat er nog een Vereeniging
van Berlijnsche Metaalfabrikanten met
13,000 werklieden, die brons, tin enz.
bewerken en, naar 't schijnt, van de
uitsluiting verschoond zullen blijven.
Slaat de staking over naar alle metaal
bedrijven, gelijk men hier en daar
vreest, dan zullen er nog andere vak
ken ingesleept worden. Bovendien roert
zich in verscheiden groepen der arbei
derswereld hier een krijgshaftige lust
tot een solidariteitsstaking. Buiten de
arbeiderskringen is er tot nog toe bij
het publiek slechts matige sympathie
voor de uitgesloten electriciteitswerk-
lieden, daar zij door de bank goed be
taald worden en de bestuurders der fa
brieken voor schappelijk doorgaan.
De oorzaak van deze staking is de
volgende: Ongeveer 14 dagen geleden
stelden de schroevendraaiers en -draai-
3ters aan de directie den eisch, het
loon met vijftien procent te verhoogen.
De directie ging daar niet op in re
kende den bestuursmannen, haarfijn
voor, dat 62lA pfennig per uur een
pracht van een gemiddeld loon was.
Des ondanks wou de directie .vijf"
procent geven aan de mannen. De vrou
wen hoefden op geen cent verhooging
te rekenen.
Na eenige besprekingen over deze
voorwaarden besloten echter de arbei
ders het werk te staken, waarop de
directie is begonnen met een algeheele
uitsluiting der werklieden.
Aan een Amerikaansch oudheidken
ner, Zimmermann gekeeten, is in een
hotel te Parijs zijn geheele verzameling
Egyptische oudheden, ter waarde van
bijna een millioen gulden, ontstolen.
Een Engelschman, die in het zelfde hotel
verblijf hield is in hechtenis genomen.
Maar men vond slechts enkele stukken
bij hem. De man was zoo dronken dat
hij geen behoorlijke verklaringen kon
doen. Men vermoedt dat een medeplich
tige zich met bijna den geheelen buit
uit de voeten heeft gemaakt.
Het lag daar zoo gastvrij en koel onder de
schaduw der boomen. Zij reed met een dank
baar gevoel in het hart, hetwelk bijna een
dankgebed was, door de openstaande poort
de binnenplaats op.
Op het geluid van wielen spoedde een
man zich door een gang naar de overdekte
koetspoort. Hij was donker van gelaat en
klein van gestalte, welke laatste vreemd
uitkwam tegen de achter hem hangende
tuigen en met ijzer beslagen zadels.
„Kunnen wij hier overnachten?" vroeg
de vrouw.
De man antwoordde niet dadelijk. Mis
schien werd hij onwillekeurig getroffen door
den melodieuzen klank der stem. Zij klonk
zoo zacht en overredend.
„Neen, dat kunt ge niet," antwoordde hij
kortaf. Hij had zich halverwege omgekeerd,
zoodat men zag, dat hij een bochel had.
„Hoever is het nog tot het naaste huis?"
„Vier mijl," bromde de dwerg, „boven
op den berg. In twee uur kunt ge het rijden."
„Onmogelijk!" riep de vrouw, terwijl zij
afstapte. Mijn broeder is doodziek. Het is
dringend noodig, dat hij in bed komt."
Terwijl zij sprak, was zij onwillekeurig
op het huis toegetreden. De dwerg week
echter niet op zijde om haar te laten pas-
seeren, doch bleef als een beeld onder de
zadels staan.
De jonge vrouw keek den man vóór zich
strak aan en zeide:
„Mijnheer, gij moet mijn broeder herber
gen."
„Best, hij kan blijven, maar gij
„En waarom zou ik niet kunnen blijven?"
vroeg zij ten hoogste verbaasd, doch vol
strekt niet uit het veld geslagen.
„Omdat ge een vrouw zijt."
Zij haalde de schouders op. „Waar ik
van daan kom, is men gewoon de vrouw
te eerbiedigen," antwooHrlA rij bedaard.
„Dat is best mo; e de dwerg
weer. „Als ge dan aarom: Ik
heb hier het opzie g galeiboe
ven, en maar vier bewakers. Dacht ge mis
schien, dat ik er u een van zou afstaan?"
„Ik vraag u om geen bewaker," zeide de
vrouw, „alleen een schuilplaats voor den
nacht en stalling voor onze paarden. Ge
kunt er voor krijgen wat ge vragen wilt."
De dwerg aarzelde een oogenblik; toen
haalde hij zijne misvormde schouders op
en ging de dame voor naar een huisje met
ééne verdieping aan de overzijde der bin
nenplaats, waarnaast zijne woning zich be
vond. Hij beijverde zich toen de paarden
te stallen en den zieke te helpen uitstijgen.
In de kleine zijkamer van het huisje vond
de jonge vrouw een zindelijk bed; daar
heen bracht zij haren broeder. Door de open
staande deur en het lage venster stroomde
de frissche berglucht binnen en het voed
sel en de opwekkende middelen brachten
den patiënt in zooverre bij, dat hij even
als zijne geleidster met nieuwen moed voor
de reis van den volgenden dag bezield werd,
waar eene hooger gelegen vallei, waar het
nooit mistte, hen wachtte.
„Ge voelt u zeker nu veel beter, niet
waar James?" vroeg zijne zuster, terwijl
zij hare koele hand op zijn vochtig voor
hoofd liet rusten.
„O ja, oneindig veel beter," antwoordde
hij, „ik zou alleen maar willen, dat de ko
lonel hier was om op jou te passen."
Hij had gehoord wat de dwerg gezegd
had omtrent het herbergen van eene vrouw
op die plaats, maar het was nu voor 't
eerst, dat hij er op zinspeelde. Hij was
eigenlijk ook vëel te uitgeput om veel te
spreken, hij zweeg dus en volgde de be
wegingen zijner bekoorlijke zuster droome-
rig met de oogen. Zooals alle mannen en
de meeste vrouwen bewonderde hij haar
om hare schoonheid, maar tevens had hij
het volste vertrouwen op haar tact en moed.
Alleen griefde het hem, da+ hij niet in
staat zou zijn haar in gevi 1
verdedigen. En hij betreui
Volgens een telegram uit Petersburg
gaat het moorden in den Kaukasus
voort. De Tartaren versperren de wegen
i en schijnen van plan alle Armeensche
niet veilig en wel in hunne bekoorlijke
villa bij de naaste militaire post was ge
bleven. Zij hadden nooit deze reis moeten
ondernemen zonder een behoorlijk escorte.
De streek, die zij in twee dagreizen door
moesten trekken, was oogenschijnlijk zoo
rustig en veilig, dat zijne zelfstandige zus
ter de gedachte aan een geleide toch ver
van zich zon geworpen hebben, evenals zij
zoo straks een bewaker had afgewezen.
Het maanlicht stroomde door het open
venster binnen, evenals door de openstaande
deur, waarvoor het ferme jonge meisje van
de frissche, koele nachtlucht zat te genie
ten. Voor haar lag het hoofdgebouw waar
door de gang liep, die 's nachts den dwerg
huisvestte, en rechts bevonden zich eenige
lage schuren, op welker schuin afloopende
daken witte glinsterende kaolin te drogen
lag. In de verte vertoonde zich, scherp af-
geteekend tegen de donkerblauwe bergen
een laag, somber gebouw, uit welks kleine
vensters hier en daar een dof licht scheen,
De nachtelijke stilte werd slechts door
landelijke geluiden afgebroken, zooals nu
en dan het gerinkel van een koperen bel.
dat de nabijheid van rustig grazende koeien
verkondigde, en het zachte gemurmel van
een waterval ergens achter de boomen op
den achtergrond.
De jonge vrouw scheen geheel verdiept
in het spel van het maanlicht en de scha
duwen, die door de gebouwen in den om
trek op de velden rondom geworpen wer
den, maar inderdaad lette zij er niet op,
zoo ingespannen luisterde zij of zij den
adem van den zieke ook regelmatiger hoorde
gaan, wat voor haar een teeken zou zijn
dat hij in slaap was gevallen. Maar zij
hoorde slechts hoe hij onrustig in zijn be'
lag te woelen.
Slot voir
Advertentien ran 16 regels 50 et. Elke reg 1
meer 71/, Groote letters naar plaatsrnimte.
IAdrertentiëa worden tot Dinsdag- «n Vrpdagavond
ingewacht.
D V
V