Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard M 2468 WOENSDAG 18 OCT. DMwater en TOsponÈÉL FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. 1905 Tan voos Dit blad rerach^Ht WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementaprga: per 3 maanden f 1.06. franco per poat zonder prgarerhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 et. Elke regel meer 7x/i Groote lettera naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinadag- en Vrijdagavond ingewacht. Na de lucht is het water de voor naamste bemiddelaar voor ons leven, de voornaamste factor der higiène en de stof, die de belangrijkste rol speelt in de natuur. Door het groote opslor pend vermogen kan het tal van meng sels scheiden en ook de chemische wer king tusschen verschillende stoffen ver sterken; de meeste processen in de planten- en dierenwereld zijn niet moge lijk zonder water, terwijl in de omstan digheid, dat ons lichaam voor drevierden uit water bestaat en de belangrijkste functies daarin door het water worden verricht, de grootste beteekenis van het water gelegen is. De ruïnes der waterwerken, dagtee- kenende uit den tijd van het oude Mexico en het oude Rome, leveren het bewijs, hoe men ook toen reeds eene goede watervoorziening op prijs stelde, en welke moeite men er voor over had. Ons lichaam staat voortdurend aan waterverlies bloot door de uitscheiding in dampvorm en door de functiën der spijsvertering; een voortdurende opname van water is derhalve noodig. Dat het in verband met het voren staande niet alleen noodig is, eene vol doende hoeveelheid water, maar tevens goed, dat is zuiver water, tot ons te nemen, behoeft zeker wel geen nader betoog. De benaming „zuiver drinkwater" verdient eenige meerdere bespreking, want velen zijn in dit opzicht nog al licht te voldoen; als het water geen vieze kleur, lucht of smaak heeft, is men soms al tevreden. Voor goed drinkwater kan men als eischen stellen lo. het moet helder, kleur-, reuk en smakeloos zijn 2e. het mag geen ziekteverwekkende bacteriën bevatten 3o. het mag aan vaste stoffen niet meer dan 0.5 gram per liter bevatten 4o. het mag geen voor de gezond heid schadelijke vaste stoffen of gassen bevatten. Helderheid en afwezigheid van kleur, reuk en smaak zijn de eigenschappen waardoor het gebruik wordt aangemoe digd en die al dadelijk eenige waar borg van deugdelijkheid geven in hel der water bevindt zich weinig vaste stof, terwijl gekleurd water vaste stoffen in oplossing bevat. De laatste verraden zich ook door reuk en smaak. Een bruine kleur wijst b.v. dikwijls op de aanwezigheid van lood. Het gevaarlijkst zijn echter de voor het bloote oog onzichtbare vijanden, namelijk de ziekte veroorzakende of pa- thogene bacteriën. Zij zijn in de meeste gevallen de oorzaken der epidemiën, die zich door het besmette drinkwater verspreiden en uitbreiden. Tal van waarnemingen bij epidemieën hebben dit bevestigd en de statistieken der sterftecijfers na den aanleg van drinkwaterleidingen, waardoor goed drinkwater onder ieders bereik werd gebracht, zijn hieromtrent zeer leerrijk. Zoo bedroeg de sterfte te Weenen vóór den aanleg eener waterleiding nog 63 per 1000 inwoners, zij daalde daarna tot 25.3 per mille. Yolgens het bericht van den Gezond heidsraad te Baltimore betreffende den invloed van drinkwater op het voor komen van besmettelijke ziekten, be droeg de gemiddelde jaarlijksche sterfte in: 1877-1883 1884-1888 aan diphteritis 469 143 aan roodvonk 226 57 aan typhus 190 155. Ia 1883 werd de stad van eene drink waterleiding voorzien. Als algemeen erkend is tegenwoordig het feit, dat het water het voermiddel is, waardoor de cholerakiem in ons lichaam komt. Meermalen kan men in de bladen lezen, dat ergens pit tseling verscheidene gevallen van typhus voorkomen, en ge woonlijk blijkt dan, dat de ziekte ont stond door verontreiniging van het drinkwater, meestal doordat de rottende stoffen, afkomstig van beerputten of mestvaalten door den grond heen het water bereikten. Hoe slechter het drinkwater, hoe heviger en uitgebreider eene epidemie zal zijn. Gedurende de cholera epidemiën in ons land in de jaren 1848, 1853 en 1866 werden Rotterdam, Leiden, Delft, Utrecht en Groningen het hevigst be zocht hetgeen door het slechte drink water, destijds in die plaatsen werd veroorzaakt; in hoofdzaak dionk inen in genoemde plaatsen het vervuilde Naar het Engelsch. (2- Eustatia had hare gastvrijheid blijkbaar niet willen beperken, want zij had haars vaders beste kleeren uitgekozen om haar on verwachten gast te gerieven. Zoowel Mike Daltons smaak als die van Eustatia was iets of wat barbaarsch en dit pak kleeren van den ouden man onder scheidde zich door veelheid van kleuren. De blauwe jas en broek zou Johnnie zon der gewetensbezwaar wel hebben aange trokken maar het vest, dat door de vlugge vingertjes van Eustatia gemaakt was van een stuk ouderwetsch brokaat-zijde, was van een verblindende schoonheid die hem verbaasde. „Stel je voorIk met al dat moois 1" mompelde hij, het vest op armslengte van zich afhoudende. „SakkerlootHet lijkt wel een veld van klaprozen met stukjes lucht er tusschen in. Heere bewaar me, dat meisje is toch wel edelmoedig." Maar de kilheid van de natte kleeren op zijn rug werd werd een aanmaning om van kleeren te verwisselen en dus trok hij langzaam en schroomvallig zij n eigen spul len uit en al het moois van Mike aan, tot zelfs een linnen hemd met gesteven man chetten en het verbazende vest. Toen hij nu zoo mooi geworden was als een vogel in den paartijd, bekeek hij zich in den spiegel en dacht hij aan Statia. Hij bedacht, dat het hem in hare oogen een zekere ge meenzame vertrouwdheid zou geven, die bij het ophanden zijnde aanzoek zeer wen sen elijk was. Om de waarheid te zeg gen bewonderde hij meteen ook wel een beetje het schitterende beeld, dat hij aan schouwde, en in een oogenblik van bezie ling greep hg een haarborstel en deed een vluchtige poging om zijn weerbarstige haren glad te strijken. Aldus uitgedost, droeg hij den blaker voorzichtig naar beneden en kuchte luid op den drempel van de kamer. „Kom binnen, baas RyanHa, dat gaat beter! Voel je je nu meer op je gemak?" „Ik voel me voornaam," zei Johnnie. „Ik maakte juist wat warms voor je klaar. Ik heb wel gehoord, dat kou vatten heel gevaarlijk kan zijn, maar een glas met iets warms is er een goed middel tegen." „Je bent de vriendelijkste ziel, die er leeft, Statia." „Loop heen ,,'t Is de zuivere waarheid," zei Johnnie, terwijl hij zijn warme toddy nadenkend opslurpte. Hij voelde zich wat stijf en on gemakkelijk, maar de ongewone waardig heid, die hij gevoelde, woog daartegen wel op. ,,'t Is de zuivere waarheid," herhaalde hij, „en waarom zou ik het niet zeggen?" Statia boog het hoofd en keek naar den haard, die versierd was met papierkrullen en zilverpapier. „Je hebt een verbazend goeden smaak," zei Johnnie. „Ik heb de krullen te Carmore gekocht." „Ja, maar het zilverpapier!" „Dat ook." „Ik bedoel de sehikking er van." „O, die heb ik afgezien van een plaatje op de doos, waar het in zat." „Wel, wel, je bent een wonder!" zei Johnnie. De regen kletterde tegen het venster van de kleine kamer en maakte een droefgees tig geluid om het huis heen. Plotselinge windvlagen loeiden in de schoorsteenen, deden de deuren klepperen en rammelden aan krakende klinken. Het was al heele- maal donker een dreigende nacht vol rumoer. „Ik wou, dat vader maar terugkwam," zei Statia. ,,'t Is een ieelijke weg van Car- more hierheen." rivier- en grondwater. Gedurende de epidemie van 1866 stierven in Utrecht in sommige straten 30 van de 100 bewoners en kwamen juist de meeste slachtoffers voor in de nabijheid der pompen, die het water uit den besmetten grond leverden, ter wijl de minste sterfgevallen voorkwa men in de buurten waar regenwater werd gedronken. Dit verschijnsel nam men ook waar te Leeuwarden, alwaar bijna uitsluitend het zuivere regenwater werd gedronken en waar op 26000 inwoners slechts 63 cholera-gevallen voorkwamen. Sedert zijn echter tal van plaatsen voorzien van goede drinkwaterleidingen waardoor verbreiding van smetstof door middel van het water, aanmerkelijk is verminderd. Doch niet overal heeft men goede leidingen, en al zijn ze er, dan is het gebruik er van op lange na nog niet algemeen. En juist zij, die om geldelijke redenen geen aansluiting op eene lei ding kunnen bekostigen, verkeeren over het algemeen in zulke ongunstige hy giënische conditiën door slechte wonin gen, gebrekkige ventilatie en onvol doende voeding, dat zij noodwendig als eerste offers van eene ziekte moeten vallen. Een goede voorziening van drink water, is dan ook eene levensquaestie, waaraan van overheidswege niet genoeg aandacht kan worden geschonken. Vooral nu in Duitschiand zich ver scheiden gevallen van cholera voordoen, is het dubbel zaak, dat men de aan dacht op dit belangrijk punt van be- volkingshygiëne gevestigd houdt. Wel heeft die ziekte ia Duitschiand nog geen grooten omvang gekregen en mag men wel verwachten dat men tegenwoordig voldoende kennis van den aard der ziekte en hare verbreiding bezit, om verplaatsing der cholera zoo veel mogelijk te voorkomen, doch hierin mag geen aanleiding tot zorgeloosheid gevonden worden. In aansluiting met het vorenstaande zullen wij wellicht in een volgend ar tikel het een en ander mededeelen, waarop gelet moet worden betreffende de plaatsen vanwaar drinkwater ge haald wordt, zoomede iets over de wijzen van drinkwaterzuivering. De zaak is van belang genoeg om haar „Hij zal wel komen tijd genoeg. En ik zou hem nog niet graag hier zien, Sta tia." „Fn waarom niet? Ik dacht dat je een gevoelig hart hadt, baas Ryan." „Dat heb ik ook, meidlief. Ik ben even teerhartig als jij zelf." „En je bent een man!" zeide zij. „Juist, daar hoef je niet aan te twijfelen. Maar ik kwam niet om Mike Dalton te bezoeken, Statia." „Wil je niet nog een glas, baas Ryan? Ik heb een ketel kokend water achter." „Neen, niet meer," riep hij uit. „Ik heb een helder hoofd noodig, en het eerste glas was al sterk genoeg." Statia, die half opgestaan was, ging weer zitten. Licht voorover geleund, met de han den om hare rechterknie gevouwen, terwijl de omtrek van hare wang zacht en afgerond scheen in het lamplicht, vertoonde zij een beeld, waaraan zelfs een veel minder voor indrukken vatbaar man dan Johnnie Ryan hulde zou hebben gedaan. Hij keek naar haar met eene soort van beschroomde ver rukking, terwijl hij zich er over verbaasde hoe hij ooit aan haar had durven denken als vrouw Ryan. Hij bedacht evenwel dat de naam Eustatia niet veranderd kon wor den en dat was eene onderscheiding, waar van zelfs een huwelijk haar niet kon be- rooven. Na een lang stilzwijgen sprak Johnnie weder: „Ik kwam alleen om jou, Statia. Kijk eens, ik ben een eenzaam man, en zoo op eens kwam het als een bliksemstraal mij in het hoofd om eens een bezoek te gaan brengen aan de dochter van Mike Dalton en", voegde hij er bij, „die ben jij." „Ja, dat is waar, baas Ryan," zei Statia lachende. „Ik weet nog, dat je een klein meisje waart met de ondeugendste oogen van het heele land." „Denk eens aan!" „En ik zou haast zeggen, dat je ze nu nog hebt," zei Johnnie, „als je ze maar eens van meerdere kanten te bezien. Terwijl Lord Lansdowne alle toelich ting over de rol van Engeland in de Fransch-Duitsche crisis van Juni afwijst, laat de regeering toch in de pers een officieuse mededeeling plaatsen, waarin te kennen wordt gegeven, dat wanneer Duitschiand onverhoeds en zonder reden een oorlog met Frankrijk begonnen was, Engeland bereid ware geweest Frankrijk gewapenderhand bij te staan, maar dat de bizondere vorm van bijstand gevraagd noch toegezegd is. De Vossische Zeitung bevat een hoofd artikel over de lange hechtenis, die Domela Nieuwenhuis op bevel der poli tieautoriteiten ondergaan heeft. Het blad vindt het optreden ten deze van de Keulsche politie en hare officieuse verdediging buitengewoon bedenkelijk en niet gerechtvaardigd. Gehoopt wordt dat de zaak nog in bet parlement tot in bijzonderheden ter sprake zal worden gebracht. Het blad komt tot de con clusie, dat de onduldbare groote macht, die de politie zich aanmatigt, beperkt moet worden. Zaterdagmorgen zijn, naar Reuter uit Washington seint, de handteeke- ningen van den Tsaar en den Mikado op de vredesverdragen geplaatstde oorlog in Oost-Azië is dus officieel [ge ëindigd. Het is, voor den nieuweren tijd, een langdurige oorlog geweesthij heeft nog iets meer dan een-en-twintig maan den geduurd. Wat voor wijzigingen deze oorlog gebracht heeft in de staatkun dige verhoudingen en op de wereldkaart, kan men reeds overzien, maar er zou nog slechts een zeer ruwe schatting te maken zijn van de ontzettende verliezen aan menschenlevens, geld en goed, die deze groote en moorddadige oorlog heeft teweeggebracht. Toen het lijk van prins Troebetskoj te Petersburg naar het spoorwegstation gebracht was, viel een op de binnen plaats van een naburig gebouw gereed gehouden escadron bereden politie de zich nabij het station bevindende, dui zenden tellende menigte studenten en arbeiders met de blanke sabel aan. De menigte trok terug naar het Newsky Prospekt. Uit de menigte viel een re 1 vol verschot, de Marseillaise werd aan geheven en roode vlaggen werden ont plooid. De menigte werd ten slotte door politie en kozakken uiteengedreven. De correspondent van de Times te Petersburg zendt het volgende, eenigs- zins geheimzinnige telegram: Ik kan met de meeste stelligheid verzekeren, dat zeer belangrijke gebeur tenissen voor de deur staan, die, zonder de mogendheden die er vooral bij be trokken zijn, bepaald te binden, niette min den weg zullen banen tot staat kundige combinatiën, waardoor de we reldvrede verzekerd zal worden. Ik heb geen vrijheid den aard van die gebeur tenissen te onthullen, maar ik mag zeggen dat Rusland, Engeland, Duitsch iand geen van alle reden tot klagen zullen hebben Volgens een bericht uit Londen kwam de coroner te Merstham Maandag ge reed met de lijkschouwing van de ver moorde juffrouw Money, welke onlangs in een tunnel werd gevonden. De uitspraak van de jury laat het raad sel onopgelost; nadat toch de hoogere politieautoriteit verklaard had, dat alle pogingen om het raadsel op te lossen hadden gefaald, deed de jury de vol gende uitspraakDe oorzaak van over lijden van Meffrouw Money is niet over tuigend vastgesteld kunnen worden. Door den Amerikaanschen gezant in Italië is bekend gemaakt, dat de heer Pierpont Morgan een gift van 10.000 dollars heeft beschikbaar gesteld voor de slachtoffers van de aardbeving in Calabrië. Telegrammen uit bijna alle oorden van het geteisterde Calabrië melden dat aanhoudende stormen den toestand van de slachtoffers ten zeerste hebben ver ergerd. Er wordt nog steeds groote schade aangericht. De hongersnood, die sinds weken in Andalusië heerscht, is nog steeds niet verminderd. De verbittering der onge- lukkigen stijgt steeds en schrikt voor geen enkelen daad van geweld terug. Zaterdag nog vielen, naar uit Sevilla gemeld wordt, de boeren door honger gedreven op den voorraad aan, die te Ecya voor de te houden markt uitge stald was. Ze bemachtigden alle eetbare waar, vernielden de kraampjes en ver breidden grooten schrik in het dorp. De Eerste Kamer van Zweden nam Maandag het regeeringsvoortstel betref fende de opheffing van de unie-acte van 1814 en de erkenning van Noor wegen als een uit de unie met Zweden naar mijn kant opslaat." Statia lachte weer eens, maar hield toch hare oogen op den haard gevestigd. „Ik heb altijd van ondeugende oogen ge houden," zei Johnnie. „Je hadt geen zes mijlen ver in den re gen behoeven te loopen om die te zien," spotte Statia. „Bij mijn ziel! ik zou er wel twintig ge- loopen hebben!" „Wat je zegt!" „Ja, en ik meen het!" „Zoo," zei Statia. „Je moet dan nog al wat vrijen tijd hebben." „In 't geheel niet. Ik heb het zoo druk, dat geen dag lang genoeg is." „Ik kan je niet antwoorden baas Ryan, dus ik zal het maar niet probeeren." „Maar ik heb nog niets gevraagd!" Statia zweeg. Als er iets was, dat een sterker beroep op Johnnie deed dan Statia's stem, was het haar stilzwijgen; maar het legde hem ook het zwijgen op. Zijne hand streek werktuigelijk langs de verleidelijke oppervlakte van het vesthij schraapte zijn keel, neuriede een daar maten van het j lied, dat Statia gezongen had toen zij boven was, en hield toen op. „Zou je dat lied niet uit zingen, baas Ryan?", vroeg Statia. „Jij moest het liever doen. Ik zong alleen maar na wat ik boven hoorde zingen." „Was het dat?" „Ja. Toe, zing, Statia." „Och, neen." „Alleen maar om het tot een goed einde te brengen." „Ik heb in 't geheel geen stem." „Je hebt een stem als een vogel." „Dan zeker als een kraai?" „Neen, als een lijster. Zing, Statia." Aldus gedrongen, deed Statia meer dan haar gevraagd werd en zong het geheele lied van 't begin tot het eind. Johnnie knikte in verrukking op de maat met zijn hoofd, en toen zij ophield, was hij gereed met zijne liefdesverklaring. „Dat is prachtig," zei hij, „prachtig! Ik heb nooit zoo iets gehoord. Statia, heb je wel eens aan trouwen gedacht?" „Heere beware me baas Ryan!" „Ik heb het al weken lang in mijn hoofd." „Wel denk eens aan!" „Ja al maanden lang, en aan jou heb ik gedacht." Statia zei niets, maar een blik op haar gelaat gaf Johnnie moed om voort te gaan. „Ik ben maar een onbeteekenend man, Statia, dat is waar. Je weet alles van me, of als dat niet zoo is, zal ik je alles ver vertellen, wanneer je dat wilt. Er zijn veel beter mannen, die Statia Dalton zoudën willen hebben, en misschien houdt zij wél van een van hen, maar daar is er geen één onder, die meer van haar houdt dan ik."? Dit was voor Johnnie een lange rede voering, maar hij bracht het er goed af;' hij waagde het zelf zijn stoel naderbij te schuiven en eene hand op Statia's arm te! leggen. „Johnnie Ryan," begon zij, je benteen goed man, en ik geloof, dat er geen beter is. De ander och, wie geeft daarom Ze komen niet om mij, maar om vaders geld." „Ik vraag alleen jou," zei Johnnie. „En je zult mij hebben ook," zei Statia met verbijsterende oprechtheid. „Je zegt; Ja?" riep Johnnie! „Juist," zeide zij, hem de hand drukkende. Het was wonderlijk hoe snel Johnnie's beschroomheid verdween en hoe spoedig hij begreep wat hem in deze bemoedigende omstandigheden te doen stond. Het duurde eenige minuten, voordat een van beiden weer sprak. „Wat zal Mike Dalton zeggen?" vroeg Johnnie. „Laat het maar aan mij over," zeide Statia, wier hoofd een oogenblik op het gebloemde vest had gerust „O, schat! je bent een wo eter!" „Je moogt nu alies zeggen .vat je wilt, Johnnie „Dat zal ik ook Statia." (Slot volgt.) Buitenland.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1905 | | pagina 1