lie! Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommeierwaard. Kinderarbeid in Engeland DE HELM. M 2473. Uitgever: L. J. VHEIRMAK, Heusden. ZATERDAG 4 NOV. 1905. FEUILLETON. VAN ALTEHi' numwiara 5 cent. Advertentien van 16 regela SO et. Elke regel meer 71/» ot. Groote letters naar plaatsruimte. AdrertentiSn worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond (Slot). Het werk dezer knapen is zeer onge zond, hetgeen men duidelijk aan hun gelaat ziet. Geen wonder. In eene spin nerij, die ik bezocht, heerschte eene tem peratuur van 90 graden. De lucht wordt er kunstmatig vochtig gehouden om de draden sterk genoeg te kunnen maken, want deze zijn zeer onderhevig aan atmosferische invloeden. Neem daarbij in aanmerking, dat de lucht verzadigd is met olieachtige zelfstandigheden en de fijnste stofdeeltjes, door het katoen afgegeven, en ge zult begrijpen, dat dit geen ideale toestanden zijn voor het ontluikend kinderleven. Maar dat is hot ergste nog niet. Uit die overheete at mosfeer moeten de jongens overgaan in de gewone temperatuur buiten, die op winterdagen misschien 60 h 70° lager is dan die, waarin zij uren achter een werken. Dat alles wordt nog erger om acht uur 's morgens, als zonder hoed, jas of schoenen de kleine fabrieks arbeiders het ontbijt voor hunne ouders moeten balen. Het getuigen s van des kundigen bevestigt dan ook hoe slechte gevolgen dit alles heeft voor de knapen. Als zoodanig kan zeker in de eerste plaats beschouwd worden het hoofd van eene der openbare scholen in Oldhara. Hij beeft ongeveer 300 jongens onder zich. Onder dezen zijn 40 „halftimers" d. i. knapen, die slechts den halven schooltijd meemaken. Er zijn op de lagere scholen verscheidene beurzen te krijgen door middel van een concur- reerend examen. „Daaraan", zei deze onderwijzer, „heb ik nooit een „half- timer" laten deelnemen. Het zou hope loos en wreed zijn dit te doen. Zij zou den niet de minste kans hebben, 't Is het uiterste, dat zij doen kunnen om hunne gewone lessen bij te houden. Zelfs dat gaat dikwijls de krachten van de arme kleine ventjes te boven. Men krijgt met hen te doen, als men hen gadeslaat. De eene week staan zij om half 6 op en gaan tot 12 uur naar de fabriek. De andere week gaan zij er heen van half 2 tot half 6. Dus komen zij om beurten 's mcrgens en 's mid dags op school. Als zij 's morgens ge werkt hebben, vallen zij 's middags op school dikwijls in slaap. Soms heb ik wezenlijk het hart niet hen wakker te maken, maar laat ik hen rustig door slapen ze schijnen zoo moe en uit geput. De slechte gevolgen van dit sys teem bepalen zich niet tot henzelven alleen. Daar ze nu eens 's morgens en dan 's middags komen, moeten we Naar het Italiaansch. (2. 's Avonds op mijn kamer gekomen, ging ik dadelijk naar bed. Ik had behoefte al leen te zijn, om op mijn gemak na te den ken. De nacht brengt raad, zegt men har telijk hoopte ik, dat het spreekwoord waar- beid bevatte. Maar na een uur viel ik in slaap, zonder nog iets verzonnen te hebben. Tegen den ochtend had ik vreemde droo- menik zag Rosa naar de kerk gaan in een vreemd bruidstoilet, met oranjebloesem op 't hoofd, nog mooier dan ooitDaar op veranderde eensklaps bet tooneel, en geheel ontsteld zag ik in den maneschijn een rondedans van helmen, van vazen, van heiligenbeeldjes, terwijl mijn oom, met ijzer bedekt, met een hellebaard in de hand den dans leidde. Het werd ochtend, zonder dat ik iets bedacht hadIk mocht dan met een vree- selijke woede den helm poetsen, hem wrij ven met een drift, die het ijzer bijna deed buigen; met dit al bad ik nog niets be sloten. De helm glinsterde als de zon zelve mijn oom rookte kalmpjes voort, terwijl hij naar my keekgeen goede gedachte wilde bij my opkomen. Geen middel bood 's morgens en 's middags dezelfde lessen herhalen, en dat is vreeselijk eentonig voor hen, die den geheelen dag komen, en werkt uiterst belemmerend op het opvoedkundig systeem van de school, zoodat beide soorten van leerlingen, zij, die den heelen en zij, die den halven dag komen, zeer worden benadeeld. „In zeer vele gevallen van misdaad en misbruik geldt de verontschuldiging, dat het de maag is en niet de wil, die de drijfveer was tot de daad. „Het omgekeerde is waar bij den werkman in Lancashire. Gewoonlijk is het zijn wil en niet zijn maag, die er hem toe brengt zijn kleine knapen en meisjes „half-timers" te laten worden. Bij de groote meerderheid is armoede niet de drijfveer. Ik heb zelf informa tie genomen omtrent de omstandigheden van vele der kleine fabriekskinderen en bevonden, dat het wekelijksch in komen der geheele familie te zamen van 3 tot 6 pond sterling bedraagt. Hier en daar zijn er ongetwijfeld ge vallen, waarin harde noodzakelijkheid de ouders noodzaakt om hunne kinde ren den kost te laten verdienen op den vroegst mogelijken leeftijd. Maar die komen toch maar zelden voor. Neen, het feit is, dat in L ncashire de deugd der zuinigheid in een gebrek is ont aard en dat allen zoo spoedig mogelijk hun brood moeten verdienen. Voor on- iugewijden schijnen de ouders in Lan cashire misschien monsters van geld zucht, omdat zij hunne kinderen zoo vroeg laten werken. Dit is eene geheel onjuiste opvatting. Ik geloof niet, dat zij in negen van de tien gevallen zich bewust zijn, dat ze zelfzuchtig schijnen. Zij zijn alleen maar verblind, en dat komt voort uit de verkeerde gebruiken. Vele der ouders begonnen al te werken, toen ze pas acht jaar oud waren. Het schijnt hun dus heel liberaal toe, dat de kinderen tegenwoordig pas beginnen, als ze 11 jaar zyn, en het voorstelom den leeftijd te verhoogen tot 12 schijnt een utopie. Zij hebben dat steile con servatisme van denkbeelden, dat na tuurlijk is bij menschen, die al hunne levensdagen voortwerken in éénzelfde werktuigelijk cirkeltje. „Maar in weerwil van al deze hin derpalen, is er in den laatsten tijd in Lancashire eene groote verandering ge komen in de opinies over deze quaestie van kinderarbeid. Toen ik er, zeven jaar geleden, eenige dagen doorbracht, maakte ik van de gelegenheid gebruik om het punt te bespreken met verschei den werklieden. Zij waren er toen sterk tegen om den leeftijd van den „half-timer" op elf te brengen. Men zou daardoor een gevoelig nadeel toe brengen aan de industrie. Men zou aan de kinderen de gelegenheid benemen zich aan om hem te dwingen mij de hand van zijn dochter te geven. Om drie uur ver trok Rosa naar buiten; zij zou een paar dagen wegblijven. Toen het rijtuig voor reed, kon ik haar alleen een groet met de hand toewerpen, mijn oom had ons geen minuut meer alleen gelaten. Nadat zij weg was, scheen mijn oom niet tevre den; hij herinnerde zieh ongetwijfeld ons gesprek van den vorigen dag. Ik poetste zonder ophouden. Het is genoeg, zeide mijn oom eens klaps, het is genoeg, hij glimt zelfs te veel. Ik hield op. Daar greep mijn oom, door een vreemde gedachte geleid, met een on geduldig gebaar naar den helm, nam hem in de hand, draaide hem rond, terwijl hij zachtjes zeideHet is een mooieHoe zwaar zal hij op de schouders wegen Ik weet niet wat voor duivel zich van hem meester maakte: voorzichtig nam hij den helm, zette hem op en sloot het hals stuk. Ik keek hem glimlachend aan. Het was ook zoo grappig. Daar klonk eensklaps een geluid als van veeren, die losspringen, als van iets, dat zich weer sluit, en krakmijn oom zit gevangen in den kolossalen helmhij ging te keer als een krankzinnige achter het onbewegelijk vizier. Ik kan mij niet goed houden en barst in een luid en lang lachen uit. Waarlijk 't was dol om te zien dien dikken, kiemen Cornubert in zijn huisjasje met den helm op het hoofd. Dreigend na derde hij mij. om vaardigheid met de haüd te ver krijgen op den idealen leeftijd, die toen 10 jaar wag. En bovendien het was eene quaestie, die alleen den werklieden zelf aanging. Zij eischten het recht om daarover geheel alleen te beslissen. Bovenal, het was een systeem, dat was groot geworden met de industrie. Het was proefondervindelijk goedgekeurd en volmaakt bevonden. Daarom moest het altijd zoo blijven. En toch tegenwoordig komen diezelfde mannen er openlijk voor uit, dat het systeem te niet moet gaan. Zij verdedigen het niet meer. Zij zien, dat het trapsgewijs achteruit gaat. Het eenige wat zij vra gen is, dat het langzamerhand ver dwijnen zal". IBuite, De toestand in De Petersburgsche corresj^Bdent van de Vossische Zeitung, die kuKblijkelijk in nauwe betrekking staat tot de ver- eenigde groepen der oppositie (het z.g. Verbond der verbonden of Sojoes So- joesof) seint, dat de huidige stemming in de Petersburgsche kringen veel on gunstiger is dan bij het eerste bekend worden van het laatste manifest van den Tsaar en wel tengevolge van den invloed der socialisten, die door hunne uitstekende organisatie over de burgerij op het oogenblik den baas spelen. Zoowel uit de ambtelijke als parti culiere telegrammen uit geheel Rusland kan men zicli het volgende beeld van den toestand vormen In de Oostzeeprovinciën is het mani fest door de Duitschers met geestdrift ontvangenoverigens maakte het echter geen indruk. In Polen nam men het overal goed op, evenzoo in Wit-Rusland en Groot-Rusland, daarentegen in Klein- Rusland, waaronder men het Zuiden van Rusland heeft te verstaan, schijnt de omwenteling aan het woord te zijn. Aan de Wolga verhindert de overheid elke uiting. In Dorpat, Riga, Jekate- rinoslaf, Odessa en Kisjinef hebben straatgevechten plaats. Ook de Petersburgsche correspondent van het Berliner Tageblatt vermeldt een volledigen ommekeer in de stem ming. De arbeiderspartij vindt het ma nifest onvoldoende en heeft nogmaals een algemeene werkstaking afgekon digd. De correspondent vreest echter, dat dan opnieuw een militaire dicta tuur onder grootvorst Nikolaj en Trepof zal worden ingesteld en een bloedige onderdrukking van den opstand zal plaats hebben. Witte als vredestichter schijnt zelf welhaast te wanhopen. Naar luid van andere particuliere telegrammen uit Petersburg heeft Witte aan de tot hem gekomen commissie van het Sojoes So- joesof verklaard, dat hij zonder het ge duld en het vertrouwen van het volk niets in hun voordeel tot stand kan Het scharnier, riep hij, het scharnier domkop En daar ik steeds lachte en niet kon antwoorden, riep hij woedend: Wanneer zal je ophouden met dat lachen, canaille De helm schommelde zoo komiek op zijn schouders, zijn stem klonk mij zoo verzwakt tegen, dat ik steeds luider lachte in weerwil van zijn bedreigingen en (helaas ik had het hart van een tijger) om zijn lijden. Het sloeg vijf uur. De vergaderingHet gemeentehuis prevelde mijn oom nauw verstaanbaar. Licht toch dat helsche machine op, later zullen wij afrekenen. Eensklaps komt er een gedachte bij mij op, een dwaze, een buitensporige gedachte. Maar wie is dwazer dan iemand, die ver liefd is? En er bleef mij ook geen keus over. Neen, antwoord ik vast besloten. Cor nubert gaat verschrikt achteruit en opnieuw danst de helm op zijn schouders. Neen, antwoord ik met vaste stem, neen, alleen dan, wanneer gij mij de hand van uw dochter geeft. Uit het neergevallen vizier kwam geen kreet van woede, maar een waar gebrul. En als gij het niet doet, licht ik niet alleen het vizier niet op, maar ik loop naar de deur roep de buren en ga al de de gemeenteraadsleden halen opdat zij u komen bewonderen. Je zult op 't schavot sterven! gilde brengen. Hij beloofde den commissie leden, die hun wantrouwen ten aanzien van de beloften van den Tsaar en van Witte niet verheelden', dat hij onmid dellijk de kieswet /oor de rijksdoema van 6 Augustus ook voor de ontwik keld® klassen en de arbeiders wilde uitbreiden, maar de invoering van alge meen stemrecht moest aan de rijks doema zelf overgelaten worden. Hij ver klaarde zich bereid, nadat de rijks doema eerst gekozen zou zijn en zitting genomen zou hebben, voor dat lichaam afstand te doen van zijn macht en te zeggen: „Doet nu, wat gij denkt dat tot heil van ons arm Rusland strekt." Maar eerst moet de orde in zooverre hersteld worden. Op het mislukken van Witte's politiek van geruststelling en hervorming loert de geheele reaetion- naire hofcamarilla, die nog steeds hoopt op eene nieuwe verandering in de stem ming van den Tsaar, als de poging van Witte om de gemoederen te kalmeeren niet spoedig slaagt. Wel zijn de leiders der revolutie er van onderricht, dat achter Witte als opvolging een nieuwe „pretoriaansche regeering" dreigt, maar zij gelooven reeds sterk genoeg te zijn om ook deze te overwinnen, daar naar hunne mee ning in leger en vloot de revolutionaire gezindheid zienderoogen toeneemt en nu onder de arbeidersmassa's vele wa pens en bommen voorhanden zijn. De Odessasche correspondent van de Standard beschrijft in een Woensdag ontvangen telegrafisch bericht de gren- zelooze regeeringloosheid, waaraan de stad ten prooi is. Duizenden, tot het uitvaagsel van de bevolking behoo- rende, trokken door de straten, plun derden de winkels, in de eerste plaats winkels, die door Joden gehouden wor den. Wie zich verzette schoten zij neer. Voortdurend klonk hun kreetWeg met het stadsbestuur, weg met de po litie en de troepen. Een algemeen ge vecht in de straten was er het gevolg van, waarbij honderd dooden moeten zijn gevallen. De goedgezinde burgers barricadeerden hunne huizen en vuur den van de balcons op de benden in de straten, maar zij konden evenmin het gepeupel baas worden als de met revolvers gewapende studenten. Volgens dienzelfden correspondent staat het vast dat agenten van de re geering daar het bloedbad van Zondag hebben uitgelokt. Men zegt dat de gou verneur der stad vertrokken is. Te Moskou hebben 20.000 menschen, met roode vlaggen voorop, een optocht ge houden om de invrijheidstelling te eischen van il4 politieke gevangenen, die in het tuchthuis opgesloten zijn; zij verlangen ook toezegging dat de anderen, die elders opgesloten zijn, vrijgelaten zullen worden. Maandag is het te Kazan tot een verschrikkelijke plundering en een bloedbad gekomen. De troepen en de politie schoten er in het wilde op los. mijn oom. De hand van Rosa, hernam ik. U heeft mij gezegd, dat u niet ja zou zeggen zonder er toe gedwongen te zijn; zeg mij nu dat gezegend ja, anders De klok van het gemeentehuis luidde nog steeds; Cornubert strekte zijn armen uit, als om mij te vloeken. Neem nu een besluit, riep ik. Welnujaaa, mompelde mijn oom, het zij zoomaar haast je Uw woord van eer! Mijn woord van eer. Ik naderde en met een enkelen slag ging de veer over. Het vizier week, het halsstuk ook en het hoofd van mijn oom liet zich zien, rood als een papaver. Het was tijd, onze buurman, de apotheker, die ook raads lid was, kwam op dat oogenblik binnen. Gaat ge mee? vroeg hij, anders be gint men zonder u. Ik kom, antwoordde mijn oom. En zonder mij a^n te zien nam hij hoed en stok en spoedde zich naar de deur. Eenige dagen gingen voorbij. Rosa was teruggekeerd. Al mijn hoop was vervlogen. Mijn oom zou mij zeker nooit vergeven. Eens op een avond, op het uur van 't mid dageten, zat ik in treurige stemming tegen over hem, terwijl hij stilzwijgend voort at. Rosa zag mij aan; ik trachtte haar blik te ontwijken. Aan het dessert stak mijn oom zijn pijp aan, richtte het hoofd op en zeide: Er waren vele gewonden, onder wie ook gymnasiasten. Des avonds werden de winkels door de troepen geplunderd. De politie verroerde geen vin. De com missaris van politie heeft zijn ontslag genomen. Er is een gerechtelijk onder zoek tegen hem ingesteld en de ko zakken en troepen zijn uit de stad verwijderd. De gemeenteraad heeft een militie opgericht. De menigte nam de wapens uit het politiebureau weg en bracht die naar het stadhuis. De Odessasche correspondent van de Standard gaat voort met het ophangen van een verschrikkelijk beeld van de anarchie, die daar ter stede heerscht. Het schieten in de straten, dat tijdelijk opgehouden was, is Donderdag in den namiddag weder begonnen. Tot razernij gekomen benden uit het volk rukken naar de door Joden bewoonde wijken, zwerende alle Joden te zullen uitroeien. De correspondent verklaart, dat het onder de Joden aangerichte bloedbad dat van Kisjinef overtreft. De bebloede lijken van Joden blijven in de door de Israëlieten bewoonde straten onbegra ven liggenvrouwen en kinderen zijn geworgd en in stukken gebakt. Overal liggen bloedplassen. Het aantal slacht offers wordt op 6000 geschat. Het moordende gepeupel eischt van de kozakken, het bij te staan in het uitmoorden der Joden. Inderdaad vuren de kozakken nimmer op de muiters, tenzij zij zelf worden aangevallen. De correspondent heeft den comman dant der stad, baron Kaulbars, bezocht en hem verantwoordelijk gesteld voor hetgeen geschiedde. Kaulbars antwoordde, dat hij al het mogelijke deed met de ontoereikende middelen om het gezag te handhaven, en voegde er aan toe, dat hij niet in staat was de veiligheid van burgers en vreemdelingen te waarborgenhij heeft dezen inderdaad den raad gegeven bin nenshuis te blijven. Toen de correspondent het paleis van Kaulbars verliet, noodigden vijf duizend z.g. goedgezinden den commandant van de stad uit op het baicon te verschij nen. De menigte had portretten van den keizer en keizerlijke banieren bij zich en zong het volkslied. Kaulbars noodigde de menigte uit, uiteen te gaan en naar huis terug te keeren, maar de benden hervatten onder gejuich weder hun tocht door de stad, om nog verder hun moordlust te bevredigen. De correspondent heeft den indruk gekregen, dat de volksmenigte aan Kaulbars kwam vragen zijn zegen oyer haar gruweldaden uit te spreken. Inder daad schijnt het wel of al hetgeen nu geschiedt, is aangesticht door de bureau cratie, die haar einde voelt naderen, en nu deze gruwelen als laatste troef uitspeelt tegenover degenen, die een grondwet willen verleenen. Te Kiëf zijn onbeschrijfelijke toonee- len voorgevallen. De menigte drong het stadhuis binnen en haalde het Rosa, kom eens hier. Zij ging naar hem toe. Weet je, hernam hij, wat die deug niet daar mij gevraagd heeft? Ik beefde als een bladRosa niet minder. Om je hand heeft hij mij gevraagd, je hand. Bemin je hem? Rosa sloeg de oogen neer. Goed zoo, vervolgde mijn oom, heel goed Aan dezen kant zijn wij het eens. Kom jij nu eens hier. Ik kwam dichter bij. Daar ben ik, oom, en zachtjes: Ver geef mij. 'v Cornubert begon te lachen. -Trouw haar dan, dwaze jongen; je bemint haar, ik geef je haar. O oom! O vader! En Rosa wierp zich in zijn armen. Ik volgde haar voorbeeld. Mooi zoo, mooi zoo wordt ge lukkig Dat is al wat ik vraag. En in mijn oor fluisterde hijIk zou je haar toch gegeven hebben, deugniet, maar laat de geschiedenis met den helm tusschen ons blijven. Op mijn woord! Ik heb het alleen aan mijn lieve vrouw verteld en nu aan u na dertig jaar! Indien ge bij geval eens door de straat komt zal ik u in den ouden winkel den helm wijzen, die de eereplaats inneemt en dien wij nooit hebben willen verkoopen. 1II11III4I VOOK Jit blad rerBch^Ht WOENSDAG en ZATERDAG, i Abonnementiprji: per 3 maanden 1.00. j franco per poit zonder prjj«verhooging. Afzonderlijke ingewacht. 5» (Slot.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1905 | | pagina 1