Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard, Pensioenbeweging. Uitgever: L. J. Y^EERMAN, Heusden. No. 2478. TTo ens dag 22 November. FEUILLETON. Het uitzicht ontnomen. n^" LAND VAN ALTEN/ - VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1905. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7y2 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. (Slot) En nu willen wij, dat de Regeering, in deze regelend ingrijpt, niet langer die belasting voor het levensonderhoud der ouden van dagen zij 't dan ook een vrijwillige belasting doet druk ken op één gedeelte van het Nederland- sche volk, maar hieraan laat betalen alle Nederlanders naar vermogen, naar draagkracht, zooals dat geschiedt voor ailes wat door den Staat wordt in 'fc leven geroepen of in stand gehouden. De Regeering scheppe dus slechts orde waar wanorde heerscht! En dat zal niet zooveel méér milli- oenen kosten dan de gebrekkige en ver nederende ouderdomsverzorging van nu! Alleen zóóveel meer als noodig is om de meergegoeden eveneens te ver zekeren, wat geen bezwaar is, omdat zij zelf dit pensioen betalen. Men zegge niet, dat dit onnoodig is, want juist doordat iedereen verzekerd wordt tegen broodsgebrek, wordt tot een recht wat anders het karakter van bedeeling zou hebben, en worden tevens de kosten van onderzoek en van admi nistratie vermeden, waarmede millioenen gemoeid zijnhet vele geld, dat bij de Ongevallenwet voor het eigenlijke doel verloren gaat, is hiervoor wel 't beste bewijs. Op grond nu daarvan achten wij de vrees voor de millioenen een onge gronde vrees en mag niemand, wiens rechtsgevoel zegt, dat die ouderdoms- ellende een breede schaduw werpt op het rijke Nederland, er door weerhou den worden, om met ons, in onzen Bond, te strijden voor de arme ouden Een ernstig woord aan U voor die oude tobbers! 't Zijn onze vaders en moedersdie in vertwijfeling rondloopen, vaak smach tend naar het oogenblik, dat de dood hun redding zal brengen, en dat dikwijls, omdat zij zich voor ons, hunne kinderen, hebben opgeofferd. In zoo menig gezin zou welvaart heerschen, ware 't niet dat een oude vader of moeder verzorgd moet worden En wij prijzen die kinderliefde hoog, maar spreek geen kwaad van hen, die hun ouders naar het Gesticht lieten gaan, want Ge weet niet hoe hard zij 't hunne noodig hebben, om op hunne beurt ook voor hunne kinderen te zorgen. Tienduizenden oude mannen en vrou wen lijden gebrek en leven van bedee ling Tienduizenden Nederlanders, in de laatste periode van hun leven, zien met angst en vreeze het oogenblik naderen, (2. Eens het was een warme lente, die de rozen, in weerwil van de schaduw van den muur, vroeger dan gewoonlijk en verder deed ontluiken, verscheen er een jonge man op den drempel van het eenvoudige achterkamertje en zette zich eenige avon den achter elkaar neer aan de tafel van de drie dames zonder fortuin. Eenige dagen in de stad doorbrengende, was hij met haar in kennis gebracht door wederzijdsche vrienden die dit niet hadden gedaan zon der de gedachte aan de mogelijkheid van een huwelijk. Hij had een schoon, fier ge laat, gebruind door de zon en hetleven op zee. Maar hij vond het wel wat hersen schimmig, het vooruitzicht op die erfenis; hij vond haar te arm, het jonge meisje, wier gelaatskleur trouwens ook merkbaar begon te verbleeken door gebrek aan licht. En hij herhaalde zijn bezoeken dus niet, hij, die hier gedurende een korten tijd het licht, het leven, de kracht had vertegen woordigd. En zij, die zich reeds de zijne had gewaand, gevoelde bij dit heengaan in haar hart een leegte, dof en hopeloos, treu rig als de dood. waarop het gereedschap hunne handen zal ontvallen en dat ook zij moeten aankloppen aan der liefdadigheidsdeur Tienduizenden arme oude tobbers! Zeg, mannen en vrouwen, meent Ge ook niet, dat die menschen recht hebben op een behoorlijk leven? Meent Ge ook niet, dat de Gemeen schap (dat zijt Gij en wij, wij allen te zamen) hier moet doen, wat de kinderen van die ouden alleen niet kunnen doen Meent Ge ook niet, dat 't ons licht zal vallen, om ieder naar vermogen, naar draagkracht bij te dragen, om in ouderdomselleDde te voorzien Meent Ge ook niet, dat het een verademing, een verlichting van ons gansche volk zal zijn, als we weten, dat ieder mensch gevrijwaard is t?gen broodsgebrek op den ouden dagf en dit brood niet zal worden gegeven als bedeeling, maar als een recht. Gij zegt ja! want zóó is niet één mensch, of hij voelt deernis met het lot der arme ouden. En daarom roepen wij U op, mannen en vrouwen van Nederland, om voor dat lecht op ouderdomspensioeni voor allen, voor mannen en vrouwen, mede te strijden. Ge kunt dat, door lid te worden van onzen Bond. De Bond voor Staatspensionneering telt 198 afdeelingen met meer dan 16000 (zestien duizend) leden, terwijl een 40-tal bonden en vereenigingen met p!.m. 15000 leden als donateurs of donatrices zijn aangesloten. Menschen van alle geloofs- en politieke richtingen zijn 't, vereenigd door deze ééne leuze Recht op Staatspensioen voor allen gedragen naar draagkracht door allen Door middel van onzen Bond moet die leuze klinken door heel Nederland. Onze Regeeringsmannen moeten door de stem van het geheele volk gedrongen worden om genoegdoening te geven aan ons gevoel voor dè,t recht! Uw lidmaatschap wordt ingewacht bij onze afdeelings-Besturen of bij den Algemeenen Secretaris, den heer A. Yoorbrood, te Arnhem. Algemeene leden betalen minstens 50 cents contributie, waarvoor het maandblad „De Nederlandsche Pen sioenpartij" wordt toegezonden. Op plaatsen, waar afdeelingen zijn geves tigd, betaalt men de daar geldende contributie, terwijl een hooger bedrag voor propaganda, waarvoor veel noodig is, gaarne wordt ingewacht. Namens het Hoofdbestuur, A. YOORBROOD, Secretaris, G. WIERINGA, Voorzitter. Arnhem, Hovenierstraat 37. En de eentonige jaren gingen voorbij als een onverstoorbare stroom. Er verliepen er vijf, toen tien, toen vijftien, eindelijk twintig. Het jonge meisje, dat geen huwe lijksgift had, verloor meer en meer de frischheid der jeugd, die nutteloos, ver smaad was geweest en die verdween zonder een spoor na te laten. De haren der moeder begonnen te grijzen, de oude, nu reeds tachtigjarige tante was hulpbehoevend ge worden en zat knikkebollend in haar ver schoten fauteuil, altijd op dezelfde plaats, dicht bij het raam, waar haar eerwaardig profiel zich afteekende tegen den achter grond, die door den muur werd gevormd en waarop de door het traag uit de dak goten sijpelende water veroorzaakte zwarte strepen, die op de uitgespreide vleugels van een vogel geleken, donkerder en don- keider werden. In de schaduw van dien muur, van dien onverbiddelijken muur, werden alle drie oud. En de rozeboomen en struiken werden ook oud, met den minder treurigen ouder dom der planten, die zich bij elk voorjaar vernieuwd en schijnbaar verjongd aan de wereld vertoonen. ,,0, kinderen, arme kinderen," placht de oude tante nog steeds met hare gebroken stem, die de zinnen niet meer voltooide, te herhalen, „als ik maar lang genoeg leef En hare beenige hand opheffend, maakte zij een dreigend gebaar tegen dat benau- lluiten laml. De toestand in Rusland. De Engelsche correspondenten te Pe tersburg gaan voort met een droevig tafereel op te hangen van den staat van zaken. Er verschijnt geen manifest van den Tsaar meer, dat niet onmid dellijk aan een vernietigende kritiek onderworpen wordt, hoe goed bedoeld het ook moge wezen. Het manifest voor den boerenstand is door hetzelfde nood lot getroffen. Het heet hoofdzakelijk voor „buitenlandsche consumptie" be stemd te zijn. Trouwens, de algemeene werkstaking en het niet verschijnen van de kranten maken het onmogelijk het manifest binnenslands te versprei den, zoodat de meerderheid van de boe ren er onkundig van zal blijven. De correspondent van de Daily Te legraph zegt, dat men zelfs in vele Russische plaatsen nu nog niets afweet van den vrijheidsoekas van den Tsaar. Een Japansche koopman is uit Wla- diwostok naar Modzji, in Japan, ont komen. Hij heeft daar aan een mede werker van de Tsjoesja-Sjimboen oen schrikkelijke beschrijving van den toe stand, welke dezer dagen te W ladiwos- tok heerschte, gegeven. Zijn relaas be wijst dat een gedeelte van de bezettings troepen en van de bemanning der vloot vermoedelijk met de oproerlingen heul de. De opperbevelhebber beschikte maar over ten hoogste tienduizend man on betrouwbare troepen, waarmee hij in hoofdzaak alleen verdedigend kon op treden", daar de vereenigde oproerlingen 40,000 man sterk waren. Er werden bloedige gevechten op straat geleverd en dagelijks werd op groote schaal ge plunderd en brand gesticht. Central News seint uit Odessa dat de bemanningen op de schepen van de Zwarte Zee-vloot weer roerig zijn. Vijftien duizend zouden er met muiterij dreigen. Admiraal Tsjoeknin heeft 3000 man troepen naar Sewastopol ontboden, om het plaatselijke garnizoen te versterken. Uit Petersburg komen ook slechte berichten over de stemming onder de matrozen van de vloot. Zaterdag heeft het Verbond der ver bonden te Petersburg een groote ver gadering gehouden tegen de afkondi ging van den staat van beleg in Polen. De groote zaal van de Tenisjefschool was stampvol, honderden stonden op straat. Prof. Annensky, de veteraan van de Russische vrijheidsbeweging, be kleedde het voorzitterschap. Als spre kers traden op prof. Karejef, een ken ner van de Poolsche toestandende zemstwo-man Roditsjef; Peter Struve; advokaat Winawer en verscheidene Po len. Advokaat Lednitzki zeide, dat de maatregelen van de regeering alleen ten doel hadden, het Russische volk tegen Polen op te hitsen. Alle sprekers ge loofden overigens dat de maatregelen wende steenen gevaarte daarbuiten. Zij was vóór tien maanden gestorven, een akelige leegte achterlatende in het kleine kluizenaars vertrekje, en men had haar als een dierbare grootmoeder beweend, toen men eindelijk, op een dag, dat men er het minst aan had gedacht, hevig ont roerd de tijding vernam, dat de erfenis gekomen was. De dochter die nu ruim veertig jaren telde gevoelde zich weer jong, heel jong door de gedachte weldra weer denzelfden rijkdom te zullen hebben, dien zij in haar jeugd had gekend. Den huurders zou natuurlijk te kennen worden gegeven, dat zij het huis moesten verlatenmen zou de geheele woning weer betrekkenmaar bij voorkeur zou men zich toch ophouden in het kleine vertrekj e, dat in de dagen harer armoede tot salon had gediend; er waren nu zoovele herin neringen aan verbonden en bovendien, het zou er immers weer vroolijk en zonnig worden, zoodra maar eenmaal die muur geslecht zou zijn, wat nu door de macht van het geld even gemakkelijk was gewor den als het wegblazen van een veertje. De dag, waarop de muur werd afgebro ken, die dag waar men gedurende twintig lange sombere jaren met zooveel verlangen naar had uitgezien brak eindelijk aan. Het was in April, in den tijd der eerste lange avonden. Zeer vlug was alles afge togen Polen te wijten waren aan den noodlottigen invloed van de regeering van een naburig land (Duitschland) en kwamen op tegen een dergelijke in menging. Roditsjef noemde de handelwijze van de regeering een staatsgreep, daar zij na 30 October geen wettelijk recht had tot zoodanige uitzonderingsmaatregelen. Uit naam van het Russische volk legde hij nadruk op de geestelijke gemeen schap van de Russische en de Poolsche vrijheidsbeweging en sprak hij het ver trouwen uit dat noch binnen-, noch buitenlandsche vijanden er in zouden slagen, tweespalt te verwekken tusschen het Russische en het Poolsche volk. Deze woorden werden stormachtig toe gejuicht. Eenparig nam de vergadering ten slotte het volgende besluit aanDe ver gaderde Russische burgers van verschil lende partij kleur logenstraffen de leu genachtige beschuldigingen die in de naamlooze mededeeling van de regee ring tegen het Poolsche volk worden ingebracht, en roepen het Russische volk op voor een krachtdadigen strijd ten bate van eeu vrij Polen en een vrij Russisch rijk. In de hoofdkerk te Lodz heeft de gouverneur 500 menschen gevangen laten nemen, omdat zij het Poolsche volkslied zongen. Bovendien werden drie kerkgangers gedood en eenige ge wond. Het Petersburgsche Telegraafagent- schap meldt, dat de minister van ver keerswegen aan de arbeiders heeft ge zegd, dat de ministerraad den eisch van een achturigen werkdag voor spoor wegarbeiders voor onmogelijk heeft verklaard, en verdei, dat aan de ar beiders op de spoorwegstations en in de werkplaatsen gedurende de staking geen loon zal worden uitbetaald. Ook besloot de ministerraad, om aan de ar beiders in de regeeringsdrukkerijen geen loon gedurende de staking uit te betalen. De Standard verneemt uit Nagasaki dat de opstandelingen nog steeds de baas zijn in Wladiwostok. De oproerige beweging zou zich over het geheele leger in Mantsjoerije uitbreiden. Het Petersburger Telegraafagentschap meldt, dat op aandringen van den stad houder van Tiflis, aan soldaten, die in de laatste jaren uit politieke overwe gingen gedeserteerd zijn, volledige straf feloosheid verzekerd is als zij gedurende hun afwezigheid van de troepenafdeeling waarbij zij behoorden, geen misdrijven hebben gepleegd en voor 14 Januari 1906 bij den troep terugkeeren. De Boerenonlusten nemen toe. In het district Staryi-Oskol, in het gouverne ment Kwisk, zijn zeventien landgoe deren geplunderd, de huizen zijn in brand gestoken. Infanterie en kozakken zijn er heen gezonden. In Pensa, in het loopen, onder een luid rumoer van neer vallende steenen, van zingende arbeiders, die in een wolk van gruis en stof hun werk verrichtten. En op den tweeden dag, toen de avond viel, toen de arbeid gereed was, toen de werklieden vertrokken waren en alles weer stil was geworden, zaten moeder en doch ter bij elkaar aan de tafel, verbaasd, dat het zoo helder licht was in de kamer, dat zij geen lamp noodig hadden om het avond eten bij te nuttigen. Met een vreemde gewaarwording, een ge voel alsof het verleden plotseling weer he den was geworden, zagen zij de rozenboo- men zich weer afteekenen tegen de blau we lucht. Maar in plaats van de groote vreugde, die zij verwacht hadden, gevoel den beiden slechts een gewaarwording van onbeschrijflijke matheid; het was opeens te licht geworden in het kleine salon, er was iets treurigs in dien helderen glans, in die vreemde leegte daarbuiten, in die eindeloos groote verandering Nu zij voor de verwezenlijking van haar droom stonden, waren beiden met stomheid gesla gen; in gedachten verzonken, ten prooi aan een toenemende zwaarmoedigheid, zaten zij zwijgend bij elkaar, zonder den maaltijd aan te raken. En meer en meer beklemd werd bpide*- gemoed, totdat zij bevangen werden door een weemoed, dof en hope loos ais dien, welken de dooden in onze harten achterlaten. Toen de loeder eindelijk zag, dat de gouvernement Kwisk, waar eveneens boerenonlusten voorkwamen, is de krijgs wet afgekondigd. Uit Petersburg wordt gemeld, dat de staking van de werklieden Maandag, nadat zij hun eisch van een 8-urigen arbeidsdag hadden ingetrokken, opge heven is. Een correspondent te Konstantinopel van de „Daily Mail" heeft een brief gelezen, afkomstig van een Joodsche dame, wonende te Tchernigoff, waar een bevolking is van 25,000 zielen, waaronder ongeveer 8000 Joden zijn. Wat die vrouw schrijft over de Joden- slachting en vervolging, doet de haren te berge rijzen. Zij vertelt, dat de ge heele stad in puin ligt. Zij zelve is met haar ouden vader, wien de oogen uitgestoken zijn, gevlucht in een oud fort, waar zij zich schuil houden. Alles is geroofd en geplunderd. Haar zuster is op onbeschrijflijke wijze mishandeld, en toen met sabelhouwen als 't ware in stukken gehakt. Het beschonken grauw joeg vrouwen en meisjes met zweep- en knoetslagen en sabelhouwen 's nachts in het donkere stadspark en wat daar gebeurd is, zal wel nooit be kend worden. Kreten van doodsangst waren het eenige wat men hoorde te midden van het gejoel van de barbaren. Een Jood, d^e zijn vrouw verdedigde, is aan den staart van een paard ge bonden waarna het beest is opgejaagd. Wat van ons worden zal, weten wij nietzoo eindigt de brief. Ik kan niet meer weenen en niet meer denken. Als een bewijs hoe de Russische orthodoxe kerk achter de Jodenvervol gingen zit, haalt de Moskousche corres pondent van de Standard iets aan uit een artikel in het officieele orgaan van genoemde kerk. Het begin en het slot van genoemd artikel mogen hier vol staan om den geest ervan aan te geven. Het begint aldus: „Joden zijn parasie ten en pestbuilen voor eiken Staat, die het ongeluk heeft ze te herbergen". Het eindigt: „Wèl terecht heeft Rus- land's groote profeet Dostofsky gezegd Rusland zal zijn ondergang tegemoet gaan door de Joden". Men kan de uitwerking van zulke taal op den bruten Russischen boer nagaan. Maar ook op het moord en plun- derziek gepeupel in de groote steden blijft zij niet zonder invloed. In Odessa wil het schuim de Joden weer te lijf omdat Joodsche studenten in hun ge tuigenissen bij het onderzoek naar de onlusten de lagere klassen de schuld van het gebeurde durfden geven. Aangezien vijfhonderd gewezen Rus sische krijgsgevangenen die te Nagasaki, met bestemming naar Wladiwostok, in gescheept waren aan boord van de trans portschepen Wladimir en Woronesj tee kenen van muitzucht vertoonden, heb ben de officieren zich tot de Japanners gewend, vragende om troepen te willen oogen harer dochter zich met tranen vulden, zeide zij, de onuitgesproken gedachten, die zoo volkomen met de hare overeenstemden, radende: „Als wij daar weer eens een muur lie ten optrekken Misschien zouden zij hem zooveel mogelijk aan den vorigen gelijk kunnen maken." „Daar heb ik ook al aan gedacht," ant woordde de dochter „Maar neen, dan zou het alweer iets anders zijn!" Was het mogelijk, was het mogelijk? Zij was het, zij was het zelve, die de ver nietiging gewenscht had van dien muur, die de achtergrond geworden was van haar huiselijk leven, in welks schaduw zij eens, in een langvervlogen lente, een schoon jon gelingsgelaat heen had zien gaan om niet meer terug te keeren, waartegen zich, vele, vele winters achtereen de eerwaardige trek ken eener geliefde doode hadden afgeteekend. En plotseling bij de gedachte aan die onbestemde figuur, die was als de schaduw van een vogel in zijn vlucht, die door het traag uit de dakgoten druppende water veroorzaakt was en die zij nimmer weer zou zien, nimmer, nimmer doorvlijmde een oneindige treurigheid haar ziel en zij weende tranen de bitterste, die zij ooit had gestort bij het voorgoed verdwijnen van den muur. (Slot.) IIIIIWSBI1D Naar het Fransch.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1905 | | pagina 1