7
Hel Land van Heusden en 4llena, de Langstraat en de Bommeierwaard.
KERSTGEDACHTEN
OMer ie Oram Oetans.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
FEUILLETON.
Ai' i
UNO VAN ALl£*tfs
voor
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers b cent.
IVo. 2487.
Zaterdag 23 December.
19Q3.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7 7, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Vrede op aarde! Wij durven bijna
deze woorden niet nederschrij ven, deze
heerlijke Kerstgedachte. Vrede op aarde!
Wanneer alle menschen in liefde eD vrede
met elkander zullen leven, waardoor
onze aarde een waar paradijs zal zijn.
Waar geen armoede, geen ellende, waar
geen twist, haat en doodslag meer
zullen zijn! Vrede op aarde! Heerlijk
ideaal, wat zijt ge nog verre!
Vrede op aarde! Het klinkt als een
bespotting, als wij den toestand op onze
aarde nagaan in het bijna afgeloopen
jaar. Moord en doodslag was aan de
orde van den dag in het groote Czaren-
rijk, en ook andere landen, waar rust
verstoringen plaats vonden, getuigden
geenszins dat de vrede was gevestigd.
Strijd, overal strijd, op allerlei ge
bied. En ook wij werden voortgejaagd
in dit leven ten strijd, ook ons klonk
toe
Menschenkind voortin het wondere leven,
Rust u ter strijdl
Hoort gij de leus niet alom me geheven
Rust u ten strijd!
Wee, wie er weifelend achtergebleven,
't Kampen vermijdt!
Rouw kiemt uit rusten en stilstaan is sneven
Rust u, rust u ten strijd!
Kracht brengt het kampen en sterk maakt
[het streven,
Mensch, wie gij zijt,
Op uw banier zij de leuze geschreven:
Rust? Ja rust na den strijdl
De mensch is een geboren strijder,
hij heeft te w.irstelen tegen zich zei
ven, tegen de wereld van leugen en
schijn, van zonde en ongerechtigheid,
van egoïsme en stofvergoding.
Vrede op aarde; zij ruischen ons
thans weder tegen, deze heerlijke Kerst-
tonen. Maar deze vrede is alleen te
verkrijgen door strijd, door te over
winnen alle ongerechtigheid en zonde.
Onze eerste plicht is deze mede bij
ons zei ven te vestigen, daarna vrede te
zoeken in ons huisgezin, in vrede te
leven n et onze naasten.
Dan wenden wij onzen blik naar de
wereld, maar keeren droef te moe terug,
als wij daar het krijgsvuur zien ont
branden, als zonen van hetzelfde huis
verdeeld worden. De bode des vredes
moet het aanschouwen, dat er scheu
ring wordt veroorzaakt tusschen wie
bijeen behoorden, door verschil in mee
ning, door gemis aan onderlinge waar
deering. Hij moet het zien, dat kilheid
en harteloosheid en zelfzucht banden
verbreken of dat een onheilige vr de
zonden bestendigt.
Maar laat ons dat niet ontmoedigen,
want als wij onzen blik verder wenden,
2.)
De mannen zijn stevig gespierde kerels,
"V grooter dan de Maleiers en lichter van kleur.
Hunne gelaatstrekken zijn fijn gesneden
en hunne golvende lokken pikzwart.
De kleeding van de mannen bestaat uit
een klein lapje van een bruine stof, 't welk
om de lendenen geslagen is, en de garde
robe van de vrouwen is niet beter voorzien.
De bruine stof, welke mij eerst ruw katoen
toeleek, werd door de Orang Oetans uit
boomschors toebereid. De schors werd ge
weekt en gekookt en dan met houten
hamers uitgeslagen, totdat zij zoo dun als
gewoon katoen was. De vrouwen hadden
om den hals halsbanden van aaneengeregen
berentanden en tijgerklauwen. De mannen
waren allen gewapend met een groot kap
mes, ruw gesmeed, in den vorm van een
Turksch zwaard, en in een zware houten
schede gestoken. Op hun rug hing een pijl
koker van bamboe, en in hun hand hielden
zij een zes voet lange blaaspijp, de zoo ge
vreesde „sumpitan". Deze blaaspijp ziet er
op het oog zeer onschuldig uitmaar het
is een vreeselijk wapen, een wapen, waar
bij zelfs onze geweren niets zijn. Het bestaat
uit een hol riet of bamboe, bijna zes voet
lang, kaarsrecht, besneden en versierd met
dan ontdekken wij ook in deze wereld
de verkondigers van waarheid en recht
wij zien ook den engel der liefde rond
waren, zoekende al wat men verloren
waande.
Wij denken hierbij ook aan de „stil
len in den lande." Zij werken niet op
's levens drukke markt, maar in de
verborgenheid van een bescheiden ar
beidsveld; zij doen het met trouw en
belangeloosheid. Daarom, een eerbiedige
gedachte aan hen gewijd, genoemden
en onbekenden, die, zonder zucht naar
roem en hoop op vereeuwiging van hun
naam, het leven aan anderer belangen
weiden. Yan hen moeten wij leeren,
niet te verliezen ons vertrouwen in de
toekomst, nooit de oogen te sluiten voor
alles, wat getuigt van wezenlijke groot
heid, van een warm gemoed. In uren
van moedeloosheid den blik gericht op
hen, die groot waren en groote dingen
wrochten.
Vrede op aarde, en wij denken daarbij
aan Hem, Die dezen vrede kwam ver
kondigen, den grooten Menschenzoon.
Trots miskenning, trots opzet en hoon,
ging Hij voort zijn goddelijke zending
te verkondigen. Hij gevoelde het, Hij
wist het dat de vrede niet tot. stand
zou komen zonder strijd. Hij heeft dezen
strijd aangebonden met de wereld van
zonde en ongerechtigheid en heerlijk
overwonnen.
Een schoon voorbeeld voor allen, die
het goede willen, die den strijd tegen
al wat zonde is willen voerenhun zij
de schoone gedachte, dat liefde over
wint, dat hoelang de zonde ook haar
zegevierenden scepter zwaait, ze het
eindelijk moet afleggen tegen den engel
der liefde, dat hoelang de strijd duurt,
de vrede ten laatste overwint.
Vrede, ja vrede na den strijd, maar
strijdt dan den goeden strijd
Er is nog zooveel te overwinnen, eer
de vrede kan worden geteekenden
iedere Kerstmorgen roept het ons toe,
dat ook wij worden geroepen aan de
verwezenlijking van het ideaal „Vrede
op aarde" mede te werken.
Dat dan ook dit Kerstfeest ons weder
een schrede nader brengt en eenmaal
het menschdom van harte kan juichen
„Vede op aarde".
liuiienlaiid.
De Duitsche bladen beschrijven in
kleuren en geuren een paar bloedige
drama's. Te Berlijn heeft een ontsla
gen gouverneur die weken lang geleefd
laad op kosten van een hotelhouder,
dezen doodgeschoten toen hij hem niet
langer wilde borgen, en daarna zich
zelf trachten te verdoen. De dader blijkt
vreemde teekeningen en aan het eene einde
van een mondstuk voorzien.
Bij deze blaaspijp behooren de kleine
pijltjes, welke zorgvuldig in een bamboe
koker bewaard worden. Deze pijltjes zijn
slechts H dM. lang en nog dunner dan
een lucifertje. Men maakt ze uit de stengels
van zekere bladen en een klein reepje van
het blad, hetwelk men er aan laat, vervult
de plaats van de veeren op gewone pijlen.
De pijltjes zelf zien er als kinderspeel
goed uit en kunnen slechts een onbeduidend
prikje geven maar dat onbeduidende prikje
beteekent den dood, want de pijltjes zijn
zwaar vergiftigd. Het venijn wordt gebrou
wen uit verschillende boomsappen en is
een van de meest doodelijke vergiften.
Slechts de Orang Oetans kennen het geheim
van de bereiding er van, en zij verklappen
dit niet. Met zeer veel moeite ben ik een
kleine hoeveelheid van dit gevaarlijke sap
machtig geworden en heb het in een klein
fleschje gedaan, hetwelk nog in mijn be
zit is.
In 1891 maakte ik de expeditie mede
tegen de Pahang Maleiers, die toen tegen
het Britsch gouvernement in opstand ge
komen waren. Levendig herinner ik mij
nog de ontzetting, in ons kamp veroorzaakt,
toen de mare kwam, dat verscheidene stam
men Orang Oetans, onder leiding van den
„Orang Gadjah" (olifantman), zich onder
het vaandel des vijands geschaard hadden.
Wij wisten, dat, terwijl wij langs smalle
paden door het oerwoud macheerden, ieder
oogenblik de Maleiers, verscholen in hin-
aan vervolgingswaanzin te lijden en
ligt zwaar gewond in de Charité.
Bij Frankfort heeft een spoorwegbe
ambte, met vrouw, zoon en dochter in
een bosch zelfmoord gepleegd, omdat er
een instructie wegens verduistering te
gen hem was ingesteld. Van te voren
had hij de politie met een briefkaart
verwittigd, waar de lijken te vinden
zouden zijn, en daar lagen ze ook. Het
meisje had eveneens aan hare kost
schoolvriendinnen geschreven dat zij
met hare familie zelf moord ging plegen
en dus afscheid van hen nam.
Te Bazel heeft een 22-jarige Ita-
liaansche metselaar Zaterdagavond vijf
vrouwen met een mes gestoken. Twee
vrouwen zijn levensgevaarlijk in den
buik gewond, een derde kreeg een steek
in den rug, die doerdrong in een der
longen. Deze drie vrouwen zijn in het
ziekenhuis opgenomen. Een andere
vrouw werd in de borst gestoken en
een meisje, dat voor de deur van haar
woning stond, kreeg een steek in het
achterhoofd. De dader vluchtte eerst
over de Duitsche grens, maar keerde
's nachts naar zijn woning te Bazel
terug en werd toen in hechtenis geno
men. Hij was 's avonds half of heele-
maal razend geweest, omdat hij de bons
van een meisje gekregen had.
Een der vijf vrouwen is in het zie
kenhuis overleden. Voor het leven van
een tweede vrouw wordt ernstig ge
vreesd.
Te New-York, in de stad, is in de tun
nel bij de 104e straat een spoorweg
ongeluk gebeurd. Len exprestrein uit
Poughkeepsie liep op den laatsten wa
gen van een lokaaltrein uit Stamford.
Gelukkig was de lokaaltrein juist in
beweging gebracht, maar de schok was
nog hevig genoeg om den laatsten wa
gen onderstboven te werpen, zoodat een
van de vele reizigers op slag gedood
en en een veertigtal gekwetst werden.
In de duisternis, te midden van den
ontsnappenden stoom, ontstond er een
paniek onder de reizigers. Men zegt
dat de machinist van den exprestrein
niet op het onveilige sein gelet had.
Bij een ketelontploffing in een druk
kerij te Chicago zijn een paar dozijn
menschen gedood en over de honderd
gewond, meorendeels vrouwen en meis
jes. Ook kwamen er nog eenigen om
bij den brand, die tengevolge van het
ongeluk ontstond, en die het geheele
gebouw verwoestte, zoodat de omvang
van den ramp nog niet bepaald kan
worden.
Te Palermo heerscht groote opwin
ding over het uitblijven van berichten
van het stoomschip Sicilian Prince van
de Prince-lijn, dat 5 dezer met 754
landverhuizers van Palermo naar New-
York is vertrokken. Men had een of
derlagen, ons zouden kunnen beschieten,
maar bekommerden ons er betrekkelijk
weinig om. Ten eerste, zoo dachten wij, raken
de kogels niet altijd, en dan nog is de
wonde in de meeste gevallen niet doodelijk.
Maar de blaaspijp van den Orang Oetan
is een veel gruwelijker wapen dan het ge
weer.
Geen knal, geen rookwolkje wijst aan
waar de aanvaller verscholen is. Stil als
de dood zelf vliegt het kleine pijltje uit
het dichte groen een klein prikje, en
gij weet, dat niets u meer redden kan en
dat gij ten doode gedoemd zijt. Geen ge
wonden zult gij in uw troepje hebben;
slechts lijken zult gij na den aanval ach
terlaten.
Een open gevecht is niet zoo erg, gij ziet
uw tegenpartij, en het is man tegen man
in de opwinding voelt gij zelfs de dood
wonde niet maar om te vallen dooi
de hand van een onzichtbaren vijand, om
beschoten te worden met de doodaanbren-
gende pijltjes, zonder zelfs een schot op den
aanvaller te kunnen lossen, dat is geen
aangename gedachte, en 't verwonderde mij
niet, dat de stemming van onzen kleinen
troep somber werd.
Doch gelukkig wordt de blaaspijp slechts
zelden op menschen gericht, en de Orang
Oetans gebruiken ze voornamelijk om er
het noodige wild mede te dooden, en dit
wild is van zeer verschillenden aard, daar
de Orang Oetans van bijna alles etenapen,
wilde zwijnen, bamboeratten, slangen, niets
versmaden zijook eten zij de vruchten
en de wortelen, welke zij in het woud
twee dagen later een telegram uii Gi
braltar verwacht en vreest nu, dat het
schip tijdens den laatsten zwaren storm
in de Middellandsche Zee met man en
muis is vergaan.
Een rooverbende van achttien man
heeft dezer dagen beproefd om gewa
pend met geweren en revolvers het kas
teel Olaszi-Bodrog, het zomerverblijf van
graaf Lonyay, den gemaal van de ex-
kroonprinces Stefanie, in Hongarije, te
overrompelen en te plunderen. Het per
soneel slaagde er in de aanvallers met
bebloede koppen af te doen deinzen.
Maar graaf Lonyay schijnt nu niets
meer van zijn zoo afgelegen verblijf te
moeten hebben.
De toestand in Rusland.
Uit Moskou wordt gemeld, dat sedert
Woensdagmiddag de beambten van alle
spoorwegen daar ter stede staken.
Alle stakers zijn gewapend. De gou
verneur-generaal heeft over de stad den
toestand van verscherpte bewaking af
gekondigd.
Uit particuliere bron wordt uit Mos
kou d.d. 20 dezer gemeld: Het sociale
leven staat stil tengevolge van de al-
gemeene staking. Het verkeer van de
electrische trams is gestaakt. De hoofd
ambtenaren van gemeentebestuur en
zemstwo legden 's middags ook het
werk neer. In een aantal der grootste
fabrieken is het bedrijf stop gezet.
Vijftigduizend arbeiders loopen leeg.
In geen drukkerij wordt gewerkt. Ook
de meeste scholen en brandewijnwin-
kels zijn gesloten. De vereeniging van
ingenieurs heeft zich ook bij de staking
aangesloten. Daar de electrische cen-
tralen niet werken, is de stad zonder
licht; schouwburgen en clubs zijn ge
sloten. Op de postkantoren is de dienst
wegens de gebrekkige verlichting des
avonds gestaakt. Het congres van post
en telegraafambtenaren besloot zich bij
de algemeene staking aan te sluiten,
's Nachts werden vele leiders der ar
beiders en arbeidersafgevaardigden in
hechtenis genomen. Vergaderingen van
stakers worden door kozakken uiteen
gedreven. De drukkers op de drukkerij
van Si tin, den uitgever van de Roeskoje
Slowo, namen heden Sitin en de redac
teuren van de Slowo gevangen en zetten
in hun drukxerij het eerste nommer
van de courant der arbeidersafgevaar
digden, die een oproep aan het volk
bevat om de gewapende omwenteling
te organiseeren. Het blad Borba, dat
een oproep der revolutionairen bevatte,
is in beslag genomen.
De vertegenwoordigers alhier van het
Verbond der verbonden hebben beslo
ten zich bij de shaking aan te sluiten
om de omwenteling van het proletariaat
te ondersteunen.
In het Moslimsche deel van de stad
vinden.
Met hun blaaspijpen zijn zij uiterst be
hendige schutters, en tot op 60 pas afstand
missen zij zelden hun doel.
Achter het pijltje doen zij een klein
propje boomwol en blazen dan kort, maar
zeer krachtig. Apen, vooral, zijn een gemak
kelijke buit. Het beest, door zulk een pijltje
geprikt, bekommert zich nauwelijks er om,
doch in weinige seconden begint het gif
te werken. Zijne bewegingen worden loo-
mer, de pooten kunnen de takken niet
langer omklemmen, en het in doodsstrijd
stuiptrekkende lichaampje valt door de
bladeren naar beneden.
Het is merkwaardig, dat men de door
dit vergif gedoode dieren kan eten, zonder
er zelf den minsten last van te hebben.
Trouwensmet slangen venijn is dit ook
het geval; men kan een slangenbeet uit
zuigen, en zoo het gif maar niet in het
bloed komt, kan het geen kwaad.
De Orang Oetans verzekerden mij, dat
zij met hunne pijltjes zelfs tijgers kunnen
dooden, doch dat het met sommige vogels
niet zoo gemakkelijk gaat. De dikke laag
veeren neemt het gif van het pijlpuntje
weg, voordat de huid doorboord is. Men
zegt, dat de Orang Oetans een tegengif heb
ben, doch dit komt mij onwaarschijnlijk
voor, want men vertelde mij, dat een Orang
Oetan van dien stam zich bij ongeluk met
een van zijn eigen pijltjes geprikt had en
dat men zijn leven toen niet redden kon.
De vrouwen van dezen wilden stam waren
wat uiterlijk betrof, lang niet leelük. Haar
gezicht had veel fijnere trekken, dan men
Tiflis zijn driehonderd huizen in brand
gestoken. Gewapende Armeniërs ver
hinderden de bewoners hun huizen te
verlaten en de brandweer om de vlam
men te dooven.
Er schijnen 57 Turksche onderdanen
gedood te zijn. Het Turksche consulaat
is vol met vluchtelingen.
Kenschetsend voor de opwinding en
verbittering onder de oproerige boeren
en arbeiders in de Oostzeeprovincies is
wel hetgeen te Tukkum is gebeurd.
Bij een straatgevecht aldaar sneuvelden
overste Müller en dertig dragonders.
De razende menigte wierp zich na het
gevecht op de lijken en verminkte deze
op dierlijke wijze. De oogen werden
uitgestoken, handen en ooren afgehakt.
Hoe het verlies der militairen zoo
groot kon zijn wordt verklaard door de
omstandigheid, dat de overvalling der
soldaten 's nactits plaats had en paarden
en manschappen verward raakten in
de heimelijk aangebrachte draadversper
ringen. Uit de vensters der omliggende
huizen openden de revolutionairen toen
een moorddadig vuur.
Volgens particuliere berichten heeft
de stad Tuckum in Koerland zich aan
de Russische troepen overgegeven na
een heeten strijd, die twaalf uren duurde.
De stad was voortreffelijk naar alle
regelen der taktiek versterkt. Rondom
waren er verschansingen en wolfskuilen
aangelegd. Er stonden verder machine
geweren opgesteld. Zoowel de opstan
delingen als de troepen hebben veel
dooden en gewonden.
Bij al het vreeselijke komt in Rus
land nu nog de uitbreiding van de pest.
In den omtrek van Atrachau moet de
ziekte zich schrikbarend verspreiden.
Dat zou geen wonder zijn, daar aan de
gewone maatregelen, die gewoonlijk de
pest met heftige middelen beperken,
thans wel niet de hand gehouden zal
worden.
De Petersburgsche correspondent van
de Daily Telegraph heeft eenige Rus-
siseh-Poolsche revolutionairen gespro
ken. Zij zeiden, dat een gewapende re
volutie nog in het plan ligt, maar er
niets klaar is, en dat de aanvoerders
niet gelooven aan de kans op slagen
van zoo'n opstand, wanneer het leger
niet meedoet.
De Daily Mail verneemt uit Peters
burg: De revolutionairen smokkelen
door Finland massa's wapenen binnen.
Het is uitgelekt, dat werkstakers en
muitende soldaten in Midden-Azië een
groote slachting hebben aangericht.
Naar het heet is er in Toerkestan hon
gersnood.
De Standard verneemt uit Peters
burg, dat Witte's invloed met den dag
verminderthet schijnt, dat Doernowo
thans veel meer invloed heeft.
De regeering heeft besloten Peters
onder de Maleische meisjes vindt, en de
lichaamsbouw was slanker en toch vol
kracht, met goed gevulde vormen. Godsdienst
hebben deze menschen eigenlijk niet, ofi
schoon zij denkelijk, gelijk de meeste wilde
rassen, booze en goede geesten aanbidden
zullen.
Somtijds, als zij zich veilig wanen, kap
pen zij het oerwoud om en zaaien de berg-
paddy, doch zoodra hun schuilplaats ont
dekt wordt, trekken zij nog dieper de
bosschen in.
Door den Maleier, die een weinig hun
taal kende, liet ik hun zeggen, dat de
spoorweg hier langs zou komen, doch dat
men het verlies van woningen en oogst
aan hen zou vergoeden.
Ik kocht toen van hen een blaaspijp met
toebehooren, een kleine hoeveelheid pijl
vergif en een lap bewerkte boomschors.
De betaling geschiedde in zilveren dollars,
maar ik begrijp niet wat zij met dat geld
moesten doen. Ook gaf ik hun wat tabak
en lucifersmet dat laatste waren zij kin
derlijk opgetogen, en toen wij weggingen,
begeleidden zij ons tot aan den rand van
het woud.
Eenigen tijd later keerde ik terug en
vond tot mijn groote verbazing de plaats
geheel verlaten. De hutten stonden er, en
de oogst schoot welig op tusschen de ver
koolde boomstammen, maar er was geen
levend wezen te zien.
De Orang Oetans hadden, ver van alle
menschen, een schuilplaats gezocht.
lv7
m-
4
- 'y. 'v
BL4D
Schets uit het ingenieurs-leven.
(Slot.)