let Laud van Heusdeu en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard.
ZONNESCHIJN
Een duel.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 2494. Woensdag 17 Januari.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.00,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1906.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7l/s ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Hadden wij het in ons vorig^vtikel
over mist en regen, gelukkig ook een
zonnige dag kwam ons hart verruimen,
gaf ons weer moed in de toekomst.
Maar al scheen de zon vroolijk, de
Koningin der aarde gelijk de pers
wel genoemd werd heeft nog geen
zonnigen kijk op de dingen. Vooral de
Duitsche pers is hoog ernstig en waar
„de Reichsbote" 't heeft over de Engel-
sche Sfinx bewijst dat wel, dat men
elkander volstrekt wantrouwt. De En-
gelsche pers blijft volhouden, dat
Duitschland door zij'n onnoodige drei
gende uitbreiding zijner vloot het ge
vaar vormt voor den vrede. Is eenmaal
die vloot klaar dan moet zy dienst
doen, en de eerste dienst is tegenwoor
dig de bescherming der handelsbelangen.
En nu is Duitschland er overal op uit
Engeland te verdringenzelfs in Singa
pore, waar de Engelschen zoolang een
monopolie hadden, warden zij verdron
gen in den geld- en goederenhandel.
In China tracht Duitschland steeds
meer in te dringen om er zijn produc
ten af te zetten. En naarmate zijn nij
verheid toeneemt heeft het grooter afzet
gebied noodig en daarom zoo beweert
de Engelsche pers moet het kolo
niën hebben. Die welke het heeft zijn
bijlange na niet voldoende. En als zijn
vloot klaar is zal het kol niën gaan
rooven. Dan ligt ons land mee 't eerst
aan de beurt en verder België. Frankrijk
en Engeland. Daarom is het noodig
zich gereed te houden, 't Was in Ma
rokko al een stuivertje op zijn kant
en pas na het congres over dat land
te Algeciras zal die woik van den
hemel verdwijnen.
De „Times" meent dat een Fransch
Duitsche oorlog onvermijdelijk is. Het
blad zou dien wel gaarne zien komen,
al redeneert het dat er geen gevaar
voor is, omdat op Italië niet te rekenen
valt en Oostenrijk 't veel te druk heeft
met zich zelf. Als nu Duitschland mocht
meenen, dat het zijn erfvijand gerust
te lijf kan gaan, omdat zijn bondgenoot,
Rusland, geheel vleugellam is tenge
volge van den Japanschen oorlog en
de binnenlandsche beroeringen, dan
zullen de Engelsche vloot ter zee en
het Fransche leger te land samen «er-
„Zijt gij mijnheer de Grobelle?"
„Om u te dienen, mijnheer."
„In het publiek zeg ik u dan, dat gij
een leugenaar en een schurk zijt."
Ineens keek iedereen in het vertrek naar
den persoon, die deze beleedigende woorden
deed hooren en ik draaide mij vol verbazing
om in mijn stoel. De beleediging had mij
overvallen, maar toen ik den jongen man
zag, die op deze wijze de aandacht tot zich
getrokken had en die er zoo jong uitzag,
alsof hij nog een hoogere-burgerscholier was,
was ik nog meer verwonderd.
Ik dacht na, waar ik dat gelaat meer
had gezien, toen hij eensklaps een vol glas
bier nam en het den man, tot wien hij
zooeven gesproken had, in het gezicht wierp.
Mijnheer de Grobelle stond bedaard op,
veegde zijn jas met een zijden zakdoek af
en vroeg toen met ijzige kalmte naar de
verklaring van dit vreemde gedrag. De
overigen van het gezelschap hielden hun
adem in bij de stoutmoedigheid, om niet
te zeggen roekeloosheid van den jonkman.
„Als ik niet duidelijk ger.oeg geweest
ben," zeide deze met een lichte trilling in
zijne stem, „wil ik het nog wel eens her
halen, mijnheer. Gij zijt een leugenaar en
een schurk."
Niemand anders zei een woordde be-
leedigde nam zijn aanvaller van het hoofd
lot de voeten oper ontstond een oogen-
blik een drukkende stilte, die een naderend
onweer scheen te voorspellen. Wij wachtten
slechts, tot de eerste donderslag zich zou
laten hooren.
keu en Duitschlands handel en bedryf
en vloot vernietigen, ook al bleef te
land de zege aan Duitschland. En zie
daar komt hot Engelsche karakter
eventjes door de reten gluren van den
vrede8-mantel, waarin het „trouweloos
Albion", zooals het sinds eeuwen heet
en ook in 't laatste jaar zich nog even
betoonde, heel kalm zijn goede vriend
en bondgenoot er aan wagen wil, als
het zelf den buit kan opstrijken. Als
Duitschlands handelsbeteekenis dan voor
een goede poos tegen den grond is
geslagen, dan verdient de Engelsche
koopman geld als water (en onder die
kooplui en fabrikanten behooren de
invloedrijkste personen, als Chamberlain
en dergelijke). Laat ons daarom hopen,
dat althans de Marokkokwestie uit de
wereld komt, opdat ook uit die nevelen
de zon moge dagen.
In Rusland begint het licht door te
breken. De gewapende opstand is daar
zoo goed als bedwengen, te Petersburg
en Moskuu is het gevaar van een ge
weldigen ommekeer geweken en blijkt
het wettig gezag weer te winnen. Al
leen in de Oostzeeprovinciën is 't nog
een schrikbewind, waarbij de landhee-
ren en inzonderheid de Duitschers 't
moeten misgelden. Eeuwenoude kastee-
len en landgoederen zijn verbrand, voor
millioenen aan kunstschatten zijn te
loor gegaan of geroofd. Zoo trof iemand
een groot-grondbezitter uit die streek
aan het station te Eijdkuhnen (het
grensstation aan de Duitsche zijde van
den spoorweg BerlijnPetersburg), die
de wijk nam naar Duitschland met
300 roebels, 't eenige wat hij had
kunnen redden. Maar thans hebben de
grondbezitters besloten tot dezelfde tak-
tiek en gedreigd de dorpen in brand
te steken en dat reeds in een geval
toegepast, waardoor de schrik er is in
gekomen. Hoe droevig deze dingen
mogen zijn, 'r, is begrijpelijk dat een
volk, eeuwen lang geknecht en uitge
zogen, nu 't eindelijk de kans ziet z:ch
dat juk van de schouders te werpen,
uitslaat en zich wreekt voor de einde-
looze verdrukking en zich zoekt schade
loos te stellen voor 't ondergane on
recht. Maar ook hier hebben wij goeden
moed.
Waar de revolutie aan Finland na
genoeg al zijn oude rechten teruggaf,
gelooven wij. dat als de orde is terug-
„U zult wel zoo goed willen zijn mij uwe
excuses aan te bieden," merkte hij eindelijk
uiterst kalm op.
„Dat ben ik niet van plan," antwoordde
de'ander haastig.
„Dan kost het u het leven," was de
eenige repliekmaar een flikkering der
oogen verried iets van hetgeen er omging
in het binnenste van kapitein de Grobelle.
Een onwillekeurige uitroep van schrik
ontviel ons, daar wij al te goed wisten
welk een geduchten naam de Grobelle als
duellist had. Deze ging op sarcastischen
toon voort:
„In uw plaats zou ik maar heengaan en
moeder goeden nacht zeggen. Vertel haar
alles, als zij u ten minste geen pak slaag
geeft, en laat mij weten, dat zij het eigenlijk
geweest is, die dit opgestookt heeft, dan
wil ik alles wel blauw blauw laten, voor
zoover het u betreft."
De jonge man sprong op gelukkig hielden
wij hem nog bijtijds tegen, ofschoon hij
den kapitein reeds met zijn rieten wandel
stok aangeraakt had.
„Heel goed, mijnheer, dan zal het recht
zijn loop hebben," vervolgde de Grobelle
en ging met zijn vrienden naar den anderen
kant van de kamer. Ik lette niet meer op hem.
„Mijnheer Delavel, vroeg het jongmensch,
zoudt gij mij in deze zaak willen bijstaan?
Gij kent mejuffrouw Hamilton, mijn zuster,
meen ik, maar gij zult u misschien niet
meer herinneren, dat wij al eens kennis
gemaakt hebben, vroeger."
„Gij hebt volkomen denzelfden familie
trek," zeide ik, zonder op zijne eerste vraag
antwoord te geven, want ik wilde, als het
eenigszins kon, daaromheen praten.
„Ja, wij lijken heel veel op elkaar; geen
wonder trouwens, daar ik haar tweeling
broeder ben."
„Het is een leelijk geval," merkte ik
ernstig op, „alleen een grievende oehande-
ling kan het motief zijn voor uw wijze van
optreden. Openhartig gesproken laat ik mij
liever niet met deze zaak in. 't Beste zou
gekeerd er betere dagen zullen aan
breken voor het goede maar onwetende,
arme uitgezogen volk zelfs voor
Polen, al zal 't niet een geheele auto
nomie krijgen gelijk het hoopt, althans
voorshands niet. Mocht het eenmaal
tot een oorlog komen, waarin Duitsch
lands kracht werd geb oken, dan gloorde
ook wellicht voor 't ongelukkig Polen
nog eens weer een dag van vrijheid en
zelfstandigheid. Zeker is het, dat het
absolutisme er is verslagen en de bij
keizerlijk manifest beloofde vrijheden
het Russische volk zullen verheffen in
politieken maar ook in economischen zin.
We willen geen beschouwing houden
over de verschillende landen. We zou
den anders kunnen spreken van het
tegen zich zelf verdeelde huis van
Oostenrijk; van Noorwegen, dat, nu
gescheiden van Zweden, de zoolang
begeerde zelfstandigheid terugkreeg en
onder zijn Koning Haakon een nieuwe
toekomst tegemoet gaat, en van zooveel
meer.
Maar wij willen er op wijzen hoe
ondanks allerlei beroeringen en geruch
ten van oorlogen het denkbeeld van
arbitrage meer en meer veld wint en
de volkeren mee gaanfspreken in den
raad. Men mag 't bespottelijk maken,
als men den Duitschen Keizer laat gaan
vragen bij Bebe! of hij een oorlog mag
voeren, een feit is, dat het volk zich
meer en meer zijn waarde begint be
wust te worden. En zijn gezond ver
stand zegt het, dat oplossing van ge
schillen door geweld noch doelmatig
noch rechtvaardig is en dat het niet
aangaat duizenden levens en tonnen
gouds op te offeren voor wat langs an
deren weg beter te verkrijgen is. En
de volkeren begrijpen tevens dat het
van hen afhangt, de uitspraak te doen
eerbiedigen van een volkerenrechtbank.
Dat bewustzijn dringt meer en meer
door tot allen. Terecht schreef de heer
Jacques Dumas, procureur der Fransche
republiek te Methei, in een pas ver
schenen boek, dat de publieke opinie
in een in geschil gewikkeld land, kan
falen, maar in landen die buiten het
geschil staan en waar zij niet de speel
bal is van nationale hartstochten, oor
deelt zij veel juister. Dat bleek bijv.
in den schandelijken Transvaal-oorlog.
Daar sprak zich het volksgeweten luide
uit. alleen het kon niet handelen.
zijn te trachten een en ander in der minne
te schikken, als dat nog mogelijk is," voeg
de ik er met een zucht bij.
„Ik ben nog niet zoo lang te Parijs,"
antwoordde hij, „om al vrienden te hebben.
Ik weet heel goed, dat ik veel van u vraag
en daarvoor zal ik u steeds dankbaar zijn,
maar ik ken niemand anders, tot wien ik
mij kan wenden."
„Ik weet in 't geheel de reden niet van
uw optreden in dezen, natuurlijk, en mijn
sympathie
„Kan mijne handelwijze niet verwerven.
Ik begrijp het heel goed," viel hij mij in
de rede; „maar luister eens, ik ben er bijna
zeker van, dat gij dan van meening veran
deren zult. Mejuffrouw Beddington zult gij
toch wel kennen en ook weten, dat zij de
vriendin van mijn zuster is."
Ik begon mij iets te herinneren, toen
juist een heer op ons afkwam. Het was
een vriend van de Grobelle en ik begreep
het doel zijner komst reeds.
„Mijnheer de Grobelle zou u wel geschre
ven hebben, maar hij wist uw naam niet,"
begon hij, toen Hamilton mij aankeek met
een blik, alsof hij om mijn bijstand smeekte.
Het was zoo moeielijk te weigeren. Ik
knikte toestemmend.
„Hótel de zeide hij tegen mij. Een
glimlach van dankbaarheid verhelderde
zijn gelaat.
Met eene buiging voor den secondant van
kapitein de Grobelle nam hij hoed en stok
en ging weg.
De secondant, de Quentin genaamd, be
treurde het gebeurde, hoewel het gedrag
van den opvliegenden Engelschman zijn
vriend geen andere keus liet. In enkele
minuten hadden wij de zaak geregeld,
waarop ik mij in mijne nieuwe qualiteit
naar het Hotel de begaf.
Ik had aardig het land er over en meende
vrij zeker den uitslag te kunnen voorstel
len, daar de teergebouwde jonkman geen
kans op succes had tegenover een schermer
en schutter, als de Grobelle was.
Welk een macht die politieke opinie
is, is eenigszins gebleken in de Dreyfus-
zaak, waar ten slotte het rechtvaardig
heidsgevoel heeft gezegevierd.
De heer Dumas meent in zijn boek
over de sanctie van de internationale
berechting van geschillen, dat de vol
ken de regeeringen zullen kunnen dwin
gen zich aan zulk een rechtbank te
onderwerpen, zelfs waar de beslissing
in het nadeel der regeering is.
President Loubet heeft indertijd al
gezegd: een vrede te aanvaarden uit
handen van het recht kan niemand ver
nederen.
Hoe meer de volken zich vereenigen,
hoe meer hun belangen hen tot samen
werking drijven, hoemeer het solidari
teitsgevoel doordringt, hoe meer de re
geeringen van de gepansterde vuist zul
len gedrongen worden zich te schikken
naar den wil des volks. Dat houdt ten
slotte de koorden van de beurs en le
vert de „mennekens". Wat een macht
een werkstaking kan zijn is in Rusland
gebleken.
Moge dan de opgaande zon hare stra
len over de wereld al verder doen schij
nen, opdat zoo meer en meer het recht
ga heerschen over de machtreeds
Mirabeau voorspelde dat het recht de
vorst der wereld zou zijn.
Kuite
De Belgische bladen verzekeren, dat
de generaal, die het Luiksche district
commandeert, het Belgische ministerie
van Oorlog heeft gewaarschuwd, dat
een geheel Pruisisch legerkorps in het
kamp van Elsenborn geconcentreerd
was. De minister van Oorlog zou be
sloten zijn, maatregelen te treffen, om
op alle gebeurlijkheden van die zijde
voorbereid te zijn.
Gedurende December zijn in Opper-
Silezië 61 gevallen van hersenvlies-
ruggemergontsteking en 34 sterfgeval
len aan die ziekte voorgekomen.
Uit Berlijn wordt gemeld:
In het Gothasche rechtsgeding is het
volgende vonnis geveld: het huwelijk
van prins Filips van Koburg met prin
ses Louise is ontbondende kosten wor
den door de aangeklaagde prinses ge
dragen; beide partijen zien van verdere
rechtsmiddelen af.
Bij overeenkomst is het volgende
bepaald: de prinses krijgt in de eerste
Ik trad zijne kamer binnen. Hij zat bij
't vuur. Toen ik zijn gelaat zag, werd ik
nog meer getroffen, hij zag er toch fijn
gevormd en teer uit.
„Welnu?" vroeg hij, nadat ik naast hem
plaats genomen had.
Het overmoedige van zijn toon van heden
middag was geheel verdwenenzacht klonk
zijne stem.
„Morgenochtend om zeven uur."
„Heel goed."
Weer die akelige stilte, die mij 's mid
dags zoo onaangenaam aangedaan had.
„Zijt gij vertrouwd met den degen?" vroeg
ik eindelijk.
„Nooit zoo'n voorwerp in mijn handen
gehad, tenzij om te voelen, hoe zwaar het
is, of uit aardigheid," was zijn eenigszins ko
misch antwoord, met een gedwongen lachj e.
„Een pistool toch wel?" Mijn vraag klonk
wanhopig.
„Ik heb de keus der wapenen: wij zul
len op het pistool duelleeren. Maar, dat
moet ik u er bij zeggen, ik weet niet goed,
hoe er mee om te gaan. Ik heb wel eens
gebrobeerd kraaien te schieten met een
kamerbuks, maar ben er nooit in geslaagd
er een te raken."
„Weet gij wat voor een tegenstander de
Grobelle is?" zeide ik, mij zelf afvragende,
of mijn metgezel gek was.
„O ja! niemand beter dan ik. Gij moet
mij niet beoordeelen naar hetgeen gij van
middag gezien hebt. Met mejuffrouw Bed
dington, de vriendin van mijne zuster, zoo
als ik u reeds verteld heb, had ook ik
vriendschap gesloten. Ongelukkigerwijze
maakte zij, eenige maanden geleden, kennis
met dien schurk. Een tijdlang scheen zij
met hem op te hebben, omgiet te zeggen,
dat zij dol verliefd op hem was. Hij ver
keerde in goede kringen. Nu begrijp ik,
hoe dat komt. Huisvaders, echtgenooten,
broeders, kortom iedereen is bang voor hem,
of liever voor zijn degen.
Vrij spoedig leerde mejuffrouw Bedding
ton zijn waren aard kennen en begon zij
plaats 400.000 francs, verder zullen 7000
mark per maand door prins Filips en
50,000 francs per jaar door koning
Leopold van België aan de Prinses
betaald worden.
De eindberaadslagingen hebben met
gesloten deuren plaats gehad.
De jury van het hof te Chicago heeft
den eisch toegewezen van een voogd
over vijf kinderen tegen drie tappers,
bij wie de vader van die kinderen zijn
geld verdronken had. Vijf jaar geleden
was de man, zekere Hedlund, nog een
welgesteld timmerman die 1500 dollars
's jaars verdiende. Toen begon hij te
drinken en verdeed het meerendeel van
zijne verdiensten in drie herbergen in
de buurt. Hij werd ten slotte een dronk
aard en zijn gezin kreeg broodsgebrek.
De tappers zijn nu veroordeeld om
17,500 dollars schadeloosstelling aan de
kinderen uit te betalen, maar zullen
hun zaak vermoedelijk eerst nog voor
het hooggerechtshof brengen.
Volgens een berichtgever van de
Times hadden de Servische konings
moordenaars dezer dagen een samen
zwering op touw gezet, om hun voor
naamste tegenstanders uit den weg te
ruimen. De politie heeft echter het
complot ontdekt.
Sedert October werd te Munchen-
Gladbach de gepensioneerde overste
Roos vermist. Men heeft thans zijn lijk
begraven gevonden aan den grooten
weg naar Viersen. Het hoofd was van
den romp gescheiden. De man is ver
moord om zijn geld. Als daders zijn de,
in hetzelfde huis als hij, wonende
echtelieden Blömer en een broer van
Blömer in hechtenis genomen. Zij had
den den overste in zijn eigen huis
vermoord en het lijk daarna wegge
moffeld.
De moord is uitgekomen toen Blömer
dingen van waarde die aan den overste
hadden toebehoord, van de hand trachtte
te doen.
Een later bericht meldt:
Het verdere onderzoek van het half
vergane lijk heeft de eerste bijzonder
heden over de toedracht van den af
grijselijken moord ten volle bevestigd.
Het hoofd is, naar het schijnt, al van
den romp afgezaagd, toen de man nog
niet dood was.
De moordenaars zijn te Dusseldorp
opgesloten. Het zijn Nederlanders en
zij heeten allen drie Bloemers.
Een telegram uit New-York van den
12en dezer bericht, dat bij het departe-
zich van hem af te keeren, hoewel op een
zachte wijze; maar hij bleef voortgaan haar
met zijne attenties lastig te vallen. Ten
laatste had hij een nieuwe taktiek bedacht.
Mejuffrouw Beddington was onvoorzichtig
genoeg hem vóór eenigen tijd een briefje
te schrijven, dat helaas in de handen van
eon nietswaardige geheel anders opgevat
en uitgelegd kon worden, dan de schrijf
ster bedoeld had.
Een groot schandaal was het gevolg en
die ellendeling zoo alleen kan ik hem
noemen, een beteren naam verdient hij niet
liet dit epistel in zijn clubs en de res
taurants, die hij vaak bezoekt, zien, terwijl
hij zijn commeutaar er bij gaf. Dit heeft
heel veel kwaad gedaan aan haar goeden
naam, zoo zelfs, dat zij, die vroeger tot
hare beste vrienden b ehoorden, haar* nu
den rug toekeeren en haar maar al te dui
delijk toonen, dat zij den vriendschappe-
lijken omgang liever niet voortgezet zien.
Ik kan u niet zeggen, hoeveel verdriet
kapitein de Grobelle haar daarmede gedaan
heeft. Zij heeft geen vader of broer, alleen
mijn zuster, die zij in vertrouwen kon nemen.
Vandaar dat ik besloten heb haar te helpen
en met dien man af te rekenen."
„Zoudt gij niet denken, dat het beter
was Parijs te verlaten Een nieuw schan
daal zou dan vermeden wordendit duel
toch zal de zaak weer in herinnering brengen."
„Ja zeker," mompelde hij ongeduldig,
„ik kan het u niet goed zeggen. Mijn zuster
is haar eenige vriendinzij zijn meer dan
zusters voor elkaar en behalve mij heeft zij
niemand. Gaat dit duel niet door, dan zal
hij voortgaan haar naam in opspraak te
brengen. Dat mag niet, dat wil ik niet."
Hij wond zich op onder 't spreken toen
ging hij bedaarder voort
„Het duel kan in 't geheim plaatshebben."
„Ja, als gij tenminste bij uw besluit
blijft," zei ik; „gij kiest dus het pistool?"
„Ja, daar in de lade kunt ge het vinden.
Wilt gij het eens nakijken?"
Naar het Engelsch.
(Slot volgt.)