Hei Land van Heusden en Aliens, de Langstraat en de Bommeierwaard. Een verhaal uitde Kaapkolonie. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2407Zaterdag 27 JanuariÏOOO. FEUILLETON. unb van alteni yoor Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77j ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Nog steeds, onvermoeid, met bijna zenuwachtige overspanning is de men- schelijke energie, die met het vo rbij vliegen der jaren hand over hand toe neemt, er op uit, om de volmaking der moderne verkeersmiddelen, om de hoogst mogelijke snelheid zooveel mogelijk te naderen. Door gebruik van het beste materi aal, de constructie van nieuwe, beter werkende machinerieën en het benut ten van alle denkbare voordeelen, door de wetenschappelijke oplossing van mo derne problemen, het maken van zoo nauwkeurig mogelijke berekeningen, houden techniek en wetenschap zich voortdurend bezig om het doel te be reiken. Waar bleef hij, de gemoedelijke, ge makkelijke reiswagen van de vorige eeuw Hij moest wijken voor de spoor wagen. Het zeilschip, afhankelijk van de luimen van den wind, maakte plaats voor de stoomboot en vele rij- en voer tuigen ruimden reeds lang veld voor de automobiel. Het snelverkeer is het karakteristieke der twintigste eeuw en derhalve spreekt het vanzelf, dat bij de waardebepaling onzer tegenwoordige verkeermiddelen de snelheid als de voornaamste factor geldt. Bij. de in de herfst van 1901 in Duitschland gehouden militaire oefe ningen op een baan van 23 kilometer bedroeg de grootste bereikte snelheid 160 kilometer per uur, met electrische drijfkracht. En toch is deze snelheid nog lang niet de grootste. Amerika en Engeland wedijveren sedert geruimen tijd in de snelheid van hun exprestreinen en ze naderen daarbij de grenzen vnn het bereikbare. Bijna aan krankzinnigheid genzende ritten zijn daarbij geen zeldzaamheid. De rit van New-York naar San-Fran- cisco duurt 5 tot zes dagen en de af stand bedraagt 5000 kilometer. Men wil dezen afstand echter in de helft van den tijd in onafgebroken vaart afleggen. Proeftochten met 160 kilometer zijn in Amerika al zeer bekend en een ge middelde snelheid van 90 kilometer per uur is op sommige lijnen, bijv. tusschen New York en Chicago, de gewone. In Engeland doen de sporen het niet (I. Door de roode, zandige woestijn kwam een reusachtige, logge Kaapsche wagen „trekken" voortbewogen door een span van zestien ossen, die voortdurend werden aan gespoord door de „voorloopers," twee Kaffer jongens. Voor op den wagen, naast den Kaffer- voerman, zat James Rockhurst, een groote kerel met zwarten baard van vijf-en-dertig of veertig jaar, wiens eenmaal knap ge zicht droevig werd ontsierd door de lit- teekens van menige schermutseling, want hij had in bijna eiken ruwen uithoek van den aardbodem gewoond en gevochten. Hij was boer geweest in Texas, goudzoeker op de kusten der Stille Zuidzee, veehoeder op de vlakten van Australië en de hemel weet wat nog meer; maar een rollende steen zooals hij had geen mos verzameld. De stroom der omstandigheden had hem meegevoerd naar Zuid-Afrika en nu trok hij de groote vlakte door, in de hoop van iets te doen te krijgen in het struisvogel park van een verren bloedverwant. Naast den wagen reed een andere Engelsch- man te paard. De ruiter, die armoedig ge kleed was, was nog jong niet veel over de dertig en het gewone type van den Kaapschen kolonist, met donker gebronsde gelaatstint. Hij was bijzonder terughoudend over wat hem persoonlijk betrof en hoewel de beide mannen nu al een paar dagen onder in snelheid. Er zijn daar treinen, die een maximum-snelheid per uur heb ben van 150 kilometers tegen een mi nimum van 30. De Duitsche treiü tusschen Hamburg en Berlijn legt gemiddeld 90 kilometer per uur af. De Fransche trein van Parijs naar Bayonne (in de Pyreneëen op de grens van Frankrijk en Spanje) loopt den afstand van 783 kilometer in 9 uren. De grootst bereikbare snelheid met de locomotief wordt op 180 kilometer berekend. Daarbij moet de weg volko men recht zijn en de wagentrein moet minder gewicht hebben dan de locomo tief. Ook zouden daarvoor reuzenma- chines noodig zijn, zoo ds tot heden nog niet werden gebouwd. Onze tegenwoor dige sneltreinlocomotieven wegen 80 tot 100 ton. De bedoelde reuzenloco- motieven zouden het 7- of 8-voudige gewicht moeten hebben en de spoorwe gen natuurlijk een veel zwaard eren bo venbouw, zóó zelfs dat ze aanmerkelijk van de tegenwoordige zouden moeten verschillen. Het zou echter nog de vraag zijn, of de waarde van de meerdere snelheid dan kon opwegen tegen de aanmerkelijk hoogere kosten. We zullen ons dus voorloopig met een gemiddelde snelheid van 130 kilometer per uur te vreden moeten stellen. Toch mogen we, met het oog op de electrische spoor, het vervoermiddel der toekomst, rekenen op een snelheid van 200 tot 250 kilometer per uur. Als we dus bedenken, dat de snelheid, waar mee wij automobielen wel eens zien voortijlen ongeveer 20 h 30 kilometer per uur bedraagt, dan kunnen we ons zoo ongeveer een voorstelling vormen van de ontzettende vaart, waarmee wij nog eens door ons werelddeel zullen vliegen. En dit is geen droombeeld der fan tasie, maar reeds in zooverre werkelijk heid, dat men zich in Duitschland bezig houdt met plannen voor het aanleggen van zulk een lijn, wijl behoefte bestaat aan electrische sneltreinen tusschen de groote steden. Maar toch is het nog voorloopig niet te verwachten, dat de electrische drijf kracht den stoom spoedig verdringen zal. De electriciteit heeft bij het ver voeren van zware lasten en bij greote afstanden altijd nog te veel nadeelen, terwijl de stoomlocomotief zich wat snelheid en trekkracht betreft, in den laatsten tijd zeer sterk heeft ontwikkeld. Wel is waar is de grens der ontwik keling bijna bereikt, terwijl de elec trische drijfkracht pas begint zich te ontwikkelen en te verbeteren. Dat zien we het best bij den automobiel of motorwagen, het rijtuig der toekomst. De electriciteit staat met benzine, spiritus en ook met den stoom in leven dige concurrentie en volgens de mee ningen van bekw ame technici zijn slechts de electrische motorwagens geschikt, alle wenschen en verwachtingen te vervullen en zullen zij aan de gruwzame belee- digingen van gehoor- en reukorganen van het publiek een einde maken. Eer het echter zoo ver is, moeten nog een aantal technische problemen opgelost worden. Voorloopig zullen de wagens met benzine en spiritus en de motorrijwielen de leiding wel houden, vooral, omdat zulke voertuigen van de nieuwste con structie een snelheid hebben, grooter dan een locomotief. Motorwagens met een snelheid van slechts 50 kilometers per uur, gelden bij de sportlui reeds niet meer als modern. Men gebruikt ze voor het vervoer van personen en goe deren, en ze zijn uitstekend geschikt om lokaalspoortjes te vervangen, omdat geen aanleg van een weg noodig en het onderhoud minder kostbaar is. Niet slechts op het vasteland, ook te water tracht men de grootst mogelijke snelheid te bereiken en het reizen op zee, met de moderne reuzen-stoom schepen is een waar genoegen. Zij vol doen niet alleen aan alle eischen, welke men zou kunnen stellen met betrekking tot een aangenaam verblijf, maar ook de snelheid laat weinig meer te wen schen over. De snelheid van stoom schepen in verschillende landen bedraagt soms 19 Vs zeemijlen (1 mijl is 1855 M.) In Duitschland beproeft men nog steeds de snelheid te verhoogen, doch elders wordt berekend, dat een snelheid boven de 21 zeemijlen zich niet meer betaald maakt. In Engelsche en Ameri- kaausche vaktijdschriften is over deze zaak een levendige pennestrijd gevoerd, waarbij vooral de aandacht gevestigd werd op de omstandigheid, dat op boo ten met de grootste snelheid de 1ste klasse altijd het best bezet is. Voor het reizend publiek is in den regel de snelheid van het verkeers middel de hoofdfactor en de rest komt in de tweede plaats. Niemand zal dan ook, vooral met het oog op de groote voordeelen van het samen gereisd hadden, wist Rockhurst eigen lij k nog niets van zijn metgezel dan dat hij David Grant heette en uit Transvaal kwam. Maar hoewel hij zoo stilzwijgend was over dat ééne onderwerp, was Grant ver der zijn gezelschap wel waard. Nu en dan liet hij peinzend den blik weiden over het groote uitgestrekte veld en dan plachten zijn oogen een uitdrukking van smachtend verlangen aan te nemen, maar over 't ge heel was hij opgeruimd en hoe meer mijlen van den ruwen weg geduldig waren afge legd, des te vroolijker werd zijn lachen des te opgewekter zijne stemming, terwijl on bewust zijn vingers te vaker den leeren gordel zochten, onder zijn vest om zijn middel gegespt. Die zenuwachtige beweging verried hem, want de lynxoogen van Rock hurst volgden al wat hij deed. Diamanten I" zei Rockhurst tot zichzelf en zijne oogen fonkelen bij het denkbeeld. Dien ganschen voormiddag, terwijl zij „op trek" waren onder de verschroeiende zon, en ook op den middag, toen zij een paar uur uitspanden aan de grenzen eener hoeve, spookte hem dat woord door den geest. Het zedelijk gevoel van Mr. James Rock hurst was niet heel hooggestemd en zijne denkbeelden omtrent recht en onrecht wa ren zeer rekbaar. Dien avond hielden de reizigers bij een klein riviertje halt voor hun nachtverblijf. De Kaffers maakten vuur aan en daarop werd hun sober avondmaal gekookt. Toen rookten de twee blanken hunne pijp en strekten zich daarna uit op den hangmat in den wagen, terwijl de zwarten smoor dronken werden na eene flesch brandewijn, die zij hadden meegebracht van de hoeve, waar zij het laatst hadden uitgespannen. Tegen middernacht ging Rockhurst voor zichtig overeind zitten en luisterde scherp. moderne snelverkeer voor handel en nijverheid, den goeden ouden tijd terug- wenschen, toen een reis naar Amerika eenige weken in beslag nam en een reis van Groningen naar Amsterdam met de postkoets 7 dagen duurde. Wanneer echter eenmaal de electri citeit als krachtbron de plaats van stoom heeft ingenomen, dan zullen we nog geheel andere dingen beleven, dingen, waarvan onze wijsheid zich nu de rechte voorstelling niet weet te maken. Kuiteitlaiid. De Belgische Kamer heeft Woensdag het wetsontwerp in zake de haven- en verdedigingswerken van Antwerpen in zijn geheel bij tweede lezing aangeno men met 82 tegen 77 stemmen en drie onthoudingen. De socialist Vandervelde verklaarde dat zijn partij tegen alle militaire las ten was en protesteerde tegen de in menging van den Koning in de zaken van de Kamer. Het wetsontwerp is den Senaat toe gezonden. De Matin verneemt uit Brussel: In België duren de toebereidselen voor een mobilisatie voort. Dinsdag ochtend om half zeven werd alarm ge maakt in de kwartieren van het 13de linie-regiment te Namen. Een uur later trok het regiment op voet van oorlog uit de kazerne naar de forten van Mai- seret, Andoy en Dave, waar het tot nader order zal blijven. Verder werd liet 1ste lanciers in velduitrusting op het kazerneplein ge schouwd. Aan het station te Antwer pen staat een trein van 20 rijtuigen onder stoom, om zoo noodig de com pagnieën genie voor de stellingen aan de Maas over te brengen. Yolgens ambtelijke telegrammen van dr. Solf, den Duitschen gouverneur te Apia, op Samoa, heeft een vulkanische uitbarsting op het eiland Savaii alle plantages en gebouwen verwoest, met uitzondering van de roomsche kerk en de kerk van het Londensche zendings genootschap. Jazulot, de gewezen directeur van „du Printemps" te Parijs, is, met toe passing van de opschortingswet, veroor deeld tot één jaar gevangenisstraf en 3000 frs. boete, ter zake van misbruik van vertrouwen en het ten eigen bate aanwenden van 3.000.000 frs. Al weer is in Frankrijk een spion gearresteerd of althans iemand die van De geregelde ademhaling van zijn metgezel overtuigde hem, dat deze den vasten slaap sliep, volgend op een dag in den zadel, en het harde, wanluidende gesnurk, dat oprees door den bodem van den wagen, verzekerde hem, dat er niets te vreezen was van de Kaffers, die er onder lagen, versuft door den drank, waaraan ze zich hadden te bui ten gegaan. Zoo zachtjes mogelijk trok hij het gor dijn van den wagen ter zijde. Daar buiten had de volle maan het veld hervormd in een oppervlak van bevrozen zilver. Het prachtig Zuider Kruis zag neder op het kalm tooneel, zoo ganschelijk in contrast met de booze gedachten, die den geest van hem, die daar waakte, vervulden. De ossen lagen rustig in de nabijheid en Grants paard stond onbewegelijk, zich scherp afteekenend tegen dien tooverachtigen achtergrond, vast gebonden aan den stam van een prikkel- boschje. Een straal der maan viel door het weggeschoven gordijn en speelde zachtkens over het glimlachend gelaat van den slaper, terwijl Rockhurst zich over hem heen boog en zijne handen tastten naar den gordel der rustende gedaante. Aan de eene zijde van den gordel was een klein zakje beves tigd. Dit maakte de roover los en liet het in zijn eigen zak glijden. Het slachtoffer, van alles onbewust, bewoog zich even in zijn slaap en mompelde „Maggie"; maar hij werk niet wakker. „De dwaas droomt van zijn liefje," fluis terde Rockhurst, terwijl hij zich zachtjes van den hangmat liet glijden en het zadel van den vloer nemend, stil den wagen ver liet. Buiten stond hij een oogenblik stil om het zakje open te maken en zich te verzekeren, dat het bevatte wat hij ver wachtte: enkele ruwe keisteenen, diaman ten in hun „huls"toen bond hij het paard los, leidde het voorzichtig een eind voorbij den wagen, zadelde het en op zijn rug springend, verdween hij snel over de door de maan beschenen vlakte. Dien ganschen nacht zette de schuldige het dier aan, zoo goed mogelijk op het begane pad blijvend. Ook geheel den vol genden dag ijlde hij voort, slechts twee maal ophoudend bij eene eenzame hoeve om eten voor zichzelf en zijn beest te vra gen. Hij was geen kenner van diamanten en kon zich geen denkbeeld vormen van de waarde van zijn buit, maar hij ver beelde zich dat die wel eenige honderden ponden zou bedragen. Hij was den beroofde een goed eind vooruit en dat wilde hij blijven. Het programma, dat hij bij zich zelf opmaakte, was het volgende: hij zou zich rechtstreeks naar Graaff Reynet rich ten, daar den trein naar Port Elisabeth nemen en dan onder zeil gaan naar de eene of andere verwijderde haven. Vast besloten dat doel te bereiken, spaarde hij noch zichzelf noch zijn ros en dien avond hield hij halt bij eene eenzame hoeve, waar het licht eener kaars uit een der ra men scheen. Het aanzien van het huis deed niet vermoeden, dat de bewoner gezegend was met aardsche rijkdommen. Het lage, uit leem opgetrokken gebouw was klein en er lagen maar enkele, onaanzienlijke schuur tjes en kraals omheen. Toch besloot Rock hurst daar te blijven en om een nachtver blijf te vragen. Afstijgend, naderde hij het huis en gluur de angstig door het raam zonder gordijnen in de verlichte kamer, maar wat hij daar zag, was ver van het gezellig tafereel, dat hij verwachtte. Op een lage rustbank, die tot bed was herschapen lag een ziek kind, een klein meisje, van een jaar of drie, vier, rusteloos heen en weer te woelen, in hare koortsige spionnage wordt verdacht, ditmaal op het Lyonsche station te Parijs. De man droeg de uniform van Fransch infan- terie-luitenant en was te Montreux in den Parijschen sneltrein gestapt. Men vond bij hem een groot bedrag aan geld en vele documenten en kaarten. In het groothertogdom Luxemburg zijn twee Duitschers uit Malstatt-Bur- bach (Rijnprovincie) opgepakt, die drie valsche biljetten van duizend mark hadden uitgegeven. De police heeft bij een hunner de stempels en vormen ge vonden, die voor de vervaardiging van het valsche papier dienden. In Duitsch land zelf hadden zij daags tevoren ook reeds twee valsche bankjes van duizend gewisseld. Te Newry in Ierland is weer een van die agrarische misdrijven gepleegd, die vooral in een vroeger tijdperk dat land berucht hebben gemaakt. Op een een zame hoeve woonden een oude vrouw van tachtig jaar en haar dochter. In den nacht van Zondag op Maandag werden zij wakker doordat het huis in brand stond. De twee vrouwen wisten nog de buitendeur te bereiken, maar de deur was met touwen vastgesjord. Ten slotte redden zij zich door een raam. De hongersnood in Japan heeft met het invallen van de koude een schrik- barenden omvang aangenomen. Er ster ven eiken dag honderden menschen van kou en honger. In het Zwitsersche kanton Walliser- land dreigt een groot stuk berggrond in te storten. Het ligt ten oosten van de Diablerots en is ongeveer een kilo meter lang en 300 meter breed. Het is al eenige dagen in beweging. Er ont staan groote spleten, en verscheidene boomen zijn reeds ontworteld. In het bergdorpje Grugnay zijn de menschen begonnen hun huizen te ontruimen. De afschuivende berggrond nadert tot dusver wel niet snel, in een nacht on geveer 10 meter, maar men hoort in het dorpje toch al onderaardsch ge rommel, en de groote spleten in den grond, die zich duidelijk afteekenen op het witte sneeuwveld, komen steeds dichterbij. Ook de dorpen Chamoson en St. Pierre acht men niet buiten ge vaar. Volgens een telegram uit Peking heeft de keizerin-weduwe van China bevolen, dat haar zoo spoedig mogelijk alle princen, die voor troonsopvolging in aanmerking komen, worden voorge steld. Zij heeft het voornemen, uit de uitstekendste onder hen er drie of vier sluimering, terwijl zij pijnlijk kreunde, en in een stoel voor het doovend haardvuur zat een bleeke, uitgeteerde vrouw, mager en holoogig van de lange nachtwaken, ge dompeld in die diepe vergetelheid, welke alleen over ons komt, ale de natuur geheel is uitgeput. „Pokkenriep Rockhurst uit, toen hij de symbtomen der afschuwelijke ziekte op het gezicht der kleine lij deres herkende. „En erg ook. Ik maak, dat ik hier zoo gauw mogelijk vandaan kom al moet ik ook den heelen nacht op het open veld door brengen." En weer in den zadel springend, zette hij het vermoeide dier aan. Maar hoe hij ook zijn best deed, hij kon dat gezichtje, mismaakt door de noodlottige vlekken, niet vergeten. Plotseling wendde hij den kop van zijn paard. Er was iets, dat hem drong terug te keeren naar de hoeve. Voor de tweede maal naderde hij het venster, waardoor het licht scheen en keek naar binnen. Het was van boven opengeschoven, en terwijl hij stond te kijken naar dat aandoenlijk tafereel, bewogen zich de smachtende lippen van het patiëntje en lispelden zachtjes „Maatje, ik wou wat drinken Op de tafel stonden een kan en een glas, maar de vrouw in haar stoel was doof vor het klagend stemmetje. Vier dagen en nach ten achtereen had zij zonder ophouden ge waakt bij het ziekbednu was hare kracht uitgeput, de slaap had zelfs de toewijding eener moeder overwonnen en alleen eene aardbeving had haar op dat oogenblik wel licht kunnen wekken. „Maatje, 'k wou drinken 'k wou drin ken, maatje maatje" klonk het weer, nog zwakker van het rustbed. HÏÏSBL4D Naar het Engelsch. Slot volgt.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1906 | | pagina 1