liet Land van Neusden en Allena. de Langstraat en de Bommeierwaard. Herinnering. Buiten wrattE Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2&03. Zaterdag 17 Februari FEUILLETON. '1£7 UW9 VAN ALTEN^ VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1906 Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77s ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijda-g avond ingewacht. Welke tijd is beter geschikt voor herinneringen dan de lange winter avonden? Die avonden, waarop bet mannelijk gedeelte van de familie, voor zoover er geen bezwaar bestaat van botsing met de inwendige organen, met pijp of sigaar is gewapend, het vrou welijk gedeelte met een of ander hand werkje bezig is, en men zich dan echt- gezellig tot praten zet. Dan beginnen grootvaders te vertellen van strenge winters van het jaar zooveel door vaders wordt er dan verteld van hunne kwajongensstreken en hoe zij schaatsen leerden rijden zeer tot genoegen der jongere leden van het gezelschap, die dan op school later vertellen, wat hun vaders hebben durven doen. Zijn de kinderen echter reeds jonge lieden, jongemannen wien het eerste dons leeds om de lippen speelt, en die het wagen van een meisje te spreken (voor zoover men kan zeggen dat het gewaagd is) of jonge dames die opge stoken haar hebben en een jongmensch hebben ontmoet (natuurlijk niet „ge sproken") maar bij het noemen van wiens naam zij op vaders of moeders toevallig naar hun kant gerichten blik, beginnen te blozen, dan begint vader meestal met een „nietwaar moeder" ook te vertellen van zijn vrijage en moeder geeft de inlichtingen, vult aan waar vader te kort schiet of iets vergeet en beiden vertellen om strijd van hun listen om elkaar te spieken, zonder dat ze „gesnapt" werden of dat de oude ltiidjes het bemerkten. Ze zijn onbetaalbaar die avonden, ze geven oude herinneringen weer, ze doen ons herleven in die tijden van rozen geur en maneschijn, van een hoopvol verlangen naar een toekomst die was, die nu reeds voor hen „verleden" is. Herinnering het komt van her inneren. „Her" beteekent naar ons toe en „inneren" beteekent te binnen bren gen. Het is een heerlijk iets. Bijv.: Gij komt in uw kamer. Op uw tafel staat, een portret, ligt een bloem, een brief die onschuldige voorwerpen, zij tooveren weer geheele periodes van uw leven voor uw geest. Een brief (1. Langs de havenkade wandelde een aardig jong paar en liep druk keuvel^ide heen en weer. De jonge, kloeke visscher, Arie Stroom- berg, was een der beste matrozen van den logger „Anna Maria." Zij, een glundere, blonde maagd van drie-en-twintig jaren, dochter van schipper Rondersen Klaartje geheeten, was Arie's bruid. Eerst gisteren waren zij samen naar het stadhuis geweest om zich in ondertrouw te doen opnemen en tegen Kerstmis zou hun huwelijk vol trokken worden. Dat was een blij vooruitzicht Van Kerstmis tot Vrouwendag, dus tot begin Februari, bleven de visschers aan wal, om in dien tijd het vaartuig, de tuigage en den voor het visschen benoodigden in ventaris weer eens flink na te zién en in goeden staat te brengen. Reeds nu lagen er verscheidene vaar tuigen in de haven gedeeltelijk afgetuigd en onttakeld, doordien ze toch niet weer voor Februari zouden zee kiezen. Schipper Ronders echter was met zijne reederij overeengekomen voor Kerstmis nog een tocht naar de Doggerebank te maken, om te trachten met de beugvisscherij nog een duitje te verdienen. De „Anna Maria" was tijdens de haring- visscherij bijzonder ongelukkig geweest; zij had een geringe vangst gehad en later het grootste gedeelte van het netwerk in een hevigen storm verloren. Slaagde de voorgenomen beugtochteenigs- zins naar wensch, dan zou het geleden ver- herinnert u aan een verren vriend, een bloem of portret aan iemand die u gansch niet onverschillig is, een lok haar of een of ander voorwerp, wat uw oog ziet, een afgestorvene. Gij denkt u weder in de tijden met dien vriend doorleeft; gij krijgt weder voor uw geest de woorden gewisseld, met degenen die(n) gij lief hebtgij leeft weer in den tijd uwer afgestorvene. Dat portret, die bloem, zij leven weer voor u; zij roepen u toe dagen van geluk, van groot, in-groot gelukhet roept voor uw geest een sterfbed van een moeder of vader, zij doen weder levend worden die tijden van weleer. Gij zijt in samenspraak met het ver leden, gij denkt weer in het verleden en menigmaal gebeurt het, dat gij op staat met een traan in uw oog en een vragend „waarom" op uwe lippen. Hoe veelvuldig zijn niet de feiten der heiinnering: van droefheid, van angst, van ongeluk; van tranen en gebeden, maar ook van kracht en bloei, van geluk eu vrede. De herinnering is of zonnig of duister maar elke her innering, van welken aard ook, heeft zijn licht en schaduwzijde. Bilderdijk schreef: „in het verleden ligt het heden, in hetgeen is, wat ko men zal." Wij wenschen echter een stapje verder te gaan en „in het ver leden de plicht der toekomst zien." Waarom? Stellen we ons het „ver leden" ongelukkig voor, kunnen wij dan niet trachten te zorgen dat de toekomst helderder wordt? Is ons ver leden voor ons dan niet de plicht die wij ons voor onze verdere levensbaan voorschrijven. Leert het verleden, leert de herinnering aan ons ongeluk ons dan niet, dubbel op onze hoede te zijn voor schending onzer toekomst van welken aard ook? Zijn die herinnerin gen dan niet even zoo vele wrakende spoken van verschrikking, die ons voort durend met stentorstem toeroepen Me mento fatorum Herinner u uwe lot gevallen. Wees wijzer voor uwe toekomst. Komen wij echter tot beschouwing der keerzijde: onze herinneringen zijn aangename, ons verleden is vroolijk oplaaiend in ons geheugen geluks- weerschijn, evenals een gouden horizon nog getuigenis geeft van een heerlijken zomerdag dan is er ook een plicht. Trachten de toestand te bestendigen lies althans weer voor een groot deel wor den hersteld en voor de visschers boven dien nog een voordeeltje opleveren, dat hun bij den naderenden winter uitstekend kon te pas komen. Het jonge paar zou liever hebben gezien, dat het voorstel van den Hinken schipper door de reederij maar ware afgewezen ge worden want nu nog te moeten scheiden, nu Klaartje bruid en Arie bruigom heetten, vonden de jonge menschen wel wat heel hard. Toen de „Anna Maria" dan ook tegen den avond uitzeilde, toefde heel aan het eind van de kade, het blonde bruidje, dat haren bruigom met den zakdoek een vaarwel toewuifde, zoolang zij iets van het vlugge scheepje kon gewaar worden. Arie, op zijn beurt, was een stuk het want ingeloopen en wuifde daar van uit zijn hooge verblijfplaats met den zuidwester zijn bruidje toe en voegde er in stilte de zoetste naampjes bij aan het adres van haar, die weldra met hem zou verbonden worden. Dat beloofde voor hen een prettig Kerst feest te zullen worden In dien geest liet hij zich ook gedurig tegen zijn makkers uit, waarbij deze dan glimlachten of hem plaagden. Schipper Ronders zei echter meermalen tot zijn aanstaanden schoonzoon „Tusschen nu en Kerstmis kan er nog heel wat ge beuren, jong I Wij willen hopen, dat alles goed gaat en wij vroeg genoeg weer thuis zijn." De ervaren visscher wist bij ondervinding, hoe dikwijls de zee menschelijke plannen verijdelt en berekeningen doet falen. De reis naar de plek, waar men de visscherij wenschte uit te oefenen, was werkelijk voorspoedig en ook de beug visscherij zelf leverde eene veel betere uit komst, dan de stoutste verwachting zich had durven voorstellen. minstens liefst de toekomst, hoe goed het verleden ook is, nog beter te ma ken want „stilstand" heet „achteruit gang." Trachten we ons eene gelukkige om geving te scheppen, te verwarmen hen die om ons heen zijn, met onze die nende liefde, met hulpbetoon. De toe komst, niet in eigen klein men schige krachtsover8chatting, maar met blij moe- j dig vertrouwen, tegen te gaan. Herinnering het moge zijn een wrange vrucht door het beleggen (de toekomst) wordt zij rijp. Herinnering het moge zijn een rijpe vrucht, zij geeft genoegen bij het heden, een opwekkende nasmaak voor de toekomst. Zijn de herinneringen der uwe treu rig, troost hen en u zelf mat een hoop vol verlangen op de toekomst. Voor hen, die hun zelf kennen, en zelfkennis is hooge kennis, is de toekomst niet on doorgrondelijk. Missen wij de kracht vooruit te zien, ons door den Schepper in zijn onna speurlijk scheppingsprogram onthouden, toch missen wij niet de daadwerkelijke macht, eenigen invloed op onze toe komst door eigen wil uit te oefenen. Moge het echter dan bij het vaststel len van onze verdere daden steeds de grondgedachte zijn dat „de herinnering aan het verleden moet zijn, de plicht voor de toekomst." ifiuitenland. In de laatste maanden werden telkens schoolmeisjes uit dorpen in den Eifel aangerand, zonder dat men den dader in handen kon krijgen. Pas geleden was weer een meisje van veertien jaar verkracht en daarna vermoord. Een telegram uit Aken meldt dat men den onmensch nu eindelijk op heeterdaad heeft kunnen betrappen. Hij is daar zwaar geboeid naar de gevangenis ge bracht. Het ongeluk met de electrische tram bij Keulen is, volgens een mededeeling van de directie, volkomen onbegrijpelijk. Om 3 uur 's middags was de wissel nog door een beambte schoongemaakt, gesmeerd en in orde bevonden. Ook na het ongeluk was er niets bijzonders aan den wissel te bemerken. Een automa tische verlegging van de wisseltong is onmogelijk, omdat het gewicht aan den hefboom zoo groot is dat het alleen Toen men drie etmalen was bezig ge weest en de schipper eens ging monsteren hoeveel zoo ongeveer de vangst bedroeg, zei hij tot zijn volk: „Tot vanavond zullen wij nog visschen, jongens, en dan gaan wij naar huis toe". Vooral Arie klonken deze woorden als muziek in de ooren. „Schipper", zoo sprak nu een der oudste matrozen, „heb je al gezien hoe de baro meter zakt?" „Ja, Klaas", was het antwoord; „en als je 't mij vraagt, moet ik zeggen, dat mij de lucht ook niets aanstaat". ,,'t Is een verstopte lucht, hernam Klaas, met een visschersterm„je kunt er alles uit krijgen uit zoo'n lucht, behalve goed weer". Het duurde dan ook geen uur, of schip per Ronders achtte het raadzaam om de beug in te halen en klein zeil te laten zettenhet beloofde een stormachtigen avond te zullen geven. Nauwelijks was men dan ook gereed mét het inhalen en bergen van beuglij nen, 'visch, brails en wat er meer toe behoort, toen de zee al meer en meer onstuimig werd en de wind hand over hand begon te wakkeren. De „Anna Maria" zette koers naar het vaderland en moest, wijl de wind zuid westelijk was, tegen wind en stroom in laveeren. Pas had de logger zoo een paar uren over bakboord geloopen, hevig tegen de opgezweepte golven kampende en nu en dan eens door den kop eener golf beloopen, die wild haar schuim zelfs tot hoog in het zeil deed opspatten, of een der mannen gaf den schipper kennis een vaartuig in lij te zien. „Arie", sprak de schipper tot zijn toe- komstigen schoonzoon, „krijg jij eens den kijker; dan willen wij eens zien wat 't door mechanische kracht bewogen kan worden. Er blijft dus niets anders over dan aan te nemen dat het een of andere boosaardige individu den wissel moed willig verzet had. Een allerbrutaalste overval heeft eer gisteren plaats gehad op het bijkantoor der staatsspaarbank in de Sabalskanski Prospect te St. Petersburg. Twaalf ten deele gemaskerde personen in werk- manskleedij drongen binnen in het ge bouw; zes bezetten de zaal, de andere zes de uitgangen. Het aanwezige pu bliek geraakte in een paniekde kas sier loste zijn revolver op de roovers, die terugschoten, maar hun doel niet bereikten. Bij de zestien schoten, die zij losten, werd een man gedood en diens vrouw zwaar gewond. Ook een der roovers werd gedood en twee zwaar gewond weggebracht. Een leerling van het Alexandergym- nasium te Riga geeft getracht den di recteur met een dolk te vermoorden. De aanslag is misluktde dader is ge vangen genomen. Volgens een bericht uit Boegoelma iti het Russische gouvernement Samara gelastte de militaire bevelhebber aldaar aan 425 recruten om een marsen te ma ken naar Boegoeroeslan. Wegens een verschrikkelijken sneeuwstorm vroegen de recruten om uitstel, maar vergeefs. In lichte kleedij begonnen de mannen toen den tocht; Onderweg bleven 25 recruten achter en vroren dood; een groot deel der anderen had wonden door de vorst opgedaan bij aankomst. De be volking heeft zich beklaagd bij den mi nister van oorlog. De Mohammedaansche inwoners van het dorp Terskaja in den Kaukasus wei gerden om een afdeeling cavalerie voer voor haar paarden te geven. De bevel hebber gaf toen last op het volk te vu ren; 40 personen lieten het leven. Dezer dagen had de Petersburgsche correspondent van de Tribune een on derhoud met den beroemden letterkun dige Gorki, welke verklaarde, niet te gelooven, dat de Russische regeering de onderdrukking van den revolutio nairen geest in het tsarenrijk ooit zal bereiken. Integendeel wordt ze gedwongen con cessies te doen en dat voornamelijk om finantieele redenen, maar ook, omdat ze niet tegen de steeds dieper gaande beweging op kan en ten slotte omdat ze te dom is om te begrijpen, dat men voor een landsman is". Toen de schipper eèff" poos door zijn verrekijker had getuurd, zei hij „Jongens, 'tis daar geen klaar spul aan boord; 't is of het vaartuig een noodsein in 't want heeft; we zullen eens een paar streken afhouden. Viert de schooten maar wat op!" Aan dat bevel werd aanstonds voldaan, en nu schoot de logger veel vlugger voor uit dan daar straks, toen men het scheepje zoo nu en dan eens met den kop op eene zee moest laten loopen, die anders wat al te zwaar over het vaartuig zou kunnen heenploffen. Pas had men een kwartiertje zoo geloo pen, toen de geoefende visschers reeds met het bloote oog konden zien, dat het sei nende schip een kleine schoener was, die heel diep lag en eene noodvlag in het want voerde. „Die schuit ligt leelijk diep", sprak de schipper; „ze is zeker lek en ik geloof, dat 't volk wenscht er te worden afgehaald. Ik zal er even voor over houden en dan wenden. Wij moeten probeeren er zoo kort langs te loopen, als maar eenigszins moge lijk is en de zee toelaat". Dit plan werd uitgevoerd, en toen Arie door den kijker tuurde, nadat men den schoener tot op od ge veer driehonderd meters genaderd was, zag hijvoor zoover de sche mering dit toeliet, dat het scheepje scheen te zijn aangevaren en een ingedeukten boeg vertoonde. Een deel der bemanning was ijverig bezig met pompen, terwijl de overige schepelin gen uit alle macht om hulp schreeuwden en met kleedingsstukken zwaaiden. „Ik zie niets van een sloep", sprak Arie de scheepsboot is bij de aanvaring mis schien verbrijzeld". „Hoe moeten wij dan de arme kerels redden?" vroeg de schipper en voegde er bij: „De zee is al te ruw voor onze boot het volk niet meer met halve maat regelen bedriegt. Wanneer de regeering doorgaat met haar onderdrukking, dan is een nieuwe opstand onvermijdelijk. Persoonlijk ben ik er van overtuigd, zei hij, dat zich weldra een nieuw oproer zal voordoen, dat vreeselijk zal zijn. En ik geloof niet, dat het gouvernement dit tweede oproer zal kunnen verstikken evenals het vorigehet leger wil geen burger oorlog meerwanneer deze burgeroorlog ooit weer uitbreekt, is het einde van het tsarenrijk nabij. Te Pisa heeft de artillerie-luitenant Gaetano Ventura dezer dagen geschoten op den koopman Balestri, diens schoon moeder en het twaalfjarig zoontje van eerstgenoemde. Balestri is aan zijn won den overleden; de beide anderen ver- keeren in levensgevaar. Aanleiding tot de daad was Ballestri's weigering om een wissel, dien hij van Ventura had, nog eens te verlengen. De moordenaar vluchtte na zijn daad, maar werd den anderen ochtend te Li- vorno gepakt. Naar de Times uit Tandzjer verneemt heeft een Fransch syndicaat den Ma- rokkaanschen troonpretendent een mil- lioen frs. te leen aangeboden en 70,000 geweren met schietvoorraad, tegen con cessie van de geheele kust tusschen Melilla en de Algerijnsche grens, met inbegrip van het achterland. Say, stich ter en eigenaar van Port-Say, in Alge- rië, brengt thans te Parijs het noodige geld bijeen. De Franschen iaden den pretendent aan, dadelijk tegen Fes op te rukken zoodra hij geld en wapens ontvangen heeft. De Chineesche regeering heeft den onderkoning van Foesjan last gegeven tot onmiddellijke terechtstelling van den aanvoerder van het gepeupel, dat den Engelschen zendingspost teSjang- poe verwoestte, en de andere schuldi gen streng te straffen. De onderkoning deelde mede, dat het oproer ontstond, doordat een Chinees gevangen werd gehouden in de Katholieke missie, waarop toen door de bevolking een aanval werd gedaan. Nu eenmaal de vreemdelingenhaat was opgewekt, ver nielde het gepeupel het Engelsche zendingsgebouw. Zoodra mogelijk wer den troepen afgezonden, die het vuur openden op de opstandelingen en 12 hunner doodden. Op de Turksch-Perzische grens is een ernstig conflict ontstaan, hetwelk zich en ze kunnen er ook niet allemaal in; er zijn er zeker wel 'n stuk of acht". „Maar we kunnen nog veel minder toe laten, dat ze verdrinken", sprak de kloeke Arie. „Wat zou jij dan willen doen?" vroeg hem zijn aanstaande schoonvader. „Als er nog twee man zijn, die met mij meegaan", zei Arie vastberaden, „dan gaan wij er met onze boot op af. Wie gaat er mee, jongens?" Piet van Doorn en Dirk Stuil, twee ka meraden van ongeveer gelijken leeftijd als Arie, boden zich aan met hem het waag stuk te ondernemen. „Nu, dan maar gauw de boot buiten boord!" riep de bruidegom, die aan niets anders dacht dan om hulp te bieden aan de arme schepelingen, wier noodgeschrei het geraas van wind en golven overstemde. En zichzelf reppende, vuurde hij de an deren aan met de woordenToe dan, j on- gens, zoo gauw 't maar kan, want 't wordt al donker!" Schipper Ronders was trotsch op de moedige jonge mannen, maar toch dacht hij ook met bekommering aan zijn dochter, zijn eenig kind, hoe onuitsprekelijk haar smart zou zijn, als de heldendaad eens niet gelukte en de edele redders een prooi van hunne zelfopoffering moesten worden. Hij poogde zooveel hij kon dit denkbeeld te verbannen en vuurde daarentegen de overigen aan om spoed te maken. De boot kwam zonder averij buiten booid en in een oogwenk was het drietal kranige visschers er ingesprongen. Terwijl Piet en Dirk ieder een roeiriem hadden gegrepen, was Arie bezig met den stuurriem het ranke huikje zooveel moge lijk recht op de golven te houden. Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1906 | | pagina 1