land heeft August Bebel, den socia- listischen leider, uitgenoodigd in Peters burg een reeks voordrachten over het agrarische vraagstuk te houden. Bebel heeft de uitnoodigingaangenomen, maar het valt zeer te betwijfelen of de Rus sische regeering Bebel's bezoek aan Rusland wel zal toestaan. De correspondent van de Tel. heeft een bezoek gebracht aan de voorsteden en arbeiderswijken van St.-Petersburg, en wat hij daar aanschouwde is haast niet te beschrijven. Hij schrijft: De toestanden daar doen iemand vertwij felen. De kinderen zien er uit als ske letten, de vrouwen geelzuchtig en grauw van magerigheid; de mannen komen norsch en onwillig te saam, turen ver drietig naar de voorbijgangers, de brand stof en levensmiddelen. Het klinkt onge looflyk, en toch, toch is het boven alle fantasterij verheven de arbe'ders lijden honger 1 Ze hebben geen korst droogbrood in hun woning. De meeste fabrieken hebben arbeiders ontslagen en telkens weer opnieuw worden er met troepen weggezonden. De Baltische, de Putilowscbe, de Oduchowsche, de Ssemjannikowsche en andere kroon- en particuliere inrichtin gen smijten de arbeiders met honderden de straat opHet gevolg daarvan is, dat het volk naar de gratis spijsuit- deelinghuizen trekt. Maar wat gebeurt er nu weer? De huizen, waar eiken dag duizende en nog eens duizende menschen voor niemen dal gevoed worden, worden het een vodr, het andere na gesloten In nog geen week tijd, zijn er nu reeds tien door de politie gegrendeld De dagbladen zijn verontwaardigd, spuwen vuur en vlam tegen dergelijke practijken, maar niemand kan de vraag beantwoorden: „Waarom! waarom! wor den die hongerende menschen blootge steld aan zulke draconische politiemaat regelen. Ontzettend stijgt het aantal hongerlijders en niemand van hen, die de spijshuizen gesloten heeft, denkt er ook aan om die arme kudden men schen te voeden en verhindert niet tegenstaande dat, de nobele liefdadig heid de reddende hand uit te steken. De Daily Telegraph verneemt uit Sjanghai, dat volgens geloofwaardige berichten uit Wladiwostok, de onlusten daar geenszins ten einde zijn. Integen deel beginnen generaal Mistsjenko's tienduizend kozakken uit Odessa, die het garnizoen der vesting vormen, op roerig te worden, omdat zij terug willen. Uit Petersburg wordt aan de Times gemeld: Gedurende de maand die den 7den Februari eindigde, heeft de Rus sische regeering in het geheele rijk 58 redacteurs gevangen gezet en 78 bladen geschorschtden staat van beleg afgekondigd in 62 plaatsen 1716 men schen te Petersburg en ÏO.OUO in de provincie in hechtenis laten nemen aan 1±00 menschen werd, Moskou niet meegerekend, de doodstraf voltrokken. De correspondent haalt het boven staande aan als proeve van de thans toegepaste onderdrukkingsmaatregelen. Hij raamt verder de scnade die de boerenonlusten door verwoesting van eigendommen hebben aangericht, op 72 millioen gulden. Een ooggetuige heeft aan den Peters- burgschen correspondent der Tribune de terechtstelling van 53 gevangenen, zonder vorm van proces, te Felin in het Oostzee-gebied, beschreven. Daar openlijk erkend is, dat Orlof gruwelijk huishoudt onder de oproerlingen van kort geleden, kan het verhaal best Hij stond op straat en nu begon hij te loopen zoo hard hij maar kon. Een poosje later werd Mevrouw de Lévig- nac geroepen voor het ontbijt. Zij stond op en riep: „George 1" Maar zij kreeg geen antwoord. Zij riep wat luider: „George! Kom ontbijten, ventje! We hebben roomkaas 1" Zeer terecht verwonderd, dat op zulk een verlokkende uitnoodiging geen ant woord kwam en alles stil bleef, ging Me vrouw de Lévignac naar den kant van het bordes en keek den tuin rond. Zij zag George niet, maar zij hield het voor zeker, dat het kind er toch was. Hij zat zeker hier of daar verscholen voor de grap of was zoo verdiept in zijn spel, dat hij haar niet hoorde. Nog eens riep zij „George, waar ben je dan toch, mijn jongen Nog kwam er geen antwoord. Toen werd de moeder door een onbestemde vrees be vangen. Zij ging snel de treden van het bordes af en liep den tuin rond. George was er niet. Dat verwonderde haar. Zij was zeker, dat hij niet in huis was gegaan, terwijl zij laswant hij had langs haar moeten komen en de lieve guit kwam haar nooit voorbij of hij moest even aangehaald worden. Zij riep tot het kindermeisje: „Josephine, waar is mijn kind Die vraag uit den mond eener moeder heeft altijd iets van eene beschuldiging. Het meisje kwam aanloopen en ant woordde verlegen „Mevrouwik weet het nietDe jongeheer George was zooeven nog hier." Slot volgt.) waar zijn. „Nadat een groot gat was gedolven, zoo vertelde de man, werden vier gevangenen op hun knieën op den rand geplaatst, met hun gezicht naar den kuil, die hun graf zou worden. De overige gevangenen moesten het aanzien op korten afstand. Met een paar salvo's lagen alle vier weldra in den kuil. Toen kwamen er weer vier en zoo voort. Elke nieuwe groep moest de stuiptrekkingen van de in den kuil liggende voorgangers aanschouwen al vorens denzelfden weg op te gaan. Toen alle 53 terechtgesteld waren, werd er op den hoop lichamen, in sommige waarvan nog leven was, xalk en zand gegooid en klaar was het". Professor Kaismin Karavaef schrijft als protest tegen deze wijze van doen in de Roes: „Kogels! kogels! kogels! Kinderen worden doodgeschoten omdat hun ouders zijn gevlucht of zich ver schuilen; anderen worden bij vergis sing doodgeschoten en ter verklaring heet het een „droevig misverstand". Velen schiet men dood krachtens de beslissing van een niet-bestaanden krijgsraad. Er wordt geschoten in de Oostzee-provincies, in den Kaukasus, in Siberië, in Warschau. „Voor dien ging dat summiere schie ten zijn gang in en rondom Moskou. Tien-, honderdtallen van menschen zijn doodgeschoten en worden het nog. Aangehouden en in de steenen cellen opgesloten lieden staan niet terecht; men haalt ze er uit en schiet ze zonder onderzoek dood. Waar is het eind van deze hel?" De Daily Mail verneemt uit Ixopo (Natal): De staat van zaken verbetert er niet op. De algemeene indruk is dat men met de verzoenende taktiek jegens de Kaffers de uiterste grens heeft be reikt. De commandant van de troepen die van de tuchtigingskolonne deel uit maken, heeft volledige vrijheid van han delen. Maar de vrees dat de Engelsche regeering ten bate van de kaffers tus- schenbeide zal komen, heeft een neer- drukkenden invloed. Aan de Standard wordt uit Durban geseind, dat een colonne van duizend man met artillerie naar Stanger aan de noordkust is gezonden, die zullen worden gevolgd door andere verster kingen. Naar men zegt, staan er dui zenden oproerige kaffers tusschen Stan ger en Creytown. De afzending dezer troepen wijst op bedenkelijke verwik kelingen evenals andere maatregelen, zooals requisitie van Paarden. Te Dur ban worden de blanken algemeen be wapend en de troepen gemobiliseerd te Maritzburg. Te Greytown heerscht een paniek. Uit Santiago (Chili) werd gisteren geseind: Er is brand uitgebroken in den schouwburg van St. Maarten door een electrische vonker zijn drie men schen gedood en een honderdtal ge kwetst. De brand woedt voort. In de bergstreek van de provincie Vicenza, in Italië, is zoo'n ontzettende massa sneeuw gevallen, dat de dorpen Castellochio en Torezza geheel geblok keerd zijn. Sedert twee dagen kon er geen postverkeer meer plaats hebben. Daarbij woedt er een hevige storm. Een merkwaardig natuurverschijnsel vertoont de Monte Sara op Sicilië. In den nacht van 18 Februari, die buiten gewoon donker was, hoorde de bevol king in het om den berg gelegen ge bied allerlei vreemde geluiden en bij het aanbreken van den dag zag zij tot hare verbazing en ontsteltenis groote modderstroomen van den berg neder dalen. Over de oorzaak is men het nog niet eens. Terwijl sommigen beweren, dat het een vulkanische uitbarsting is, meenen anderen, dat sedert eeuwen in het binnenste van den berg opgehoopte watermassa's zich eindelijk een uitweg hebben gebaand. Tn het dorp Pirawa in het sandsjak Doiran heeft weer een opzienbarende moord plaats gehad. Onlangs kwamen genoemd dorp binnen de veldwachter Sjakir Hoessein en andere Mohamme danen em vielen het koffiehuis aan, waarin zdch een aantal jonge Bulgaren, de grenswachter tegen den smokkel handel in tabak Achmed en een tweede Mohammedaan (een Zigeuner) bevon den. Zos Bulgaren en de Zigeuner wer den vermoord, twee Bulgaren zwaar, benevens twee Bulgaren en een Bul- gaarsch meisje licht gewond. Daar de door den kaimakam genomen maatre gelen tegen de moordenaars onvoldoen de leken, heeft Hilmi-pasja een bizon der onderzoek gelast. Ook de „burger lijke agenten." hebben zich ermee be moeid. Gisteren was het groot feest in Duitsch land. Terwijl het Keizerpaar hun zil veren bruiloft vierde werd het burgerlijk huwelijk van hun tweeden zoon prins Eitel Friedrich met hertogin Sophie Charlotte van Oldenbuig voltrokken. Onmiddellijk daarna had in de slotkapel de kerkelijke inzegening plaats, waar bij de opp«>rhofprediker Dryander het kerkelijk huwelijk voltrok en er aan herinnerde, dat het Keizerlijke echt paar 25 jaar geleden op dezelfde plaats voor het altaar heeft gestaan. De plech tigheid werd ook bijgewoond door het diplomatieke korps. Van politieke beteekenis is het bloot feit van een zilveren bruiloft, zelfs van de invloedrijkste vorsten, hoegenaamd niet. Het is het nu toch weer wel ge worden door de woorden, die de keizer gemeend heeft, juist in verband met den zeer gespannen Europeeschen toe stand, te moeten uitspreken. Uit zijn toespraken zijn van eenig gewicht de woorden, die hij sprak tot Albrecht van Pruisen, die hem uit naam van leger en vloot, kwam gelukwenschen. De keizer zei dat mijn eerste en laatste ge dachte bij mijn strijdkrachten te land en t.e water zullen zijn". En nog sterker, haast dreigendMoge God beschikken, dat er geen oorlog kome. Is hij echter niet te vermijden, dan ben ik vast overtuigd, dat het leger zich op dezelfde wijze zal houden als voor 35 jaar." Dergelijke woorden worlen natuurlijk in deze zenuwachtige politieke tijden op een goudschaaltje gewogen. Mevrouw Baart de la Faille te Lon den deelt in De Hollandsche Lelie het volgende mede: Een vreeselijk verhaal kwam mij de zer dagen nog ter oore, uit een geloof waardige bron. Een dame uit het West-End kwam laat 's nachts thuis van een bal, en toen ze in huis kwam, vroeg haar de politie„weet U waar uwe kinderen zijn „Boven, die slapen met de kin dermeid", antwoordde de verbaasde dame. Gaat U dan maar kijken zei de beambte. De dame ging goddank kijken en vond de bedjes leeg, ook het bed van de kindermeid. Doodsangst greep haar aan maar de politieagent kalmeerde haar. „Stapt U maar weer in 't rijtuig ik zal U wijzen waar ze zijn." Bij een danshuis hield hij stil en o, haast te vreeselijk om waar te zijn in de danszaal lagen de kin deren neergesmeten terwijl de „trou we" kindermeid danste. Als ik 't niet gehoord had uit den mond van een geloofwaardig persoon, zou je denken aan een leelijken stui versroman. Plaat«el|ik Mieuws. HEUSDEN, 28 Febr. De Vastenavonddrukte is weder achter den rug. Maandag en Dinsdag was het zoo wel bij dag als bij avond zeer levendig door maskers, die overdag het jonge volkje trachtten bezig te houden en 's avonds in Café's de balsmasqué bezochten. Van wan ordelijkheden vernamen we niet. Ook de tram maakte goede zaken, want ook van buitenaf kwamen veel feestvier ders opdagenvooral nu de feestelijkheden te 's-Bosch dit jaar veel geringer waren. WERKENDAM. Door de gemeente is gisteravond aangekocht, met het oog op eventueele vergrooting van het Raadhuis, het woon- en winkelhuis der weduwe Van den HeuvelVroegh, voor de som van f 2600.— GENDEREN. Het verlof om gezondheids redenen aan den heer Braams, hoofd der school,, verstrekt, is niet twee maanden, doch voor den tijd van drie maanden met behoud van traktement. NIEUWENDIJK, 27 Febr. De heerH. W. Aalden alhier, is benoemd tot onder wijzer te Broek op Langendijk. WIJK, 26 Febr. Heden morgen om streeks 6 uur werd onze gemeente veront rust door het luiden van de brandklok. Weldra bleek, dat het huis van den koop man A. de Waal in lichter laaie stond. De man was naar Gorinchem en de vrouw, die den brand eerst ontdekte toen de vlam men van het achterhuis haar tegemoet kwa men, had alleen den tijd hare kinderen in veiligheid te brengen. De brandweer, alsmede de burgemeester, was spoedig ter plaatse, maar kon weinig meer uitrichten. Alleen een gedeelte van het voorhuis is blijven staan, zoodat nog enkele meubelen gespaard bleven. Twee schapen kwamen in de vlammen om. In het achterhuis stond een brandend waschfornuis; men vermoedt, dat daardoor de brand ontstaan is. Assurantie dekt ge deeltelijk de schade. 's-BOSCH. Door de gemeente-politie is gisteravond in het nieuwe stadsgedeelte een man uit Kaatsheuvel aangehouden met een hondenwagen, waarin was verborgen een geslachte en aan stukken gesneden koe» die werd in beslag genomen en heden bij de keuring werd afgekeurd als schadelijk voor het verbruik. ALMKERK, 27 Febr. De hier bestaande zangvereeniging „Excelsior" is van plan a.s. Vrijdag in de openbare school hare eerste openbare uitvoering te geven. Het programma ziet er keurig uit, ter wijl de heer Vingerhoet, directeur der fan fare, zijn medewerking met een piano zal verleenen. Voor flinke afwisseling is gezorgd. BOMMELERWAARD. De Duitsche paar denhandelaars vinden in deze provincie voortdurend gelegenheid om zich van ge schikte paarden te voorzien. Drukker dan vroeger zijn de verschillende centra van paardenfokkerij door hen bezocht en steeds met gunstigen uitslag. Werden de vorige week nog door den Duitschen paarden handelaar Herz uit Croesfeld belangrijke aankoopen gedaan tot ongeveer een 200-tal dieren, thans weder worden door de be kende handelaars Wiechers en Heilbron in de Bommelerwaard op tal van plaatsen monsteringen gehouden van 1ste en 2de klasse paarden, merries en ruins van vier- tot tienjarigen leeftijd, onverschillig welke kleur. In midden- en benedengedeelte van de Bommelerwaard hadden verschillende fokkers gelegenheid tot verkoop aan prijzen van f 325 tot f 675. De drukke aankoop der laatste weken van paarden voor Duitsche rekening in ver band te brengen met een naderenden oorlog, is een gissing, die deugdelijken grond mist. Oorzaak zal wel zijn het verhoogd invoer recht, dat Duitschland primo Maart begint te heffen. Het vroegere tarief was 10 mark voor veulens en 20 mark voor de andere paarden. Thans voor paarden van zuiver koud bloed per stuk 50 mk. (mits de waarde niet hooger dan 1000 mk. is)idem 75 mk. (tot een waarde van 1500 mk.); idem 120 mk. (tot een waarde van 2500 mk.)andere paarden per stuk 72 mk. (tot een waarde van 1200 mk.); idem 120 mk. (tot een van waarde 2500 mk.) Veulens van de moe der af betalen 30 mk. IJlt ons Parlement. XIX. De Tweede Kamer heeft, voor zij voor eenigen tijd uiteenging, nog ge wichtige en spannende uren beleefd. In de beraadslaging over den toestand van het spoorwegpersoneel, waarmee ze allereerst nog bezig was, brachten noch de rede van den minister van Waterstaat, noch de betoogen van de verschillende sprekers veel nieuws, 's Ministers rede scheen er niet op uit om de houding, die de regeering in deze zaak zou aannemen, erg duidelijk te maken en wekten dan ook algemeene teleurstelling. De minister deed hier en daar een enkele toezegging, maar bepaalde zich er hoofdzakelijk toe om zijn ingenomenheid te betuigen met veel wat voor de verbetering van den toestand van het personeel gevraagd was, maar daarbij dadelijk op te merken, dat de uitvoering van maatregelen ter bereiking van een en ander op groote en vaak onoverkomelijke bezwaren zou den stuiten. Duidelijk bleek alleen, dat de minister niet van plan is de Stakings- wetten in te trekken, dat tegen wijziging van het besluit omtrent het scheids gerecht in principe bij hem geen be zwaar bestaat, dat wijziging van een besluit omtrent de Zondagsrust in over weging is en dat bij eervol ontslag niet op verzoek er gelegenheid behoort te bestaan om de redenen ervan aan een onderzoek van het scheidsgerecht te onderwerpen en dat zoo noodig schade loosstelling moet worden uitgekeerd, waaraan bij herziening van 't reglement de minister zal denken. De verschillende sprekers, die hierna nog het woord bekwamen, konden na tuurlijk niet nalaten hun meerdere of mindere ontevredenheid over deze toe- zeggingen te luchten en daarbij tevens nog eens te wijzen op allerlei, dat drin gend verbetering behoefde. Maar al spoedig schenen de heeren de zaak, waarover het ging, die immers de toe stand van het spoorweg-personeel was, geheel uit het oog te verliezen en ontspon zich naar aanleiding van ver schillende beoordeelingen van de hou ding der regeering in 1903 en van het recht van vakorganisatie een debat tot verdediging van allerlei persoonlijke meeningen niet alleen, maar van eigen houding eveneens. De heer Goeman Borgesius kreeg daarbij heel wat harde woorden te liooren over de rede, die hij gehouden had en over zijn houding nu en in 1903, zoowel van den heer Lohman als van diens partijgenoot Tal ma en hem werd daarbij verweten, dat hij deze gelegenheid had aangegre pen om het vorig ministerie nog eens een hak te zetten. Natuurlijk voelde hij zich geroepen, zich hieromtrent krachtig te verdedigen, wat nog eens een wederwoord van beide evengenoemde heeren uitlokte. De heer Bos verdedigde het denkbeeld van staats-exploitatie van verschillende bedrijven en zette uiteen, hoe die ex ploitatie moest gedreven worden en in welke houding de arbeiders daarbij stonden; dit laatste vooral tegenover de meeningen van den heer Lohman en den heer Talma omtrent ambtenaren. En de heer Troelstra stelde nog eens vakvereeniging en groepsvertegenwoor- diging tegenover elkander. De Minister liet in zijn laatste woord deze verschil lende meeningen vrijwel voor wat zij waren, maar trachtte zijn houding, die zooveler teleurstelling gewekt had te rechtvaardi gen. Nadat de Kamer hierna het wets ontwerp, met betrekking tot het nieuwe departement van landbouw, nijverheid en handel had goedgekeurd, kwam het \e of aa^ hen minister van Waterstaat, den heer Kraus verleend, op de proppen. De heer Kolkman had verlof gevraagd en verkregen, hierover de regeering°te mogen interpelleeren en zette nu zijn bezwaren er tegen uiteen, na nog even de vraag te hebben aangeroerd of hij zich eigenlijk wel tot de regeering en niet veeleer tot den formateur van het Kabinet had te wenden. Zijn bezwaren kwamen ongeveer overeen met die, welke reeds in de Eerste Kamer waren geuit. Hij meende, dat het aan de mi- nisterieele waardigheid te kort deed, wanneer een minister vreemde dienst betrekking aannam, dat het bovendien slecht te rijmen was met de rainiste- riëele verantwoordelijkheid, wanneer een minister zoo lang op reis ging en dat het ook aan 's lands belang zou kunnen schaden. Ten slotte stelde hij de regeering een 3-tal vragen omtrent het contract, dat de heer Kraus met de Chileensche regeering had aangegaan, omtrent de meening van de regeering of de verleening van het verlof met 's lande belang en de ministeriëele ver antwoordelijkheid te rijmen was, en waarom men het niet eerder aan de Kamer had meegedeeld. De minister-president, deze vragen beantwoordende, betoogde, dat de re geering de bezwaren tegen het verlof zeer goed begreep, maar dat men te kiezen had gehad tusschen den heer Kraus niet als minister Ie nemen of hem het verlof te geven en men het in 's lands belang had geacht het eerste te doen. De reis zou maar kort zijn en er kwam een plaatsvervangend minister. Verantwoordelijk was de heer Kraus alleen voor eigen beheer, maar had het ministerie in zijn afwezigheid iets ge daan, waarmee hij het niet eens was, dan zou hij natuurlijk moeten aftreden. Deze zelfde meening had ook de heer Lohman omtrent ministeriëele verant woordelijkheid, maar overigens was hij het met den heer Kolkman eens, wat ook bij de andere sprekers in meerdere of mindere mate het geval bleek. Toen echter de minister had meege deeld, dat de aanneming van de motie door den heer Kolkman voorgesteld, de aftreding van het ministerie tengevolge zou hebben, wenschte men vrij alge meen dit gevolg te verhinderen. De heer Lohman raadde daarom in trekking der motie aan, waar toch van de meening der Kamer voldoende was gebleken. Toen echter de heer Kolkman dit deed met de mededeeling, dat toch de regeering zedelijk veroordeeld was, meende de minister een dergelijke stil zwijgende motie van afkeuring even min te kunnen aanvaarden. Teneinde uitkomst te brengen, stelde nu de heer Lieftinck de volgende motie voor: „De Kamer van oordeel, dat in het verlof verleend aan den heer Kraus voor de Kamer geen motief is gelegen om het Kabinet haar vertrouwen te ontzeggen, gaat over tot de orde van den dag". Wel stuitte deze motie op tegenstand bij den heer Lohman en anderen, die geen vertrouwen in het Kabinet wilden uitspreken, maar zij werd toch ten slotte aangenomen. En zoo bleef het minis terie overeind en kan toch de heer Kraus zijn reis naar Chili maken om daar van advies te dienen, en tevens minister blijven. StiniieiilHitd. Blijkens een bij het departement van koloniën ontvangen telegram, is op 22 dezer de benting Koelo in Masenrempoeloe (Celebes) vermeesterd, waarbij 3 Europeesche militairen be neden den rang van officier sneuvelden, vier zwaar en zeven licht werden ge wond en één werd vermist, die ver moedelijk gesneuveld is. En blijkens een ontvangen telegram van den gouverneur van Atjeh en onderhoorigheden, drong een tiental Atjehers het tijdelijk bivouak te Djeu- niep (Samalanga) binnen en sneuvelde één officier, werd zwaar gewond één en werden licht gewond vijf Euro peesche militairen beneden den rang van officier. De minister van waterstaat, de heer Kraus, heeft het plan zijn reis naar Chili over Genua te maken, vanwaar een rechtstreeksche stoombootlijn op dat land vaart. Hij zal daartoe a.s. Zaterdag de residentie verlaten. Me vrouw Kraus zal haar echtgenoot in het buitenland vergezellen. Voor bijstand bij de vervulling zijner opdracht heeft de heer Kraus zich toe gevoegd den adjunct-ingenieur van 's rijks waterstaat met verlof, G. J. van den Broek, die de reis met den heer Kraus medemaakt. Zondagmorgen was het in het café „Novum" te Amsterdam zeer druk. Het was het afscheid van twee onder nemende jongens van nog geen twintig jaar, Jan Anderiessen en Piet Kramer,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1906 | | pagina 2