Hel Land van flensden en Altena, de Langstraat en de Boromeierwaard.
Door ei
Uitgever: L. J, VEERMAN, Heusden.
Yo. 2504. Zaterdag 24 If Maart
FEUILLETON.
Eerste Bla,dL.
Ihm VAN ALTEN/
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7l/2 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Een zegen voor den landbouw en
een glorie voor ons land.
De benoeming van dr. J. Ritzema
Bos, buitengewoon hoogleeraar aan de
universiteit van Amsterdam, tot direc
teur van het Phytopathologisch insti
tuut te Wageningen en chef van den
phytopathologischen dienst in Nederland
met den persoonlijken titel van hoog
leeraar, is oorzaak geweest dat 't woord
phytopathologie in alle couranten is
voorgekomen. Denkelijk hebben dui
zenden bij duizenden dat woord toen
voor 't eerst gezien. Zeer weinigen heb
ben het begrepen. Het is in 't Neder-
landsch vertaald de „leer der planten
ziekten."
Dat planten ziek kunnen zijn, weet
men, als men denkt aan de ardappe!-
ziekte; dat ze echter allerlei ziekten
hebben, vele zelfs, juist zooals de men-
schen, daaraan hebben zeer weinigen
gedacht. En toch is dat zoo. Tot dus
verre stond prol. Ritzema Bos aan 't
hoofd eener kleine inrichting te Am
sterdam en eenig was 't museum, waarin
de geleerde bestuurder met de allereen
voudigste verklaring aantoonde wat deze
plant scheelde en wat die. Van som
mige ziekten kende men de oorzaak,
van andere niet, en eerst nadat alle
herkenningsmiddelen eener ziekte be
kend waren, kon men trachten midde
len te vinden om de ziekte te genezen,
beter nog, te voorkomen.
Van hoeveel belang deze wetenschap
nu reeds is en van hoeveel beteekems
vj zij later zal worden, ligt voor de hand,
v als men nagaat, hoeveel boomen en
struiken, planten en vruchten aan ziek
ten onderhevig zijn en blootstaan aan
het gevaar, door een of ander dier be
smet of onbruikbaar te worden gemaakt.
Wie 't museum zag en te Wage
ningen zal het museum ongetwijfeld een
veel grooteren omvang beslaan werd
dadelijk overtuigd, dat hier iets grootsch
en nuttigs werd ondernomen. Maar meer
der nog uit het museum dan wel uit
de tallooie pakjes, kistjes en doosjes
met zieke planten, die dagelijks en uit
alle landen der wereld gezonden wer
den om onderzocht te worden, bleek
wel hoe eindeloos veel plantenziekten
er zijn en hoe weinig geneesheeren.
Behalve in Nederland is er een groote
instelling te Parijs en een andere te
Berlijn, maar stellig beh ort Nederland
tot de eerste landen, waar zoo iets ge
vestigd werd. Enkele zeer kleine in
richtingen zijn er aan sommige akade-
miën in Duitschland. We mogen er
HOOFDSTUK I.
1)
Lieve jongen, hoor je niet boe het stormt,
en in dat weer wou je in een dunne over
jas op straat gaan? Dat is onverstandig,
Arnold, want morgen ben je zeker ver
kouden of heb je misschien wel keelont
steking, wat tegenwoordig zoo gevaarlijk
is. Hier doe ten minste nog dien doek om."
En de welgedane bejaarde dame, die tot
dusverre in haar leunstoel had zitten
breien, stond schielijk op, en haalde uit
de latafel een langen halsdoek te voorschijn.
„Maar, moeder, het zijn niet meer dan
een paar stappen tot aan het rijtuig,"
zeide de forschgebouwde jonkman met zijn
rood gezicht en vlaskleurig haar, die juist
de kamer wilde uitgaan, maar nu geduldig
staan bleef, en glimlachend toeliet, dat zijn
moeder hem den doek om den hals wikkelde.
„Dat doet er niet toe; juist door den
overgang uit de warme kamer in een
Januari-8torm vat men het lichtst kou, en
alB je de voordeur opendoet, houd dan je
zakdoek voor je mond; ik heb je vandaag
al tweemaal hooren hoesten, en dat was
mij telkens een steek door het hart."
„Wees maar niet ongerust, moeder. Goe
den nacht, en laat de tijd u maar niet te
lang vallen. Morgen blijf ik bij u. Goeden,
trotsch op zijn, dat Nederland den
hoofdman der phytopathologen bezit in
professor Bos, die o.a. in het Duitsch
twee werken schreef over de ziekten
der planten, waarvan het groote aan
de akademiën, het kleine aan de land
bouwscholen in Duitschland vrij alge
meen gebruikt wordt.
Door eene commissie in de Yereenigde
Staten van Noord Amerika werd prof.
Bos opgeroepen om tot in het Yerre
Westen te trachten de ziekte van een
cultuurplant te herkennen en zoo moge
lijk het geneesmiddel te vinden. Hij
bracht die taak met roem ten einde.
Toen in Suriname de cacaoplantziekte
zich vertoonde, vroeg men weer prof.
Bos daarheen te gaan, maar om ver
schillende redenen weigerde hij. De man,
die er daarop heenging en daar nog
ijverig werkzaam is, werd echter ge
heel door prof. Bos gevormddoor zijne
lessen en in zijn laboratorium werd hij
voor deze en dergelijke onderzoekingen
voorbereid en daartoe in staat gesteld.
Het nieuwe departement van Land
bouw heeft met bekwamen spoed vol
tooid, wat onder minister De Marez
Oyens was ontworpen en voorbere'd.
Dat de dagbladen het ministerieel
besluit in zijn wettelijken vorm zonder
toelichting hebben overgedrukt, is or-
zaak, dat de meeste lezers hoegenaamd
niet weten van welk een overwegend
belang de nieuwe stichting is, die se
dert 15 Januari gevestigd is te Wage
ningen, in de voor enkele jaren nieuw
gebouwde Tuinbouwschool, welke wordt
opgeheven, zoodra de tegenwoordige
leerlingen examen heoben gedaan, dat
is met September e.k.
Yoor den nieuwbenoernden directeur,
chef van den geheelen dienst, opent
zich nu eerst geheel en al een onaf
zienbaar veld van werkzaamheid. Be-
rekene wie kan het aantal verschil
lende cultuurgewassen, planten, bloe
men, die telkens weer of zoo nu en dan
lijden onder invloeden, welke men niet
kan nagaan, die wegkwijnen zonder
dat men weet hoe dat komt.
Daar zullen eindelooze aanvragen om
raad en hulp komen, nu voor enkele
gevallen, dan voor geheele streken,
waarin de planten door ziekte worden
geteisterd. Yeel is er reeds ontdekt,
veel valt er nog te ontdekken. Onge
twijfeld zal het personeel aan 't Phy-
topathologisch Instituut zich jaar op
jaar uitbreiden en allen zullen de han
den vol hebben en van Wageningen
zal den weldadigen invloed Uitgaan op
den arbeid van landbouwers en boom-
kweekers, van bloemisten en tuinlieden,
nacht 1"
Hij gaf haar een hartelijken kus en
wilde de deur uitgaan.
„Arnold, ArnoldZij was weer opge
staan en hem tot in het midden der kamer
gevolgd. „Je hebt je overjas opengelaten.
Kind, hoe kun je toch zoo lichtzinnig
wezenWeet je niet, dat ik mij dood zou
treuren als je iets overkwam Neen, knoop
ze nu niet daar in de tocnt van de deur
dicht; laat me zien of alles orde is,
anders kan ik niet gerust zijn."
„Als ge mij zoolang opknapt, moeder,
wordt het zeker te laat voor de voort fi
ling," zeide hij, met een zweem van onge
duld in den toon zijner stem.
„Wat zijn kinderen toch altijd ondank
baar hernam de oude vrouw. „Het zou
ook wat hinderen of je het eerste bedrijf
al verzuimde't Is toch maar een ballet,
dat vandaag gegeven wordt, waarbij men
niets anders te zien krijgt dan vrouwen,
die haar beenen heen en weer gooien, wat
mij altijd zoo ergert. Ik ben een oude
vrouw, maar als ik die danseressen zie,
en bedenk dat die wezens ook van mijn
sekse zijn, dan schaam ik mij, zoo oud
als ik ben. Jij bent nog jong, mijn jongen,
en ziet dat alles misschien met andere
oogen dan ik, maar ga er niet zoo dichtbij
zitten wat heb je aan dat dansen Je kunt
er onmogelijk veel plezier in vinden."
„Nogmaals goeden nacht, moeder," zeide
de jonkman, zonder in eenige wederlegging
te treden, terwijl hij haar op het voorhoofd
kustte. ,,'t Is maar goed, dat tante Justine
spoedig komt, om u op andere gedachten
te brengen; ik heb nu werkelijk haast.
Met groote schreden verliet hij de kamer,
die hulp en genezing zoeken voor de
planten van wier welstand hun wel
vaart afhangt.
In de jaarboeken van de geschiedenis
van den Landbouw is 1906 zeer zeker
een hoogst merkwaardig jaar.
Btiiitcniaiid.
De kolendelvers van de Borinage zijn,
onder den indruk van de groote werk
staking aan de overzijde van de Fransch-
Belgische grens, ook een werkstaking
begonnen. Woensdagmorgen weigerden
een paar honderd mijnwerkers van de
Grand Hornu, in de mijn af te dalen.
Zij zonden een commissie naar de di
rectie om hooger loon te vragen. De
directie gaf toe, met 1 April zou bet
loon worden opgezet en des avonds was
de staking afgeloopen.
Over de bergschuiving in Vlaanderen
wordt nog gemeld
Sedert Donderdag is de Coppenberg
nog drie meters verschoven. De boomen
van Modest De Witte zijn nog twee
meters omhoog gestegen. Er zijn reeds
groeven in den grond van drie meters
wijd en vier meters diep; er zijn putten
van tien vierkante meters groot. Een
fruitboom is onder de aarde begraven.
De in de nabijheid wonende personen
zijn bevreesd voor bet instorten van
hunne huizen.
In heel Pruisen zijn volgens een amb
telijke mededeeling in de maand Febru
ari 229 gevallen van hersenvlies-rugge-
merg-ontsteking voorgekomen 111 men-
schen zijn aan de ziekte bezweken. Al
leen in Silezië zijn 188 ziekte- en
90 sterfgevallen voorgekomen.
Haldane, de Engelsche minister van
oorlog, onderzoekt de zaak van een jong
officier van de garde te Aldershot, die
door zijne kameraden zoo toegetakeld
is, dat hij voor zijne zenuwen onder
doktershanden is. Zijne middelen ver
oorloofden hem niet goed mee te doen,
en uit baloorigheid over zijn huiszit
tend leven namen zij hem op een goe
den dag onder handen, door hem uit
te kleeden, met motorolie in te smeren,
met veêren te beplakken en zijn haar
met gelei te beklodderen. Het slacht
offer ontsnapte ten slotte naar een ho
tel en vluchtte later naar Londen.
Twee ambtenaren van de Fransche
regeering hebben Woensdag, onder ge
leide van gendarmes en een compag
nie voetvolk, in twee dorpen van de
Boven-Loire de boedelbeschrijving trach
ten door te zetten. De toegangen tot
de dorpen waren echter door met hooi
vorken gewapende boeren en boerin
nen verdedigd. Om bloedvergieten te
vermijden, trokken de ambtenaren met
de gewapende macht af. Bij het heen
gaan werden zij nog op den koop toe
gesteenigd.
Sedert den nacht van 18 dezer zijn
er volgens een telegram uit Palermo
op het Italiaansche eiland Ustica 21
aardschokken met sterk onderaardsch
gerommel waargenomen. De bevolking
is zeer ongerust. De prefect te Palermo
heeft een schip met een wetenschap
pelijke commissie aan boord naar het
eiland gezonden om het verschijnsel te
bestudeeren. Er ligt tevens nog een
stoomschip klaar om zoo noodig hulp
te brengen.
De Berlijnsche jeugd speelt tegen
woordig druk Hennig. Een jongen die
flink kan loopen en klimmen, stelt
Hennig voor en de anderen zetten hem
na. De vlucht over de daken wordt
soms veraanschouwelijkt door het loo
pen over schuurtjes.
Maandagmiddag waren een paar jon
gens in een tuinhuiskolonie met het
spelletje bezig, toen een andere knaap
van tien jaar voorbij die plaats kwam
en plotseling morsdood neerviel Het
bleek dat een van de jongens een revol
ver van zijn vader bij zich had en
zonder te weten dat zij geladen was,
den trekker had overgehaald." De kogel
had het slachtoffer in den rug getroffen
en was dwars door het hart gegaan.
verwoest. In Kagi zijn 200 inboorlingen
en 7 Japanners omgekomen. Te Dabrijo
zijn ongeveer 600 dooden geteld. De
stoffelijke schade is ontzaglijk.
„De Standard" zegt, dat nu is uitge
maakt, dat het aantal dooden en ge
kwetsten bij de aardbeving op Formosa
7000 bedraagt. Op een plaats op het
zwaar bezochte eiland is een scheur
ontstaan van 1600 meter lengte bij
330 meter breedte.
Het Lettische blad Tagadne geeft de
volgende statistiek over het pacificatie-
werk in de Oost-provincies van 1 Dec.
tot 1 Febr. j.l.
Gehangen 18 personen; doodgescho
ten 621bij botsingen met de troepen
gedood 320. Lichaamsstraffen zijn toe
gepast op 251 personen, waaronder twee
vrouwen. Verbrand zijn 97 boerenhof
steden, 4 scholen, 2 gemeentehuizen en
4 vergaderzalen. In de kleinere steden
zijn bovendien nog 22 huizen verbrand.
Uit Konstantinopel wordt aan de
Schlesische Zeitung geseind, dat men
daar een bezoek van koning Eduard
verwacht, een gebeurtenis, die er op
berekend zou zijn in de Mohamnje-
daansche wereld een grooten indruk
te maken.
Men meldt uit Tokio aan de Daily
Telegraph, dat de verbinding met For
mosa gedeeltelijk hersteld is en zoo
doende nadere bijzonderheden over de
verschrikkelijke aardbeving op 't eiland
ontvangen zijn. Het aantal dooden wordt
volgens de laatste berichten op ettelijke
duizenden geschat. De aardschokken
duurden van den vroegen ochtend van
den l7den dezer tot diep in den nacht.
Lichte schokken zijn ook in Japan ge
voeld.
Op Formosa ^jjn de bloeiende plaat
sen Dabrijo, Raisbiko en Sjrinko geheel
en stapte het rijtuig in, dat hem naar het
operagebouw zou brengen, terwijl zijn
moeder haar gelaat tegen de vensterruiten
drukte, om het wegrollend rijtuig na te
zien.
Hij was haar eenig'kind, aan wien haar
hart met al de innigheid der moederliefde
hing, en na den dood van haar echtgenoot
ook het eenige op de wereld, waaraan zij
zich gehecht gevoelde.
Dag en nacht dacht zij aan hem, was
bezorgd over hem, en maakte plannen
voor zijn toekomst, want mevrouw Magda-
lena Schmidt was een van die wakkere
vrouwen, die meenen dat het rad der For
tuin, zonder een tijdig ingrijpen nu en
dan, zou stilstaan, en al het geluk, dat
op afcrde was te vinden, scheen haar slechts
aanner elijk toe voor haar zoon.
Veel was hem reeds ten deel gevallen.
Door het onverwacht fortuin maken zijner
ouders, had de jonkman over genoeg mid
delen te beschikken om al zijn wenschen
te bevredigen, en zoo stonden alle kringen
voor hem open.
Hij was goedh. rtig, bij dwaas af. Neen
zeggen, was voor Lem een onmogelijkheid,
en zijne vrienden renden dezen karakter
trek maar al te zeer; en wisten er ook wel
gebruik van te makm. Maar ook buiten
dien bezat hij een hart van goud. Hoewel
hij nooit in zijn leven verdriet had leeren
kennen, trof hem her leed van anderen
toch diep; tegen elke onrechtvaardigheid
trok hij te veldehij was welwillend jegens
alle menschen, die wel in staat geweest
zouden zijn het uit te roeien. Doch ondanks
dat alles, bleef zwakheid, een zeker gemis
aan vastheid, de heerschende grondtrek
van zijn karakter.
Maar hoeveel de fortuin hem ook bij
zijn geboorte in den schoot had geworpen,
iets was hem toch ontzegdeen knap uiter
lijk en een bij zijn rijkdom passende ma
nier van zich voor te doen. Hij trok zich
dit gebrek niet sterk aan, want de glim
lachende dames van de groote wereld, die
met iedereen zoo aardig praatten, waren
hem totaal onverschillig, en haar niet
minder opgeschikte, glimlachende zusters,
die eenige trappen lager stonden, met wie
hij champagne dronk en soupeerde, niet
minder. Zijn aandeel in zulke vermaken
bestond meestal daarin, dat hij de rekening
betaalde, terwijl zijn vrienden op zijn kosten
pret hadden. Maar de goede jongen was
daar zoo volkomen tevreden mee, waarom
zouden de anderen het dan ook niet zijn?
Hij bemerkte ook volstrekt niet dat zij
hem, over 't geheel wel een weinig be
schermend, als uit de hoogte, behandelden,
en eerst dan met voorbeeldelooze vaardig
heid aan hem dachten, wanneer het er om
te doen was hem den een of anderen dienst te
verzoeken; en in dat opzicht liet Arnold
zich altijd vinden.
Ook aan liefde ontbrak het hem niet,
want daarvan had zijn moeder hem altijd
het dubbele deel gegeven van wat hem
toekwam, en daardoor kwam het misschien,
dat hij van een zekere onzelfstandigheid
tegenover haar niet was vrij te spreken.
Het eerste bedrijf was al uit, en reeds
had de schel voor het tweede geklonken,
toen Arnold in zijn loge kwam. Nauwelijks
had hij eenige zijner aanwezige bekenden
aan de overzijde met de hand toegewuifd,
of het gordijn ging op. Arnold nam op
De Times verneemt uit Petersburg
De duidelijk toenemende geest van
reactie bij de Russische regeering ver
ergert de onrust. De kritiek van de
onafhankelijke pers op de regeerings-
maatregelen verbittert de gemoederen
steeds meer. De meeste bladen zien in
de voorgestelde verhooging van be
lasting een erkenning, dat alle pogingen
om een leening te sluiten mislukt zijn,
en de voorgestelde landhervormingen
verklaren zij als een poging om de
bankroeten grondeigenaars in staat te
stellen, goede prijzen voor hun land
te maken.
Als een protest tegen de terecht
stelling van luitenant Schmidt hebben
Woensdag alle inrichtingen van hooger
onderwijs te Odessa „gestaakt". Te Se-
wastopol heschen 2000 zeelieden zwarte
vlaggen op de schepen ten teeken van
rouw. Admiraal Tsjoeknin gaf toen be
vel de schepen te bombardeeren, maar
trok dit bevel later in op grond van
uit St. Petersburg ontvangen instructies.
Het Nowoje Wremja meldt nog over
den bankroof te Moskou: De roovers,
jongemannen met een in>elligent uiter
lijk, hadden tegen de ambtenaren van
de bank gezegd dat zij in opdracht van
het omwentelingscomité kwamen en bij
den geringsten tegenstand van de mee
gebrachte bommen gebruik zouden ma
ken. De brandkast werd met met ver
bijsterende koelbloedigheid geplunderd.
Een artillerie-officier ontlaadde drie
bommen, die de roovers hadden achter
gelaten; een ervan die een bijzonder
vernielende uitwerking gehad zou heb
ben, kan, volgens zijn zeggen, alleen in
het buitenland vervaardigd zijn.
De Standard verneemt uit Moskou:
De leden der Onderlinge Kredietbank
moeten ieder zesduizend gulden storten
om den roof goed te maken. Er is be
trekkelijk weinig goud gestolen, meest
bankbiljetten. De Moskousche pers valt
de overheid scherp aan, omdat zij alleen
om politieke redenen den staat van
beleg handhaaft en het intusschen mo
gelijk blijft om op klaarlichten dag op
brutale manier een bank te berooven.
Uit een der rijksgevangenissen zijn weer
drie politieke gevangenen ontsnapt.
De revolutionairen staken ook een
andere gevangenis in brand, waarin
vele honderden politieke gevangenen
zijn gemak in zijn fauteuil plaats en richtte
zijn tooneelkijker op hettooneel. Verschei
dene van de balletdanseressen waren hem
door zijn vrienden persoonlijk bekend, en
menig lonkje werd hem toegeworpen, dat
hij eveneens beantwoordde, terwijl hij elke
danseres, hoofd voor hoofd, in oogenschouw
nam. Eindelijk zag hij er een, die hem
vreemd was, ja, hij wist zeker, dat hij haar
nog nooit gezien had. Zulk een lief, on
schuldig gezichtje, zulk lang, lichtblond
haar, dat los tot ver over haar .middel
hing, had hij nauwelijks kunnen vergeten.
Hij hield zijn tooneelkijker vast op dat
jonge meisje gericht. Zij was de kleinste
van het geheele gezelschap en ongetwijfeld
geen nommer één in haar knnst; zoo be
vallig als haar voorkomen was, zoo schuch
ter, bijna links, schenen haar bewegingen
te zijn; het was haar aan te zien, dat zij
nog vreemd op de planken was. Toen zij
hem weder voorbij kwam, waren haar
oogen nedergeslagen, maar wat Arnold zoo
onweerstaanbaar aantrok, was de uitdruk
king van haar gezichtje: zoo geheel ver
schillend van den bestudeerenden glimlach
en de fonkelende oogen van de anderen,
die zoekende, uitdagende blikken onder de
toeschouwers wierpen, terwijl hier stille
berusting en beschroomde droefgeestigheid
te bespeuren was. Het jonge meisje gevoel
de zich blijkbaar verlegen in den toestand,
waarin zij zich bevond. Het fijnbesneden
mondje trok een weinig zenuwachtig en
de bewegingen der nette voetjes getuigden
van vermoeidheid, en misten daardoor de.
noodige vlugheid.
EtIWSBIAI
19Q6
Uit het Duitsch.
{Wordt vervolgd