mijnwerkersbevolking toch al verkeert door de werkstaking, wordt verhoogd door de redding der 13. De toestand van de overlevenden is volgens den geneesheer bevredigend. Zij vertelden dat het paarden vleesch, dat zij aten, zoo geweldig stonk, dat zij het soms weer uitbraakten. De ge neesheer zal hen verscheidene dagen in het ziekenhuis houden, omdat zij veel zorgen noodig hebben. Allen vragen om eten en zijn niet tevreden met brood, vleeschnat en melk, het eenige dat zij mogen gebruiken. Dat zich bij het wederzien hartroeren de dingen voordoen laat zich begrijpen. Eene vrouw vond zelfs onder de ge redden haar man en zoon, waarover zij reeds 3 weken rouw droeg, terug en viel door aandoening in zwijm. De beide dappere aanvoerders van dit kleine troepje geredden, zijn in het ziekenhuis te Lens geridderd door minister Barthoux, die hen beiden eigenhandig het kruis van het legioen van eer op de borst heeft gespeld. De minister was vergezeld door zijn broeder Leon, chef van zijn kabinet, en de leden der onderzoekingscommissie, Adolphe Carnot, Nivot, Aguillon, en twee afgevaardigden der mijnwerkers. Zijn eerste bezoek gold de 13 geredde arbeiders en naar Némy toegaande, schudde de minister met warme harte lijkheid diens handen en zeide: „Mijn waarde Némy, ik wensch u van harte geluk met uw moed, uw doorzettings vermogen, uw dapperheid, en ik acht me gelukkig, u namens de regeering het kruis van het Legioen van eer te mogen overhandigen". Maar Némy maakte' een weigerend gebaar en antwoordde „Neen, mijnheer de minister! Pruvost heeft er meer recht op dan ik. Geef't hem De minister glimlachte, ging naar Pruvost, spelde hem, onder groote ont roering van den pootigen arbeider, het kruis op het schoone, witte hemd, schudde hem de hand en kwam toen weer bij Némy's bed terug, zeggende: „En nu zult je 't wel willen hebben, niet waar", en haalde een tweede kruis te voorschijn en bevestigde het op zijn borst. Aan alle andere geredde werklieden drukte minister Barthoux vervolgens de hand en overhandigde hun een gouden medaille. De Nederlaudsche consul te Rijssel heeft na onderzoek de zekerheid ver kregen, dat bij deze ramp geen Neder- landsche mijnwerkers zijn omgekomen. De aardschokken op het Italiaansch eiland Ustica duren voort. Nagenoeg de geheele bevolking heeft het eiland verlaten. Over zijn nog slechts eenige ambtenaren, vier gendarmes en een vijftig personen, die belast zijn met het toezicht op het vee. Het eiland ziet er vreeselijk doodsch uit met zijn leege huizen, gesloten winkels en holle straten. Op de reede ligt nog het oorlogschip Agordat om, zoonoodig, de achtergebleven aan boord te nemen. De Standard verneemt uit Tandzjer, dat de vreemdelingen aldaar in zoo verre over den afloop te Algeciras zijn bevredigd, dat gevaren voor den Euro- peeschen vrede er door zijn uit den weg geruimd. Overigens verwachten de buitenlanders in Marokko er weinig heil van. De uitkomst van het congres zal zijn, dat de toestand in de steden wat de politie aangaat mogelijk zal verbeteren, maar de veiligheid in het binnenland zal even erbarmelijk blijven. Prof. Willis Moore, van het meteo rologisch instituut te Washington, deelt mede dat hij binnen korten tijd in staat zou zijn het weer een maand vooruit te voorspellen, dank zij den vooruitgang der observatie-methoden. Men heeft zeer fijne automatische re- gistreer-instrumenten uitgevonden die aan ballonsen vliegers bevestigd, wetens waardigs omtrent temperatuur, vochtig heid, luchtdruk, windsnelheid enz., op verschillende hoogten aangeven. Prof. Moore denkt, dat men spoedig het weer een jaar vooruit met zeker heid zal kunnen voorspellen. De twaalf inboorlingen, die ter dood veroordeeld waren wegens moord op een politie-inspecteur, zijn Maandag ochtend te Pietermaritzburg doodge schoten. Volgens de Slowo Polskie, te Lemberg verschijnende, is generaal Stoessel ge vangen genomen. Uit het gehouden onderzoek zou gebleken zijn, dat Stoessel Port-Arthur voor twee millioen roebel aan de Japanners heeft overgegeven Over de avontuurlijke luchtreis van een paar Duitsche soldaten schrijft de Stockholmsche correspondent van het Hbl. v. Antwerpen Zondagnacht, te 1 ure 17, kwam er in een bosch bij Mastad, op dertig kilo meters van Karlskrona, een ballon te recht. 't Was een militaire ballon, be- hoorende tot de i.le luchtvaartcompag nie van Berlijn en die was opgestegen Zaterdagmiddag te 12 ure 15. In het schuitje zaten twee luchtvaarders van hetbataillon.de soldaten Veith en Glir- gens. Het doel der opstijging was, waarneming van luchtstroomen. Toen zij opstegen, heerschte er be neden een Noordwestelijke wind, zoo dat er geen het minste gevaar scheen te zijn, dat de ballon in de Oostzee zou drijven. Reeds te 12 ure 18 bevond de ballon zich in de wolken en gedu rende verscheidene uren zagen de pas sagiers geen schijn van land. Daarboven in de hoogere luchtlagen troffen zij luchtstroomen aan, die hen in oostelijke richting naar de zee voerden. Toen nu de ballon begon te zinken, bevond hij zich boven de Oostzee, met de Finsche kust achter zich, op OQgeveer twee kilometers afstand. De luchtreizigers hadden toen nog twee zakken ballast bij zich en zoolang deze duurde, hiel den zij zich op 3v0 meters boven de zee, om eventueel voorbijvarende sche pen te kunnen praaien. Rond half twaalf 's nachts begon de ballon op onrustwekkende manier te zakken. De zee stond zeer hol. Alle ballast werd overboord geworpen en toen deze verdwenen was, volgden de ledige zandzakken. De sleeplijnen wer den afgesneden en weggeworpen. Toen volgde de gondelbekleeding, de schoe nen der passagiers, hunne kousen, bre tels, zakmessen, veldflesschen enz. Na tuurlijk hielp dat alles weinig. Toen sneed men de zijstukken uit den gon del en een deel van de werktuigen, kaarten en wapens werden aan een vanglijn gebonden en sleepten in het water. Maar de ballon zakte voortdu rend. De beide soldaten klommen toen in den ring van het schuitje; maar spoedig sloeg de zee over hen heen. Toen kapte Gurgens de koorden van het schuitje. Dit hielp, want de ballon steeg 2000 meter hoog, ver boven de wolken. Het duurde evenwel niet lang of hij zakte weer tot op 100 M. boven het water. Toen wierpen zij de meeste van hunne kleederen en de kaarten-porle- feuille overboord. Nogmaals steeg de ballon tot 800 M., maar slechts voor korten tijd. Toen gingen de sabels en ten slotte al de instrumenten en de andere nog overgebleven voorwerpen. Nu kon men de hoogte niet meer meten. De temperatuur was 13 graden. Einde lijk, rond 1 ure 's nachts, hoorden zij hondengeblaf, de blijde boodschap dat de ballon land had bereikt. De ballon zakte en raakte spoedig de toppen der boomen. Een hevige schok wierp de soldaten bijna beneden, maar zij bleven gelukkig aan het netwerk hangen, de een met de armen, de ander met de beenen aan den ring van het schuitje, met het hoofd naar beneden. De toestand was hoogst gevaarlijk, maar dc mannen gelukten er in zich te redden en eindelijk, op Zondag morgen te 1 uur 17, hadden zij vasten grond onder de voeten, in een bosch, op 9 kilometers van de statie van Alnaryd, een paar mijlen ten Noorden van Karlskrona. In den donkeren nacht was het on mogelijk den weg te vinden door het bosch naar eene menschelijke woning. Daarom richtten zij zich een leger in door middel van den ballon. Zij bonden hunne onderbroeken rond hunne naakte voeten en doodaf van vermoeienis, vie len zij spoedig in slaap. Tijdens het laatste deel van de reis hadden zij hevig te kampen tegen een sterken luchtstroom. Zondagmorgen zochten zij bewoonde plaatsen op, waar zij gespijzigd en van kleeren voorzien werden. Kort daarop troffen zij iemand aan, die wat Duitsch kon radbraken en die hen voorthielp naar de statie van Alnaryd, waar hun ballon werd onder dak gebracht en zij gastvrij werden opgenomen door koopman Müller. Maandagmorgen kwamen zij te Karls krona en daar werden zij geholpen door het Duitsche consulaat. De ballon werd ingepakt en naar Berlijn gezonden en te 3 ure begonnen zij zelf de terugreis over Malmö. Onder de ballingen in het gouver nement Archangel een der gelief koosde deportatieoorden der Russische regeering heerscht gisting tengevolge van de on menschelijke behandeling door de overheid. In verschillende afgelegen dorpen komen geregeld sterfgevallen voor, die door honger zijn veroorzaakt. De Joden vluchten nog in menigten uit Odessa, Moskou, Kief, Kisjinef en andere plaatsen. Met vlugschriften, die naar aanleiding van de komende Rijks- doema en het naderende Paaschfeest weer talrijker worden verspreid, wordt de bevolking tegen de Joden opgeruid. Het Petersburgsche Telegraafagent- schap heeft van gezaghebbende zijde vernomen, dat Witte zal aftreden en zich in het particuliere leven terug trekken, zoodra de Rijksdoema bijeen is gekomen. Sir William Holland heeft, naar de Londensche correspondent van de Echo de Paris meldt, bij het Lagerhuis een voorstel ingediend, strekkende om mach tiging te verleenen tot het maken van een tunnel onder het Kanaal. Indien het Huis het aanneemt, zal de maat schappij die ervoor is opgericht, in No- venber de noodige plannen overleggen en zal in de volgende zitting een wets ontwerp op de uitvoering van het werk inkomen. Men schat dat het werk 75 millioen gulden zal kosten. Om strategische re denen hebben de ontwerpers gerekend op sluizen door middel van welke men de tunnel snel kan laten volloopen. BEkgl\»ll tkIVL. De Burgemeester van Heusden brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de aanvragen om jacht- en vischakten en kos- telooze voor het dienstjaar 1906/7 vóór den 15 April a.s. ter secretarie dezer gemeente behooren te zijn ingediend. Heusden, den 31 Maart 1906. De Burgemeester voornoemd, HONCOOP. Pliinkelijk HEUSDEN, 4 April. Het water voor deze gemeente heeft weder zijn gewoon peil herkregen. Alles ziet er weder uit als voor den hoogen waterstand; alleen de uiterwaarden ver tonnen eene slibkleur, waardoor weldra het gras zal doorbreken en dat de vrucht baarheid van den bodem wel ten goede zal komen. Ook de pachter van het wachthuis op de Prins-Hendrikkade, de heer Ant. van Dijk, heeft reeds zijn premie om te bouwen gestort en zal spoedig op dit nog onlangs ondergeloopen terrein een woning met ver hoogden onderbouw doen verrijzen. Bij beschikking van den minister van waterstaat is o. m. benoemd de heer A. J. van den Oever te Ammerzoden tot buiten gewoon opzichter bij het maken van ver dedigingswerken aan den rechteroever van het riviervak HeleindDongemond en het maken van een getij meter aan de Maas bij Heusden. Gedurende de maand Maart is al hier 50,6 mM. neerslag gevallen. Aantal neerslagdagen bedraagt 20. Ingekomen giften, voor de slacht offers der watersnood: van M. V. f 5. De heer A. P. Smoor, brigadier- titulair bij de rijks veld wacht alhier, is tegen 14 April a.s. bevorderd tot brigadier, ter wijl hem voor standplaats Boxmeer is aan gewezen. Tijdens den hoogen waterstand kwam een zalm in de Oude Haven alhier, schoof door het sluisje van den Wieldijk en kwam in de Demer. Personen, die hem zagen, meenden dat er een groote snoek zat, doch verloren hem uit het oog. Nu blijkt, dat hij een schuilplaats gezocht heeft in de pijp van het sluisje. De sluis werd, onbe wust van de logé, aan beide zijden afge sloten en de zalm zat gevangen. Nu het water zoozeer gevallen is, werd het sluisje opengezet en het cadaver van wijlen zalm kwam te voorschijn. Volgens visschers zon hij een waarde van pl.m. f 18,hebben gehad. WERKENDAM. Hoewel velen hebben gevischt en gezocht naar de verdronken echtgenoote van schipper L. den Haan, alhier, is het tot heden niet mogen geluk ken haar lijk te vinden. Dat het water veel schade heeft aan gericht, blijkt wel uit het feit, dat er handen te kort komen om alles op tijd klaar te krijgen. Er is hier door een aannemer volk aangenomen tegen f3 per dag. Wie nu nog rijs, palen en latten heeft, maakt ook goede zaken en men ziet het spreekwoord „de een zijn dood, de ander zijn brood" opnieuw tot waarheid gemaakt. Aan het postkantoor alhier en de daar onder ressorteerende hulpkantoren werd gedurende de maand April ingelegd f 2515.30 en terugbetaald f 1914.02. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 971. VEEN. Maandag werd alhier voor 't eerst vee naar de weide gebracht, hoewel er nog weinig gras is. Vermoedelijk zal het gebrek aan hooi wel een der voor naamste oorzaken zijn. AALST (Geld.) Het fanfarecorps „Prins Hendrik" alhier is voornemens om op 16 April a.s. hare eerste uitvoering te geven. AMMERZODEN. In het naburige Well kregen Zondagavond na 't sluitingsuur eeni ge jongelieden twist, die zoo hoog liep, dat een hunner van een vuurwapen gebruik maakte. Een kogel trof zekere De N., zon der hem evenwel lichamelijk letsel te ver oorzaken, alleen de kleeren werden door boord. De politie heeft van een en ander procesverbaal opgemaakt en den vermoe- delijken dader, A. S. te Well, gisterenmid dag naar Tiel getransporteerd. NIEUWENDIJK, 3 April. Wegens ver bouwing is het hulppostkantoor alhier, tijdelijk gevestigd in een ledig staand pand in de buurt van de openbare school. Twee drie-jarige ossen van den land bouwer den heer B. Snoek te Almkerk, hier op de waag gewogen, hadden te zamen een gewicht van 3210 pond. HERPT,- 3 April. Zekere V. alhier, die dezer dagen fietsen geleerd had, zou Zon dag een tochtje alleen wagen. Pas van huis reed hij in een breeden sloot en ging kopje onder. Gelukkig wist hij weer op het droge te komen en kwam hij er met de schrik en een nat pak af. Enkele personen waren naar Nieuw- kuik geweest, met het rijtuig van een koetr sier uit Heusden. Bij terugkomst werd de voerman binnen genoodigd, die rijtuig en paard onbeheerd op den weg liet. Toen hij terugkwam was van rijtuig noch paard iets meer te bespeuren. Mistroostig nu te voet huiswaarts keerende vernam hij dat beiden reeds eenigen tijd te huis waren. Enkele jongelui, die naar Heusden moes ten, hadden zich met het onbeheerde rijtuig gemakkelijk derwaarts laten brengen en het rijtuig voor de deur van den huur koetsier laten staan, die maar niet begreep waar de voerman gebleven was. HURWENEN. Ter uitbreiding zijner steen fabriek alhier heeft de heer Van der Eist Zalt-Bommel zich een ketel aangeschaft, welk gevaarte gisteren vervoerd moest wor den van 't station Zalt-Bommel naar de fabriek. Al vroeg in den morgen ving het vervoer aan. Een 14-tal hitten en ongeveer 80 man maakten de bespanning uit. Toch bereikte men het doel nog niet, daar men gisteravond den last op ongeveer uur van den oven af heeft moeten laten staan om hem morgen vroeg verder beginnen te vervoeren. ZALTBOMMEL. Naar een tram, van het station naar deze gemeente, wordt reeds lang door het reizend publiek reikhalzend uitgezien. De zaak vordert echter zeer lang zaam. Vrijdag kwam in onzen gemeente raad aan de orde: een adres van den heer A. J. Krieger te Amersfoort, houdende ver zoek lo. om1 B. en W. te machtigen met een plaatselijke commissie in overleg te treden tot het voorbereiden van een finan- ciëel voorstel met betrekking tot tramaan- leg en exploitatie en 2o. om verlenging der concessie voor den tijd van één jaar, opdat hij die commissie ter zijde zal kunnen staan. De Voorzitter zegt dat eerst heden dit adres is ingekomen. Wijl de concessie 1 April a.s. vervalt, wordt urgentie verleend tot dadelijke behandeling. B. en W. adviseeren de concessie voor 3 maanden te verlengen, tot 1 Juli 1906, onder te kennengeving aan adressant dat hij binnen dien termijn een definitief plan met voldoende aanwijzing voor benoodigd kapitaal zal behooren in te dienen, zullende bij gebrek daarvan geen verdere verleening worden toegestaan. Conform het prae-advies besloten. WOUDRICHEM. Aan het postkantoor alhier en de daaronder ressorteerende hulp kantoren werd gedurende de maand Maart 1906 ingelegd f 3065.09 en terugbetaald f 3606.07. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 1919. GIESSEN. Bij de opj.l. Donderdag ge houden publieke verhuring van weilanden, toebehoorende aan de Ned. Herv. Kerk en Diaconie-Armen alhier, werd 7 pCt. minder besteed dan verleden jaar. Met genoegen kunnen we mededee- len, dat onze vroegere dorpsgenoot de heer A. Verhoeven, voorheen tijdelijk klerk bij de Posterijen en Telegraphie te Rotterdam, met ingang van 1 April j.l. als zoodanig vast is aangesteld. Uit ons Parlement. XXVII. Het boete-artikel heeft de Tweede Kamer heel wat tijd gekost. Geen won der voorwaar, waar iederen dag een paar heeren met nieuwe amendementen of sub-amendementen kwamen aandra gen en het daardoor voor iedereen wel haast onmogelijk moest worden uit al dien rommel wijs te worden. En bij slot van rekening zijn zo >wat alle amen dementen verworpen, zoodat de heeren zich zeiven de moeite en het land den tijd hadden kunnen besparen. Naar aanleiding van al het bespro kene bad de Minister het regeerings- artikel gewijzigd en de bepaling toe gevoegd, dat onder boete in den zin van den betreflenden titel begrepen wordt het beding van straf. De bedoe ling van wijziging en toevoeging werd 'door den Minister uiteengezet en erop gewezen, dat twee stelsels hier tegen over elkaar stonden en wel dat van het Regeerings-ontwerp, volgens het welk de disciplinaire boete en de andere schade -puenaliteit aaD dezelfde beper kingen zijn onderworpen, en dat van het amendement-Van Styrum, volgens hetwelk alleen de disciplinaire boete, zonder eenig verband met andere scha deloosstelling, beperkt wordt. De heer Van Idsinga meende, dat in deze nieuwe toevoeging van den Minis ter diens eigen stelsel juist niet be lichaamd was, verwijl ook de heer Schokking de toevoeging wel een ver duidelijking maar geen verbetering vond. De laatste was voor het amend.- Van Styrum, maar meende dat, waar van schadeloosstelling gesproken werd, deze aan den werkgever ten goede moest komen. Daarentegen voelde de heer Troel stra, hoewel erkennende, dat hij juri disch dichter hij het amendement Van Styrum stond, toch meer voor het Regeerings-artikel. Maar 't meest had hij blijkbaar op met het amendement- Schaper, waarvan, naar hij meende, de heer Drucker bij zijn betoog tegen het amendement-Van Styrum, de bezwaren had weggenomen. Door den heer an Wijnbergen werd op dit veelbesproken amendement-Van Styrum nog een sub-amendement in gediend van den volgenden inhoud: „Indien tusschen werkgever en arbei der een ander beding van straf of jXoe- naliteit is gemaakt dan in het 1ste ©nj 2de lid is bedoeld, zal de rechter steewj bevoegd zijn het door den arbeider bij overtreding verschuldigde op een klei ner som te bepalen, indien het bedon- gene hem bovenmatig voorkomt." Ook de heer Van Karnebeek stelde nog een kleine wijziging in het genoemde amen dement voor, waardoor de uitdrukking „tot betegueling van schade" erin werd opgenomen. Al die verschillende amendementen en ook 't Regeerings-artikel zelf werd nu door den heer Drucker nog eens aan een beschouwing onderworpen,waar bij hij, die zelf ook geen voorstander van boeten bleek, de boeten verdedigde met de bemerking, dat bij afschaffing het gevaar den werkman bedreigde van een straf, die financieel veel nadeeliger voor hem zou zijn. Van de amende menten werden dat van den heer Scha per, dat van den heer Van Styrum, zooals het door het sub-amendement- Van Wijnbergen gewijzigd was, en dat van de heeren Jannink en Limburg door de commissie van rapporteurs aan bevolen. Inmiddels had op verzoek van den heer Lohman de Min. het artikel in dien zin gewijzigd, dat de rechter alleen de beslissing over het bovenmatige van de boete houdt, voor zoover dat in ver band staat met de geleden schade. Hiertegen kwam nu echter de heer Regout op, die de invoeging niet ge lukkig achtte en voorstelde die weer uit het artikel te lichten, wat ook de wensch van den voorzitter bleek. De bedoeling van den heer Lohman, die deze woorden wenschte, bleek alleen te voorkomen, dat de rechter willekeu rig zou kunnen ingrijpen in een tus schen de partijen gemaakt beding en die bevoegdheid tot enkele aangewezen gevallen te beperken. De Kamer had intussshen eindelijk genoeg van het gepraat over dit artikel, sloot de beraadslaging en ging tot stem ming over de amendementen over. Het amendement-De Klerk werd ver worpen, evenals dat van den heer Van Karnebeek, van den heer Schaper (be perking van de boeten tot arbeiders, die meer dan f 4 verdienen) van de heeren Jannink en Limburg en van den heer Aalberse. Het sub-amende ment van den heer Van Wijnbergen op het amendement van den heer Van Styrum, werd aangenomen. Maar daar het amendement-Van Styrum, zooals het daardoor gewijzigd was, hierna werd afgestemd, gaf dat niet veel: Aange nomen werden alzoo alleen de amende menten Regout en Schaper, de laatste een wijziging brengende in de redactie van de 1ste alinea, zóódat de schijn wordt weggenomen, dat het boetestelsel wordt gesanctionneerd. Ten slotte wordt het regeeringsartikel aangenomen, luidende in hoofdzaak, dat de werkgever slechts boete kan stellen op de overtreding van bepaal-» delijk aangeduide voorschriften van een reglement, mits de boete in dat regle ment zij bepaald en de overeenkomst omtrent de boete schriftelijk zij aange gaan, terwijl voorts de bestemming der boeten nauwkeurig moet vermeld wor den en ze niet mogen strekken tot voordeel van den werkgever, ze op een bepaald bedrag in geld moeten gesteld zijn, in een week niet meer mogen be dragen dan het loon van één dag, en hiervan alleen mag worden afgeweken bij arbeiders, wier in geld vastgesteld loon meer dan f 4 's daags bedraagt, in welk geval echter de rechter altijd bevoegd zal zijn, de boete op een klei nere som te bepalen. In het slot van het artikel wordt dan nog bepaald, dat elke ermee strijdende bepaling nietig is en dat onder het stellen en bedin gen van boete wordt begrepen het be dingen van straf, als bedoeld bij de Tiende Afd. van den Eersten Titel. Vftiniienlaiid. Het Haagsche Correspondentiebureau meldt De Tweede kamer die voornemens is a s. Vrijdag od reces uiteentegaan, tot de laatste week van April, of wel licht tot de eerste week van Mei, denkt na hervatting van het werk nog een viertal zittingweken noodig te hebben voor de verdere behandeling van het arbeidscontract. Ook bestaat het voornemen in die periode de wijziging van wet op de person eele belasting aan de orde te brengen. Blijkens een van den gouverneur-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1906 | | pagina 2