mijnwerkersbevolking toch al verkeert
door de werkstaking, wordt verhoogd
door de redding der 13.
De toestand van de overlevenden is
volgens den geneesheer bevredigend.
Zij vertelden dat het paarden vleesch,
dat zij aten, zoo geweldig stonk, dat
zij het soms weer uitbraakten. De ge
neesheer zal hen verscheidene dagen
in het ziekenhuis houden, omdat zij
veel zorgen noodig hebben. Allen vragen
om eten en zijn niet tevreden met brood,
vleeschnat en melk, het eenige dat zij
mogen gebruiken.
Dat zich bij het wederzien hartroeren
de dingen voordoen laat zich begrijpen.
Eene vrouw vond zelfs onder de ge
redden haar man en zoon, waarover
zij reeds 3 weken rouw droeg, terug en
viel door aandoening in zwijm.
De beide dappere aanvoerders van
dit kleine troepje geredden, zijn in
het ziekenhuis te Lens geridderd door
minister Barthoux, die hen beiden
eigenhandig het kruis van het legioen
van eer op de borst heeft gespeld.
De minister was vergezeld door zijn
broeder Leon, chef van zijn kabinet,
en de leden der onderzoekingscommissie,
Adolphe Carnot, Nivot, Aguillon, en
twee afgevaardigden der mijnwerkers.
Zijn eerste bezoek gold de 13 geredde
arbeiders en naar Némy toegaande,
schudde de minister met warme harte
lijkheid diens handen en zeide: „Mijn
waarde Némy, ik wensch u van harte
geluk met uw moed, uw doorzettings
vermogen, uw dapperheid, en ik acht
me gelukkig, u namens de regeering
het kruis van het Legioen van eer te
mogen overhandigen".
Maar Némy maakte' een weigerend
gebaar en antwoordde
„Neen, mijnheer de minister! Pruvost
heeft er meer recht op dan ik. Geef't
hem
De minister glimlachte, ging naar
Pruvost, spelde hem, onder groote ont
roering van den pootigen arbeider, het
kruis op het schoone, witte hemd,
schudde hem de hand en kwam toen
weer bij Némy's bed terug, zeggende:
„En nu zult je 't wel willen hebben,
niet waar", en haalde een tweede kruis
te voorschijn en bevestigde het op zijn
borst.
Aan alle andere geredde werklieden
drukte minister Barthoux vervolgens
de hand en overhandigde hun een
gouden medaille.
De Nederlaudsche consul te Rijssel
heeft na onderzoek de zekerheid ver
kregen, dat bij deze ramp geen Neder-
landsche mijnwerkers zijn omgekomen.
De aardschokken op het Italiaansch
eiland Ustica duren voort. Nagenoeg
de geheele bevolking heeft het eiland
verlaten. Over zijn nog slechts eenige
ambtenaren, vier gendarmes en een
vijftig personen, die belast zijn met
het toezicht op het vee.
Het eiland ziet er vreeselijk doodsch
uit met zijn leege huizen, gesloten
winkels en holle straten. Op de reede
ligt nog het oorlogschip Agordat om,
zoonoodig, de achtergebleven aan boord
te nemen.
De Standard verneemt uit Tandzjer,
dat de vreemdelingen aldaar in zoo
verre over den afloop te Algeciras zijn
bevredigd, dat gevaren voor den Euro-
peeschen vrede er door zijn uit den
weg geruimd. Overigens verwachten de
buitenlanders in Marokko er weinig
heil van. De uitkomst van het congres
zal zijn, dat de toestand in de steden
wat de politie aangaat mogelijk zal
verbeteren, maar de veiligheid in het
binnenland zal even erbarmelijk blijven.
Prof. Willis Moore, van het meteo
rologisch instituut te Washington, deelt
mede dat hij binnen korten tijd in
staat zou zijn het weer een maand
vooruit te voorspellen, dank zij den
vooruitgang der observatie-methoden.
Men heeft zeer fijne automatische re-
gistreer-instrumenten uitgevonden die
aan ballonsen vliegers bevestigd, wetens
waardigs omtrent temperatuur, vochtig
heid, luchtdruk, windsnelheid enz., op
verschillende hoogten aangeven.
Prof. Moore denkt, dat men spoedig
het weer een jaar vooruit met zeker
heid zal kunnen voorspellen.
De twaalf inboorlingen, die ter dood
veroordeeld waren wegens moord op
een politie-inspecteur, zijn Maandag
ochtend te Pietermaritzburg doodge
schoten.
Volgens de Slowo Polskie, te Lemberg
verschijnende, is generaal Stoessel ge
vangen genomen. Uit het gehouden
onderzoek zou gebleken zijn, dat Stoessel
Port-Arthur voor twee millioen roebel
aan de Japanners heeft overgegeven
Over de avontuurlijke luchtreis van
een paar Duitsche soldaten schrijft de
Stockholmsche correspondent van het
Hbl. v. Antwerpen
Zondagnacht, te 1 ure 17, kwam er
in een bosch bij Mastad, op dertig kilo
meters van Karlskrona, een ballon te
recht. 't Was een militaire ballon, be-
hoorende tot de i.le luchtvaartcompag
nie van Berlijn en die was opgestegen
Zaterdagmiddag te 12 ure 15. In het
schuitje zaten twee luchtvaarders van
hetbataillon.de soldaten Veith en Glir-
gens. Het doel der opstijging was,
waarneming van luchtstroomen.
Toen zij opstegen, heerschte er be
neden een Noordwestelijke wind, zoo
dat er geen het minste gevaar scheen
te zijn, dat de ballon in de Oostzee
zou drijven. Reeds te 12 ure 18 bevond
de ballon zich in de wolken en gedu
rende verscheidene uren zagen de pas
sagiers geen schijn van land. Daarboven
in de hoogere luchtlagen troffen zij
luchtstroomen aan, die hen in oostelijke
richting naar de zee voerden. Toen nu
de ballon begon te zinken, bevond hij
zich boven de Oostzee, met de Finsche
kust achter zich, op OQgeveer twee
kilometers afstand. De luchtreizigers
hadden toen nog twee zakken ballast
bij zich en zoolang deze duurde, hiel
den zij zich op 3v0 meters boven de
zee, om eventueel voorbijvarende sche
pen te kunnen praaien.
Rond half twaalf 's nachts begon de
ballon op onrustwekkende manier te
zakken. De zee stond zeer hol. Alle
ballast werd overboord geworpen en
toen deze verdwenen was, volgden de
ledige zandzakken. De sleeplijnen wer
den afgesneden en weggeworpen. Toen
volgde de gondelbekleeding, de schoe
nen der passagiers, hunne kousen, bre
tels, zakmessen, veldflesschen enz. Na
tuurlijk hielp dat alles weinig. Toen
sneed men de zijstukken uit den gon
del en een deel van de werktuigen,
kaarten en wapens werden aan een
vanglijn gebonden en sleepten in het
water. Maar de ballon zakte voortdu
rend. De beide soldaten klommen toen
in den ring van het schuitje; maar
spoedig sloeg de zee over hen heen.
Toen kapte Gurgens de koorden van
het schuitje. Dit hielp, want de ballon
steeg 2000 meter hoog, ver boven de
wolken.
Het duurde evenwel niet lang of hij
zakte weer tot op 100 M. boven het
water. Toen wierpen zij de meeste van
hunne kleederen en de kaarten-porle-
feuille overboord. Nogmaals steeg de
ballon tot 800 M., maar slechts voor
korten tijd. Toen gingen de sabels en
ten slotte al de instrumenten en de
andere nog overgebleven voorwerpen.
Nu kon men de hoogte niet meer meten.
De temperatuur was 13 graden. Einde
lijk, rond 1 ure 's nachts, hoorden zij
hondengeblaf, de blijde boodschap dat
de ballon land had bereikt. De ballon
zakte en raakte spoedig de toppen der
boomen. Een hevige schok wierp de
soldaten bijna beneden, maar zij bleven
gelukkig aan het netwerk hangen, de
een met de armen, de ander met de
beenen aan den ring van het schuitje,
met het hoofd naar beneden.
De toestand was hoogst gevaarlijk,
maar dc mannen gelukten er in zich
te redden en eindelijk, op Zondag
morgen te 1 uur 17, hadden zij vasten
grond onder de voeten, in een bosch,
op 9 kilometers van de statie van
Alnaryd, een paar mijlen ten Noorden
van Karlskrona.
In den donkeren nacht was het on
mogelijk den weg te vinden door het
bosch naar eene menschelijke woning.
Daarom richtten zij zich een leger in
door middel van den ballon. Zij bonden
hunne onderbroeken rond hunne naakte
voeten en doodaf van vermoeienis, vie
len zij spoedig in slaap.
Tijdens het laatste deel van de reis
hadden zij hevig te kampen tegen een
sterken luchtstroom. Zondagmorgen
zochten zij bewoonde plaatsen op, waar
zij gespijzigd en van kleeren voorzien
werden. Kort daarop troffen zij iemand
aan, die wat Duitsch kon radbraken en
die hen voorthielp naar de statie van
Alnaryd, waar hun ballon werd onder
dak gebracht en zij gastvrij werden
opgenomen door koopman Müller.
Maandagmorgen kwamen zij te Karls
krona en daar werden zij geholpen door
het Duitsche consulaat. De ballon werd
ingepakt en naar Berlijn gezonden en
te 3 ure begonnen zij zelf de terugreis
over Malmö.
Onder de ballingen in het gouver
nement Archangel een der gelief
koosde deportatieoorden der Russische
regeering heerscht gisting tengevolge
van de on menschelijke behandeling door
de overheid. In verschillende afgelegen
dorpen komen geregeld sterfgevallen
voor, die door honger zijn veroorzaakt.
De Joden vluchten nog in menigten
uit Odessa, Moskou, Kief, Kisjinef en
andere plaatsen. Met vlugschriften, die
naar aanleiding van de komende Rijks-
doema en het naderende Paaschfeest
weer talrijker worden verspreid, wordt
de bevolking tegen de Joden opgeruid.
Het Petersburgsche Telegraafagent-
schap heeft van gezaghebbende zijde
vernomen, dat Witte zal aftreden en
zich in het particuliere leven terug
trekken, zoodra de Rijksdoema bijeen
is gekomen.
Sir William Holland heeft, naar de
Londensche correspondent van de Echo
de Paris meldt, bij het Lagerhuis een
voorstel ingediend, strekkende om mach
tiging te verleenen tot het maken van
een tunnel onder het Kanaal. Indien
het Huis het aanneemt, zal de maat
schappij die ervoor is opgericht, in No-
venber de noodige plannen overleggen
en zal in de volgende zitting een wets
ontwerp op de uitvoering van het werk
inkomen.
Men schat dat het werk 75 millioen
gulden zal kosten. Om strategische re
denen hebben de ontwerpers gerekend
op sluizen door middel van welke men
de tunnel snel kan laten volloopen.
BEkgl\»ll tkIVL.
De Burgemeester van Heusden brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat de
aanvragen om jacht- en vischakten en kos-
telooze voor het dienstjaar 1906/7 vóór den
15 April a.s. ter secretarie dezer gemeente
behooren te zijn ingediend.
Heusden, den 31 Maart 1906.
De Burgemeester voornoemd,
HONCOOP.
Pliinkelijk
HEUSDEN, 4 April.
Het water voor deze gemeente heeft
weder zijn gewoon peil herkregen. Alles
ziet er weder uit als voor den hoogen
waterstand; alleen de uiterwaarden ver
tonnen eene slibkleur, waardoor weldra
het gras zal doorbreken en dat de vrucht
baarheid van den bodem wel ten goede
zal komen.
Ook de pachter van het wachthuis op
de Prins-Hendrikkade, de heer Ant. van
Dijk, heeft reeds zijn premie om te bouwen
gestort en zal spoedig op dit nog onlangs
ondergeloopen terrein een woning met ver
hoogden onderbouw doen verrijzen.
Bij beschikking van den minister van
waterstaat is o. m. benoemd de heer A. J.
van den Oever te Ammerzoden tot buiten
gewoon opzichter bij het maken van ver
dedigingswerken aan den rechteroever van
het riviervak HeleindDongemond en het
maken van een getij meter aan de Maas
bij Heusden.
Gedurende de maand Maart is al
hier 50,6 mM. neerslag gevallen.
Aantal neerslagdagen bedraagt 20.
Ingekomen giften, voor de slacht
offers der watersnood:
van M. V. f 5.
De heer A. P. Smoor, brigadier-
titulair bij de rijks veld wacht alhier, is tegen
14 April a.s. bevorderd tot brigadier, ter
wijl hem voor standplaats Boxmeer is aan
gewezen.
Tijdens den hoogen waterstand kwam
een zalm in de Oude Haven alhier, schoof
door het sluisje van den Wieldijk en kwam
in de Demer. Personen, die hem zagen,
meenden dat er een groote snoek zat, doch
verloren hem uit het oog. Nu blijkt, dat
hij een schuilplaats gezocht heeft in de
pijp van het sluisje. De sluis werd, onbe
wust van de logé, aan beide zijden afge
sloten en de zalm zat gevangen. Nu het
water zoozeer gevallen is, werd het sluisje
opengezet en het cadaver van wijlen zalm
kwam te voorschijn. Volgens visschers zon
hij een waarde van pl.m. f 18,hebben
gehad.
WERKENDAM. Hoewel velen hebben
gevischt en gezocht naar de verdronken
echtgenoote van schipper L. den Haan,
alhier, is het tot heden niet mogen geluk
ken haar lijk te vinden.
Dat het water veel schade heeft aan
gericht, blijkt wel uit het feit, dat er handen
te kort komen om alles op tijd klaar te
krijgen. Er is hier door een aannemer volk
aangenomen tegen f3 per dag. Wie nu
nog rijs, palen en latten heeft, maakt ook
goede zaken en men ziet het spreekwoord
„de een zijn dood, de ander zijn brood"
opnieuw tot waarheid gemaakt.
Aan het postkantoor alhier en de daar
onder ressorteerende hulpkantoren werd
gedurende de maand April ingelegd
f 2515.30 en terugbetaald f 1914.02.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 971.
VEEN. Maandag werd alhier voor 't
eerst vee naar de weide gebracht, hoewel
er nog weinig gras is. Vermoedelijk zal
het gebrek aan hooi wel een der voor
naamste oorzaken zijn.
AALST (Geld.) Het fanfarecorps „Prins
Hendrik" alhier is voornemens om op 16
April a.s. hare eerste uitvoering te geven.
AMMERZODEN. In het naburige Well
kregen Zondagavond na 't sluitingsuur eeni
ge jongelieden twist, die zoo hoog liep, dat
een hunner van een vuurwapen gebruik
maakte. Een kogel trof zekere De N., zon
der hem evenwel lichamelijk letsel te ver
oorzaken, alleen de kleeren werden door
boord. De politie heeft van een en ander
procesverbaal opgemaakt en den vermoe-
delijken dader, A. S. te Well, gisterenmid
dag naar Tiel getransporteerd.
NIEUWENDIJK, 3 April. Wegens ver
bouwing is het hulppostkantoor alhier,
tijdelijk gevestigd in een ledig staand pand
in de buurt van de openbare school.
Twee drie-jarige ossen van den land
bouwer den heer B. Snoek te Almkerk,
hier op de waag gewogen, hadden te zamen
een gewicht van 3210 pond.
HERPT,- 3 April. Zekere V. alhier, die
dezer dagen fietsen geleerd had, zou Zon
dag een tochtje alleen wagen. Pas van huis
reed hij in een breeden sloot en ging kopje
onder. Gelukkig wist hij weer op het droge
te komen en kwam hij er met de schrik
en een nat pak af.
Enkele personen waren naar Nieuw-
kuik geweest, met het rijtuig van een koetr
sier uit Heusden. Bij terugkomst werd de
voerman binnen genoodigd, die rijtuig en
paard onbeheerd op den weg liet.
Toen hij terugkwam was van rijtuig noch
paard iets meer te bespeuren. Mistroostig
nu te voet huiswaarts keerende vernam
hij dat beiden reeds eenigen tijd te huis
waren.
Enkele jongelui, die naar Heusden moes
ten, hadden zich met het onbeheerde rijtuig
gemakkelijk derwaarts laten brengen en
het rijtuig voor de deur van den huur
koetsier laten staan, die maar niet begreep
waar de voerman gebleven was.
HURWENEN. Ter uitbreiding zijner steen
fabriek alhier heeft de heer Van der Eist
Zalt-Bommel zich een ketel aangeschaft,
welk gevaarte gisteren vervoerd moest wor
den van 't station Zalt-Bommel naar de
fabriek. Al vroeg in den morgen ving het
vervoer aan. Een 14-tal hitten en ongeveer
80 man maakten de bespanning uit. Toch
bereikte men het doel nog niet, daar men
gisteravond den last op ongeveer uur
van den oven af heeft moeten laten staan
om hem morgen vroeg verder beginnen te
vervoeren.
ZALTBOMMEL. Naar een tram, van het
station naar deze gemeente, wordt reeds
lang door het reizend publiek reikhalzend
uitgezien. De zaak vordert echter zeer lang
zaam. Vrijdag kwam in onzen gemeente
raad aan de orde: een adres van den heer
A. J. Krieger te Amersfoort, houdende ver
zoek lo. om1 B. en W. te machtigen met
een plaatselijke commissie in overleg te
treden tot het voorbereiden van een finan-
ciëel voorstel met betrekking tot tramaan-
leg en exploitatie en 2o. om verlenging der
concessie voor den tijd van één jaar, opdat
hij die commissie ter zijde zal kunnen staan.
De Voorzitter zegt dat eerst heden dit
adres is ingekomen. Wijl de concessie 1
April a.s. vervalt, wordt urgentie verleend
tot dadelijke behandeling.
B. en W. adviseeren de concessie voor
3 maanden te verlengen, tot 1 Juli 1906,
onder te kennengeving aan adressant dat
hij binnen dien termijn een definitief plan
met voldoende aanwijzing voor benoodigd
kapitaal zal behooren in te dienen, zullende
bij gebrek daarvan geen verdere verleening
worden toegestaan.
Conform het prae-advies besloten.
WOUDRICHEM. Aan het postkantoor
alhier en de daaronder ressorteerende hulp
kantoren werd gedurende de maand Maart
1906 ingelegd f 3065.09 en terugbetaald
f 3606.07.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 1919.
GIESSEN. Bij de opj.l. Donderdag ge
houden publieke verhuring van weilanden,
toebehoorende aan de Ned. Herv. Kerk en
Diaconie-Armen alhier, werd 7 pCt. minder
besteed dan verleden jaar.
Met genoegen kunnen we mededee-
len, dat onze vroegere dorpsgenoot de heer
A. Verhoeven, voorheen tijdelijk klerk bij
de Posterijen en Telegraphie te Rotterdam,
met ingang van 1 April j.l. als zoodanig
vast is aangesteld.
Uit ons Parlement.
XXVII.
Het boete-artikel heeft de Tweede
Kamer heel wat tijd gekost. Geen won
der voorwaar, waar iederen dag een
paar heeren met nieuwe amendementen
of sub-amendementen kwamen aandra
gen en het daardoor voor iedereen wel
haast onmogelijk moest worden uit al
dien rommel wijs te worden. En bij
slot van rekening zijn zo >wat alle amen
dementen verworpen, zoodat de heeren
zich zeiven de moeite en het land den
tijd hadden kunnen besparen.
Naar aanleiding van al het bespro
kene bad de Minister het regeerings-
artikel gewijzigd en de bepaling toe
gevoegd, dat onder boete in den zin
van den betreflenden titel begrepen
wordt het beding van straf. De bedoe
ling van wijziging en toevoeging werd
'door den Minister uiteengezet en erop
gewezen, dat twee stelsels hier tegen
over elkaar stonden en wel dat van
het Regeerings-ontwerp, volgens het
welk de disciplinaire boete en de andere
schade -puenaliteit aaD dezelfde beper
kingen zijn onderworpen, en dat van
het amendement-Van Styrum, volgens
hetwelk alleen de disciplinaire boete,
zonder eenig verband met andere scha
deloosstelling, beperkt wordt.
De heer Van Idsinga meende, dat in
deze nieuwe toevoeging van den Minis
ter diens eigen stelsel juist niet be
lichaamd was, verwijl ook de heer
Schokking de toevoeging wel een ver
duidelijking maar geen verbetering
vond. De laatste was voor het amend.-
Van Styrum, maar meende dat, waar
van schadeloosstelling gesproken werd,
deze aan den werkgever ten goede
moest komen.
Daarentegen voelde de heer Troel
stra, hoewel erkennende, dat hij juri
disch dichter hij het amendement Van
Styrum stond, toch meer voor het
Regeerings-artikel. Maar 't meest had
hij blijkbaar op met het amendement-
Schaper, waarvan, naar hij meende, de
heer Drucker bij zijn betoog tegen het
amendement-Van Styrum, de bezwaren
had weggenomen.
Door den heer an Wijnbergen werd
op dit veelbesproken amendement-Van
Styrum nog een sub-amendement in
gediend van den volgenden inhoud:
„Indien tusschen werkgever en arbei
der een ander beding van straf of jXoe-
naliteit is gemaakt dan in het 1ste ©nj
2de lid is bedoeld, zal de rechter steewj
bevoegd zijn het door den arbeider bij
overtreding verschuldigde op een klei
ner som te bepalen, indien het bedon-
gene hem bovenmatig voorkomt." Ook
de heer Van Karnebeek stelde nog een
kleine wijziging in het genoemde amen
dement voor, waardoor de uitdrukking
„tot betegueling van schade" erin werd
opgenomen.
Al die verschillende amendementen
en ook 't Regeerings-artikel zelf werd
nu door den heer Drucker nog eens
aan een beschouwing onderworpen,waar
bij hij, die zelf ook geen voorstander
van boeten bleek, de boeten verdedigde
met de bemerking, dat bij afschaffing
het gevaar den werkman bedreigde van
een straf, die financieel veel nadeeliger
voor hem zou zijn. Van de amende
menten werden dat van den heer Scha
per, dat van den heer Van Styrum,
zooals het door het sub-amendement-
Van Wijnbergen gewijzigd was, en dat
van de heeren Jannink en Limburg
door de commissie van rapporteurs aan
bevolen.
Inmiddels had op verzoek van den
heer Lohman de Min. het artikel in
dien zin gewijzigd, dat de rechter alleen
de beslissing over het bovenmatige van
de boete houdt, voor zoover dat in ver
band staat met de geleden schade.
Hiertegen kwam nu echter de heer
Regout op, die de invoeging niet ge
lukkig achtte en voorstelde die weer
uit het artikel te lichten, wat ook de
wensch van den voorzitter bleek.
De bedoeling van den heer Lohman,
die deze woorden wenschte, bleek alleen
te voorkomen, dat de rechter willekeu
rig zou kunnen ingrijpen in een tus
schen de partijen gemaakt beding en
die bevoegdheid tot enkele aangewezen
gevallen te beperken.
De Kamer had intussshen eindelijk
genoeg van het gepraat over dit artikel,
sloot de beraadslaging en ging tot stem
ming over de amendementen over.
Het amendement-De Klerk werd ver
worpen, evenals dat van den heer Van
Karnebeek, van den heer Schaper (be
perking van de boeten tot arbeiders,
die meer dan f 4 verdienen) van de
heeren Jannink en Limburg en van
den heer Aalberse. Het sub-amende
ment van den heer Van Wijnbergen
op het amendement van den heer Van
Styrum, werd aangenomen. Maar daar
het amendement-Van Styrum, zooals
het daardoor gewijzigd was, hierna werd
afgestemd, gaf dat niet veel: Aange
nomen werden alzoo alleen de amende
menten Regout en Schaper, de laatste
een wijziging brengende in de redactie
van de 1ste alinea, zóódat de schijn
wordt weggenomen, dat het boetestelsel
wordt gesanctionneerd.
Ten slotte wordt het regeeringsartikel
aangenomen, luidende in hoofdzaak,
dat de werkgever slechts boete kan
stellen op de overtreding van bepaal-»
delijk aangeduide voorschriften van een
reglement, mits de boete in dat regle
ment zij bepaald en de overeenkomst
omtrent de boete schriftelijk zij aange
gaan, terwijl voorts de bestemming der
boeten nauwkeurig moet vermeld wor
den en ze niet mogen strekken tot
voordeel van den werkgever, ze op een
bepaald bedrag in geld moeten gesteld
zijn, in een week niet meer mogen be
dragen dan het loon van één dag, en
hiervan alleen mag worden afgeweken
bij arbeiders, wier in geld vastgesteld
loon meer dan f 4 's daags bedraagt,
in welk geval echter de rechter altijd
bevoegd zal zijn, de boete op een klei
nere som te bepalen. In het slot van
het artikel wordt dan nog bepaald, dat
elke ermee strijdende bepaling nietig
is en dat onder het stellen en bedin
gen van boete wordt begrepen het be
dingen van straf, als bedoeld bij de
Tiende Afd. van den Eersten Titel.
Vftiniienlaiid.
Het Haagsche Correspondentiebureau
meldt
De Tweede kamer die voornemens
is a s. Vrijdag od reces uiteentegaan,
tot de laatste week van April, of wel
licht tot de eerste week van Mei, denkt
na hervatting van het werk nog een
viertal zittingweken noodig te hebben
voor de verdere behandeling van het
arbeidscontract.
Ook bestaat het voornemen in die
periode de wijziging van wet op de
person eele belasting aan de orde te
brengen.
Blijkens een van den gouverneur-