Hel Land van Hensden en Aitena, de Langstraat en de Bommeierwaard.
Hoor eigen sdmUL
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 2533. Zaterdag 2 Jani.
JÖLtex-sUo Blad.
FEUILLETON.
1906.
Dit blad verscbijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7 72 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
De natuur viert hoogtij, bloem en
blad, boom en struik vertoont zich in
vollen luister en roept den mensch toe
komt buiten en geniet van de heerlyke
zomerlucht.
Deze bewondering van de natuur,
dat vroeg opstaan en in den morgen
stond te genieten van al het schoone
dat de natuur ons biedt is het mensch-
dom steeds eigen geweest; immers de
Zaterdagmorgen voor Pinkster staat
nog in menige streek bekend als „lui
lakmorgen". De langslapers ktijgen op
hun deur geschreven „luilak".
Reeds vroeg in den morgen klonk
het kinderlied
Vroeg uit de veeren,
Gauw in de kleêren,
Zie hoe het morgenlicht helder reeds straalt.
Maar ach, nog zoovelen beseffen niet
of willen hun oogen niet open doen
voor al het schoone dat moeder natuur
ons biedt.
Er zijn mannen van zaken, wier
hoofd zóó vol cijfers en kwesties is,
dat zij het vogelenlied niet hooren noch
bloemenpracht opmerken.
Er zijn mannen van de studeerkamer
en mannen van de leer, die zóó ver
diept zijn in hun boeken en in het
getwist over partijen en stelsels, dat zij
niets vernemen van de sprake dei na
tuur bij morgenlicht en avondscheme-
ring.
Er zijn beoefenaren der natuurweten
schappen die van het schoon der na
tuur niets ontdekken, die altijd ont
leden, maar nooit bewonderen zij kun
nen de roos volledig beschrijven, doch
nooit volop genieten van haar bekoor
lijkheid; zij teekenen de sterrebanen
voor u uit, nauwkeurig en net, maar
verlustigen zich niet in den aanblik
van den sterrenhemel. Er zijn er voor
wie een boom slechts een boom en een
bloem niets anders dan, nu ja een
bloem is.
Er zijn huisvaders en huismoeders
beste, brave luidjes die het altijd
o zoo druk hebben en voor niets en
niemand schier tijd hebben, die zoo
opgaan en ondergaan in hun be
slommeringen dat zij er niet aan den
kon eens „naar buiten te kijken".
Er zijn o zoo koude en kille naturen
Arme minschen! Wat mist ge veel
dat gezond en versterkend voedsel moest
wezen voor uw lichaam en ziel! Wij
21)
„Wel zeker, leg me maar het zwijgen op!
Dat zou je ook niet gedaan krijgen als je
niet op eigen terrein waart!" zeide Tante
Justine vinnig.
Maar Magdalena jammerde, terwijl zij
met door tranen benevelde oogen op die
twee staarde: „Zoo lijdt dan mijn eenige
wensch op aarde schipbreuk op jelui hals
starrigheid!" En op het meisje toetredende,
dat bleek en met neergeslagen oogen bij
de tafel stond, zeide zij bewogen:
„Malwine, is dat je laatste woord?"
Zonder aarzelen antwoordde Mal wine:
„Ja, tante, mijn laatste woord!" Zij sprak
het uit, maar welk een overwinning kostte
het haar
„Moeder," smeekte Arnold, haar hand
grijpende, „wees goed, neem Ilse als doch
ter in uw hart op, het zal u zeker niet
berouwen."
Toen werd de oude vrouw door haar
gramschap overmeesterd. Haar wensch was
de bodem ingeslagen, haar hoop was ver
ijdeld, het eenige onrecht, dat zij in haar
leven begaan had, zou niet weer goedge
maakt worden.
„Nooit, nooit!" bracht zij kuchend uit.
„Beproef het niet mijn hart te vermurwen,
ik haat haar, die mij mijn zoon ontstolen
heeft, en wil haar nooit zien. Kies tusschen
de beproefde liefde van een moeder, en de
onzekere genegenheid van zoo'n meisje
hebben deernis met u. Maar aldus is
het gelukkig! met de meesten
en met ons niet.
Ons laten winterdos, lentepracht en
zomertooi niet onaandoenlijk. Ons tref
fen de alles bedekkende sneeuw, de
stormen, de ratelende donderslagen, zoo
goed als de blauwe hemel en de ver
warmende zonnestralen. Berg en dal,
zee en woud, duiuen en weiden, heb
ben ons iets tè zeggen. Ons doet het
goed de frissche lucht in te ademen en
te zitten aan het strand der zee en dan
te bedenken dat algoede moeder na
tuur over allen niet vragend naar
titel, stand, geld, woning, kleedij en
naar al die dingen meer, welke bij
velen o zoo zwaar wegen haar ga
ven uitstort en allen hoe onder
scheiden en uitwendig en innerlijk ze
mogen wezen toeroept: „Opent oogen
en ooren, ontsluit uw harten en aan
schouwt de van mij uitgaande heerlijk
heid!"
Hoogtij viert ook de Christenheid op
dezen dag, die zich zoo schoon aan
sluit bij de ontwakende natuur.
De eerste predikers waren eenvou-
digen van hart, leert ons de geschie
denis, maar toegerust met geestdrift
voor de schoone taak, die zij zich had
den opgelegd. Geestdrift is een schoone
zaak, en zonder geestdriftig gevoel zal
geen groote zaak slagen. Als wij aan
dachtig de groote gebeurtei is nagaan,
die op het Pinksterfeest plaats vond,
dan zal het ons opvallen, dat van hoe
veel geestdrift het eerste der Pinkster-
feeeten ook getuigde en met hoeveel
bezieling do predikers optraden voorde
groote levensbeginselen, die van toen
af hun tocht door de wereld aanvingen,
de leer zelve werd gegoten in een vorm,
die vooral door schoone eenvoud uit
muntte.
De aanvankelijk zoo hoogst gunstige
uitslag hunner prediking, mag zeker
wel daaraan worden toegeschreven, dat,
hetgeen aan de wereld verkondigd werd,
in de eerste plaats natuurlijk in kern
gezond was. Ook onze tijd en onze
eigen ervaring leeren ons, dat zóó de
waarheid altijd gekleed is.
Laat ons dan ook hoogty vieren, de
Pinkstermorgen vinde ons vroeg op,
ons verlustigende in de schoone natuur,
hy vinde ons gereed om te strijden
voor waarheid en recht, hij wekke ons
op te betrachten en te verkondigen het
groote beginsel van d n Meester Hebt
uw naaste lief als u zelve.
kies tusschen haar en mij. Kies, zeg ik je!"
„Moeder! Mijn woord, mijn hart bindt
mij aan Ilse."
„Verscheur dien band, zooals ik op het
oogenblik dat je tot haar wederkeert, den
band, die ons verbindt, zal verscheuren.
Dan heb jij geen moeder, en ik geen zoon
meer. Kies!"
Arnold sloeg de handen voor het gelaat
en beefde over al zijn leden; toen liet hij
zijn handen zakken en zeide bedaard:
„Ik heb Ilse meer lief dan mijn leven
moeder. Ontneem mij haar en mijn dagen
zijn voor mij niets meer dan een langzaam
sterven. Zij vertrouwt mij, zij wacht op
mij. Verlang van mij wat gij wilt, maar
nooit of nimmer zal ik jegens haar een
schurk worden."
„Kies!" zeide zij nogmaals streng en op
heeschen toon.
„GoedIk heb mijn keus gedaanIlse
Als moederliefde niets meer vermag dan
zich in strenge trotschheid tegenover het
levensgeluk van haar kind stellen, dan ver
liest zij alle waarde, die er aan wordt toe
gekend. Misschien verzoent u eenmaal het
geluk uwer kinderen. Vaarwel, moeder!"
Langzaam wendde hij zich omhij hoopte
nog op een woord. En dat kwam, onver
zoenlijk.
„Zoo heb ik dan geen zoon, en jij hebt
geen moeder meer. Wij zijn dood voor el
kander."
Zwaar zonk haar hand op de plooien van
haar kleed neder die oude, lieve hand,
die zich altijd slechts voor zijn welzijn be
ijverd had. Hij zag het niet, want hij deed
de deur tusschen haar en hem dicht.
Malwine volgde hem. „Arnold", zeide
zij, „zoo zal het niet altijd blijven. Hoop
op de toekomst."
De tranen sprongen hem uit de oogen.
Kuiten I ami.
De onthullingen over de wijze waarop
men te werk gaat in de slachthuizen
en vleeschpakkerijen te Chicago, Omaha
en elders, wekken zooveel verontwaar
diging en walging, dat wettelijke voor
zorgsmaatregelen zeker wel genomen
zullen worden. Optimisten gelooven
zelfs dat de bandieten, die fortuinen
verdiend hebben door in 't groot het
Amerikaansche volk te vergiftigen met
ongezond voedsel, gestraft zullen wor
den. Daarenlegen hoort men een krant
als de Herald reeds ach en wee roepen
over het nadeel dat deze onthullingen
zullen doen aan den uitvoerhandel
maar deze oude methode heeft niet veel
kans nu te slagen, al zet het blad ook
boven zijn artikel: „De handel bena
deeld door een roman."
De „roman", hier bedoeld, is het boek
The Jungle, waarin Upton Sinclair de
methoden van de vleeschpakkers be
schreef een boek dat de aanleiding
gegeven heeft tot de tusschenkomst der
regeering in deze. Men zegt dat Roose
velt, na Sinclair's beschuldigingen ge
lezen te hebben, ze niet wilde geloo
ven toch zond hij twee vertrouwde
agenten naar Chicago.
Achteraf wordt bekend, dat Reynolds,
een van de twee vertrouwelingen, zich
als een boer verkleed heeft om gemak
kelijker achter de geheimen van de be
handeling te komen. Zoo was hij er
bij, toen 31 stuks ziek vee geslacht
weiden. De inspecteurs keurden er 24
van goed.
„Voor zooveel de bladen betreft", zegt
de New-Yorksche correspondent van de
Times, „is de helft van de waarheid
nog niet eens openbaar gemaakt, en ik
heb reden om te verzekeren dat de ge-
heele waarheid nooit gedrukt zal wor
den, daar ze de grenzen der welvoe-
gelijkheid overschrijdt."
De New-Yorksche correspondent van
de Standard zendt een uittreksel van
een verslag van Richard Bloor, die met
zijn vrouw te Chicago gewoond, en te
midden van de werklieden in de pak-
kerijen geleefd heeft. Hij zegt, vooral
getroffen geweest te zijn door den ver
dorven geest onder de werklieden, die
door hun onmenschwaardig bestaan ge
heel verdierlijkt worden. Het kan hun
in 't minst niet meer schelen, wat voor
vuilnis met het vleesch wordt inge
pakt. Gevogelte en vleesch, zoo verrot
dat het uit elkaar valt, wordt inge
maakt, nadat men het heeft laten be
vriezen en het met chemicaliën heeft
behandeld. Ham, zoo stinkend dat men
't er niet bij uit kan houden, gaat in
de blikjes; vee dat begraven moest
worden, komt in allerlei vormen weer
uit de pakkerijen.
„Ik kon niet anders, Malwine, en toch
breekt het mijn hart. Tante Justine is van
alles de schuld."
„Neen, Arnold, dat ben je zelf, door je
ongelukkig dralen; maar wees niet zoo
mismoedig, de tijd zal alles heelen." Dit
zeggende, drukte zij de hand op het hart;
zij hoopte ook op de leniging van den tijd.
Arnold ging naar Ilse. Te huis was het
hem alsof de dood met zijn koude hand
door de kamers rondwaarde.
Malwine wilde weg; zij pakte haar bagage,
en hij #was alleen, overal alleen. Uit de
kamer van zijn moeder kwam geen geluid;
als hij door de deur heen had kunnen
zien, zou hij misschien omgekeerd zijn, om
aan haar zijde neder te knielen, en moge
lijk zou alles weer goedgemaakt zijn. Maar
Justine hield de wacht, dat geen verradend
snikken der geknakte vrouw naar buiten
drong.
Intusschen kwam Arnold bij.Ilse; maar
als hij gedacht had, na de stormen van
dien avond, hier een weinig troost te vinden,
had hij zich bedrogen. Zij lag weenend,
met het hoofd in beide handen verborgen,
voor den houten stoel van haar kamertje
en snikte erbarmelijk. Juffrouw Falkenberg
stond naast haar, waarschijnlijk met de
goede bedoeling om haar te troosten, en
beiden hadden het zoo druk met zichzelf,
dat geen van beiden op Arnolds binnen
komst acht sloeg.
„Trek je het niet aan kind," hoorde hij
de stem der vrouw zeggen, „'t is nu een
maal niet anders op de wereld, de besten
zijn er meestal het slechtst aan toe. Ik
heb het al zoo dikwijls gezegd, hoe hoogerop,
hoe slechter. Nu, mij moest er eens zoo
een aankomen, wat zou ik hem uitluchten 1
Maar hier had ik het toch zelf niet gedacht,
zoo eerlek als hij er uit zag en zoo wei-
De Amerikaansche kranten drukken
de namen van de schuldige handelaars
af, vast overtuigd, dat zij geen gerech
telijke vervolging durven ondernemen.
De correspondent te New York van
de Globe, seint over de vleeschschan-
dalen, dat het optreden van Roosevelt
tegen de vleesch trusts, ontegenzeggelijk
zijn populariteit bij alle partijen, even
als bij den Senaat van de Unie heeft
verhoogd.
Alle partijen willen thans met Roo
sevelt medewerken, zoodat de aanne
ming van de wetsontwerpen der regee-
nu verzekerd is, evenals de spoedige
verdaging van het Congres, daarna.
Het debat over de interpellatie betref
fende den hongersnood gaf in de Doema
hevige uitvallen tegen de Russische
regeering te hooren. De kozakkenaf-
gevaardigde Sadelnikof verklaarde elke
interpellatie voor verloren moeite zoo
lang dit ministerie nog aan het bewind
bleef.
Er werd gewezen op het feit dat van
overheidswege particuliere liefdadigheid
bij hongersnood verboden werd en dat
boeren die deelgenomen hadden aan
de boerenopstootjes geen ondersteuning
kregen. Een socialistische afgevaardig
de wilde zelfs de regeering voor den
rechter dagen, omdat zij alleen de
schuld was van de oproeren op het
land. Een Poolsch afgevaardigde noemt
de lands verdeeling, zooals voorgesteld
wordt, een groot gevaar. Wat moet er
gedaan worden als de vele arbeiders
in de steden vragen om fabrieken en
huizen. Dat zou hun niet geweigerd
kunnen worden. De oorlog in Japan
is achter den rug, het binnenland van
Rusland echter vrij verre van rustig.
Wil de Doema nu nieuwe onlusten te
voorschijn roepen?
Het hoeft niet extra vermeld te
worden dat de zitting levendig verliep.
Interrupties, bellen van den president
en voortdurend rumoer vóór zoowel
als na de pauze. Ten slotte werd de
zitting verdaagd, nadat nog een van de
boeren afgevaardigden zijn vertrouwen
in den tsaar had uitgesproken, die de
plechtige belofte gegeven heeft, land
te zullen geven.
De correspondent van de New York
Herald te Willemstad op Curasao seint
dat Castro's proclamatiën de rust in
Venuzuela dreigen te verstoren. Presi
dent Gomesz, die onraad vermoedt,
versterkt zijn stelling door zijne voor-
voornaamste vrienden te benoemen tot
belangrijke staatsbetrekkingen, endoor
handel en landbouw op alle wijzen te
bevorderen. Men zou daaruit opmaken
dat Gomesz volstrekt niet gezind is,
de hoogste macht weer af te staan aan
gemanierd als hij was dat zijn in den
regel de ergsten, wolven in schaapsvacht,
zooals het spreekwoord zegt. Wees maar
niet bedroefd, kind, er komt wel een
ander, die het eerlijk meent ofschoon
die, God beter 't, dun genoeg gezaaid
zijn. Maar die rijken! Ik zal er maar niets
meer van zeggen, mijn lieve hart," ging
zij voort, toen zij Ilses afwerende beweging
met de hand bemerkte, „dan alleen dit
nog: Die tante is een ware satan voor je;
op haar zouden al die uitheemsche woor
den van juffrouw Ina gepast hebben. Je
hadt eens moeten zien hoe ze mij aankeek
als een wilde kat, toen ik vertelde, dat je
de verloofde van dien lieven mijnheer
Schmidt was; ze werd geel en groen van
nijdigheid. Natuurlijk willen zulke lui van
geen arm meisje weten; geld willen zij
hebben, geld. Laat ze opvliegen met
hun geld! En schrei nu niet meer, mijn
hartje. Wie weet waar het goed voor is,
dat het zoo'n draai heeft genomen, zoo
als mijn moeder zaliger altijd zei." En
zij bukte zich, om teeder Ilses hoofd op
te heffen.
„Wat heb ik u dan voor kwaad gedaan,
juffrouw Falkenberg, en u ook Ilse, dat je
dit alles zoo maar aanhoort?" vroeg Arnold
bijna treurig, want in de gemoedsstemming
waarin hij verkeerde, deden de woorden van
die vrouw hem leed.
„Wat? dat vraag je nog, en je durft
nog hier komen stoof de weduwe op,
haar handen in de zijden zettende. „Ik
moet zeggen, dat is al zoo brutaal als het
maar wezen kan, of denk je, dat we nergens
van weten We weten alles, mooie meneer,
en 't is maar het best dat je dadelijk
rechtsom keert maakt en weer heen gaat
waar je vandaan gekomen bent naar
je mooie, voorname bruid, die zich ook
zijn voorganger, indien deze van zin«
mocht zy'n, terug te komen.
Te Belgrado verwacht men dezer da
gen gewichtige beslissingen op het ge
bied der binnen-eu der buitenlandsche
politiek. De regeering zou besloten heb
ben ongeveer zeven der voornaamste
samenzweerders te pensioneeren, om
zoodoende het herstel van alle diplo
matieke betrekkingen mogelijk te ma
ken en tegelijk de oppositie haar groot
ste wapen uit de hand te slaan.
Te Heidelberg zijn een aantal per
sonen, die in een hotel aldaar gegeten
hadden, zoo ongesteld geworden, dat
zij naar het academisch ziekenhuis ge
bracht moesten worden. Onder hen be
vinden zich de Russische prinsen Opo-
lenski en Gagarin, benevens twaalf stu
denten. Ook het hotelpersoneel is ziek.
Levensgevaar bestaat er niet. Vermoe
delijk is de oorzaak te zoeken in ver
giftigde conserven.
Een verschrikkelijke orkaan heeft
Dinsdag het Beiersche district Eggen-
felden geteisterd, vooral de dorpen Rim-
bach, Reieheneibach en Seemannshau-
sen zijn deerlijk gehavend. Honderden
hoornen zijn ontworteld; huizen van hun
daken beroofd. Te Rimbach is de koe
peltoren van de kerk gerukt. De orkaan
duurde vijf minuten en ging gepaard
met zware regen en hagel.
Volgens een bericht uit Koetais (Trans-
kaukasië) zijn naar het rijtuig van
Alichanof, den gewezen gouverneur, toen
hij naar het station reed, twee bommen
geslingerd. De oud-gouverneur kreeg een
verwonding aan de heup; onder het
publiek werd één persoon gedood en
drie gewond.
De daders zijn weer ontsnapt.
De Petersburgsche correspondent vaii
de Tribune seint vreeselijke bizonder-
heden over den hongersnood, die nu,
zegt hij, een bevolking van 20.000.000
zielen in 22 Russische gouvernementen
omvat. De politie sluit met geweld alle
zoogenaamde soepkeukens, waardoor de
ellende en de verbittering ten zeerste
stijgen.
De „Soir" bevat een telegram uit
Rome, meldende, dat de paus een
nieuwen aanval van zijn hartziekte
heeft gehad.
Lapponi werd geroepen. Slechts drie
kardinalen mochten den paus naderen.
In Neurenburg is den laatsten tijd
en individu los, dat zonder aanleiding
hoegenaamd, meisjes en vrouwen mes
steken toebrengt, om dan spoorloos te
verdwijnen. Twee zijner slachtoffers
zijn zeer gevaarlijk gekwetst in een
wel geluk mag wenschen met zoo'n lie
ver tje als jij bent!"
Zweigend liep Arnold de kijvende vrouw
voorbij en naar Ilse toe, die naar den
achtergrond van de kamer gevlucht was.
„Ilse," zeide hij, „ik heb eene andere
ontvangst gehoopt en verdiend. Dat ik met
zwarigheden zou te kampen hebben, heb
ik je gezegd, en niettemin wilde je me
vertrouwen. Door het gebabbel van juffrouw
Falkenberg heeft mijn moeder vroeger van
onze betrekking gehoord dan ik wenschte;
ik moest kiezen tusschen u en haar.
Ik koos u."
Zijn stem beefde een weinig, zijn treurige,
doffe blik getuigde van den zwaren strijd
der laatste uren.
„Arnold," zeide ze schuw, en trok haar
hand uit de zijne terug, „blijf bij haar en
vergeet mij."
„Neen, Ilse, dat kan ik niet, ik heb u
lief en kan zonder u niet leven; ik heb u
toen reeds gezegdmoet ik kiezen, dan
neem ik u."
„Zal ik u gelukkig maken? Ben ik uwer
waardig
„Zoo moet je niet spreken, Ilse," zeide
hij, op droevigen toon leg liever uw hoofd
tegen mijn borst en zeg mij, dat je me
liefhebt. Het was een.zware strijd, en een
zware, treurige overwinning. Ik heb geen
andere verloofde dan u, en Malwine gaat
morgen heen."
Onzeker en mompelend, verwijderde zich
juffrouw Falkenberg. Ilse deed zooals hij
verlangde, maar er was een onzichtbare
slagboom tusschen hen Waren de tranen
der moeder daar de oorzaak van
Uit het Duitsch.
(Wordt vervolgd.)