m
and van Neusden en Altena. de Langstraat en de Bommelerwaard.
Door eip sctoli.
ARMENZORG.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heugden.
No. 2535. Zaterdag O JuniÏOOO.
FEUILLETON.
ÜNKj atJ
LAND VAN ALTENfi
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
De verschillende instellingen van lief
dadigheid en armenzorg te Amsterdam
hebben een ernstig woord gericht aan
de burgerij, over de vraag„Hoe te
geven
Hieruit blijkt wederom dat er samen
werking kan wezen tusschen personen
van de meest uiteenloopende denk
beelden op velerlei gebied en dat men,
boven de verschillen uit, elkaar toch
weer broederlijk de hand reikt, zoodra
men voelt dat er gemeenschappelijke
belangen zijn te behartigen, dat men
eendrachtig aan eenzelfde taak zich te
wijden en eenzelfden strijd ten bate
van anderen, van de gemeenschap
te voeren heeft. Nooit verbloeme en
bemantelo men de verschillen, maar
nimmer late men evenmin na „schou
der aan schouder" te staan, zoo dik
werf men beseftten opzichte van
dezen of dien arbeid en kamp zijn we
één. Zulk een samengaan versterkt den
band van vertrouwen, van verantwoor
delijkheid, van bp elkaar te behooren,
ondanks de verscheidenheden in menig
opzicht. Boven het „ben ik mijn broe
ders hoeder?" sta het „gij zyt allen
één, gy zyt broeders, deelen van één
geheel".
Naast persoonlyken, sta gemeen-
schappelijken arbeid. De laatste doe
nooit vergeten de-verplichting tot den
eerste en deze die tot aaneensluiting.
Armenzorg is vaak niet veel anders
dan bedeelingd.i. bestendiging van
een treurigen toestand. Zy moest wezen
zorgen voor den nooddruftige door öf
dieper verval te voorkomen öf opheffen
uit een toestand den memch onwaar
dig, zoodat men weer „op e:gen bee
nen kan staan", niet meer kennende
een omlaag trekkendedemoraliseerende
afhankelykheid van medemenschen, een
stoffelijk oprichten als de weg tot eeri
geestelijk en zedelijk hooger komen te
staan. Dit is wezenlijk helpeD, 's men-
schen werkelijk, duurzaam geluk be
oogen en bevorderen.
Intu8schen, we hebben te rekenen
met de werkelijkheid van heden, al
blijve men streven naar een andere.
Om terug te komen op bovengenoemd
schrijven zy herinnerd dat de onder
teekenaars-vertegenwoordigers van in
stellingen van liefdadigheid en armen
zorg te Amsterdam en als zoodanig te
„Zou Justine misschien Bij dit denk
beeld richtte de zieke zich overeind en riep
met luider stem, zooals vroeger, haar schoon
zuster.
„Ga zitten, Justine, ik moet eens met
je spreken."
In de halfdonkere kamer kwam die lange
zwarte gestalte scherp tegen het venster uit.
„Heb je nooit een brief van mij n zoon ont
vangen en dien voor mij verborgen Heeft
Arnold mij vergeten?"
De arm, dien zij met haar oude, koortsig
gloeiende hand vasthield, trok zenuwachtig,
maar Justines toon was bedaard en scherp
als altijd, toen zij antwoordde:
„Nooit, Magdalena, verwondert je dat?
Hij heeft een vrouwWat geeft hij om een
moeder, die zich toen onverzoenlijk van
hem afkeerde en zeide„Ik heb geen zoon
meer?" Hij is dood voor je, en jij voor
hem."
De zieke slaakte een kermende zucht.
„Ga heen," zeide zij, „daar heb jij me
toe gedreven, jij hebt me van mijn kind
beroofd. Heb je me niet altijd met die
oude schuld aan 't hoofd gemaald Ik
„De koorts doet je zoo spreken, Magda
lena, daarom gebruik ik inschikkelijkheid
met je. 't Is heel gemakkelijk de schuld
op anderen te schuiven als men iets ver
keerds heeft gedaan heel gemakkelijk.
Jammer maar dat daardoor het geweten
zich toch niet in slaap laat wiegen."
Dit zeggende, wendde zij zioh om en
zamen vormend: „De Algemeene Ver
gadering der Vereeniging van Arm-
beslur<nbesloten een ernstig woord
te spreken dat alom worde gehoord en
overdacht.
Er wordt veel geleden. Er wordt ook
veel geholpen. Er wordt meer gegeven
dan geholpen. Zoo is het overal.
Niet met al het geld dat gegeven
wordt, wordt ook goed gedaan. Er
wordt met geld geven ook wel kwaad
gedaan, zeker met een goede bedoeling,
met een goed hart, maar toch kwiad.
Qeeft nooit zonder onderzoek aan
onbekenden
Ten minste geen geld. Werpt den
bedelaar geen centen toe om van hem
at te zijn. Duizenden doen dat gemak-
kelijkheidshalve, maar al die centen
vormen een kapitaal dat aan nuttig
gebruik onttrokken wordt. Ge kweekt
aan een klasse van personen, levende
op kosten van anderen, zonder werk
daartegenover te stellen. Geeft niet aan
een bedelend kind. Ge moedigt aan
„kinderverwaarloozing", terwyl ge toch
kinderen redden wilt.
Geeft niet zonder onderzoek aan
onbekenden, maar ook niet aan onbe
kende instellingen.
Onder den naam van liefdadigheid
zyn verkeerde praktyken gedreven.
,,Wie durft afwyzen onbekenden op
straat en aan de deur en ook de col
lecten van hem onbekende vereenigin-
gen, werkt mee aan het verwijderen
van misstanden".
Dusgeeft, geeft zooveel ge kunt
meer noch minder mag maar zorgt
dat ge weet, waar uw geld bly ft,
opdat het goed stichte.
Weet dus aan wien ge geeft en aan
welke instelling of vereeniging. En
schenkt dan mild, blijmoedig, kiesch,
nooit kwetsend, den plicht tot helpen,
geen dank wenschend.
Wy mogen niet meewerken aan
kwaad bevorderen, aan het doen voort
duren van misstanden. Wy moeten
steunen waar naar het goede wordt
getracht. Dit geldt ook van Armenzorg.
Wij moeten persoonlijk helpen en
gemeensch app dijk
Ge hebt bloedverwanten, vrienden,
bekenden, ge hebt menschen in uwe
omgeving, dikwerf wonend vlak bij
uw huis, die uw hulp inroepen en ge
helpt zooveel ge kunt en moogt. Men
doet een beroep op uw persoonlijken
steun en uw verantwoordelykheidsbesef
gaat ontwaken om weldra luide te
trad aan het venster.
„Onderwerp je aan den wil der Voorzie
nigheid. Daar tegenover zijn wij allen mach
teloos en moeten wij ons wel schikken;
en als je sterven moet zonder Arnold te
hebben weergezien
„Maar eer wil ik niet sterven, dat kan
ik niet!" riep Magdalena snikkend uit.
„O, mijn kind, mijn kind! En wat moet
ik daarboven Christiaan zeggen?"
„Wind je zoo niet op, schoonzuster, daar
doe je jezelf maar kwaad mee. Ik ga heen,
om een soepje voor je klaar te maken."
Toen zij door den corridor liep, huiverde
zij. Zij wist, dat daarbinnen een stervende
lag, wier leven nog maar bij weken geteld
was; zij wist, dat zij het geweest was, die
het moederhart gebroken had, maar ner
gens dreigde haar ontdekking: het bewijs
barer schuld was door die kleine vlam
voor altijd vernietigd. Waarom schreef Ar
nold ook niet weer, en wat zou een ont
dekking van wat zij toen gedaan had nu
gebaat hebben? Zij wist immers niet eens
of hij nog in Napels vertoefde, en of hij
da&r wel geweest was. Weldra sloot het
graf zich over haar schuld.
Daarbinnen lag Magdalena echter, en zag
naar buiten in de avondschemering, waarin
de sneeuw helder uitblonk, en allerlei her
inneringen kwamen in de stervende op, en
voerden haar in het verleden terug. Wat had
hij als vroolijk kind hier in dit oude huis
gespeeld en gejoold, om, als hij vermoeid
en verhit was, bij zijn moeder een lekkernij
te halen, en die, aan haar voeten neder-
gehurkt, op te eten! Om dezen tijd werden
er altijd appelen gebraden, en de oude
vrouw meende op dit oogenblik weer den
geur der braadappelen te ruiken.
Zoo kwamen haar honderderlei kleine
tooneelen van vroeger en later voor den
geest, en dat hij altijd een goed zoon was
spreken. En hulp verleenend, zijt ge
bly voor dezen of voor dien, voor dit
of dat gezin iets te kunnen doen.
Tracht bovenal iets voor hen te zijn
zoodat van uwe persoonlykheid een
invloed uitgaat, hen ten bly venden
zegen.
Wij moeten bywijlen de handen
ineen slaanen door gezamenlijke
krachtsinspanning iets afweren en tot
stand brengen. Uitnemend! Er is een
veld, waarop de meest onderscheidenen
kunnen, ja moeten samenwerken, zal
iets gewrocht worden. In dit samen
werken voor één doel, ligt zooveel
goeds. Als maar niet vergeten wordt
dat hoe meer vereenigingen worden
opgericht, het gevaar te grooter wordt,
dat het gevoel voor eigen aansprakelyk-
heid wordt gedood, en daarmee de lust
om zelf aan te pakken en het initiatief
te nemen.
Velen betalen hun contributie, maar
doen verder niets, alles aan enkelen
overlatend. De „massa" ip dikwerf dood.
„Eendracht maakt macht", is waar,
doch het beste kan overdreven worden.
Armenzorg zy aller werk!
Geeft! Doch eischt niet dat maar
altoos anderen vooruit gaan op onder
zoek, neendoet ook gij zelf in deze
het uwe. Geef niet alléén uw geld,
maar ook iets van uw tijd, uw moeite
en uitspanning, iets van uw eigen per
soonlijkheid, want niet altyd is met
geld alles te doen.
Men bespreke voortdurend ons onder
werp, schrijve, vergaderc erover. Uit
stekend! 't Is brood-noodig, doch op
het antwoord kunnen nooddruttigen niet
wachten en daaromhelpt, helpt na
onderzoek en gaat er zelf op uit man
nen en vrouwen vooral.
Moge alom op het terrein van armen
zorg meer samenwerking geboren wor
den tusschen kringen, vereenigingen,
instellingen, diakonieën Hiermee ware
heel wat gewonnen. ACt,.)
■Buitenland.
Men herinnert zich, dat op 27 Mei
Charbonnier, Fransch onderdaan, be
ambte aan de Algiersche Bank te Tan
ger, door Marokkanen verradelijk is
vermoord, voor de poorten van Tanger.
Het doel van dien moord is onbe
kend, maar men gelooft dat alleen de
haat tegen de Europeanen als motief is
aan te merken.
De „Matin" meent te weten, dat de
Fransche regeering van den Maghzen
geweest en zijn moeder hartelijk had lief
gehad. Heete tranen vielen onophoudelijk
op de beddekussens.
Hij moest ten minste weten, dat zij hem
volkomen vergeven had, en niet denken
dat zij onverzoenlijk gestorven was, als zy
nu toch eenmaal sterven moest zonder hem
wedergezien te hebben.
Justine vertrouwde zij niet, zij wist zelf
niet waarom.
Het eene uur voor, het andere na, ver
liep, en zij peinsde er nog over hoe zij
het zou aanleggen. Justine was reeds lang
ter ruste gegaan maar de zieke lag nog
met de oogen wijd open en staarde op den
helderen, onbe weeglij ken kring, die de
kap van de nachtlamp op de zoldering
teekendede overige ruimte van de groote
kamer bleef in de schaduw. Was hep de
koorts, die haar eensklaps het hoofd deed
opheffen, om met gespannen oplettendheid
te luisteren, of had zij eindelijk haar plan
gemaakt
Niets bewoog zich in het huis, alles was
doodstil als te voren. Toen stond Magdalena
op, sloeg het dek van zich af, en beproefde
langzaam en onhoorbaar door de breedte
der kamer naar haar schrijftafel te gaan.
Haar voeten beefden, alles draaide haar
voor de oogen, maar zij overwon de zwak
heid. In halfdonker zocht zij met moeite
pen en papier bijeen, en ging toen terug
naar de tafel, waarop de nachtlamp brandde.
In den diepen leunstoel voorovergebukt,
met de verwarmende deken over haar knieën
getrokken, de groote, witte nachtmuts op
het hoofd, was Magdalena het beeld der
reinste, teederste moederliefde.
De lamp wierp slechts een flauw schijnsel
op het papier, maar zij had geen anderen
tijd om te schrijven, en bovendien wilde
zij het voor Justines oogen verborgen hou
den dus dwong zij haar bevende handen,
zal eischen: een som van 100,000 francs
schadeloosstelling voor de familie van
het slachtofferofficieele verontsehul-
digingen en een gedenksteen, op te
richten ter plaatse waar de moord werd
bedreven.
In den Franschen ministerraad is be
sloten twee kruisers naar Tanger te
zenden.
De „Times" zegt naar aanleiding van
dit geval nog:
„De Maghzen heeft geen enkelen
maatregel genomen, om een einde te
maken aan dezen toestand van anarchie.
Sedert de eerste aanslagen plaats gre
pen, nu drie jaar geleden, is geen en-
Ikele schuldige gevangen gezet; inte
gendeel, men heeft eenigen van hen in
vrijheid gesteld, terwijl de voornaamste
schuldigen benoemd zijn tot gouver
neurs van naburige landstreken."
Waar dus dit laten loopen van de
daders, als 'n soort wet geworden ge
woonte is te beschouwen, valt het te
betwijfelen of de Maghzen op de be
weerde Fransche eischen zal verkiezen
in te gaan.
Woensdag heeft een deel der bevol
king van Moskou, tot wanhoop ge
bracht over het uitblijven der amnestie,
getracht de gevangenis van Orenburg
open te breken, teneinde de staatkun-j
dige gevangenen in vrijheid te stellen.
Een bloedig gevecht met de kozakken
was daarvan het gevolg, waarbij een1
30-tal dooden en gewonden zijn ge
vallen.
Uit Pietermaritzburg wordt gemeld,
dat driehonderd kaffers, in dienst van
de Ennersdale Spoorweg-Mij., de Itali-
aansche opzichters hebben aangevallen
en verschillende hunner hebben ver
moord. Een magislraaispersoon is naar
de plaats van de misdaad vertrokken,
om een onderzoek naar het voorgeval
lene in te stellen.
Uit Durban wordt medegedeeld, dat
Dinizoeloe, de zoon van den bekenden
kaffervorst Cetewayo, de rebellen met
600 man heeft versterkt.
Indien dit bericht juist blijkt, is de
toestand aanmerkelijk zorgwekkender
geworden, daar Dinizoeloe's streven is,
om geheel Zoeloeland in opstand te
brengen. Dan zal de hulp der rijks
troepen absoluut noodzakelijk zijn.
Heel de Durban-militie en een groot
aantal reservisten zijn reeds in het veld.
Wel kunnen nog eenige reservisten
lichtingen worden gemobiliseerd, maar
in dit geval zouden geheele districten
weerloos worden.
Dinizoeloe is door het Natalsche
gouvernement naar Pietermaritzburg
ontboden. Hoewel hij reeds een week
geleden hiervan werd bericht, is hij
nog niet gekomen, hetgeen in Natal
een ongunstigen indruk maakt.
Een bizondere correspondent van de
Daily Chronicle te Johannesburg seint
een schrikkelijk tooneel van den stand
van zaken daar. Johannesburg wordt
zoetjesaan een tweede Kimberley, daar
de bevolking geheel onder den duim
der magnaten staat en voelt dat zij
machteloos tegen hen is. Het eenige
redmiddel, zegt de correspondent, is de
Chineezen naar huis te zenden. Een
groot deel zou al in 1907 weg kunnen.
Er zijn genoeg Kaffers voor de mijnen
beschikbaar, maar de mijnbestuurders
houden ze achter om de proef met de
Chineezen door te zetten.
Den lsten Juni zijn ter inwijding van
de Macedonische moorden voor dezen
maand te Spancewo in het wilajet Us-
kuub 13 Bulgaren overvallen, gebonden
en vervolgens in koelen bloede ver
moord. De met het onderzoek belaste
kaimakam denkt, dat het een daad van
wraakzucht eener Servische bende is.
en schreef langzaam en bij tusschenpoozen.
Zelfs in haar gezondsten tijd was zij geen
vlugge briefschrijfster geweest.
„Malwine! Ik zal sterven, zonder mijn
zoon wedergezien te hebbenluidde de
brief. „Dag aan dag, uur op uur, heb ik
op bericht van hem gewacht, om mijn
hardheid weer te kunnen goedmaken, maar
tevergeefs. Nu moet ik scheiden, zonder
mijn hand op zijn hoofd gelegd te hebben,
zonder hem voor zijn verder leven te kunnen
zegenen! Als ik destijds door mijn streng
heid gedwaald heb, dan boet ik er duizend
maal voorik reikhals naar hem met
koortsachtig verlangen, zooals slechts een
moeder verlangen kan, voordat de onver
biddelijke dood komt, nog eenmaal te
omhelzen wat haar dierbaarst kleinood ge
weest is.
„Malwine, ik sterf, maar niet zonder hem
uit de volheid van mijn hart vergeven te
hebben. Misschien zegt men hem dat niet,
en vraagt hij er niet naar, wanneer hij
gelukkig is maar komt eenmaal voor hem
de ure van droefheid, en die uren blijven
voor niemand uit, dan zou ik zoo gaarne
willen, dat iemand bij hem kwam en hem
zeide„Uw moeder daarboven bidt voor
u zij heeft u uit de volheid van haar hart
gezegend, zooals zij u altijd heeft liefgehad.
Die persoon zult gij zijn, Malwine, gij, zijn
zuster. Soms is mij een licht opgegaan,
wanneer ik met mijn gedachten in het ver
leden verwijlde, dat misschien een ander
het zwaarste offer had gebracht gijmijn
kindEn opdat ge mij niet voor strenger
dan noodig was zult houden, zult gij nu
de reden van mijn weigering, dat Arnold
met Ilse zou trouwen, vernemen. Ik had
jegens uw moeder een onrecht goed te
maken, en dat wilde ik daardoor doen, dat
gij mijn dochter werdt.
„Jaren geleden en toch is het my in
Volgens den minister van binnen-
landsche zaken heerscht er in 212 dis
tricten van Rusland hongersnood. Al-
lerwege wordt de regeering om hulp
gesmeekt, maar door het te drukke ver
keer op een deel der spoorwegen gaat
de aanvoer van koren slechts gebrek
kig. Zoo staan aan de stations Sysran
en Batraki aan den Samara en Slatoest
spoorweg niet minder dan 15,000 wa
gonladingen koren te wachten om naar
de plaats der bestemming te worden ver
voerd.
De gezworenen te Springfield in Ohio,
hebben uitgemaakt dat de drie negers,
die daar in April door het volk gehan
gen en verbrand zijn, mevrouw Mina
Edwards, wier beschuldiging de aan
leiding tot de lynchpartij waren, niet
hadden aangerand. Er zullen nu 23
lynchers vervolgd worden.
Woensdag heeft te Chapelle-lez-Her-
laimont (België), de weduwe Dupuis,
geboren Thérèse Roland, haar 105en
verjaardag gevierd. Heel de gemeente
vierde te dezer gelegenheid feest.
De jubilaresse woont te zamen met
haar twee ongehuwde zoons, Francois,
geboren in 1824 en Antoine, geboren
in 1826. Te zamen is dit drietal dus
266 jaren oud.
De weduwe Dupuis is de laatstover-
gebleven marketontster uit den slag bij
Waterloo.
Door de politie in de grensplaats
Bocholt is weer eene weduwe met drie
kinderen Pruisen uitgewezen als arm
lastige buitenlander. Zoowel moeder als
kinderen zijn in Pruisen geboren.
dezefi nacht alsof het gisteren pas gebeurd
was woonden uw moeder, mijn nicht
Marie en ik in hetzelfde huiszij was een
weeze, terwijl mij mijn vader nog was
overgebleven. Christiaande zoon van onzen
buurman, kwam dikwijls bij ons, ontmoette
ons ook wel in het park of in het bosch,
dat bij het kasteel behoorde, en waarin wij
dagelijks wandelden, en beiden zagen wij
hem gaarne.
„Ach, terwijl ik dit schrijf, is het mij
alsof ik weer jong was en de kruinen der
boomen boven ons ritselden. Uw moeder
was een eenvoudig meisje, even stil als gij,
maar niet zoo vast van karakter, en aan
vankelijk helde Christiaans genegenheid tot
haar over. Dat zag ik wel, maar ik hield
te veel van hem, dan dat ik wilde dat zij
hem mij zou ontroovenen op zekeren dag
dwong ik Marie door smeekingen en drei
gingen, mij te beloven, dat zij aan zijn
aanzoek geen gehoor zou geven, want dat
ik dienzelfden dag in het water zou sprin
gen. Zij hield haar woord; of het meteen
bloedend hart was, daar heb ik haar nooit
naar gevraagd, en Christiaan werd de mijne.
Maar ik was jaloersch van aard en plaagde
het arme meisje zoolang met kleinigheden,
totdat ze mij op zekeren dag, op haar een
voudige, stille wijze bekende, dat zij haar
hart en hand geschonken had aan Hein-
rich Richter, den jongsten zoon van den
onderwijzer, die in de stad zich op den
handel toelegde, en dat ik dus nu in gerust
vertrouwen op Christiaans liefde kon leven.
Dat deed ik dan nu ook geheel en al. Wij
trouwden, en misschien was er nooit ge
lukkiger huwelijk dan het onze.
Uit het Duitsch.
23)
(Wordt vervolgd.)