el Land van Heusden en lllena, de Langslraal en de Boiumelerwaard,
Zenuwlijden bij kinderen.
r
Uitgever: L. JL VEERMAN, Heusden.
No. 2543. Zaterdag 7 Juli.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1906.
Advertentiën van 16" regels 50 ct. Elke regel
meer 71/,, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Een geval, dat wij kort geleden in
een ons zeer bevriend arbeidersgezin
hebben bijgewoond, heeft ons onder
staand artikel in de pen gegevenmis
schien kan het 't zijne er toe bijbrengen
om vele lezers van dit blad, die met de
schoone kindergave zijn gezegend, at
te brengen van de zeer verkeerde ge
woonte: zijn kinderen bang te maken.
Wij bezochten dit gezin ongeveer
een uur voordat de man en vader van
zijn werk zou thuis komen. Moeder,
een flinke, oppassende huisvrouw, wilde
alles „aan kant doen" om de tafel
gereed te doen zijn bij vaders thuis
komst, maar werd in haar bewegingen
gehinderd door haar vierjarig dochtertje,
dat stond te dreinen en te zeuren om
ze-wist-zelf-niet-wat, zooals jongedames
en ook jongeheeren, dat zoo heerlijk
kunnen doen. Moeder had alles gepro
beerd om de kleine zoet te krijgen, 't
gaf niemendal. Wij gaven haar den
raad de schreeuw-leelijk een f linken
draai om de ooren te geven, maar neen,
daar was zij niet voor te vinden. „Ik
sla mijn kinderen nooit", zei ze met
'n air alsof ze de grootste wijsheid had
verkondigd.
Maar ze had 'n ander middel, beter
dan „datouderwetsche, verkeerdeslaan".
Ze nam de stoute meid, die zeker al
begreep welk lot haar boven het hoofd
hing, en schreeuwde als een mager
varken, bij de armen en sleurde haar
„in 't kolenhok", welk hok bleek te
zijn een kleine ruimte onder een niet
gebruikt wordende bedstee.
Nu, dat middel hielp. Dat wil zeggen,
moeder had nu de handen vrij, maar
het meisje gilde als een bezetene, zoo
dat wij medelijden kregen met ons arm
hoofd en beenen maakten. Den vol
genden dag vernamen wij dat de maal
tijd er geen zier behaaglijker om was,
want 't dochtertje was, nadat vader
haar uit den kerker verlost had, steeds
blijven smikken en beven, had verder
den ganschen nacht geen oog dicht
gedaan en was den volgenden dag „han
gerig" gebleven
Gerust, een flinke rammeling op het
dikste deel van het corpusje zou haar
heusch geen kwaad gedaan hebben.
Wel de zeer onverstandige tuchtiging,
die haar moeder haar nu had toegediend.
„Maar voor het laatst", zooals wij zeer
tot ons genoegen van haar hebben mo-
31)
„Ga dan mee," was het eenige, wat Bern-
hard hierop zeide, want de verhouding tus-
schen die twee was hem nog niet recht
duidelijk, ofschoon dikwijls de gedachte bij
hem opkwam, dat er om het geluk zijns
levens, zooals Arnold in dit huwelijk meende
te zien, niet zooveel tranen hadden be
hoeven te vloeien hij dacht aan Malwine,
en deze herinnering, die hem nu nog met
bitterheid vervulde, was juist niet geschikt
om hem geheel onpartijdig over Ilse te
doen oordeelen.
De jonge vrouw had al het mogelijke
gedaan om op den feestavond schoon te
zijn, en dat was haar op verrassende wjze
gelukt.
Arnold beschouwde haar uit een hoek
van de kamer, waarin hij zich teruggetrok
ken had, met stille, maar des te vuriger be
wondering. In den laatsten tijd had hij
zijn gevoel voor zijn vrouw zorgvuldig ver
borgen gehouden, want Ilse was jegens hem
zoo onverschillig en koel geworden, dat
hij oijna schroomde het haar te laten blij
ken. Maar toch was het er bijna sterker
dan ooit. Hij trad nu naar haar toe en
sloeg haar de kanten sjaal om de schouders.
„Wat ben je schoon, Ilse schooner
dan allen, die ik ooit gezien heb," riep
hij uit.
„Och, Arnold, let je daar waarlijk op?"
zeide zij. „Dat verwondert me! Ik dacht,
flat je nauwelijks wist of ik in huiscostuum
gen hooren.
Men moest de statistieken maar eens
kunnen nagaan. Dan zou men merken,
dat in onzen tijd van zenuwachtigheid,
zenuwzwakte en neurasthenie ook hel
aantal „zenuwachtige kinderen" op
schrikbarende wijze toeneemt, in die
mate zelfs, dat praktizeerende genees-
heeren en professoren zich met dit
treurige verschijnsel zijn gaan bezig
houden.
Professor A. Combe, hoogleeraar in
de kinderziekten aan de universiteit te
Lausanne, in het Zwitsersche kanton
Waadtland, heeft over dit onderwerp
eenige voordrachten gehouden en zegt
daarin o. a., dat de fouten der lichame
lijke, verstandelijke en zedelijke opvoe
ding een groote rol spelen bij deze
kwaal. De hersenen van het kind zijn
zeer week en uiterst vatbaar voor in
drukken van buiten af. De indrukken,
welke het kind in de vroegste jeugd
ontvangt, blijven gewoonlijk gedurende
het geheele leven nawerken. Een rus
tige, vroolijke en gelukkige omgeving
werkt weldadig op het gemoed der
kleinen, terwijl een luwe, norsche en
onvriendelijke behandeling het kind
vrees aanjaagt en den grond
legt voor allerlei stoornissen "an het
zenuwstelsel en het zieleleven.
Zenuwachtigo epidemieën zijn dik
wijls ontstaan in scholen, weeshuizen
enz. veroorzaakt door het aanschouwen
en het onbewust navolgen van zenuw
achtige verschijnselen, zooals die bij
vallende ziekteen St.-Vitusdans(dikwijls
verkeerdelijk „Fiedeldans" genoemd)
voorkomen. Alle kinderen, die aan der
gelijke verschijnselen lijden, moeten uit
de school verbannen worden en zóólang
thuis blijven, tot zij genezen zijn. Het
lezen van opwindende boeken, het vie
ren van feesten, vooral des avonds, het
drinken van wijn en bier, werkt ver
derfelijk op het zenuwstelsel van kin
deren en jongelieden.
Maar nu komen wij aan de hoofd
zaak, voor ons tenminste van het be
toog van den geleerden Zwitser.
Hij zegt:
Niels is schadelijker dan kinderen
te, doen schrikken en vrees aan tejag n.
Hieruit kunnen de treurigste gevolgen
ontstaan
Denk er dus om, ouders: Zegt nooit
tot uw kinderen, pas op of ik haal
den diender, of den boeman, of den
zwarten man, of hoe al de diverse
schrikaanjager8 mogen heeten. Sluit ze,
w.it nog erger is, nooit op in donkere
of in baltoilet was."
Bijna het geheele talrijke gezelschap was
reeds bijeen, toen het echtpaar binnenkwam,
en om Ina te genaken, moesten zij de
eerste kamer doorloopen. Vlak tegenover
hen hing een kostbare Venetiaansche spie
gel, die het beeld der aankomenden ten
voeten uit weerkaatste. Toevallig wierp Ilse
er een blik in, en wendde haar oogen er
niet meer van af. Doch het was niet meer
haar elfengestalte, haar lief gezichtje of de
val van haar sleep, wat haar blik zoo boeide
maar Arnold zag zij. Alsof zij het voor
de eerste maal zag, zoo opmerkzaam be
schouwde zij de hangende houding van
zijn groot, plomp lichaam, den bizonder
omvangrijken vorm van zijn handen en
voeten, zijn rood gezicht en vlaskleurig,
sluik haarzij zag, dat, hoe elegant gekleed
hij ook was, zijn voorkomen toch altijd
even onbehagelijk bleef.
Al de kleingeestigheid der ij delheid over
viel haar; zij schroomde naar haar omge
ving te zien, uit vrees dat zij daar op de
gezichten dezelfde opmerking zou lezen, die
zij zooeven gemaakt had. Wat zou zij er
op dit oogenblik niet voor gegeven hebben
als zij een ander naast zich had gehad, om
wien men haar benijdde! Zij schaamde zich
niet eens over de gedachten, die haar met
wreede duidelijkheid door het hoofd gin
gen; zij hield de oogen slechts strak voor
zich uit gericht, om niet nog meer te zien.
Hier en daar zag zij de menschen heime
lijk fluisteren. Een ware foltering waren die
weinige schreden voor Ilse geweest en met
een gevoel van verlichting liet zij nu Ar
nolds arm los en trad naar Ina toe.
Maar het noodlot had het dien avond
slecht met den armen man voor. Toen de
noodzakelijkste begroetingen waren afge-
loopen, had Koenraad Alldorff, die nog
kasten of kelders of hokken. Misschien
zult ge de nadeelige gevolgen van uw
verkeerde tuchtmiddelen nitt dadelijk
merken, maar wanneer uw lieveling
later zou gaan behooren tot do breede
schare der diep beklagenswaardige „ze
nuwachtige menschen", dan zijt ge wel
licht onbewust, de oorzaak geweest van
het lijden van een wezen, dat u het
dierbaarst is op aarde.
Itiii<ci>lati«l.
Dinsdag is de ruim 130 Meter hooge
St. Michaelistoren te Hamburg door
brand vernield. Des middags tegen 2
uur verspreidde zich het gerucht, dat
de toren in brand stond. Men zag uit
de verschillende openingen al spoedig
de vlammen slaan en van minuut tot
minuut zag men de vlammen zich
uitbreiden. De rook baande zich een
uitweg langs de vier wijzerplaten en
plotseling stonden het platform en de
galerijen in brand en sloegen de vlam
men naar den bovensten koepel op.
Van de hitte smolt het koperen beslag
en een reusachtige vlam dreef als een
fladderend zeil langs den geheelen toren,
I die van binnen als in Bengaalsche ver
lichting gloeide. Met een doffen slag
viel de groote klok naar beneden. De
heele toren stond spoedig in vlammen
en de hitte was zoo groot dat men ze
zelfs op eenigen afstand niet verdragen
kon.
De brandweer stond tegenover de
geweldige vuurzee van den brandenden
toren geheel machteloos. Zij moest zich
bepalen tot het laten ontruimen van
I een groot aantal huizen in de Michaelis-
strasse, Schlachterstrasse, Elbstrasse,
enz., omdat de toren in die richting
dreigde te vallen. Toen even over drieën
de toren instortte, waren reeds veel
huizen mee in brand geraakt. Om half
vier sloegen de vlammen uit den groo-
ten winkel aan de Englische Planke,
in den omtrek greep het vuur telkens
verder om zich heen. Om vier uur
stortte ook het dak van de kerk in
het orgel en de altaarstukken zijn ver
loren gegaan, het archief en enkele
kostbaarheden konden echter gered
worden.
's Avonds om zes uur werd gemeld,
dat bijna alle huizen aan de Englische
Planke afgebrand waren, in de Mühlen-
strasse nog verscheidene huizen en zelfs
tot aan de Schaarmarkt strekten de
vlammen zich uit. Omstreeks dien tijd
was het grootste gevaar voor de om-
geving geweken. Om acht uur konden
eenige spuiten inrukken de brand was
beperkt. Men bevond dat 12 huizen
geheel, een twintigtal gedeeltelijk ver-
1 altijd eenige notitie van hem nam, een
kort gesprek met hem aangeknoopt, en nu
stond Arnold in een vensternis, van welken
observatiepost zijn oogen Ilse zochten, die
nu hier dan daar in vlugge beweeglijkheid
te voorschijn kwam. Zij had geen enkelen
blik voor hem, en voor 't overige bekom
merde zich ook niemand om hem.Ina
had thee laten ronddienen, en van liever
lede begon men in groepjes plaats te nemen.
Ver van hem af zat Ilse, in druk gesprek
met Mitroff, zoo levendig en vroolijk als
hij haar nog nooit gezien had. Jalouzie greep
hem met al haar folteringen aan was het
dan onmogelijk in haar nabijheid to komen?
O, wat had Wendenfeit gelijk gehad!
Eensklaps bespeurde hij, dat hij de eenige
in de geheele kamer was, die nog stond
en rekening houdende met zijn verlegen
heid en linkschheid, trok hij den stoel, die
het dichtst in zijn nabijheid was, zrcht
naar zich toe, om er op te gaan zitten. Voor
hem stonden twee dames, een oude en een
jonge, die druk met elkaar fluisterden, zon
der dat Arnold daarop lette hij deed slechts
moeite om, tusschen haar schouders door,
zijn vrouw in 't oog te houden, en boog
zich te dien einde ter zijde. KrakDaar
lag de kostbare Japansche stoel, die alleen
maar voor sierraad in de kamer gestaan
had, gebroken op den grond, met Arnold
er bij, terwijl het heete vocht uit zijn kopje
over de voor hem staande dames stroomde
en haar op hals en arme spatte.
Algemeene opschudding in de kamer
Kreten van schrik, toornige blikken, woor
den van beklag, en allen drongen meelijdend
naar het tooneel des ongeluks.
v „Mijn hemel, hoe verschrikkelijk lomp
fluisterde Ina toornig; „hoe zal ik mij nu
bij de dames verontschuldigen? Had je maar
je ongelikten beer van een man thuis ge
brand waren.
Bij dezen brand zijn 30 brandweer
mannen gewond. Behalve de toren
wachter is niemand in de vlammen
omgekomen.
De brand ontstond doordat bij het
uitvoeren van herstellingen aan den
toren koperen platen gesoldeerd wer
den, waarbij een balkenlaag yuur vatte.
De torenwachter wilde dit alleen blus-
schen uit het waterreservoir, dat in den
toren aanwezig was. Binnen 5 minuten
echter schoten de vlammen zoo heftig
op, dat hij ze niet meer meester kon
worden. De arbeiders wisten zich te
redden, hijzelf verbrandde.
De schade wordt voorloopig geraamd
op 5 of 6 millioen mark.
Twee Welsche mijnwerkers, die ver
leden Dinsdag met vier anders makkers,
die omgekozen zijn, door een plotselinge
overstrooming in een steenkolenmijn
van Caradac Vale werden opgesloten,
zijn nog goed en wel gered geworden.
Een hunner, een zekere Stephens,
heeft zich zelf en zijn maat door zijne
koelbloedigheid in het leven behouden.
Toen de overstrooming plaats had,
zeide Stephens koeltjes tot zijn makker
Richards en een tweeden, waanzinnig
geworden en omgekomen man, Hathaway
dat zij het veiligst zouden zijn op de
plaats waar het water vandaan was ge
komen.
Zij moesten daarvoor door een afge
dankte werkafdeeling der mijn kruipen.
Zij hadden een paar kaarsen bij zich,
die echter door de slechte lucht uit
gingen, terwijl een doosje lucifers door
in het water te vallen onbruikbaar werd.
Tevergeefs poogden zij de lucifers in
hun haar te drogen.
Zij raakten in de duisternis den weg
kwijt en bevonden zich reeds den
eersten dag levend in een graf.
Richard begon van den schrik teekenen
van waanzin te geven en Halthaway
insgelijks. Doch beide wanhopigen kon
hij niet in toom houden, zoodat Ha
thaway, zich van zijn kleeren ontdoende,
krankzinnig wegdwaalde en omkwam.
Hij hield den moed in zijn overgebleven
makker. Zij hadden voedselnochdrinken.
Een beetje tabak hielp hen den honger
verdrijven, en wanneer de dorst al te
zeer kwelde, kauwden zij op een stukje
kaars.
Zoo brachten ze vijf dagen en nachten
in de duisternis en eenzaamheid der
mijn door, toen zij door een reddings
brigade gevonden werden.
De inwoners van Bradford in Enge
land zijn zeer ontdaan over het feit,
dat in een der bekkens, waaruit de
stad van drinkwater wordt voorzien,
een in verregaanden staat van ontbin
ding verkeerend lijk is gevonden. De
ingenieur der waterleiding meent, dat
het water daardoor niet ongeschikt voor
gebruik is geworden, terwijl het reser
voir leeg te laten loopen de stad op
ruim f 44,000 zou komen te staan. Af
gezien van deze bijna halve ton is de
zaak een onderwerp van druk gesprek
omdat het herhaaldelijk voorkomt, dat
levensmoede menschen in de drinkwa
terbassins een eind aan hun bestaan
maken.
Een bekend lid van de Society of
Analysts heeft als zijn meening te ken
nen geven, dat de belastingbetalers
van Bradford beter doen met de f44,000
er in vredesnaam ter wille van hun
gezondheid en kieskeurigheid maar aan
te wagen.
Bij 't onderzoek naar de oorzaak van
het spoorwegongeluk te Salisbury is
gebleken, of beweert men althans, dat
de machinisten van de Amerikaansche-
boottreinen dikwijls van de reizigers
fooien krijgen om den trein hard te
laten loopen, opdat ze snel te Londen
aankomen. Zoo wil men 't verklaren,
dat de verongelukte trein met zoo'n
razende vaart liep. Verscheiden reizi
gers, die er 't leven hebben afgebracht,
j zeggen in Amerika nooit zoo hard ge
reden te hebben. Een hunner heeft op
't punt gestaan aan de noodrem te
trekken. Het spoorwegbestuur zegt, daf
de treinen bij de noodlottige bocht niet
meer dan 42 K.M. mogen loopen, en
volgens veler getuigenis was de vaart
wel het dubbele.
laten, Ilse
Een donkere blos van schaamte overtoog
Ilses gelaat. Het glimlachen, de spottende
blikkende om haar heen, waren als zooveel
dolksteken voor haarzij had wel door
den grond willen zinken. Arnold was in-
tusschen opgestaanzijn rood gezicht was
rooder dan ooit van verlegenheid, terwijl
hij rechts en links verontschuldigingen
maakte. Om alles ter wereld zou Ilse niet
in staat geweest zijn op dit oogenblik naar
hem toe te gaan op aller lippen schenen
hatelijke aanmerkingen te zweven, en zij
kneep den waaier in haar handen samen
en bleef staan waar zij stond.
Opeens was de Rus naast haar.
„Een ongeluk, mevrouw," zeide hij, een
weinig spotachtig, „maar mijnheer uw
echtgenoot is alweer op de been, wat dat
kleine kunstwerk moeilijker gelukken zal.
Wilt ge hem niet uw deelneming met het
ongeval betuigen
„Neenantwoordde zij, en tegelijk ver
wonderde zij zich er over hoe hard dat
enkele woord over haar lippen kwam. Met
een snellen, vorschenden blik zag de man
van de wereld terstond wat er zooeven in
de jonge vrouw was omgegaan een vluchtige,
zegevierende glimlach zweefde over zijn
gelaat, en alsof het vanzelf sprak, bleef hij
aan haar zijde. Ilse dankte hem op dit
oogenblik daarvoor in haar hart, want het
was haar, alsof zij door de tegenwoordigheid
van haar echtgenoot uit dezen eleganten
kring verstooten was. En Mitroff wist van
de gelegenheid gebruik te maken en week
niet van haar zijde. De schoonheid der
jonge vrouw had hem befcoord, en haar
schuwe teruggetrokkenheid tot dusverre
had hem nog des te vuriger naar den be
geerlijken prijs doen streven, die hem nu
toescheen voor de eerste maal in zijn be-
De Berlijnsche bladen van Donder
dagavond waren vol over een vreemde
geschiedenis van een berooving in een
trein.
In den nachtsneltrein naar Norderney
drong tegen middernacht een gemas
kerde roover in de coupé, waarin de
echtgenoote van den opperfinancieraad
Nolle, met drie kinderen en een gezel
schapjuffrouw, zich bevond. Met een
revolver dreigende nam de roover al
bet reisgeld van de genoemde personen
af. De berooving geschiedde toen de
trein in volle vaart was. De buit be
droeg over de 700 mark. Op de eerste
plaats waar de trein stopte, gaven de
bestolen dames kennis van het myste-
rieuse avontuur, zonder echter van den
verdwenen roover een nadere beschrij
ving te kunnen geven.
Uit Altona in Pennsylvanië komt
het bericht dat een onbekend gebleven
man een wagon in beweging gebracht
heeft die bovenaan de steile helling
vin een bergspoorweg stond. De wagen
gleed de helling af tusschen de steden
Puritian en Postage, een afstand van
reik te zijn.
Hij stond met haar in de diepe venster
nis, die half door een rood zijden gordijntje
bedekt was, en voor hem bewogen zich de
paren in de afwisselende figuren van den
contredansde muziek en het opgeven van
de figuren behoedde elk gesprek voor af
luistering, en hartstochtelijk bewogen boog
de Rus zich neder tot haar, die in dat
bonte gewoel voor zich staarde, en zette
zijn halfluid gesprek voort.
„Er zijn dingen," zeide hij, „die men
niet met den gewonen maatstaf des levens
mag meten, zonder zich er aan te bezondi
gen. Het woord „ontrouw" bij voorbeeld,
klinkt verschrikkelijk, en toch is het dik
wijls niets anders dan een onbewust „zich
zelf getrouw blijven". De omstandigheden
drijven iemand misschien op paden, die
hij ruw en moeilijk vindt, maar die de
onvermijdelijke noodzakelijkheid hem toch
dwingt die te betreden; dan komt het ver
stand, de gewoonte, die hem al vaster bin
nen de gestelde perken houden, totdat het
„Sesam open u!" klink. En men volgt die
roepstem, werpt juichend alles van zich,
wat tot dusverre een slaafsche band is ge
weest, en opent de armen voor de vrijheid
en het recht van den mensch. Daardoor
overschrijdt men de grenzen, die de we
reld gesteld heeft, men wordt veroordeeld,
van ontrouw beticht, en toch was men
slechts getrouw aan het gevoel, dat eerst
wakend, daarna ingesluimerd, in het hart
leefde. Ilse, niemand kan tegen zijn nood
lot strijden, en geloof mij, 't is veel meer
te veroordeelen de liefde te dooden, dan
haar ten volle tot haar recht te doen ko
men."
Zij sloeg de oogen tot hem op, en in die
blauwe sterren lag een donkere blfk.
Uit het Duitsch.
(Wordt vervolgd.)