et Land van Heusden en tllena, de Langstraat en de itommelerwaard. Door eigen sü. WANDELEN. Uitgever: L. J, VEERMAN, Heusden. No. 2548. W oensdag 25 Juli. 1006. FEUILLETON. voor Uns van alten/- Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden l.OO, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7ys ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Opent uwe deuren, opent uwe ramen, ga u verpozen in het vrije veld, in het geurige bosch of aan het frissche strand, ga wandelen. De zomer is in 't land de tijd van genieten is weer daar. De zon zendt hare verkwikkende stralen, de bloemen schitteren in volle pracht, het koren wast in weelde op den akker, de hoo rnen bieden, met hun rijke bladeren- kroon, volop schaduw, de weide is ge stoffeerd met. welig gras en de d;eren verlustigen zich in dien rijkdom, we gaan wandelen. Het oog gaat te gast, blijdschap doortrekt ons. Het doet ons goed. Zou een mensch, met booze gedachten en onheilige stemming, daar wandelen kun nen zou men kunnen somber zijn, bij zooveel schoons, dat het oog verlustigt? En toch hocvelen zijn er nog die geen oog hebben voor al dit schoons; die onverschillig dit alles aanschouwen en zelfs de schoonste bloemen geen blik waardig keuren en toch, van alles wat daar buiten ons bekoort en ver heft en met stille verrukking vervult, staan bovenaan de bloemen met hun geuren en kleuren, hun oneindige af wisseling van tinten. Ze zijn ons als aanvallige kinderen. Wie houdt niet van ze; wie ziet en bezit ze niet gaarne? Let maar eens op hoe zij al de aan dacht trekken van het kind het plukt ze en wil er mee pronken en straks vraagt het een eigen tuintje. Wie met de jeugd naar buiten gaat nu en dan, weet hoe gaarne zij met bloemen be laden thuis* komt en ze dan verzorgt of huisgenooten aanbiedt. Welk een invloed gaat er voortdurend uit van Floraliavan de school en de school- wandehngen en feestjes! Go treft bloemen aan in de wonin gen der aanzienlijken en zij ontbreken niet in de schamelijke vertrekken der minder bevoorrechten. Zij behooren bij het kleed der bruid en zijn op haar plaats in de feestzaal. Men vindt ze in ziekenkamer en ziekenhuizen en zijn een zwijgende groet en hulde aan onze dooden. Maar wij kunnen ook van de bloe men leeren. In hun wassen en streven toonen zij ons, beelden zij ons af, hoe wij moe ten gaan door het lever, hoe wij ons ontwikkelen moeten. Yan de bloemen leerenf Zou dat kunnen? Zoo'n bloem werkt immers niet? 't Komt bij haar alles van zelf. Eerst het bijna onzicht bare kiempje, dan de fijne blaadjes, dan de stengel, dan de knop en einde lijk al die prachtige kleuren en geuren. De plant is er lijdelijk onder. Welk een begeerlijke zaak voor den door allen zoo verachten vadsigen luiaard, die niets uitvoert en zijn tijd dood maakt met slapen, slenteren, wiel- rijden, terend op het hem dat is zijn ongeluk! in den schoot gewor pen geld Verbeeld u nietsdoen en toch tot heerlijkheid komen. Maar zoo gaat het uiet, want daar buiten wordt hard gearbeid. Ziet er blad en kruid, boom en heester en de bloemen maar eens op aan. Hoe span nen zij al hun krachten in, om zich het onmisbare te verschaffen: lucht, licht en sappen. Zij werken daartoe onverdroten, tegenstand trotseerend, hinderpalen overwinnend. Alzoo: wer ken, geduldig, onverpoosd, volhardend. De bloemen roepen ons toevertraagt niet en kampt; alleen langs dezen weg kunt ge komen tot wasdom, tot ont wikkeling, tot heerlijkheid en kracht van u doen uitgaan. Hoort het gij luiaard Wij gaan wandelen en te midden van de schoone natuur gevoelen wij ons opgewekter, zij verdrijft onze som bere stemming. De zomer is als een weldoende fee, met lichtend gewaad, haar zegen bie dend aan ieder, die haar nadert. Hij doet genieten, hij brengt vreugde. Luchtig wordt de tred, het lied welt uit de borst het is, of men de aan raking gevoelt van der Engelen toover- staf. Heeft die staf de aarde be roerd en dat wonderschoons feestkleed geschapen, waar hij ons aanraakt, wordt hooge vreugde gewekt. De geu ren, die ons tegen waaien, brengen een beerlijken roes over den mensch, waar door een wijle vergeten wordt, wat iu het druk gewoel van het leven van maatschappij en huis dagelijks bezig houdt en soms ontstemt, waardoor de zorgen eens wat minder zwaar lijken en alle last, als 't ware voor een wijle wordt afgeschud. Een nieuwe levensadem uit hooger, reiner sfeer doortintelt de harten, doet den polsslag kracht'ger kloppen, brengt nieuw, blij leveneen mensch kan niet onrein en somber denken, als hij ,,'t Is wel, Rika, het doet mij genoegen, dat hij zoo aan je gewend is." Zij had er willen bijvoegen „Dan zal hij mij ook nauwelijks missen," toen het haar nog te rechter tijd inviel, dat het onzinnig was zoo iets te zeggen. Zij wist ook niet hoe het haar zoo plotseling in 't hoofd was ge komen het was haar zoo zonderling te moedezij ging naar haar kamer terug, en viel in den diepen armstoel, dien zij daar vond, neder, vouwde de handen in den schoot en dacht na. In de andere kamer liep Rika met den kleine, zacht neuriënd, heen en weder, en het geluid kwam gedempt door de op een kier staande deur en begeleidde haar ge dachten. Is het zonde zoo peinsde zij de liefde toegang voor ons hart te vergun nen, wanneer het nog vrij is? Doe ik on recht, wanneer ik mij afwend van hen, die mij niet begrijpen, voor wie ik niet noodig ben? Mijn man, mijn kind, wat vragen zij naar mij Ach, was er in het leven alleen maar recht en onrechtmaar daartusschen ligt de doolhof der dwaalwegen, die in het verderf leiden. En als ik een ontrouw bega jegens hem, wien ik trouw beloofd heb, maar wien die trouw niets helpt, niets beter maakt, wiens hart slechts bij zijn doode moeder is, en voor wien ik slechts een levend verwijt ben, waarom zal ik dan mij- zelve en mijn geluk opofferen, als het niet eens gewaardeerd wordt Maar met welke drogredenen haar geest zich ook bezig hield, haar geweten was nog niet te verdooven, en intusschen verliep de tijd met koortsachtige snelheid. Reeds daalden de schaduwen der avondschemering op de stad neder, en nog wist zij niet wat zij doen zou. Zou zij haar belofte houden Zou zij Hugh Hunter laten wachten, om hem dan nimmer weder te zien Waarom kwam Ina niet, of Arnold Ja, wat zou zij er niet voor gegeven hebben, als op dit oogenblik zijn plompe gestalte binnengekomen was, tegenover haar plaats genomen, en haar zoo het uitgaan verhin- derd had 1 O, was er maar een vingerwijzing van het noodlot, die haar terughield Maar alles bleef stil. Wanneer is het noodlot ooit bereid zich een arm, dwalend mensch aan te trekken Ilse hoorde, evenals eiken avond, de voetstappen van Bernard Wen- denfeldt, die zich naar haar echtgenoot be- gafen na een korte poos, gingen zij te zamen uit. Toen de deur in het slot viel, was het haar alsof reddeloos de kerkerdeur gesloten was, die haar gevangen hield. De lantaarnopsteker begon zijn werkzaam heid het eene licht na het andere vlamde 1 op, en de avond viel al meer en meer. Ilse stond aan het venster met een hevig kloppend hart, en het zweet parelde op haar voorhoofd. De klok sloeg kwartier j het halfuur het kon toch nog niet zoo laat zijn, en met bevende hand greep zij naar haar horloge in haar ceintuur. Halt zes Nog een folterend half uur bleef haar over om te kiezen. Felix sliep zoo rustig in de aangrenzende kamerhet klepperen van Rika's breinaal den was het eenige geluid, dat zij hoorde het was benauwend er naar te luisteren, en toch kon zij het niet laten dat gedurig getik klonk haar als neen, neen, neen. I Zij huiverde en drukte het gloeiend hoofd tegen de vensterruiten. Kwartier voor zessen I wandelt in Gods schoone schepping en levensvolheid van alle zijden hem tegen komt. Wij gaan wandelen en te midden van al dat schoone voelen we ons als feestgenooten, die verkwikking, levens genot mogen meenemen van dat festijn. Zoo is zij, de natuur, een zorgzame moeder, haren kinderen blijdschap bren gende. iSuitciilaml. Zaterdagmiddag om twee uur heeft op de binnenplaats van de krijgsschool te Parijs de uitreiking van het Legioen van Eer aan Dreyfus plaats gehad. Op verzoek van Dreyfus geschiedde dit niet op dezelfde binnenplaats waar voor elf jaar zijn degradatie plaais had. Volgens een nader bericht is de stad Sorocco in Texas zoo goed als ge heel verwoest. Niet minder dan 52 vrij hevige aardschokken zijn sedert het begin van de vorige week waargenomen. Te Dundee in Schotland is Donder dagavond in de whisky-pakhuizen van de bekende firma James Watson Son brand uitgebroken, en eerst Vrijdag tegen den middag was het vuur ge- bluscht. Intusschen waren een aantal pakhuizen van andere firma's aangetast. De brandende whisky stroomde op straat en stak ook een aantal huizen in brand. In de pakhuizen der firma Watson zijn ongeveer 4,500,000 liter whisky verbrand. Ook champagne en oude cognac zijn in groote hoeveelheid verloren gegaan, duizende zakken suiker. Het is de grootste brand, waarvan men in Dundee heugenis heeft. De chauffeur van den secretaris der Amerikaansche ambassade te Londen stond terecht voor te snel rijden. Vol gens de politie, bedroeg de snelheid van zijn wagen meer dan 48 K.M. in het uur. De secretaris, mr. Hotson, ver dedigde zijn chauffeur zelf, op grond van een parlementsacte uit het jaar 1710, waarbij de ambassadeurs en hunne bedienden vrijgesteld zijn van vervolg- ging. De aanklacht werd ingetrokken. Of 't Engelsche recht ook bij is! Bij het Engelsch Lagerhuis zal thans een wetsontwerp worden ingediend, waarbij aan kinderen beneden 16 jaar het rooken van tabak wordt verboden op straffe van geldboete tot 40 shillings en gelijke straf, bij herhaling te ver- hoogen tot 5 ponden sterling, wordt bedreigd tegen het verkoopen van tabak aan zoodanige kindexen. Ontbinding der Rf|ks-Doema. Zaterdag is in Rusland een manifest verschenen, waarin de Rijks-Doema ont bonden wordt verklaard. De Czaar zegt hierin Wij hebben met onzen wil vertegen-1 woordigers van het volk opgeroepen tot vruchtdragenden wetgevenden ar beid. Vastelijk vertrouwende in de god delijke goedertierenheid en geloovende in de groote en schitterende toekomst van ons volk, verwachtten wij van hun werk weldaden voor het land. Wij hebben groote hervormingen voor gesteld in alle takken van het volks-1 leven. Wij hebben steeds al onze zor-i gen gewijd aan hot uitroeien der open bare onwetendheid, door het licht van het onderwijs te verspreiden, den last des volks te verlichten en de voorwaar den van arbeid en eigendom gemak kelijker te maken. j Onze verwachtingen zijn op wreede' wijze beschaamd. In stede van zich aan vruchtbaren wetgevenden arbeid te wij den, zijn de vertegenwoordigers van het volk afgedwaald op gebieden liggende buiten hun bevoegdheid, hebben zij een onderzoek ingesteld naar daden van door ons aangestelde plaatselijke over heidspersonen en hebben zij aanmer kingen gemaakt op de onvolkomenheid van de grondwetten die alleen door' onzen keizerlijken wil kunnen gewij zigd worden. Kortom, de vertegenwoor digers van het volk hebben waarlijk onwettige handelingen begaan, zooals het beroep op het volk door de Doema. De boeren, door dergelijke daden op gezweept, en geene verbetering van hun lot verwachtende van wettelijke mid delen, hebben zich in een reeks van districten overgeleverd aan openlijke plundering, vernieling van andermans eigendommen, ongehoorzaamheid aan de wetten en aan de wettelijke over heid. Onze onderdanen moeten zich her inneren, dat de verbetering van het lot des volks enkel mogelijk is, op voor waarde dat rust en orde volledig heer- schen. Wij zullen geen willekeurige of onwettige handelingen gedoogen en wij zullen aan de ongehoorzamen onzen keizerlijken wil doen gevoelen met al de kracht van het wettelijke gezag. Wij roepen alle weldenkende Russen op om zich te vereenigen en den vrede te herstellen in ons geliefd vaderland. Dat rust terugkeere op Russische bodem en dat God ons helpe in de zware taak die op ons rust: de verbetering van het lot der boeren. Onze wil dienaangaande is onwankel baar en de Russische boer zal daar, waar zijn gronden te klein zijn, zonder schending van andermans eigendommen wettelijke en eerlijke middelen krijgen om zijn bezit uit te breiden. De vertegenwoordigers der andere klassen moeten hunne pogingen voegen, bij de onze, ten einde de groote taak te volbrengen, die voorgoed langs wet gevenden weg door de toekomstige Doema zal volbracht worden. Terwijl wij de Doema ontbinden drukken wij onzen onwrikbaren wil uit, deze instelling te behouden en overeenkomstig dit voornemen stellen wij de bijeenroeping der nieuwe Doema vast op 5 Maart 1907, vertrouwende in de goddelijke genade en in den gezon den zin van het Russische volk. Wij verwachten van de nieuwe Doema de verwezenlijking onzer verwachtingen en derzelver invoering in 's lands wet geving, in overeenstemming met de eischen van het herboren Rusland. Getrouwe zonen van Rusland, uw keizer doet op u een beroep, als een vader op zijn kinderen, om u met hem te vereenigen voor de wedergeboorte van ons heilige /aderland. Wij gelooven dat reuzen in de gedachte en de daad zullen opstaan en dat, dank zij hun onvermoeide pogingen, de roem van Rusland zal blijven stralen. Zooals te verwachten was, heeft de Czaar het bij het eerste bedrijf van zijn staatsgreep, de ontbinding der Rij ks- doema, niet gelaten maar heeft hij een nieuw besluit uitgevaardigd waarbij ook de Rijksraad, die duidelijk blijk heeft gegeven niet langer het volgzaam werk tuig in handen der regeering te willen zijn, op grond van art. 99 der Rijks grondwet geschorst wordt tot 5 Maart 1907. Zondag werd uit Petersburg gemeld De stemming der bevolking is ge drukt, als gevolg van de ontbinding van de Doema; de stad wemelt van troepen van alle wapensook zijn af- deelingen met machinekanonnen bin nengerukt. De overheid verwacht groote onlus ten in het district Petersburg. Zeer strengo maatregelen zijn aan de politie voorgeschreven. De stad en het gouvernement Peters burg worden in den toestand van bui tengewone bewaking geplaatst. In het gouvernement Kief de stad Kief zelve uitgezonderd zijn de krijgs wetten afgekondigd. De Tribune verneemt uit Wiborg: Tweehonderd Kozakken te Bjelostok kregen bevel, te Wiborg het station te gaan bezetten, maar zij weigerden. Nu moest zij heengaan, maar het was haar onmogelijkals in onmacht, leunde zij daar tegen het venster, en dof en wezen loos bleef zij in die houding. Het sloeg zes uurIlse sprong op, greep hoed en mantel, gunde zich nauwe lijks d( n tijd om zich te kleeden en stormde de straat opeen waanzinnig verlangen had haar eensklaps aangegrepenzij wilde hem haar besluit mededeelen om hem niet weder te zien, maar dat wilde zij hem zelf zeggennog eenmaal moest zij een blik slaan op dat gelaat, dat zulk een j diepen indruk op haar had gemaakt. Arme IlseDat was uw laatste invol- ging van de stem des gewetens! Ongeduldig liep Hugh Hunter op de af gesproken plaats heen en wederhet werd al later en later, en hoe langer hoe wre veliger zou hij zich dan toch in Ilse be drogen hebben? Zij was hem zulk een ge makkelijke verovering toegeschenen. Daar kwam zij buiten adem den'hoek om; zij had geen tijd tot nadenken meer genomen, blindelings liep zij voort. Hij greep haar hand, nam die zacht onder zijn arm, en fluisterde: „Ik dank u, Ilse, dat gij gekomen zij t." Zij sloeg haar oogen, waarin tranen blon ken, tot hem op, en nog onder den indruk harer opgewondenheid zeide zij „Gij moet mij wel voor een zeer slechte vrouw hou den, dat ik gekomen ben, meester Hunter. Hoe kunt gij een greintje achting gevoelen voor een vrouw, die zoo lichtzinnig haar plicht vergeet! O, gij hadt er niet zoo op moeten aandringen, ik ben nu zeer onge lukkig!" En de tranen, die haar zooeven in de oogen stonden, kwamen nu los en vloeiden onophoudelijk over haar wangen. Deze toestand was voor Hugh tamelijk nieuw. Hij had in zijn leven veel vrouwen gekend en bemind, maar geen van allen had hij in zulk een onverklaarbare gemoeds gesteldheid gezien, geen van allen had hem een verwijt gemaakt van iets, dat zij toch in haar eigen hand had. Hij vreesde, dat de weenende vrouw aan zijn arm de op merkzaamheid der voorbijgangers zou trek ken, en dus riep hij een voorbijkomend rijtuig aan, tilde Ilse er in en sloot het portierhier waren ten minste geen nieuws gierige blikken. Hij sloeg zijn arm om het bevende vrouwtje heen, en drukte haar aan zijn borst. „Ilse," zeide hij, „als de liefde zich van ons meester heeft gemaakt, is zij niet te weerstaan; eenmaal in ons hart gedrongen, heerscht zij met geweld en dan wordt „niet meer willen beminnen" een onmogelijkheid. Ilse, ge bemint mij, verzet u niet langer tegen deze bekentenis; waarom zijt gij an ders gekomen? En ik bemin u ook!" Ilses hoofd leunde met gesloten oogen tegen Hugh Hunters schouder; zij was het tegenwoordige en de toekomst vergeten; hij boog zich al lager en later tot haar neder, totdat zijn lippen de hare aanraak ten. „Ilse," begon hij, na een kort stil zwijgen, „ge moet niet denken, dat gij uw h rt aan een onwaardige geschonken hebthet stand punt, waarop ge mij nu ziet, is niet dat, waarop ik van rechtswege behoorde te staan het leven heeft wreed met mij gespeeld, zoodat ik den sluier, waarin mij n verleden gehuld is, liever maar nooit heb willen op lichten; gij zijt de eenige voor wie ik het doe, omdat ik hoop, dat uw gevoel voor mij, evenals het mijne voor u, het eenige echte is, dat ik op mijn loopbaan ontmoet heb. Zeg, Ilse, bemint ge mij genoeg om belang in mijn lot te stellen?" „Ja," fluisterde zij, „ik bemin u meer dan mijn leven, Hugh." En zij had gelijk, elk ander gevoel was in den bruisenden stroom van den hartst- tocht, die haar had medegesleept, verzon ken. Dat hij zijn wonderbaarlijke lotgevallen reeds aan vele anderen verhaald had, ver- „Mijn wieg," ging hij voort, „stond in een grafelijk kasteel, ik ben de spruit van een rijke, voorname familie. Kent gij het oude lied van partijdige liefde der ouders, geen behoorlijke opvoeding, zelfs verwaar- loozing? Welnu, dat alles viel mij van mijn ouders ten deel, mij den jongste, terwijl zij Dagobert, den stamhouder der familie, als hun oogappel liefhadden." Hij zweeg wijselijk van de ondeugende streken, die hij reeds in zijn jeugd had uitgevoerd. „Dat verbitterde mij," hernam hij op zuch ten toon, als in herinneringen verdiept, „en, Ilse, wie zal mij daarom veroordeelen Ik was wild, loszinnignu ja, mocht men mij dat als zulk een groot onrecht aanre kenen? Wat kunnen wij doen tegen eigen schappen, die zich, trots alle moeite, niet laten uitroeien Ik wil mij niet beter voor doen dan ik ben; ik hield niet van mijn broeder, ik had zelfs oogenblikken, dat ik hem haatte, maar toch zou het nooit bij mij opgekomen zijn, de hand tegen hem op te heffen; het toeval, het blinde, gril lige toeval, was het alleen, dat op een zo mernamiddag mijn geweer deed afgaan, toen ik het onder den arm nam, en de kogel doorboorde Dagobert. Uit het Duitsch. 36) i moedde zij niet. Maar Hugh versmaadde het nooit zijn hoofd met een soort stralen krans te omgeven, en was reeds vooraf ze ker van de uitwerking, evenals de gang baarheid van het melancholische voorko men, dat hij zich gaf, hem reeds in elke richting gebleken was. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1906 | | pagina 1