Hel Land van üeusden en iltena, de LaDgslraal en de Bommelerwaard.
lor eiien scbiili.
Uitgever: L. J, VEERMAN, Heusden.
No. 2557. Zaterdag 25 Augustus.
Zindelijkheid.
FEUILLETON.
land VAN aliens
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden l.OO,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1906.
Advertentiën van 16 regels 50 et. Elk» regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Wij Hollanders, staan in het buiten
land over het algemeen bekend om
onze zindelijkheid. In reisbeschrijvin
gen van vreemdelingen treft men ge
regeld een aantal bladzijden aan over
het nette, welverzorgde voorkomen van
onze gevels, over onze goed gedweilde
stoepen, over onze heldergeschrobde
straten. De zindelijkheid van de Hol-
landsche huisvrouw wordt ten rechte
geprezen. Het zou ondankbaar zijn, dit
niet ruiterlijk te erkennen. Gaarne ne
men wij dus aan, dat de Nederlander
een behoorlijke hoeveelheid water en
zeep „per hoofd" gebruikt. Maar het
is zoo jammer, dat die hoeveelheden
zoo weinig het hoofd en nog minder
het lichaam ten goede komen. Wij zijn
in dit opzicht niet egoïstisch wij
denken het laatst aan onszelven. Wij
besteden aan ons eigen lichaam minder
zorg voor reinheid en zindelijkheid dan
aan onze omgeving. Wij mogen ten
aanzien van de uiterlijke schoonheid
in de rij der naties onder de eersten
behooren, wanneer de lichamelijke rein
heid als maatstaf geldt, nemen wij een
minder eervolle plaats iD. En dat is jam
mer. Er is inderdaad wel veel te zeggen
voor de stelling, dat naar de hoeveelheid
zeep voor lichamelijk gebruik bescha
ving en ontwikkeling van een volk
kan worden gemeten. Hoe meer zeep
(het moge dan groene of geparfumeer
de zeep zijn) hoe meer beschaving en
ontwikkeling, hoe minder zeep, hoe
lager een volk staat op de ladder, die
naar hooger dingen voert. Een paar
voorbeelden. In China, in onze dagen
het achterlijke land bij uitnemendheid,
is het zeepgebruik héél gering. Een
goed Chinees behoeft maar één dag
in het jaar goed gewasschen te zijn
op den Nieuwjaarsdag. Stel nu
daartegenover Japan, het meest beschaaf
de, hoogstontwik«elde van de gele ras
sen, waar de regeering op straat goed-
ingerichte openbare waschgelegenheden
openstelt, zoodat iedereen @p elk oogen
blik van den dag gratis zijn handen
kan wasschen en waar het aantal open
bare badinrichtingen bijzonder groot is.
En neem Amerika, het land van hoo-
.gen bloei.
Ieder, die wel eens een Amerikaan
of iemand die lang in dat land heeft
gewoond, gesproken heeft, weet hoe
deze zich verbaast over do weinige
45)
,,'t Is toch zonderling, hoe de fortuin
vandaag gekeerd is," klonk het in de kring,
en menig glas wijn vond zijn weg over
dorstige lippen. Hunter geeuwde even, en
zag achter de hand, die hij voor zijn mond
hield, rond. Ongetwijfeld waren de heeren
geen van allen meer geheel nuchter; de
flauw brandende kaarsen, de dikke walm
kwamen hem bovendien uitmuntend te pas;
hij kon zijn langberaamden grooten coup
uitvoeren. De minuten, die Weidnitz weg
bleef, werden uren, hij was koortsachtig ge
jaagd, en kon het onrustig flikkeren van
zijn oogen nauwelijks bedwingen.
Op dat oogenblik leunde Ilse angstig uit
het venster en zag, te ongerust om te slapen,
naar het weerlicht; reeds van haar kinds
heid af, was zij bang geweest voor die
blauwe flikkering, die eenige seconden alles
verlichtte, alof het helder dag was; en bij
dat schijnsel zag zij onder den breed ge-
bladerden kastanjeboom, die het dichts bij
'haar venster was, twee heeren staan, waar
van de een de uniform der kurassiers droeg.
'.Zij spraken, wel is waar, zacht', maar toch
opgewonden met elkaar, zoodat Ilse, in de
stilte om haar heen, menig woord verstaan
kon.
„En ik zeg u, dat Langley valsch speelt,"
hooide zij den heer in burger kleeding zeg
gen. „Ik heb het duidelijk gezien, en ik
heb verstand van zulke kunstgrepen."
„Ge vergist u zeker, Westen, het kan
badhuizen en de weinige badkamers
in het zindelijke Holland. „Dat is
zoo hoort men in den regel bij ons
anders. Wij sparen geen water en geen
zeep, wij wasschen ons veel en goed,
en de werkman zoowelalsdemillionoair."
De statistiek heeft zich nog niet
uitgestrekt tot het handen wasschen
van de Nederlanders. Had zij het ge
daan of kunnen doen wij vree
zen, dat zij droevige cijfers aan het
licht zou brengen. Ia zijn laatsten rae-
dischen brief klaagt dr. Schrijver in
het „Nieuws van den Dag" over het
te weinig handen wasschen in ons land.
„De hand zegt hij met misschien
wel wat al te veel woorden ver
raadt uw afkomst, uw verleden, uw
werk, uw willen, uw kunnen, verraadt
den toestand van uw ziel en uw ge
moed, uw smaak, uw lusten, uw ziekte".
Maar desondanks zorgen wij de
Nederlanders in het algemeen alweer
nog altijd onvoldoende voor de rein
heid van onze handen. „Niet éénmaal,
maar tien, twintig malen per dag moe
ten de handen met zeep en borstel
onder stroomend water gewasschen wor
den en vooral telkens als ze extra vies
mogen aanzien". Twintig maal is zeker.
De Arbeidswet eischt, dat in sommige
bedrijven waschgelegenheden aanwezig
zijn. Vindt de inspecteur van den ar
beid ze er niet de patroon kan be
boet worden Of ze evenwel wel altijd
gebruikt worden, staat te bezien. En
wat in de werkplaats als noodzakelijk
wordt beschouwd, schijnt in de kan
toren, in de scholen een overbodige
weelde te zijn. En dit betreft nog maar
het handen wasschen. Hoevelen niet
meenen, dat ze goed gewasschen zijn
als hoofd, hals en handen met water
en zeep behandeld zijn. Hoe weinige
malen krijgt het lichaam zelf eens een
beurt
Dit gebrek aan schoonheidszin (als
we het zoo mogen noemen) is een
kenmerk van alle standen, al doet het
zich uit den aard in de hoogere in
veel geringer maten gelden dan in de
andere. Huizen waarin goed ingelichte
badkamers, zijn er in ons land heel
wat minder, dan huizen met weelderige
ontvangkamers. Waar openbare bad
inrichtingen zijn, wordt er in ons land,
naar verhouding van de bevolking, veel
te weinig gebruik van gemaakt. En
het aantal gevallen, waarin een wasch-
tobbe een waschkuip zoo goed moge
lijk moet vervangen, kan dit gebrek
niet behoorlijk aanzuiveren. Er gaat
niet waar zijn," was het antwoord; „wij
kennen den Amerikaan reeds sedert maan
den, en hij heeft zich altijd als een gent
leman gedragen. Zulk een schurkerij is on
mogelijk."
„Dan doet hij het nu misschien voor de
eerste maal, dat kan ik niet weten, maar
gebeurd is het, daar geef ik u mijn woord
van eer op. Gij moogt niet dulden, dat
Weidnitz zoo geplunderd wordt."
„Als uw vermoeden gegrond is, zeker
nietmaar hoe zullen wij dat onderzoeken,
zonder in het tegenovergestelde geval Lang
ley te beleedigen? Vergeet niet, dat hij
onder ons ook reeds aanmerkelijk ver
loren heeft."
„Ge zijt dus nog niet overtuigd, ritmees
ter? Nu, daar komt het dan eigenlijk ook
minder op aan dan op uw hulp. Wilt ge
mij die verleenen?"
„Zeker. Maar hoe zullen wij het aanleg
gen
„Vooreerst moest Weidnitz het spel voort
zetten, nadat hij nieuwe middelen gehaald
heefthij zal weer op dezelfde kaart zetten,
en misschien is Langley zoo slim hem de
eerste maal te laten winnen; dat zal Weid
nitz des te vuriger maken, en als het een
vette hap is, bijt de ander weer toe. Ik zal
al mijn opmerkzaamheid op de vingers van
den Amerikaan richten, en op het gegeven
oogenblik grijp ik zijn hand, om het be
wijs van mijn bewering te leveren. Het
overige is dan uw zaak, ik bedoel zijn per
soon vast te houden. Verwonder u er niet
over, dat ik zoo goed op de hoogte ben,"
ging hij lachend voort, toen hij bij het
schijnsel van een zwavelgeel weerlicht het
verbaasde gezicht van den ritmeester zag;
„Ik ben er in Londen dikwijls bij geweest,
als valsche spelers betrapt werden, en heb
er daardoor een weinig verstand van ge
niets van af: in reinheid op eigen
lichaam staan de Nederlanders minder
hoog dan in andere goede eigenschappen.
Dit alles is zeer oud en zeer bekend
maar kan het wel vaak genoeg
worden herhaald?
Hoe weinigen kennen toch b.v. het
genot van een frisch bad, na een lan
gen fiets- of wandeltochtHoevelen
besteden tienmaal meer aan parfum,
dan aan badwater, aan fijne reukzeep
dan aan badzeep!
Op de begrooting van menig huis
gezin en van menig persoon zou de
post „water en zeep voor eigen ge
bruik" heel wat kunnen worden ver
hoogd, ten koste van minder nuttig
bestede uitgaven, zonder dat de begroo
ting daardoor te hoog werd.
Er zal evenwel nog heel wat water
door de Nederlandsche rivieren moeten
loopen en heel wat artikelen over dit
onderwerp moeten worden geschreven
voordat men in ons land tot dit
inzicht komt. Dr. Schrijver wijst op
het voordeel van het leeren aan de
schooljeugd herhaaldelijk de handen te
wasschen en aan een zindelijken doek
de handen af te drogen. Maar het zou
zeker minstens ernstige overweging ver
dienen, nog een stap verder te gaan
en het niet bij het verplichtend stellen
van handwasschen te laten, doch school-
baden in te voeren, zooals dan ook
reeds in enkele steden van ons land
is gedaan. De oude Grieken schenen
beter te begrijpen dan wij twintigste
eeuwers, welken invloed de gezondheid
(die immers ook door baden ten zeerste
wordt bevorderd) heeft op hot geeste
lijk leven. Zij zeiden reeds, dat alleen
in een gezond lichaam een gezonde
geest kan huizen. AlkmCt.)
Italië, waar 500 arbeiders hun brood ren. Mijn zuster wendde zich tot haar
verdienden, afgebrand. j gezellin en merkte op: „Ze zien er zoo
Dinsdagavond heeft men omstreeks blij uit als hadden ze net Port Arthur
half elf voor de tweede maal getracht veroverd." De menschen romdom be
de Russische afdeeling op de tentoon- gonnen te lachen. De woorden waren
stelling in brand te steken. j echter ook gehoord door een voorbij-
De branden op de tentoonstelling gaand officier. De soldaten trokken voor
blijken te zijn aangestoken door nacht- bij, nagefloten en nagejouwd. Mijn zus
wakers, die op deze wijze flinke fooien ter deed daaraan niet mee, zij was al
wisten machtig te worden van inzen- 'i op weg naar huis.
ders, wier goederen zij hadden gered, j Plotseling hoorde zij achter zich het
De brand in het paviljoen van decora- geluid van paardehoeven. Zij keek om,
tieve kunst heeft zich tegen hunne zag dat een deel van het volk wegliep
bedoeling uitgebreid. Verscheidenen en dat er zes soldaten naar haar toe
hunner zijn gearresteerd. kwamen met een officier aan 't hoofd.
Mijn zuster vluchtte in de eerste de
In het Capronne-kanaal bij Velisanne i beste open deur, maar de soldaten trok-
(departement van de monden van den ken haar terug en brachten haar naar
Rhóne) is het lijk van den huzaren- een huurrijtuig. De officier gelastte haar
luitenant de Libran gevonden. Hij had in te stappen. Zij verzette zich en riep
aan do manoeuvres daar deelgenomen om politie. Zij werd echter in het rijtuig
en was gedurende een etmaal vermist j geduwd en met een soldaat en den of-
geweest. Hij heeft een kwetsuur aanficier naar de kazerne in de Zacharefs-
liet hoofd, die op een schotwond lijkt, kystraat gereden.
Toen zij daar waren aangekomen deel-
Ituitenland.
Te Roussenac (Frankrijk) is een heel
gezin van zes personen vergiftigd door
het gebruik van keukengerei, dat ver
tind was met een mengsel van tin en
lood. Veertien dagen geleden overleed
de heer des huizes, Fabre, Dinsdag is
diens schoonvader overleden. Mevrouw
Fabre, twee kinderen en oom zijn nog
in leven, maar van alle vier is de toe
stand hopeloos. Het parket van Ville-
franche doet onderzoek. Naar het heet,
was het keukengerei onlangs opnieuw
vertind door rondreizende ketellappers.
Het brand er van dezen zomer maar
op los te Milaan. Maandag is de chro-
molithographische inrichting van Ber-
tarelli Co., de grootste van geheel
kregen. Ge kunt mij dus wel gelooven."
„Als gij gelijk hebt, Westen, kunnen wij
allen niet anders dan er u dank voor ver
schuldigd zijn."
„Kom dan maar."
Het gesprek, dat op 't laatst zoo zacht
gevoerd werd, dat Ilse het niet duidelijk
verstond, had haar nog in folterende on
gerustheid gebracht. Spraken die heeren
niet over Hugh? Betichtten zij hem niet
van een slechtheid? O, kon zij hem maar
waarschuwen, hem helpen!
In doodsangst vouwde zij de handen en
zag naar de donkere, met verderf dreigende
onweerslucht op, terwijl het eerste rollen
van den donder zich deed hooren. Weid
nitz was teruggekomen en nam weer plaats
aan de tafel.
„Mijneheeren, ik zet weer op den heer
Maar één voorwaarde moet ik stellen laten
v e weer met onze eigen kaarten spelen
die vreemde brachten haar eigenaar geluk
aan."
Hugh zag op; zijn oogen fonkelden boos
aardig, en de anderen, die dat bespeurden,
lachten.
„Ei, Weidnitz, sinds wanneer ben je bij-
geloovig geworden?"
„En als ik dat nu eens was? Meester
Langley kan toch niets tegen den ruil
hebben
„Volstrekt niet!" zeide Hugh, de kaarten
ter zijde leggende en het andere spel weder
opnemende, terwijl een sarcastische glimlach
om zijn mond speelde. „Vooruit maar
In ademlooze spanning hingen de blikken
der aanwezigen weder aan den voortgang
van het spel.
De heer heeft gewonnenriep Weidnitz
overmoedig.
Bertram en Westen wierpen elkander,
achter Hugh's rug staande, een veelbetee-
Men vermoedt daarom dat hij vermoord
is.
Te Bilbao (Spanje) hebben 600 mijn
werkers den arbeid gestaakt. Troepen
uit Burgos en Vittoria worden gereed
gehouden om de orde te handhaven,
daar de beweging zich over het gansche
mijngebied dreigt uit te breiden. De
reis des Konings naar Bilbao zal waar
schijnlijk wegens deze staking worden
uitgesteld.
leizier-
Reuter seint uit Hammerfest
Reizigers die hier met een p
boot van het Deneneiland zijn aange
komen, melden, dat Wellman zijn reis
met den luchtbal naar de Noordpool
er dit jaar aangegeven heeft, omdat
het ijs tot 81 graden N.B. vastzit.
De bootwerkers te Stettin hebben
gisterenochtend nadat de onderhande
lingen over hun loon afgesprongen
waren, gestaakt, ten getale van zoowat
1000 man. De reederijon hadden hun
maatregelen genomen, zoodat het los
sen en laden van de schepen kon door
gaan.
Een teekenend staaltje van de ver
schrikkelijke willekeur die in Rusland
blijft heerschen, is het verhaal van een
zekeren Smyrnof, een werkman, dat
thans in de Petersburgsche pers de
ronde doet.
„Op 10 Augustus, vertelt SmyrnoC,v£eboekstaafd."
was omstreeks elf uur een volksmenigte
samengestroomd in de Sergiefskystraat,
op den hoek van de Drusdenkskystraat.
Mijn zuster, juffrouw A. Smirnowa, be
vond zich er ook onder. Juist op dat
oogenblik kwamen de soldaten van de
gardeiuiterij voorbij met muziek en ge
zang, vergezeld van een aantal officie-
de de officier het gebeurde aan den kom
man dant mee. Andere officieren kwamen
er bij en de kommandant was onder hen.
Een der officieren werd aangesproken
als „Hoogheid". Deze prins, zich rich
tende tot den officier, die mijn zuster
had aangehouden, vroeg hem: „Wie is
die persoon?"
„De officier antwoordde: „Ik heb
haar gevangen genomen."
„Waarom?" vroeg de prins.
„Zij zei, dat we Port Arthur hernomen
hadden en dat we daarom zoo vroolijk
fceken."
„De prins wendde zich toen tot mijn
zuster en begon tegen haar te vloeken
ten laatste beval hij een politieagent
haar mee te nemen. Maar een officier
van groot postuur stelde voor haar zon
der eenige politie naar de binnenplaats
te brengen. Deze raad werd gevolgd.
Mijn zuster verklaarde, dat zij daar
niet heen wilde en riep weer om po
litie. Nu begonnen zij haar weer uit
te vloeken. Zij grepen haar aan, dreig
den haar met een revolver en sleurden
haar naar de binnenplaats. Hier gaven
zeven soldaten, op bevel van den prins,
haar met zweepen 25 slagen, die haar
het bloed langs het lijf deden loopen
en stukken vleesch uit den rug scheur
den. Onder vloeken joegen zij haar
daarna de binnenplaats af. De gevolgen
dier mishandeling zijn door een dokter
kenenden blik toe.
Weidnitz legde een gesloten portefeuille
op de tafelzijn oogen fonkelden, zijn adem
haling was gejaagd.
Om de geheele bank, LangleyOp den
heer, natuurlijk."
Algemeene opschudding volgde op zijn
woordenbezorgd en opgewonden, ried
men het hem af, maar niets hielp, hij had
geen verstandige gedachte meer.
„Mijneheeren," zeide Hunter bedaard,
zich tot de twee wendende, die nog altijd
op hun post achter hem stonden, „ik ben
ook bijgeloovig. Gij brengt mij ongeluk aan.
Gaat een weinig op zijde, als ik u ver
zoeken mag."
Dit deden zij.
„Ik neem uw uitdaging aan, Weidnitz."
Een diep stilzwijgen heerschte eensklaps
in de kamer, terwijl de Amerikaan de
kaarten schudde.
Eindelijk vielen zij, terwijl Hugh ze af
riep „Aas, acht, boer, tien, heerMaar
op hetzelfde oogenblik, toen de laatste hem
deed winnen, voelde hij zich met ijzeren
kracht om zijn handgewricht gegrepen, en
de stem van Westen riep helder en duide
lijk „Hier is schurkerij in het spel, de
bankier heeft valsch gespeeld
Zoo bleek als een lijk. met de uitdruk
king van een wild dier op zijn gelaat, zag
Hugh zijn tegenstanders aan, terwijl er
onder de halfbeschonkenen een geraas en
getier ontstond, dat slechts overstemd werd
door het woeden van het, nu met onweer
staanbaar geweld losgebarsten, onweder.
Een oogenblik scheen Hugh te aarzelen
wat hem te doen stondmaar eensklaps
rukte hij zich los met de kracht, die hem
nog uit het circus ten dienste stond, greep
met beide handen in het opgestapelde goud,
terwijl hfj de tafel omsmeet, die in haar val
Er is voorts een photografie van den
rug van het ongelukkige meisje ge
nomen. Ook had de zegsman portretten
vau „Zjjö Hoogheid" en twee andere
offficleren fyeten machtig te worden.
De arme juffrouw Smirnowa is er niet
temin betrekke!^ nog g> >ed afgekomen,
want had de prijps .zijn zin gekregen,
flesschen, glazen, menschen,en het licht
tegen den grond wierp, vlopg ;qt«t één
sprong er overheen, daarbij het sissend ge
luid uitstootende, waarmede hij zijn paard
placht aan te vuren, en verdween in de
duisternis van de gang. Hij «sprong de trap
op naar zijn kamér, deed de 4eur .pp.slpt,
greep zijn geladen revolver en jachtte hij
gend zijn vervolgers af.
De donder knalde onophoudelijk) deregen
viel bij stroomen en de flikkeringen van
den bliksem verlichtten beneden tooneel
van de grootste verwarring.
Men riep om licht, vloekte en raasde.
Hunter had door zijn vlucht zijn schuld
ten klaarste bewezen. Eindelijk kwam
Thomas, de herbergier te voorschijn, en
achter hem, bleek en bevend, Maruschka,
met loshangend haar en een slechts achte
loos omgeslagen doek. Met verbazing ver
namen zij wat er gebeurd was, en toen
het gezelschap de kamer verlaten om den
Amerikaan te vervolgen, zeide de herbergier
„De duivel hale henWat ligt het goud
hier op den grond voor 't grabbelenMaar
niemand zal zeggen, dat Thomas er zich
een penning van toegeëigend heeft, daarom
mag hier geen van de dienstboden in, maar
jij zult de wacht houden, Maruschka, tot
dat ik terugkom. Ik moet zien wat er
boven gebeurt, het benadeelt mijn goeden
naam al genoeg."
Maruschka bleef alleen. Zij hurkte op den
grond neder, waar, bij het schijnsel van
het weerlicht, glasscherven en groote wijn
vlekken te zien waren, waartusschen de
goudstukken bij enkele of bij hoopen blon
ken en met de woeste wanorde den spot
schenen te drijven.
BL4D
Uit het Duitsch.
Wordt vervolgd.)