Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Door eigen sèë
Zelf-achting.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
IVo. 2559. Zaterdag 1 September. 19Q6.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden l.OO,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Achting vraagt men in het leven
voor zooveel, dat achting verdient, en
men kan slechts die menschen waar-
deeren, die voor het achtenswaardige
hunne gevoelens van eerbied en be
wondering toonen in woorden en daden.
In woord en geschrift, overal vraagt
het achtenswaardige onze aandacht en
onze eeuw van openbaarheid zorgt er
wel voor, dat alles wat de achting der
wereld verdient ook aan 't licht komt
en geschilderd wordt in de schoonste
kleuren.
Maar er is een saort achting, waar
van in 't geheel geen geweld gemaakt
wordt, een achting die ook niet naar
buiten uitbreekt, maar bloeit als 't vi
ooltje in 't verborgene.
Dat is de achting voor zich-zelf, een
deugd, die van alle deugden de hechte
basis, de grondslag is, en tevens een
der schoonste en verhevenste der deug
den, omdat die eischt een zeer hoog
ontwikkeld moreel gevoel.
Zelfachting, daar verstaan we onder
die respecteering van zich-zelf, dat krach
tige gevoel van eigenwaarde, dat het
goede doet en het kwade laat niet op
hoop van loon of uit vrees voor straf,
maar louter en alleen uit achting voor
zich-zelf; uit eerbied voor de goede en
edele neigingen, die men weet dat slui
meren in zijn hart.
Zelfachting wordt bij den jongen
mensch, bij het kind, opgewekt en ont
wikkeld, door ten eerste steeds in het
goede voor te gaan, zich er over te
verbazen als het kind dat goede zelf
eok niet doet en er geen diep gevoel
voor toont.
't Kind zal er een eer in stellen zooveel
mogelijk het onopzettelijk, ongedwon
gen en natuurlijk gegeven voorbeeld
der ouderen na te streven, zich groot
voelen als het in dien vaak z waren
strijd succes behaalt en zoodoende een
in de goede richting ont wikkeld gevoel
van eigenwaarde krijgen.
Ouderen moeten daarbij toezien, het
kind aanmoedigen en, zonder daarbij
uitbundig te prijzen of dadelijk met een
belooning klaar te staan, het kind er
op opmerkzaam maken hoe heerlijk het
is zelf iets tot stand te hebben gebracht,
hoe heerlijk het is in den strijd tusschen
veel, wat bet wel anders zou willen
en wat toch niet mag, de overwinning
Uit het Duitsch.
47)
Vaneengescheurde wolken zweefden als
zwarte schaduwen langs het uitspansel,
waar nu de sterren flonkerdenvan de
ritselende bladeren der boomen vielen de
druppels als een motregen, en Uses rood
geweende oogen aanschouwden voor de
laatste maal het Nepomukbeeld met zijn
stralenkrans, waar zij zoo dikwijls op ge
staard had, en aan welks ster nu zware
druppels hingen, als tranen van droefheid
over het verdwaalde menschenkind, dat
haar weg in den vreemde zocht, omdat
het haar woning verlaten had. Toen rolde
het rijtuig verder over de hobbelige be
strating de poort uit, en in het grauwe
ochtendlicht, dat van lieverlede in het
Oosten aanbrak, een onbekende toekomst
te gemoet.
XVII.
Het was dit jaar vroeg herfst geworden
een snijdende wind gierde door de straten
der groote havenstad en dreef de gele bla
deren dwarrelend voor zich uit, die een
doodendans begonnen om de kolommen,
waarop groote aanplakbiljetten, met roode
en blauwe letters, al de vermakelijkheden,
van de fijnste tot de minste soort, aan
kondigden, die den toeschouwers dien avond
bereid waren. Eenige voerlieden stonden
voor zulk een kolom en lazen met alle
bedaardheid de affiches van de vermake
lijkheden, die het meest in hun smaak
vielen, alvorens zij naar hun tijdelijke
te hebben behaald en zich zelf daarvoor
achting te kunnen toedragen.
In het leven zal een mensch, bij
wien aldus het gevoel voor zelf-achting
ontwikk-ld is, de groote klippen waar
op hij moreel en intellectueel zoo vaak
kan stranden, ontzeilen.
Papieren wetten, publieke opinie,
zeker ze houden zoo talloos velen van
zoo ontzettend veel kwaad terug, maar
niemand zal toch beweren dat zij een
krachtigeu dam vormen tegen den
stroom van ongerechtigheden waarin
der menschen zwakheden van karakter
hen dreigen mee te slee pen.
Het krachtigst behoudmiddel voor
den mensch om staande te blijven en
het goede deel te kiezen in den zwaren
strijd tusschen goed en kwaad is de
zelf-achting, het diepe gevoel dat men
aan zich-zelf, aan alles wat de natuur
ons gaf aan gaven van hoofd en hart
en wat de opvoeders bijbrachten, ver
plicht is te doen naar de beste mate,
onvermoeid, en zoo goed het maar
eenigszins kan, wat de hand te doen
vindt.
Het is geen kunsf, geen kwaad te
doen als er vrees bestaat gezien te
worden, of op een gegeven oogen blik
de gelegenheid ontbreekt.
O igezien het kwade te laten omdat
men diep overtuigd is, dit aan zich
zelf verplicht te zijn, dat eerst plaatst,
den mensch op een moreel hoog stand
punt, een dat eerst waarde en wijding
geeft aan zijn daden.
Het is zulk een nuttige, zulk een
allernoodzakelijkste factor in de opvoe
ding, de zelfachting te ontwikkelen,
den kinderen altijd voor te houden dat,
wat ze doen tot eigen ontwikkeling in
ien ruimsten zin des woords en wat
ze doen aan goede en edele daden, in
hoofdzaak toch strekt van hen zelf
fiere menschen te maken, waarvoor hun
omgeving zeker maar toch ook
vooral zij zelf achting kunnen hebben.
En omgekeerd zal dan ook weer die
achting hen behoeden tegen veel, waar
tegen vermaningen, bedreigingen, en
zooals al gezegd, wetten en publieke
opinie, o zoo weinig vermogen.
We hebben eens een zeer treffend
geval gehoord van een jongen man,
die uit Indië naar Holland kwam om
te studeeren. Zijn ouders hadden hem
in Indië gewezen op de gevaren, die
het studentenleven meebracht.
Hij kwam eenmaal, door vrienden
daartoe overgehaald in een huis, waar
herberg, de achter hen liggende „uitspan
ning," teruggingen, waar een atfosmeer van
brandewijnlucht heerschte, die zelfs tot op
de straat merkbaar was.
In deze „uitspanning" bewoonde Hugh
Hunter met Ilse sedert een week een kamer.
Geld bleef nooit lang in zijn handen,
en ditmaal was het ook weer gevlogen, eer
hij een nieuwe bron ontdekt had. Het
scheen ook bijna alsof het ongeluk hem
vervolgde, zooals hij dikwijls toornig be
weerde, want al zijn plannen vielen in
duigen of hadden niet den gewenschten
uitslag.
Wat Ilse onder deze omstandigheden,
in deze omgeving, leed, was niet te be
schrijven, en zij gevoelde het verreweg
zwaarder dan Hunter, wiens uiterlijk altijd
nog zeer elegant was, en die bijna eiken
dag in deftige café's doorbracht, waar hij
zich op zijn gemak gevoelde.
Ilse zat thuis! Het zwart zijden kleed,
dat zij op den avond van haar vlucht ge
dragen had, en dat tot dusverre haar eenig
kleedingstuk gebleven was, vertoonde nog
wel sporen van vroegere sierlijkheid, maar
de stof was allengs versleten, zoodat het
haar een zeker aanzien van kale voornaam
heid gaf. Ilse gevoelde dit zeer goeddaarom
was zij schuw om de menschen onder de
oogen te komen, en begroef zich bijna ge
heel tusschen de vier muren.
En toch was het een naar verblijf. De
wind deed de slecht sluitende vensters ram
melen, en in de kamer was het vochtig
koud.
„Lieve Hugh," zeide zij eens, opklagen-
den toon, toen haar stijve vingers haar
hun dienst weigerden, terwijl zij bezig was
iets aan zijn kleeding te verstellen, „ik ben
zoo koudzouden we niet een weinig kun
nen laten stoken?"
„Wat ben je toch verwend!" riep hij toor-
hij zich schamen moest te zijn. Zoo
zeer verloor hy toen de achting voor
zich-zelf, dat hij zich enkele dagen
daarna van 't leven beroofde.
't Geval op zich-zelf vindt geen sym
pathie, want het ware veel beter ge
weest dat bedoelde jonge man met leeu
wenmoed den strijd tegen de verleiding
had aangegrepen, en geworsteld had
tot hij ten volle de achting voor zich
zelf had terug kregen. Doch wel draagt
onze sympathie weg het diepe gevoel
dat deze joDge man had voor zelf-ach
ting.
Had hij zijn fatalen daad niet be
dreven, dan zou zeker zijn fiere zelf
achting hem voor verder struikelen
wel behoed hebben.
Btiiitciilami.
Een boerin te Radscheid, in de Eifel,
die haar kind van vijf maanden zonder
toezicht in de wieg slapende had ach
tergelaten, vond het wicht bij hare thuis
komst dood. Een uit den stal in de
keuken gekomen varken had het de
eene helft van het gezicht geheel weg
gevreten.
De Etoile Beige meent te weten, dat
majoor Dreyfus tegen October pensioen
zal vragen.
Het Fransche ministerie van oorlog
laat dit bericht tegenspreken.
Het departement van Seine en Oise
is tegenwoordig het tooneel van de eene
geheimzinnige misdaad na de andere.
Na den dubbelen moord van Milly,
waarvan de daders nooit ontdekt zijn,
na de verdwijning van den pastoor van
Ohfitenay, heeft men nu weer een ge
heimzinnige misdaad ondekt, ditmaal
te Saclay. In een vijver aldaar, nabij den
weg naar Orsay, heeft men het lijk
gevonden van eene jonge vrouw, die
met revolverschoten gedood was, voor
men haar in het water geworpen had.
De vrouw moet ongeveer zeven dagen
dood zijn. Zij heet Marie Grison- Zij
was in Juni ziek uit Mayenne gekomen
en had tot den lOen Augustus in 't
gasthuis van St.-Germain gelegen, 't
Schijnt dat de ongelukkige gedood is
in een huis waar zij eerst ontkleed is,
want hare kleeren waren in groote wan
orde en blijkbaar met groote haast weer
aangetrokken.
Op de borst had men een zwaar ge
wicht van 10 kilo vastgemaakt.
Woensdagavond is te Weenen een
bloedige botsing voorgevallen tusschen
nieuw gekomen arbeiders uit Hongarije
nig. „Waar moet ik dan het geld van daan
halen, om aan je eischen te voldoen? 'tls
nog niet koud, maar je haalt je van ver
veling allerlei grillen in 't hoofd. Ik heb
volstrekt geen hinder van kou."
„Je bent ook den heelen dag uit, en hebt
je overjas, terwijl mijn mantel verkocht is,
om onze laatste kamerhuur te betalen. Ik
heb niets dan wat ik op 't oogenblik draag."
„Ga dan in bed liggen, Ilse, als je zoo
koud bent," voegde Hugh haar schouder
ophalend toe. ,,'t Is immers hetzelfde of je
in bed ligt, dan of je aan het venster zit,
je hebt toch niets te doen."
„Maar ik zou gaarne willen werken, Hugh,
zoo gaat het niet langer," zeide zij, vast
besloten hem met het resultaat van haar
langdurig nadenken bekend te maken„er
zal hier of daar wel wat voor mij te vin
den zijn, om 't even wat. Geef mij maar
zooveel geld, dat ik een paar heele schoe
nen kan koopen; zóó neemt niemand mij
aan." Zij lichtte den zoom van haar kleed
op, en liet hem haar klappende zolen zien.
Hij fronste het voorhoofd.
„Geld geven, altijd geld geven! Waar
moet ik dat van daan halen Je weet, dat
ik nog altijd vergeefs een betrekking zoek."
„Lieve Hugh," hernam zij, smeekend de
handen vouwende, „breng mij voor ditmaal
een klein offer en geef me het noodige
geld. 't Is toch de eerste maal, dat ik je
er om verzoek, en het zal ons immers hel
pen. Zoo'n bestaan kan ik niet langer ver
dragen."
„Ik heb geen geld," antwoordde hijje
moet er maar wat anders op vinden." Zij
snikte luid, maar zeide niets meer.
„O, ik ongelukkigekermde zij en wrong
de handen.
Een spoortrein, die van het zuiden kwam,
snorde haar venster voorbij. De gordijnen
van de coupés eerste klasse waren dicht,
en. stakers van een fabriek. De aanko
menden werden gesteenigd, zoodat de
politie van leer moest trekken27 per
sonen werden gekwetst, van wie een
ernstig.
Een man die op de hoogte van de
plannen der Cubaanschó opstandelin
gen beweert te zijn, heeft tegen den
correspondent van de New York He
rald te Havana gezegd dat de opstan
delingen een slim spel spelen op het
oogenblik. Hij zeide: „De regeering
zendt uit alle macht troepen naar Pinar
del Rio om Guerra, den aanvoerder der
opstandelingen te pakken voor hij den
spoorweg kan beschadigen. Dit is juist
wat Guerra wil.
In het overige gedeelte van het eiland
zijn er, behalve duizend man in Santa
Clara onder generaal Guzman en een
handvol in de provincie Havana onder
generaal Asbert, geen opstandelingen
in het veld. Zoodra het meerendeel van
de beste soldaten Pinar del Rio zijn
binnengekomen, om Guerra, die zich
zooveel mogelijk buiten schot zal hou
den, na te zetten, zullen Guzman en
Asbert met 5000 man versterkt worden
en zullen zij en generaal Guerra de
bloem van de regeeringstroepen tus
schen zich in hebben.
Daarna zal men den opstand in San
tiago zien uitbreken. De regeering zal
dan de rest van hare beschikbare troe
pen daarheen moeten sturen of de om
wenteling zal voortduren tot de Ver-
eenigde Staten gedwongen worden tus-
schenbeide te komen."
Uit New York wordt aan de Times
gemeld
Telegrammen uit Cuba melden dat
een groote bende opstandelingen Cabo-
nos, op de noodkust van Pinar del Rio,
zijn binnengedrongen. Waarschijnlijk
zal die haven dienen voor den invoer
van wapens en minutie. Het schijnt
zeker dat verscheidene schepen uit de
Vereenigde Saten naar Cuba zullen ko
men, met voorraad voor de opstande
lingen.
De opstandelingen bevinden zich vol
gens de laatste telegrammen te Santiago
de la Vega, op 15 mijlen van Havana.
Yan de hoogten bij Havana kan men
66n andere groote afdeeling zien. Indien
de opstandelingen overwinnen, zullen
zij generaal Mario Menocal tot presi
dent benoemen.
In een redevoering voor een groote
bijeenkomst te New-York, heeft Bryan,
de democratische candidaat voor het
presidentschap, gezegd dat als Amerika
voorstelde een algemeene overeenkomst
te sluiten om alle geschillen aan hot
Haagsche Hof van arbitrage of aan
alsof de voorname passagiers, die daarin za
ten, alle onbescheiden blikken van buitenaf
wilden weren.
In een van die gesloten coupés zat een
bleeke, zieke man, en tegenover hem de
rijzige gestalte van zijn verpleegster: het
waren Arnold en Malwine.
„Hoe dichter ik bij huis kom, des te
droeviger is het mij te moede," zeide hij,
als uit een langdurig gepeins ontwakende.
„Ik ben dan ook alleen maar teruggekeerd
om in het oude huis te sterven."
„Zoo iets moet je volstrekt niet denken,
neef," bemoedigde het meisje hem. „Wij
moeten eerst onzen plicht doen, voordat
wij van uitrusten mogen spreken."
„,Je weet wel, Malwine, dat met Ilse en
mijn kind al mijn levensgeluk ten gronde
is gegaan, en dan kwelt mij ook zoo de ge
dachte of misschien niet veel van het ge
beurde, van alles wat ik geleden heb, mijn
eigen schuld is. Ik heb mijn vrouwtje niet
zoo behandeld als ik had moeten doen.
Ach, kon ik het leven nog eens beginnen 1"
„Er zal wel niemand zijn, die zeggen kan,
dat zijn geweten hem niets te verwijten
heeft. Je moet je niet aanhoudend zoo op
winden, Arnold."
„Dat zegt de dokter ook, Malwine, maar
gij weet geen van allen wat het zeggen wil
afstand te doen van het dierbaarste wat
men bezit; en als ik ten minste nog maar
wist hoe het haar ging, of zij opgeruimd
en gelukkig is, gelukkiger dan bj mij!
Wat zou je er van denken?"
„Er zullen voor haar ook wel oogenblik-
ken komen, dat zij zich haar schuld ver
wijt, zelfs bij het grootste geluk."
„Ik kan mij niet voorstellen, dat die
andere goed voor haar zijn kan; hij heeft
haar ten minste niet zoo lief als ik, dat
weet ik zeker," volhardde Arnold. „Ik zou
maar gerust over haar willen zijn, maar
eenig ander gerechtshof te onderwerpen,
het vele naties genegen zou vinden tot
zulk een overeenkomst toe te treden.
Naar luid van een telegram aan de
N. Y. Herald uit Tacna, in Chili, zijn
daar en te Arica hevige aardschokken
gevoeld, die zich voortzetten tot aan
de Peruaansche grens. Er heerscht een
onbeschrijfelijke ontsteltenis. De men
schen slapen op de openbare pleinen.
De eerste schok hield 30 sekonden aan.
Uit Konstantinopel wordt aan het
Deutsche Volksblatt gemeld, dat Enge
land niet officieel aan de mogendheden
zou hebben voorgesteld, aan Macedonië
en Oud-Servië zelfregeering te verlee-
nen en prins Mirko van Montenegro
tot gouverneur te benoemen.
Te Mont St. Michel aan de kust van
Bretagne is een met juweelen bezette
kroon van het beeld van de heilige
maagd geroofd. De kroon was 240.000
guldens waard. Het schijnt dat de die
ven een automobiel bij zich hebben
gehad.
De regeering en de kerk lagen over
het eigendomsrecht op de kroon in
proces.
De Spaansche minister van Binnen-
landsche Zaken heeft aan de pers gun
stiger berichten van Bilbao doen toe
komen.
De arbeid in de omstreken van de
stad is onder bescherming der troepen
weder opgenomen, maar, volgens uit
Santander ontvangen berichten, hekben
er in de mijnen van Heras tusschen
stakers en veldwachters ernstige bot
singen plaats gehad.
Er zijn talrijke gewonden gevallen.
Voorts zijn er ongeregeldheden en
twisten uitgebroken in de mijnen van
Liono, Salguero en de vallei van Cabarga.
De overheid vraagt om versterkingen
en er is bevel gegeven om twee briga
des te Santander te concentreeren.
De meening in otficieele kringen is,
dat de stakingen weer een nie :we uit
breiding zullen erlangen, aangemoedigd
als de stakers worden door de solida-
riteits-vergaderingen, welke in de groote
industrie-steden worden gehouden.
De toestand wekt ernstige bezorgd
heid bij de regeering.
Wellman heeft voorgoed besloten, zijn
ballonreis naar de Noordpool tot het
volgende jaar uit te stellen.
Voornamelijk heeft een gebrek aan
het mechanisch gedeelte van het lucht
schip tot dit uitstellen geleid.
Met het oog op de expeditie van het
komend jaar worden nog druk onder-
willen weten hoe het haar gaat; dat zou
veel beter voor mij wezen dan alle medi
cijnen."
De trein was voorbij. Noch Ilse, noch
Arnold vermoedde hoe dicht zij bij elkan
der geweest waren.
Eindelijk scheen er een gelukster voor
Ilse op te gaan. Hugh had voor het aan
staande seizoen een engagement gevonden
bij een grooten cuicus, die naai Rusland
zou gaan. Toen de brief met het beslissend
antwoord van den directeur kwam, stortte
Ilse tranen van blijdschapnu waren zij
ten minste voorloopig geborgen, nu behoefde
zij geen herhaling van een dergelijk gesprek
te vreezen als op dien avond, die met
vlammend schrift in haar geheugen gegrift
stond. Met den brief in de hand vloog
zij Hugh te gemoet, die juist van een uit
gang thuis kwam, en riep verheugd„O,
welk een verblijdend nieuwsNu kunnen
wij weer fatsoenlijk leven, nu zul je meer
thuis blijven, en alles kan nog goed worden,
niet waar, Hugh?"
Hij zag haar nadenkend, bijna verbaasd
aan, en las den brief nog eens over.
,,'t Is zeker het beste dat het zoo geloopen
is. Ik zal morgen dadelijk vertrekkenzoo
ging het ook niet langer, en zoo zijn wij
ook het best van elkaar af."
„Van elkaar af?" vroeg zij, en zag hem
met ontzetting aan, alsof zij hem niet recht
verstaan had. „Ik behoor je toe, Hugh,
voor mijn geheele leven."
Hij lachte schamper. „Ilse," zeide hij ruw,
„leg tegenover mij toch het masker af, 't is
al te belachelijk! Je bent me vrijwillig ge
volgd, en hebt man en kind in den steek
gelaten om mijeen vrouw, die dat doet,
zal wel niet al te strenge grondbeginselen
hebben, en wat zij eenmaal gedaan heeft,
nog weieens weer doen; bovendien
Wordt vervolgd.)