ei Land van Heosden en Lllena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Voorbereiding. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 25S2, Woensdag 21 November. 1900. FEUILLETON. Angstige oogenblikken. laud van alt eh voor Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, ranco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7VS ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Het valt echter niet te ontkennen een geest van zoetsappige teerhartigheid waart rond tusschen de gelederen der opvoeders van dezen tijd, en het geslacht dat nh ons het volwassene zal zijn zal daarvan de noodlottige gevolgen on dervinden. Er is een fout geslopen in ons op voed mgs-systeem Die fout is deze. Wat vroeger, als uiting van overdre ven ouderlijke liefde door verstandige lieden steeds werd gelaakt, wordt tegen woordig als het fondament beschouwd waarop het gebouw der opvoeding moet worden opgetrokken. Men heeft elkaar zoo dikwijls voor- en nagepraat, dat de kinderziel gelijk is aan een onbeschreven blad papier, dat men het ten slotte is gaan gelooven. En toch, de ervaring, de werkelijk heid leert ons iets geheel anders. Het resultaat van de opvoeding van een kind leert in elk bijzonder geval dat de kinderziel een zeer ingewikkeld product is van verborgen eigenschappen, goede en slechte, die op een gelegen heid wachten om te voorschijn te treden en werkzaam te worden. Ook slechte eigenschappen dus slui meren in het binnenste van den „onschul- digen" kleine. En het is daarmee als met het on kruid dit groeit op tusschen en tege lijk met het goede zaad. Zullen wij dit onkruid laten groeien? Zullen we trach'en,dit door zachtzinnige leiding en zorgzame liefde, zoo te doen opwassen, dat het herschapen wordtin eon heerlijken, veelbelovenden koren halm Immefs neenWe zullen trachten het uit te roeien, met wortel en tak want onkruid blijft onkruid in weerwil van leiding en liefde. De karaktervorming is het moeilijkste deel van de opvoeding. Daarvan zullen ook wel die paedago- gen overtuigd zijn, die het kind een appel geven, als het beweert er trek in te hebben. ISiiitenland. Wie echter gelooft, dat de uitingen hangen, ze zullen hem vergoden mis- van verlangen naar of van afkeer te- schiendoch als ze eenmaal tot de gen een of ander gerecht bij een nor- grooten behooren, zullen ze ervaren, maal kind steeds uit natuurlijke oor- dat zonneschijn en kindervreugd alléén zaken voortkomen, loopt gevaar niet niet geschikt zijn, om van dartelende alleen de magen, maar ook de karak- kinderen flinke mannen en degelijke ters van de hem toevertrouwde kleinen vrouwen te maken, te bederven. Voor hen zal do ontgoocheling ver- Een enkele maal iets van den ban- bijsterend zijn, als zij de wereld en kttbakker of van de fruitvrouw, uit- het leven leeren kennenvan hun weer- stekendDoch, hoe spoediger de be- standsvermogen zal ontzettend veel wor- geerte naar iets extra's terugkeert, des den gevergd, wanneer ze, volwassen te eerder heeft de opvoeder gelegen- maar onvoorbereid in den wilden stroom heid, door aan die begeerte nu eens des levens worden geworpenmaar tot niet toe te geven, den kleine de dankbaarheid jegens hunnen opvoeder, deugd van zelfbeheersching te leeren voor al zijn liefde en al zijn zachtheid, beoefenen. zullen ze, helaas, niet veel reden hebben. In den beginne doet hij het verstan- digst, als hij de gedachten van het kind tracht af te leiden, zooals die zuinigo huismoeder dat deed - maar lat-r Zondag om twaalf uur heeft er een zal hy door rechtstreeksche weigering ontploffing plaats gehad in de St. Pie- de teleurstelling meer voelbaar moeten terskerk te Rome. Er is geen schade maken en den strijd zwaarder. aangericht, maar er ontstond een pa- Wel heeft de dichter gezongen niek onder de kerkgangers en geeste- „Strooi de dartelende jeugd rozen lijken. Het was de verjaardag van de op haar paden"wel zeggen velen het wijding der kerk. Kardidaal Rampolla den dichter na: doch met sentimenta- had zÜn boedanigheid van aarts- liteit kweekt men evenmin karakters priester een plechtige mis opgedragen als met rozengeur. I EeQ ,hal.f uur nadat dle plechtigheid j j «1 geëindigd was en toen een groot ge- Moet de jeugd geschikt gemaakt wor- 5eclte »an de menigte reeds uit de den voor h t leven in eene ideale^ waa^ vernam men een ontploffing, wereld waarvan de gewelven het geluid dave- Of moet de opvoeder rekening hou- rend weerkaatsten. Een dikke rook hing den met de werkelijkheid, waarin ook in het rechterscbip en de kerkgangers zijne pupillen na korter of langer tijd liepen verschrikt naar de uitgangen. hunne taak zullen hebben te vervullen Voor het standbeeld van paus Clemens Welnu, voor het leven in de wer- XIV was een bom ontploft. kelijke, niet ideale menschen wereld kan Niemand was in de buurt en er werd men alleen dan geschikt ziin als men dan oo]F niemand gekwetst. Het helsche J werktuig was benedeu tegen een hooge Aragno en in de Pieterskerk leiden. De overheid schijnt de meening toege daan te zijn dat men veeleer te doen heeft met iemand, die de bevolking van Rome schrik wil aanjagen dan met een anarchist van de daad. Een echte dy- namiteur zou, meent zij, niet zulke stum- perige werktuigen gebruiken. Saverio Lagana,een anarchistisch stu dent te Milaan, heeft Zaterdag prof. Ros- !si, hoogleeraar in de vergelijkende ont leedkunde aan de hoogeschool te Milaan, op straat met een dolk doodgestoken. I Lagana verdiende zijn kost door onder de studenten uittreksels uit dictaten te I verkoopen. Prof. Rossi was de eenige hoogleeraar die Lagana wegens de anar chistische theorieën die hij openlijk ver kondigde, niet ter wille wou zijn, en uit wrok daarover heeft hij nu den pro fessor vermoord. in zijn jeugd is voorbereid op alles, wat daarin niet slechts tot de moge- verplaatsbare stelling gelegd die men voor herstellingen in de basiliek ge lijkheden, naar wel degelijk tot de bruikt. dagelijks voorkomende noodwendighe- De politie is van oordeel dat de bom den behoort, als daar zijnmoeite, door een onbekwame hand vervaardigd strijd, teleurstelling. is, aangezien de spijkers die erin zaten, Én wie dan spreekt van uitstel, niet ver geslingerd zijn. De dader moet wie uit genegenheid voor het kind te midden van de algemeene verwar- niets dan zonneschijn en vreugde wil [ing gemakkelijk een heenkomen heb- doen heerschen in de kinderkamer, Ibea ku.an6,a T1.nd?Q' j j j De in de kerk gevonden spijkers overwegende, dat de kleine toch spoe- moet(m geIijken 0p8die> welk/iJn de diger, dan hem lief zal zijn, zal moe- jj0m van koffiehuis Arogno zaten, ten kennis maken met 3omberheid en j De minister van binnenlandsche zaken zorgen, die bezit wellicht een hart heeft 1000 lire belooning uitgeloofd vol liefde, maar verstand van opvoeden voor dengene die inlichtingen verschaft, heeft hij niet. j welke tot ontdekking van den dader Zeker, de kleipen zullen hem aan- van de aanslagen in het koffiehuis 2). En de held gaat zelf aan den kabel hangen en laat zich aan dit gespannen koord afglijden. Hij bereikt de schuit, grijpt den jongen om zijn middel, slingert hem over zijn schouder, en terwijl bet arme schaap zich krampachtig met zijn verstijfde handen aan den forschen nek van zijn redder vastklemt, herneemt deze, aan zijn armen hangend, den gevaarlijken terug tocht naar de boot. Het wordt een bijna bovenmenschelijke strijd en de dood dreigt met elke seconde twee prooien in plaats van ééne te grijpen. Plotseling schiet de kabel uit en drijft weg, de pink zinkt en een afgrijselijke trechter vormt zich daar, waar zj zich be vond; Kerdic en zijn last verdwijnen in de diepte. Maar het volgende oogenblik komen zij weer boven en Kerdic haalt den kabel aan dien men nu van boord af met kracht in palmt. En zoo grootsch is dit schouwspel, dat de verzamelde menigte op de pier als één man in jubelkreten losbarst. „Wel gedaan, KerdicGod zegene je Zoo iets kan hij toch ook alleen maar. Houd je goed, man Kranig gedaan 1" Op hetzelfde oogenblik hijschen uitge strekte armen de twee schipbreukelingen binnenboord. Nu is het vijf uur en de zon is onder. Helaas, waar zijn de vier andere pinken nu, die men nog inwachtte De reddingboot neemt hare gevaarlijke eerste plaats weer in bij de baar, maar eerst heeft zij den scheepsjongen en de andere geredde visschers aan land gebracht. Al die ijzerharde mannen zijn nu uitgeput maar er zijn nog meer levende schepsels, die hunne hulp behoeven. Zij aarzelen dan ook geen oogenblik de grootsche taak, die zij vrijwillig op zich hebben genomen, verder te vervullen. De menigte op de pier verspreidt zich de avond valt en de vrouwen moeten voor hare mannen de soep opscheppen. Daarbij werd tot nu toe geen andere visschersschuit gesignaleerd. Maar plotseling klinkt er een geweldig geschreeuw. In een oogwenk is een ieder weer op de pier en een eenig, onvergetelijk schouwspel trekt aller aandacht. Want op tien vademen afstands van de steenen massa daar drijft iets, een voorwerp, neen, een mensch, een visscher of een ma troos, en die mensch zwemt als een wan hopige om een der ijzeren ringen, in den havenmuur gemetseld, die nu door den golfslag overstroomd worden, te bereiken. Als hij er zijn hand op leggen kan, is hij gered. Gaïd Le Marié stoot een verschrikkelijken kreet uit, een kreet als van iemand, die in doodsnood verkeert. „Het is Pol, het is mijn man Én waarlijk, die tot ondergang gedoemde matroos blijkt Pol Le Marié te zijn, van Andierne, uit den militairen dienst ont slagen en nauwelijks één jaar geleden ge trouwd met Gaïd. Hij is een ruwe klant, dat kan men nog zien aan de wijze, waarop hij in zee om zijn leven vecht. Maar wie zal in dit tweegevecht over winnaar zijn? De zee is altijd de sterkste. Wat kan de ongelukkige, deze levende speelbal van de golven, tegen haar Als men hem tenminste nog helpen konMaar hoeDe reddings boot is al weer ver weg. Met den zwaren nevel kan zij de signalen niet onderscheiden, en de wind laat het geluid der mensche- lijke stem niet tot daar doordringeD. Het was Pol Le Marié, die daar straks, in het zeil verward, overboord sloeg. Hij heeft er zich uit los gewerkt en nu komt hij terug als de branding hem laat naderen, zal hij er wel uitkomen. Mannen en vrouwen, allen roepen hem aan. Tweemaal reeds heeft Gaïd, halfkrank zinnig, niet meer wetend wat zij doet, zich van de steenen borstwering willen neder- storten, en men heeft haar maar juist bij tijds kunnen tegenhouden. Enkele visschers zijn touwen machtig geworden en slingeren die, op goed geluk en zoo goed als zij kunnen, naar hem toe. Het blijkt verloren moeite, het touw drijft niet, het zinkt en de rampzalige Pol be reikt het niet. j Maar hij kijkt er ook niet naar. Hij kijkt enkel naar den strandmuur, naar de ruwe steenen op het uitgebouwde gedeelte van het metelwerk en naar de ijzeren ringen, waarop een enkele onverhoedsche golfstoot hem kan radbraken, voordat hij zijn mis vormd en verbrijzeld lichaam naar zee te rugbrengt. I Hij strijdt nochtans, hij strijdt zonder ophouden. Het is nu niet enkel water, dat hem om geeft, het is een wolk van wit schuim, eene I beangstigende ophooping van wit schuim, alsof de ongelukkige wegzinkt in sneeuw. Met uiterste krachtsinspanning gelukt het hem enkele vademen nader te komen. Een golf grijpt hem, licht hem op, alsof zij met verschrikkelijke ironie zeggen wilde: „O! wilde je daarheen? Ik zal je er wel even brengen." De aanraking is hardmaar de man, die bijna zijn bewustzijn kwijt is, heeft den j tijd gehad zijne armen vooruit te steken, en zijne vingers omklemmen nu kramp achtig een der ijzeren ringen. Boven hem op den strandmuur gilt en stampvoet de menigte en vuurt hem aan. „Nog een beetje, nog een zetje man! Je komt er wel!" De mannen gaan plat op hun buik lig gen en strekken hun armen uit om hem te helpen bij het klimmen. Maar zij hebben allen buiten de zee ge- Op Cuba worden de toestanden min der verkwikkelijk. De liberale kleur lingen-leider, Juan Gualberto Gomez, heeft openlijk verklaard, dat het tot een opstand zal komen, indien de Ame rikanen zich niet spoedig terugtrekken en het besturen van Cuba niet over laten aan de Cubanen zelveu. Aan den anderen kant is een groep invloedrijke Cubanen er vast toe be sloten, de Amerikanen tot blijven te dwingen. Zoo noodig zelfs door het op zettelijk vernielen van eigendommen van Engelsche maatschappijen. Enge-! land zou dan zoo wordt geredeneerd er zekar bij de Vereenigde Staten op aandringen, dat een krachtig en be stendig Amerikaansch bestuur op Cuba gehandhaafd blijft. Rechter Richmond, te Buena Vistaia, is, naar Laffan uit New-York meldt, in hechtenis genomen wegens diefstallen in huizen en spoorrijtuigen. Hij is aan gegeven door een visscher dien Rich mond onlangs ten onrechte had ver oordeeld. De visscher ging den rechter uit wraak na en rustte niet voor hij 1 de bewijzen voor zijn schuld had. De Tribune verneemt uit Wiborg, dat de Russische regeering den Finschen Senaat heeft gesommeerd de Russische politie te helpen overeenkomstig het verlangen van den Tsaar om Russische politieke vluchtelingen, waarvan zich er honderden in Finland ophouden, te ar- j resteeren. De sommatie der Russische regeering heeft den vorm van een ultimatum. rekend. De verschrikkelijke hand. die den onge lukkige heeft laten ontsnappen, grijpt hem weer. Zij wil hem niet verliezen. Gelijk aan een insect, dat het er op gezet heeft op de been te blijven op een porceleinen schotel, heeft de ongelukkige den ring nog niet geheel losgelaten om een tweeden te grij pen, als eene woeste golf hem weer van den steenen muur losslaat. De golf heeft zich bedacht. Zij heeft eene ziel en twee wreede oogen; de ziel van een demon. Zij wil geen genade verleenen aan dien veroordeelde, en als zij hem toestond op dien muur te komen, zou hij kunnen vluch ten. Nogmai ls valt de beklagenswaardige man dus terug, nogmaals rolt hij onder het deinende schuim. Gaïd schreit niet langer, zij staat r.cht overeind, doodsbleek met wijd opengesperde oogen, en zij hijgt, alsof zij de koorts heeft. Zij spreekt tot haren echtgenoot, zij be moedigt hem en roept tot hem: „Pol, mijn Pol, kom terug! Zij zal wel moe worden, die zee, dat gemeene wijf! Zij laat je wel gaan! Kom terug! Probeer het nog eens, PolMeer naar linksDaar zijn de steenen uitgesleten." En daar komt Pol Le Marié waarlijk weer boven. Hij bloedt. De golf heeft hem tegen de onderlaag van den strandmuur aangeslagen, en hij heeft stukken van zijne kleeren en van zijne huid op de harde rotsen laten zitten. Maar de geestkracht van dezen man is niet te dooven. Hij wil niet sterven. In vier slagen bereikt hij weer den muur, en hij hoort Gaïd, die nog eens roept: „Meer links! Daar zijn de steenen uit gesleten; er is daar een gat in!" Heeft de zee angst of heeft zij wroeging De man gaat tusschen twee golven door als door een dal. Hij komt er, en voor den tweeden keer haken de vingers van zijne beide handen in den ijzeren ring. De Finsche Senaat moet binnen een week antwoorden. De Finnen zijn ontsteld over deze sommatiede Finsche Senaat droeg aan een bizondere commissie op er rapport over uit te brengen. In een vergadering van studenten te Chicago het woord voerende, heeft rechter Markham Ka/anagh de Ver eenigde Staten voor het misdadigste land ter wereld verklaard. Het stelsel van gezworenen was er bovendien slecht en verouderd. Hij zeide dat de Ver eenigde Staten onder de beschaafde landen bovenaan stonden wat het aan tal moorden betrof. In de vijf laatste jaren waren er 45.000 menschen ver moord, meer dan er ten vorige jare aan tyfus bezweken waren. Dit groote aantal moet, zeide hij, geweten worden aan de wijze waarop de wet werd toe gepast. De wet laat ruimte voor allerlei beperkingen en spitsvondigheden, en in negen van de tien gevallen krijgt een misdadiger kans om vrij uit te gaan. De Times verneemt uit Tandzjer, dat Raisoeli den kadi waarschuwde, dat deze verder geen landaankoop nog-ver- koop moet bekrachtigen zonder zijn, Raisoeli's, machtiging. Hij zal elke overdracht van grond beletten. Buiten Tandzjer is het gezag der Marokkaan- sche regeering dermate gedaald, dat alle Marokkanen, die dat konden, heb ben geweigerd de feesten aan het einde der Ramadan (vastenmaand) te Tandzjer bij te wonen, daar zij er de voorkeur aan geven ze met Raisoeli binnenslands te vieren. Daarom bleef haast iedereen weg van de feestviering te Tandzjer, zelfs de gouverneur der stad. De Petit Parisien bevestigt uit amb telijke bron dat de Fransche regeering de kruiserdivisi van Brest voor uitzen ding naar Marokko gereed houdt. Men heeft aan het blad verzekerd dat voor Januari of Februari, het tijdstip waarop Frankrijk en Spanje het hun op gedragen politien' <;.t ter hand dach ten te nemen, a en stond. Frankrijk en Spanje kunnen, merkt de Echo de P op nie gen lat in de havens waarin de conferentie hun opgedragen heeft de politie in te rich ten, een toestand intro do richting van die politie zou vt Regnault, de Fransche gezant te <n<]. jer, zal nog eens naar Madrid gaan, met Spanje over de noodige maatregelen i Het water, dat eerst scheen te aarzelen, komt nu woedender dan ooit terug en een berg water stort zich uit op Le Marié en bespat de ademlooze toeschouwers. Maar dezen keer heeft de woeste strijder het verraad van ziin tegenstander vooruit gezien. Hij is slap aan den ring blijven hangen, en de hoos is uit elkaar gespat en heeft zich over hem uitgestort zonder hem te kunnen medesleepen. Met bijna bovenmenschelijke inspanning trekt hij zich tot den tweeden ring op. Bij den derden heeft de golf hem weer inge haald. Eene verschrikkelijke golf! Eene zuil van zes meter hoogte, die hem omgeeft als een wervelwind. De man ligt plat tegen de steenen aan en drukt er zijn bloedend gezicht tegen. De golf hespiingt hem geheel, bedekt hem en bemachtigt het terms, waarvan zij de over stroomde toeschouwers uiteen jaagt. Maar voor dezen keer is het gedaan. De zee is overwonnen. Op hetzelfde oogenblik dat Pol, geheel uitgeput, de ijzeren leuning grijpt, omvat ten hem twee armen, zoo sterk 1 die van een man, en trekken hem op Pol laat zich zinken, en fc 11 nd verschijnt er toch een flauv glimia ;kj- im zijne lippen. „Gaïd," fluistert hij. „Ja Poll ik ben het," antwoordt de vrouw. „Ik heb je; zij zal je niet weer krijgen." Én het wakkere schepsel laadt haren man op hare schouders en draagt hem weg onder de jubelkreten der menigte. Ook voor de anderen is er vreugde. Op hetzelfde oogenblik komen er drie van de achtergebleven pinken, onder het storm- 1 geloei, veilig door het kanaal, en in de ve;te kan men, onder de invallende duis- ternis, schemerachtig twee groote schadu wen onderscheiden. Het is de reddingboot, die terugkomt en die het vierde vaartuig op sleeptouw heeft. I (Slat.) (Slot.) i r~. nnn inner i ia tTAAr hnrini rf /"vr\ n I I na V Naar het Fransch.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1906 | | pagina 1