Hel Land van Hensden en Allena, de Langstraat en de Bommeterwaard, BUREN VREES. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2001. Zaterdag 20 Januari. FEUILLETON. UND VAN ALTEHr VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zonder prijs verbooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1907. Advertentiën van 16 regels 50 et. Elke regel meer 7 7, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Natuurlijk heb ik achter het woord, dat hierboven staat, een punt gezet, of ik word aangegrepen door het ver moeden dat ik bijna onopzettelijk een nieuwe uitvinding heb gedaan. Om me hiervan te vergewissen, be hoef ik slechts even den arm uit te strekken en het Groote Woordenboek der Nederlandsche taal van Van Dale ligt voor me. Bijna tweeduizend blad zijden, elk van twee kolommen vol woorden en uitdrukkingen liggen onder mijn bereik, maar, hoe ik ook zoek, het woord „burenvrees", vind ik niet. Ik heb dus waarlijk een nieuw woord uitgevonden Iemand die wel eens van uitv'ndin- gen iets heeft gelezen, bijvoorbeeld van de groote kapitalen, die sommige uit vinders daarmede in minder dan geen tijd wisten te verdienen", zal mee- nen, dat deze gewaarwording voor mij een oorzaak van groote veiheuginge moet zijn. Helaas, mijne uitvindiug begint met mij angst te bezorgen. Immers, mijn buurman van links is een taalgeleerde; die zal waarschijnlijk vandaag of morgen het nieuwe woord onder zijn oogen krijgen; en dan weet ik zeker, dat hij minachtend de schou ders over mij en mijn uitvinding zal optrekken: niet onmogelijk is het zelfs dat hij me ernstig zal onderhouden over hetgeen hij zonder twijfel „taai- verknoeien" meent te moeten noemen. Zal ik 't woord dooi halen? Of zal ik het laten s aan en mij- zelve blootstellen aan buurman's min achtend schoudergebaar Komaan: als ik iets wil schrijven over burenvreesals ik mijn lezers, zoo die er aan lijden, ervan wil trachten te genezen, dan die nik er zelf tenminste vrij van te wezen. Dus, ondanks buurmans vreesaan jagende schnuders, ondanks zijn streng afkeerenden blik, ondanks zijn verwijt van taalverknoeien, het woord blijft staanwant het treeft mijns inziens kort en bondig datgene te kennen, waarvoor ik anders een min of meer lange omschrijving zou noodig hebben. Deze of gene lezer, die uit de cou rant meer haalt dan het feuilleton en de hoogst belangrijke wetenswaardighe den van den Burgelijken Stand, voelt misschien de vraag in zich opkomen 19) 't Was opmerkenswaardig haar thans gade te slaan. Eerst kon het meisje niet spreken en nu scheen het, als had een onzichtbare kracht haar tot spreken gedwongen. De dokter hield nog aitijd Erika's handen om klemd. Zijn stem was smeekend en toch geruststellend, maar ondanks dat, zoo zeker, dat Erika moest antwoorden. En dan die blikkenHet was, alsof deze door haar oogappels heen in haar ziel drongen, zoo dat ze aan de willekeur van den dokter was overgeleverd en niets kon verbergen. En dan dat dwingende in zijn uitdrukking Zoo vertelde ze dan, eerst aarzelend, later gemakkelijker, de geschiedenis van haar eerste ontmoeting met Sture Trull, zooals reeds Erik Stratton die aan Diet Heimbold verteld had. Het gebeurde dat ze uitgeput scheen, maar de doordringende blik des dokters noodzaakte haar tot spreken. „Nu ja, onderbrak haar de dokter, „ik weet alles. Hij heeft je dikwijls aangekeken zoo diep, zoo zeldzaam, en dan kwam er een gevoel over je, als wist je niet meer, wat je deedhet was, als was je inge slapen Slaapt U, Erika Waldon Slaapt U vroeg hij opeens op bevelenden toon. „Ja" kwam het droomerig over haar lippen. Haar oogen sloten zich half, haar hoofd viel op haar schouder en haar lippen open den zich, om kleine, sneeuwwitte regel matige tanden zichtbaar te maken. „Zouden er werkelijk veel menschen zijn, die aan burenvrees lijden?" Ik wil daarop gaarne een antwoord geven; maar ik heb meer dan eens gehoord, dat het veel nuttiger voor een vrager is, dat hij zelf het antwoord vindt, dan dat het hem zoo maar wordt voorgelegd. Daarom zal ik trachten den vrager op weg te helpen en verder zijn eigen scherpzinnigheid laten in het werk stellen, om tot een antwoord te geraken. Welnu, geachte vrager, ge zult u nog wel herinneren, dat ge niet zoo heel lang geleden een nieuwen hoed hebt gekocht. Ik weet het ook nog zeer goed, want ik stond tegelijk met u in den hoedenwinkel, een huis of tien van uw eigen woning. De winkelier pakte het nieuwe hoofd deksel zorgvuldig in een reusachtigen zak vau wit vloeipapier, natuurlijk be drukt met de noodige reclames, gij betaaldet en naamt uw koopje Foeineen, wat denk je weldat ik zelf met zoo'n grooten vloeipapieren- z ik-met-een-nieuwen hoed-er-in over de straat zou loopen Ik dank je feestelijk de buren zouden wel denken als ze me zoo zagen aankomen. Wat zouden de buren wel denken, geachte vrager Nu ja, dat weet ik niet, maar, in elk geval, dat doe ik niet, dat heb ik mijn heele leven nog niet gedaan! Zouden er werkelijk veel menschen zijn, die aan burenvrees lijden? Me dunkt, ik kan den man met den nieuwen hoed, die zijn eerlijk betaald koopje niet eens zelf mee naar huis durft dragen, gerust aan zijn lot over laten hij zal die vraag wel nooit weer tot mij richten; ik ben er zeker van, dat hij er al een antwoord op heeft gevonden. Maar mijn andere lezers; zijn die ook al zoo ver Hoe het zij, het oordeel van de buren, of liever, de vrees voor hun mogelijk oordeel, heeft ons een groot aantal dwaasheden doen begaan en ons daaren boven verscheidene malen weerhouden een goede of verstandige daad te ver richten. Nog onlangs had ik gelegenheid mij zei ven opnieuw van deze waarheid te overtuigen, waarbij bleek, dat ook mijn eventueel oordeel een zekere vrees-aan jagende kracht bezit, althans volgens de meaning van mijn overbuurman. Het had's nachts geweldig gesneeuwd De dokter wierp den graaf een bevredi genden blik toe. Met ademlooze spanning volgde deze het tooneel, dat zich in zijn tegenwoordigheid afspeelde. Een rechter, die van de onderzoeking in kennis was gesteld, was zacht binnenge komen. „Sta op, Erika I beval de dokter. Het meisje gehoorzaamde oogenblikkelijk aan zijn bevel. „Ginds op de tafel ligt een boek, breng me dat!" Met onzekere, slepende schreden ging zij naar de tafel en bracht het gewenschte. „Wat heb je nu in je hand?" „Een boek!" „Dat is toch geen boek! Kijk er naar! Wat is het?" Zij deed het, maar antwoorden scheen ze niet te kunnen „Het is een spiegel, hoort ge, Erika?" „Ja, een spiegel?" „Kijk er eens in!" Ze deed dit. „Nu? Ziet ge niet dat je haren onordelijk zitten en in je gezicht hangen Breng eerst je toilet in orde!" Het meisje streek de vermeende haarstren- gen glad. „Laat me je hand eens zien! Wat hebt ge nu gedaan Ze is bebloed Erika hield de hand voor haar gezicht; men kon duidelijk zien, dat ze angstig was. „Neem je zakdoek en verbindt de wond! Ge bloed buitengewoon!" En het meisje zocht met koortsachtigen angst naar haar zakdoek en wikkelde deze om haar hand. Houd Uw hand recht naar boven, geheel naar boven, beval de dokter verder. Het gebeurde. Als een beeld stond ze, met de hand in haar zakdoek, bewegingloos. De drie heeren begonnen met elkander en zoo gewaaid, dat in onze straat de sneeuw bijna tot aan de vensters lag opgehoopt. Toen ik 's morgens door de ruiten keek, zag ik toevallig, dat mijn overbuur in de deur stond en bij zich zeiven schoen te overleggen, hoe hij de straat voor zijn woning weer eenigg- zins begaanbaar zou makende bezem stond al in de gang, dicht bij de hand. Nauwelijks echter bemerkt de man, dat ik naar hem kijk, of hij voelt blijk baar, dat de moed hem in de schoenen zinkt; hij speurt, kwasi heel onver schillig, wat links en rechts, zeker, om toch maar te maken, dat ik hem niet zal verdenken van voegplaunen en trekt zich in zijh huis terug met de deur dicht. Ik retireer me eveneens, maar kan niet nalaten over 's mans ongemoti veerde burenvrees te glimlachen. Den volgenden morgen ligt de sneeuw nog hooger. Gelukkig heb ik nu den tijd om het straatgedeelte voor mijn woning een wat fatsoenlijker aanzien te geven. Ik haal bezem en schop, en tijg aan het werk. Dat ik aan zulk werk niet gewoon ben, weet mijn rug me wel spoedig duidelijk te maken: ik ben dan ook genoodzaakt om de drie minuten even op te houden en den loodrechten stand te hernemen. Maar, enfin, eindelijk heb ik toch de voldoening, dat mijn werk klaar is. Ik kijk nog even de straat over en wat zie ik Daar komt waarlijk mijn overbuur man, met het noodige gereedschap in de hand en een dosis goeden moed in het hart, de deur uit endurft zoo waar de sneeuw voor zijn eigen woning wegvegen Wat zou hem zoo moedig hebben gemaakt? Och, dat doet er niet toehij heeft blijkbaar zijn burenvrees overwonnen en die overwinning, ten minste als zij duurzaam is, is wel een felicitatie waard. Tenminste, als zij duurzaam is Uuiteiiland. Uit allerlei plaatsen in het Westen van Duitschland werden Woensdag temperaturen van min 15 graden Cel sius gemeld. Volgens het Berl. Tageblatt moeten in Duitschland heel wat menschen door de kou zijn omgekomen. te spreken. „U ziet, zeide de dokter, dat de wil van dit meisje geheel beheerscht wordt door dien van een ander." „Ik sta verstomd," antwoordde de rechter. „Het is bewezen" zeide de graaf, „dat Sture Trull in verbinding met haar heeft gestaan; verder is bewezen, dat Sture Trui haar van haar verloofde vervreemdde en dwong in mijn dienst te treden." „Ik wensch mijn onderzoek voort te zetten, mijne heeren," zei de dokter. „Misschien is het mogelijk, op hypnotische wijze haar weer terug te geven, wat ze nu mist." „Dat zou interessant zijn," vielen de beide andere heeren hem in de rede. De dokter richtte zich weer tot de ge vangene, die nog altijd met opgeheven hand stond; een tijd, waarin een normaal mensch met de grootste wilskracht zijn hand had moeten laten zinken. „Ga zitten, Erika Waldon! Zoo! Denk nu eens na. Ge weet nog wel, je was eens huishoudster bij Sergei Ilitsch, nietwaar?" „Ja." „En daarvoor was je in een modezaak werkzaam?" „Ja." „Wie heeft U dan gezegd, dat U naar Sergei Ilitsch zou gaan?" „Sture Trull heeft het mij bevolen." „Maar de heer Sergei Ilitsch had toch een huishoudster.^ „Sture heeft mij gezegd, dat het meisje spoedig vertrekken zou." „Was de heer Sergei Ilitsch goed tegen over U?" „O, ja, zeer goed." „Waarom hebt U hem dan vermoord?" „Sture Trull heeft mij gezegd, dat Ser gei Ilitsch mij in 't verderf wilde storten. Hij wilde mijn ziel bevlekken." „Dat was toch dom. Dan heeft toch Sture In Ween?n stond de thermometer min 25 graden Celsius. Aan zestig menschen met bevroren lichaamsdeelen moest hulp verleend worden. In de verwarmde openbare lokalen telde men 5000 tot 6000 bezoekers. Uit de Alpen en het Oosten van Bohemen worden zware sneeuwstormen gemeld. In Rusland heeft sedert Maandag een hevige sneeuwstorm over heel het Zui den gewoed; op verscheiden plaatsen ligt de sneeuw huizen hoog. De koude is zoo groot, dat de thermometer te Odessa tot 40 graden vorst aangewezen heeft. Overal zijn telegraafdraden ge knapt het spoorwegverkeer gaat uiterst gebrekkig. Men vreest, dat honderden menschen zijn omgekomen, doodgevro ren. Deze felle kou beperkt zich echter niet tot zuidelijk Rusland; 'tis overal zoo en te Jaroslaf werd zelfs 56 graden vorst opgeteekend. In Galicië zijn de menschen er niet veel beter aan toe. Volgens een tele gram uit Lemberg viel daar Maandag de vorst in, vergezeld van een harden ijzigen wind. De thermometer wees 46 graden vorst. Verschillende personen kregen bevroren ledematen. De Eerste hulp bij ongelukken behandelde 115 gevallen; voornamelijk schoolkinderen. De treinen ondervinden groote ver traging door het bevriezen van de olie in de smeerpotten der wagens. Daarbij doet zich gebrek aan kolen voelen. Ver scheiden menschen zoeken met hun kinderen een toevlucht in koffiehuizen en logementen. Huurkoetsiers willen niet meer rijdende straten zij n verlaten. De transatlantische booten, die de laatste dagen te New-York zijn binnen- geloopen, hebben op zee een zeer felle koude te trotseeren gehad. Kapitein Mills van de Philadelphia, welk schip j.l. Maandag te New York aankwam, verhaald, dat de overtocht allermerk waardigst was geweest. Vooral Woens dag cn Donderdag was het weer zeer slecht geweest: en het schip had moeten worstelen tegen felle sneeuwstormen. Toen het weer Vrijdag iets beter was geworden, liet de gezagvoerder vaart minderen en werd een bjgin gemaakt met het verwijderen der ijskorst, welke zich had gevormd op hout- en touw werk. Op verscheiden plaatsen was die ijskorst meer dan 16 Eng. duim dik. Een zelfde ervaring werd opgedaan door de Campania, die, bij aankomst te New York, den indruk maakte van regelrecht uit de Poolzee te zijn ge komen. Een vreeselijke storm heerschte Maan dag en Dinsdag ook in verscheiden staten van Noord-Amerika. Sneeuw, regen en Trull gelogen." Het meisje zweeg hierop. „Wanneer hebt ge hem vermoord." „Ik ik weet het niet." „Lag de heer Sergei Ilitsch te bed, toen ge hem vermoordet?" „Ikik weetik heb hem ik weet er niets meer van." „Denk eens goed aan dien avond. Kunt ge U nog alles voorstellen?"' „Ja." „Vertel dan eens! Wat is er dan eigenlijk gebeurd?" „Sture Trull is bij mij gekomen „Op dien avond?" „Ja, toen de schemering was ingevallen." „En nu verder! Waarom hebt ge hem binnengelaten? Hij had toch niets met den heer Ilitsch te maken!" „Hij zeide, dat hij met hem ergens over moest spreken. Toen vroeg hij in welke kamer de heer Ilitsch zich bevond. Ik wilde hem aanmelden, maar hij verbood het. Hij zeide dadelijk weer te vertrekken. Hij kwam bij mij zitten en vertelde mij, dat mijnheer Ilitsch een slecht mensch was en des nachts mijn kamer zou binnendringen en danO! die verschrikkelijke oogen Dieoogen Haar stem werd welluidender, maar schreiend. Als zag ze Sture Trull voor zich staan, zoo bedekte ze haar oogen met de handen. „Neem Uwe handen van het gezicht! Vertel verder!" „En toen ben ik ingeslapen." „En verder?" „Toen Jatoen Daarvan weet ik niets meer. Jaik weet nogeen roos daarnatoen hij zich over mij boogtot mij spraken mij zoo doordringend aanzagik moest ja zeggen en en ik weet niets meer." wind vierden gedurende achttien uren hoogtij, stremden het verkeer, zetten de dalen onder water en richten ver woestingen aan in de woonhuizen. Het treinenverkeer op de Great Northernspooilijn staat stil wegens de sneeuwpakken, die van de bergen neer vallen en den weg vereperren. Geen enkele trein heeft de stad Seattle, in den staat Washington, sedert Zaterdag kunnen bereiken. De Ohio treedt buiten zijn oevers en overstroomt de valleien. De bewoners vluchten. Duizenden zijn zonder dak. Vooral in de «treken der groote meren heeft het noodweer het hevigst gewoed. Volgens een bericht uit Antwerpen, heeft te Sint-Kruis, dicht bij Brugge, een bloedige vechtpartij plaats gehad tussclien militairen, burgers en politie. De aanleiding was, dat een huzaar in de herberg het Moeleke zoodanig werd mishandeld, dat hij aan de gevolgen is overleden. Daarop verzamelden zich den volgenden avond ongeveer 200 huzaren en besloten hun kameraad iloedig te wreken. Zij gingen van alle zijden de herberg binnen en eischten, dat de waar din den naam van den moordenaar noemen zou. Deze kon echter geen in lichtingen geven, daarop draaiden de huzaren het licht uit en begonnen in de herberg alles kort en klein te slaan. Zij trokken hun sabel en gingen aan 't slaan, de ruiten, kozijnen, het buffet, de biertonnen, 't werd alles tot scherven en splinters gehakt. En toen er niets meer te hakken viel trok het gezelschap naar boven. Daar sliepen elf kinderen. Moeder de vrouw kreeg /erlof zich met haar kroost in veiligheid te brengen, en dat was maar goed ook, want de lansiers gingen het huis afbreken. Ia een oogwenk was het dak verwijderd, en toen zij deze karwei volbracht had den, wierpen zij den inhoud van de kachel over den wrakhoop. Toen trok de froep verder en zoo wai het mogelijk, het begin van brand, dat in de afbraak dreigde te ontstaan, te blusschen. De lansiers trokken de stad in, naar de Vischmarkt, waar de danshuizen zijn. Daar zou het lieve leven van voren aan beginnen, maar het ging minder vlot. De politie was komen opzetten, en weldra was een gevecht met de blan ke sabel gaande tussclien politie en lansiers. Een der politieagenten is zwaar gewond aan het hoofd door een sabel houw, en een lansier eveneens. Pas toen de infanterie op het terrein kwam en de lansiers zagen, dat zij overmeesterd zouden worden, sloegen zij op de vlucht. Er zijn eenige muiters in hechtenis genomen en van verscheiden anderen heeft men de petten gevonden. „Maar als gij den heer Ilitsch gedood hebt, dan moest U natuurlijk in zijn kamer geweest zijn „Ja, maar niets weet ik me daarvan te herinneren. Ik moet er wel geweest zijn, maar daar weet ik niets van." „En U weet van de gausche zaak niet anders, dan dat U ontwaakte „Anders niets, niets 1" „En wat gebeurde toen U wakker werd Toen ik ontwaakte, was ik als verslagen ik kon nauwelijks een lid verroeren. Toen bemerkte ik, dat ik het keukenmes in mijn han l hield ik zag bloed daaraan, ook aan mijn schort en ik werd door een vree lijken angst bevangen. Ik rukte de deur van de kamer van mijnheer Ilitsch open en zag hem met het hoofd voorover op den grond liggen. Toen was het als riep mij iemand toe„gij hebt Sergei Ilitsch vermoord." Ik ging weer terug, wierp mij op het bed en trachtte na te denken, maar het ging niet. Alles was zoo donke, zoo leefg in mij- „Vergeet niet wat ik U verteld heb, Erika Waldon, let even op!" beval de dokter en maakte dicht bij haar gezicht met de han den eenige bewegingen. Erika opende slaapdronken de oogen en zag angstig om zich heen. „Weet u nog, juffrouw Waldon, wat u zoo even verteld hebt?" Ze dacht na. De rechter trad naar voren en liet haar alles nog eens vertellen. „Hoe komt het, dat u nu over vele bij zonderheden denken moet, waarvan u straks niets vertellen kondet?" IIEUWSBMP Naar het Duiisch. Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1907 | | pagina 1