Hel Land van Hensden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. KKALINNE, Gedwaald. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 202O. Woensdag 3 April FEUILLETON. LAND VAN ALTEH/ VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1907. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/* c*- Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. „Alweer zoo'n leelijk isme", zegt deze of gene ouder onze lezers, „spreek de taal van je moeder, man"! Verschoon ons, waarde lezers; ge zult ons moeten toestemmen dat wij ons niet al te vaak schuldig maken aan het gebruik van vreemde of bastaard woorden en, als dat gebruik onvermij delijk is, ze althans trachten te ver klaren; maar, er zijn nu eenmaal be grippen, die men het gemakkelijkst met een vreemd woord aanduidt, zoodat dit woord langzamerhand in onze taal een zeker burgerrecht verkrijgt. Het woordenboek zegt, dat men onder realisme verstaat: de leer der werke lijkheid; maar zóó is de bedoeling im mers evenmin duidelijk? Men noemt een realist een mensch, die de dingen bespreekt en beschrijft zooals ze wer kelijk zijn en op alles het volle daglicht laat vallen. Zoo is een realistisch schrij ver een persoon die de dingen schetst zooals ze zich werkelijk voordoen, dus ook de ondeugden en gebreken der men8chen. Het boek wordt daardoor voor velen ongenietelijkvoor sommigen zelfs zeer gevaarlijk, omdat zy er toe brengen, te denken over dingen waar aan men niet denken mag of waarin men althans niet al te diep mag afdalen. In 't algemeen noemen wij realisten menschen die wars zijn van alle dich terlijk waas; er niets van houden om iets te verbloemen of te steken in een eenigzins mooi kleed. Met gelijkenissen hebben zij niets op; ze zijn op hun manier vrienden van de waarheid, maar dan moet het de naakte waarheid wezen; alles moet met de zinnen waarneembaar zijn. Ze vallen steeds met de deur in huis. Geen sprookje s vei tellen aan het kind, geen opgesmukte verhaaltjes, die wij zoo gaarne gebruiken om de be grippen van wat mooi en goed is er zoo zoetjes aan iu te krijgei dat is allemaal uit den booze, evenals de gru wel van Sint-Nicolaas en de historie van den ooievaar of van de witte en de roade kool! Het stelsel dezer lieden nu, door den een wat verder en door den ander wat minder ver toegepast, noemt men, „het realisme". Met de realisten zijn we 't eens, dat er wel wat meer waarheid in da wereld mocht wezen. In sommige kringen gaat men geheel op in zekere vormen, ge- 9) Een minuut van doodsche stilte ver streek, maar toen hief ze zich op; hare oogen, nog omfloersd door tranen, schit terden nu van moed en vastberadenheid zij zou hem dienen dienen met al de trouw en aanhankelijkheid eener vrouw. Nog eenmaal boog ze zich stil over het blonde engelenkopje en drukte hare lippen onstuimig op het half geopende mondje. „Goeden nacht, mijn lieveling! goeden nacht!" fluisterde ze; toen verliet zij met zachte schreden het slaapvertrek. Arthur Meinderts zat, met het gelaat achter de courant verborgen, rustig in zijn armstoel. Toen Suzanne binnentrad, bewoog hij zich niet. Zij nam haar naaiwerk en zette zich tegenover hem. Lang was het stil tusschen hen, elk in gedachten ver zonken. Maar eindelijk vouwde de heer Meinderts de courant, die hij toch niet las, dicht, en begon: „Ik heb gemerkt, dat u ook boven ver andering hebt aangebracht ik hoorde u zingen." Een licht rood kleurde Suzannes wangen toen ze hem aanzag, maar op vasten toon gaf ze ten antwoord: „Ik heb Nonnies ledikantje in mijne kamer laten zetten. Niemand weet wat het kind kan overkomen en dan ben ik in de nabijheid om zoo gauw mogelijk hulp te verschaffen." bruikt men steeds allerlei beleefdheids betuigingen, die hoegenaamd geen zin hebben en waaraan geen de minste waarde of beteekenis wordt gehecht. Die overdrijving keuren wij af; want zij maakt het leven dor en ledig en menigeen heeft dat tot zijn schade moe ten ondervindenheeft te laat moeten ervaren, dat dit klatergoud op den duur de ziel van den mensch niet bevredi gen kan. Maar we zijn 't geheel oneens met de realisten, dat alle dichterlijk waas, elke gebloemde inkleeding, dat alle om gangsvormen in strijd met de waar heid zouden zijn. 't Zijn jaist de in den omvang in zwang zijnde gebruiken en vormen, die de waarheid, soms zoo hard en zoo leelijk, minder afschrikwekkend makeD en gereed el ijker ingang doen vinden. Wij lijden het kind spelende het leven in met Sneeuwwitje en Roodkapje en met Asschepoester en de Gelaarsde Kat, om het langzamerhand in te leiden tot het leven met zijn ruwe werklijkheid. Zelf gaan we het leven door, niet lomp en plomp zeggende wat we denken of voor den mond komt, maar met zekere vor men en bewegingen en betuigingen die, nu ja, strikt genomen niet precies de waarheid zijn, maar die de waarheid evenmin tekort doen en ze vaak beter tot haar doel voert. En de realist? Zouden wij gelooven dat deze waarheidsmensch een dag zijn gewichtige rol op de wereld speelt zon der er uit te vallen Geen denken aan Als hij 't deed lag hij 's avonds met zijn heele omgeving overhoop en zou tot zijn eigen groote schade ondervon den hebben dat, om een beeld te ge bruiken, niemand ongekleed over straat zou gaan zonder de grootst mogelijke ergenis te verwekkenen wezenlijk kwaad te stichten. Evenmin als 't een kwaad is dat de mensch zich betamelijk kleedt, even min is 't een kwaad dat er zekere vor men en gebruiken bestaan en worden nagekomen. De realist moge dat het leugenachtig masker der samenleving noemen, dat masker is toch niets anders dan wat het kleed is voor den mensch. Dat masker is soms bespottelijk over dreven, zooals de kleeding van den mensch dat ook soms is en dhn is er sprake van een kwaad want die over drijving, die is onwaarheid. Zonder kwaad te stichten, is 't on mogelijk de dingen steeds te noemen en voor te stellen zooals ze zijn. Tegen over het kind valt dit zoo duidelijk in het oog, dat we er bijna niet op be hoeven te wijzen. Alle opvoeders weten, welk een ongelooflijke voorzichtigheid er noodig is, om die kleine potjes met groote ooren niet te wijs te maken; een wijsheid die de geheele opvoeding aan de grootste gevaren blootstelt. Maar ook in 't algemeen is 't on mogelijk; want dan zouden we elk be toon van beleefdheid en welwillendheid zelfs moeten weigeren aan iemand, voor wien we geen al te groote achting of vriendschap gevoelen. De mindere zou zijn meerdere, voor wien hij geen ach ting gevoelt, niet groeten en desnoods ruw en ongemanierd tegen hem moeten optreden, om toch maar waar te zijn! Neen, we kunnen de omgangsvor men niet missen en ze maken een we zenlijk deel van ons leven uit. Bij den echten mensch zijn ze bovendien een uiting van zijn schoonheidszin, die vrij wat meer gevoelt voor het fijne, zachte en mooie, dan voor het platte en on gelikte van den ruwen waarheidsbeer. Die vormen zetten een zekeren glans en een zekere bekoring aan 't levon bijzij zijn het zout van dat leven. Met al die aangename vormen en ge bruiken aan kant, zijn wij volstrekt niet nader getreden tot de wezenlijke waarheid, die ons heilig is en blijft en die we niet verloochenen, door andere dingen naast haar een bescheiden plaats je te gunnen. „Ik meende u te hooren zingen?" „Ja, Nonnie vroeg er mij om." „Hebt u geen behoefte om uit te gaan vroeg hij opeens. „Neen," antwoordde Suzanne kort. „Waarom niet? Dames van uw leeftijd kunnen niet leven zonder concerten, bals en meer van die onontbeerlijke dingen bij te wonen!" klonk het spottend terug. „Ik ben daaraan niet meer gewend," hernam Suzanne, eenvoudig en oprecht. „Vroeger, toen we rijk waren, kon ik me een leven, zonder die genoegens, ook niet voorstellen. Maar we zijn arm geworden, dus moest ik mij aan mijn lot onderwer pen. Nu verlang ik er niet meer naar, in tegendeel, ik verkies een gezellig huiselijk leven ver boven het onrustig woelig be staan der rijken." Suzanne was over haar naaiwerk gebo gen en zag daarom niet, hoe het sombere gelaat verhelderde, welk een warme gloed haar tegenstraalde uit de oogen van den man, die tegenover haar zat. Slechts voor een oogen blik toen stond zijn gelaat weer in de oude onverschillige plooi, de oogen hard. „U bent oprechtzeide hij op spottenden toon. Suzanne hief het gebogen hoofd op en, verwijtend bijna, zag ze hem aan. „Ik schaam mij volstrekt niet voor die bekentenis, 't Is geen schande, als men zich zonder eenigen schuld, van rijk opeens arm ziet worden." De heer Meinderts antwoordde niet meer, maar verdiepte zich in de courant. Na dien avond braken voor Suzanne da gen van vrede en rust aan. Opgewekte brie ven schreef ze naar huis en opgewekte brie ven kwamen terug. Mevrouw Daalfeld was nu voor een deel van hare zorgen ontsla- BBtiitetiian «1. Het dreigt weer in de glasblazerijen van Charleroi. De patroons hebben ken nis gegeven dat zij, wier verbintenissen met einde April afloopen, zich ontsla gen kunnen rekenenen een beroep gedaan op het verdere werkvolk der glasblazerijen, dat dit zou berusten in de gestelde loons- en arbeidsvoorwaar den. Sinds eenigen tijd broeit het in Cuba op bedenkelijke wijs. Zelfs zijn er te Washington -- en op het eiland zelf koele beoordeelaars van den politie- ken toestand, die vreezen dat het te avond of morgen op Cuba wel eens tot ernstig gewapend verzet tegen de Vereenigde Staten zou kunnen komen. De Fransche troepen, die Vrijdag Oedzjda bezet hebben, waren samenge steld uit twee bataljons zoeaven, een bataljon tiralleurs, twee eskadrons spahi's dit is inlandsche ruiterij in gen. Zij bewoonde nu een ruimer huis in een stiller straat en naaide of streek niet langer voor vreemden. Gertrudes salaris was, met wat hulp van Suzanne, voldoende voor hun eenvoudig leven. Zoo gingen enkele weken voorbij, toen mevrouw Daalfeld een brief schreef, waarin zij iets meldde wat Suzanne ongerust maakte. „Truce wordt met den dag stiller," schreef ze, „en ik weet niet wat ik er van denken moet. Zou zij naar je verlangen? In uw laats ten brief schreef je, dat de heer Mein derts zoo goed voor je was en je zoo vrij mocht handelen in alles, dat Nonnie zoo lief en reeds zoo zeer aan je gehecht was. Je brief was vol over hem en zijn kind. Truce las je brief voor, en ik zag, dat zij moeite had hare tranen te bedwingen. Toen zij den brief gelezen had, trok ik haar naar mij toe, en vroeg wat haar deerde. Zij pre velde eenige onverstaanbare woorden, legde toen haar hoofd tegen mijn schouder en weende lang. Ik liet haar stil uitweenen. Het deed haar blijkbaar goed, want einde lijk haalde ze eens diep adem, zuchtte eens en 't was over. Toen vroeg ik haar weer wat er toch was, maar zij antwoordde ont wijkend, zoodat ik, vreezende voor eene nieuwe bui, haar met* rust liet. Maar ik kan het niet vergeten Suzanne was ongeruster over dit schrij ven dan hare moeder wellicht dacht. In een volgenden brief schreef deze, dat Ger trude na dat voorval geheel was opgeknapt en vroolijker en opgeruimder was dan ooit. Dat had mevrouw Daalfeld geheel gerust gesteld maar Suzanne niet. Onverwachts stond ze dan ook, met Nonnie bij zich, voor hare moeder, die haar met een kreet van blijdschap in de armen sloot. Gertruide was opgeruimd en vroolijk zelfs, zooals mevrouw Daalfeld geschreven Franschen dienst twee batterijen, en 200 goemi's een soort inlandsche schutterij. Samen zoowat 1500 man te voet, ruim 400 ruiters, 200 kanonniers met 8 kanonnen, een legermacht sterk genoeg om in 't open veld de strijd macht van sultan en alle pretendenten tegelijkertijd mee te verdelgen. Opzettelijk zijn er veel meer man schappen gebruikt voor de bezetting van Oedzja dan noodig hadden kunnen zijn ingeval van verzet. De bedoeling van de heele inneming van Oedzja is dan ook niet het overwinnen van de Marokkaansche bezetting, maar het laten voelen van doortastendheid en laten zien van machtsmiddelen. Te Oedzja was niemand op de hoogte van de nadering der Franschen. Den vorigen dag had de Fransche gezant te Tandzjer aan Mohammed- el-Torres, des Sultans vertegenwoordi ger, medegedeeld, welke besluiten de Fransche regeering genomen had in verband met den moord van Mauchamp. Vrijdag heeft Mohammed-el-Torres een zeer beleefd bezoek bij den gezant gebracht om hem te verzekeren dat er voor de veiligheid van alle vreemde lingen zou worden gewerkt. De Liberté verneemt uit Tandzjer, dat des Sultans vertegenwoordiger al daar den Franschen gezant heeft mede gedeeld, dat het magzen bereid is aan alle eischen van Frankrijk te voldoen. De Londensche bladen bevatten een griezelig telegram uit Petersburg (van het Central News-agentschap) waarin wordt medegedeeld, dat in de propvolle Siberische gevangenissen de grootste wreedheden worden begaan. De gevan genen worden door hun cipiers op de hardvochtigste wijze mishandel. Vooral de moordenaar van Plehwe, Sasonof, en Maria Spiridonowa, zijn gruwelijk bejegend, zoo zelfs, dat eerstgenoemde op sterven ligt. Beiden vielen in han den van denzelfden gevangenis-com mandant, Baradoelin, een man die voor niets terugdeinst, en die Sasonof iederen dag liet martelen. Het gemeente-bestuur van Southamp ton heeft besloten, minister Botha, die den 13en dezer aldaar zal aankomen, een ambtelijke en feestelijke ontvangst te bereiden. Reeds ligt op Madeira een telegram te wachten op Botha, waarin wordt gevraagd of hij goed vindt, aldus te worden gehuldigd. De procureur van Rayner, Whiteley's moordenaar, te Londen, heeft het ambte lijke bericht ontvangen, dat minister Gladstone besloten heeft, het doodvon nis te veranderen in levenslange tucht huisstraf. had. Wel kwam het Suzanne wat vreemd voor, dat zij, die toch wel van kleine kin deren hield, Nonnie niet aanhaalde, maar zij dacht er niet verder over na. Gerust gesteld en met nieuwen moed vertrok ze den volgenden dag weer naar haar nieuw tehuis. Als Suzanne 's middags gereed was met de huishoudelijke bezigheden, was het haar grootste genot met Nonnie in het park te wandelen. Het zoogenaamde park was wel niet groot, daar er meer dan de helft door den vroegeren eigenaar, tot bouw- en wei land was gemaakt: maar er waren een paar verrukkelijke lanen, groote frissche bloemperken en een kleinen vijver, waar eenige trotsche witte zwanen statig rond zwommen. Nonnie's grootste genoegen was, als die zwanen de door haar toegeworpen kruimels oppikten. Dan stond zij met de voetjes te trappelen. Het kind zag er dan zoo lief uit met haar zonnig gezichtje, dat Suzanne haar menigmaal een kus gaf. Omgang met dames van haren leeftijd hield ze niet: Suzanne had daar geen be hoefte aan. Was zij daarom bij het volk bemind want in stilte deed zij veel goed bij de gegoeden werd ze voor onver geeflijk trotsch gehouden, doordat zij zich niet met hen bemoeide. Maar zij stoorde zich daar niet aan; stil ging ze haren weg. Ruim twee maanden gingen aldus voorbij, maar daarna brak voor Suzanne een tijd aan vol strijd. Nóg kon ze terug keeren naar haar moe ders huis, maar zij wist, dat zij het heim wee zou krijgen naar dien man met zijn ernstig somber gelaat, hoe koud en ge voelloos hy' ook scheen. Wat haar in hem Zaterdag werd er uit Achern in Baden gemeld: Het is weer koud geworden: de sneeuw ligt een meter hoog. Naar aanleiding van de zwarte pok kenepidemie te Metz zijn aldaar de publieke vermakelijkheden, bals en volksfeesten afgecommandeerd. Volgens een telegram van de New York Tribune uit Galveston, in Texas, is, krachtens do nieuwe Amerikaansche immigratiewet aan nagenoeg driedui zend Japanners, die uit Mexico in de Vereenigde Staten wilden komen, de toegang geweigerd. In het dorpje Waren (Mecklenburg) deed onlangs een knaap van 14 jaar de eerste communie. Deze voorspoedige jongen was 1 M. 84 en woog 81 K.G. De jongen is nog in zijn volle groei kracht. In het dorp Croydon bij Londen is Zondagavond een tramrijtuig vol men schen van het spoor geloopen en om gekanteld. Er zijn 32 menschen ge kwetst, van wie er 10 in het zieken huis zijn opgenomen. Een hunner is er slecht aan toe. De gezant van Roemenië te Parijs heeft een telegram uit Bukarest ont vangen, meldende dat in Moldavië een verbetering van den toestand is inge treden, en dat voor het oogenblik de ernstigste onlusten in Walachije heer- schen. Er zijn daar talrijke boerderijen vernield; nog meer troepen werden er heen gezonden; 700 inhechtenisne mingen hebben plaats gehad; de pe trol eumputten worden bewaakt. De be wering betreffende ontrouw van zekere troepenafdeelingen wordt gelogenstraft. Zondag is er in heel Roemenië veel sneeuw gevallen, een ongewoon ver schijnsel in dezen tijd van het jaar. In Moldavië raakten er treinen in de sneeuw vast. Elders zijn overstroomin gen voorgekomen. Te Middlesborough in Kentuckieë is de vrouw van een Poolschen mijnwer ker bevallen van 5 levende kinderen, 3 meisjes 2 jongens. De Indépendance Beige verneemt uit Belgrado, dat door een Bulgaarsche bende gruwelen zijn bedreven in een groot Servisch dorp, Roodnik. De Bul- g ren hadden reeds tien dagen van te voren gedreigd, dat zij het dorp zou den in brand steken, wanneer niet de dorpelingen zichzelven tot Bulgaren wilden verklaren en zich onder leiding van een Bulgaarschen piiester wilden stellen. Inderdaad werd den 30en Maart de aantrok wist zij niet, maar, kon hij haar slechts achten als de moeder voor zijn eenig kind, zij zou hem trouw dienen de diepvoelende ziel van Suzanne begon langzamerhand te begrijpen, dat die forsche krachtige persoonlijkheid moest geleden hebben maar ook gestreden met den heldenmoed en fierheid van een groot man. Toen zij eenige weken op de villa had vertoefd, waren geruchten van een onge lukkig huwelijk tot haar gekomen. Nie mand anders dan Truida kende het ver leden, maar haar mond bleef gesloten als men er haar naar vroeg. Zij was een be jaarde vrouw van veel ondervinding en menschen kennis. Zij had haren meester gediend, sinds hij als twintig-jarig jonge ling naar Indie was gegaan; en zij had hem nooit willen verlaten. Zij wist van alles af doch geen enkel woord daarvan kwam ooit over hare lippen. Maar Suzanne vermoedde wel, dat er iets bijzonders moest zijn gebeurd, wat den heer Meinderts diep had geschokt, en zij had innig medelijden met hem. Ach! hoe gaarne was zij naar hem toegegaan en had hem gezegd dat zij, door hare liefde, haar best wilde doen zijn verdriet te lenigen maar zij moest zwijgen. Ruim twee maanden was zij nu reeds als huishoudster op villa „Norma", maar zij wist, dat zij weldra als jonge vrouw, als moeder van het kind daar zou worden bin nengeleid. Op een regenachtigen avond, 't was reeds Herfst, zat Suzanne bij 't lamplicht te naaien Zij had de kleine Nonnie in slaap gezongen en wachtte nu op den heer Mein derts, die elk oogenblik van de fabriek kon komen. 11WIBL4D Oorspronkelijke roman. Hoofdstuk 9. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1907 | | pagina 1