liet Land van Ueasden en Alten, de Langstraat en de Bommelerwaard MEKSCHEBKERPIIS. Gedwaald. Uitgever: L. J, VEERMAN, Heusden. No. 2028. W oensdag 1 Hei. FEUILLETON. ■i'.iü VAN ALTEN' VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden l.OO, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 19Q7. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/s ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Omdat wij zoo weinig kennis kun nen bezitten van de eigenaardigheden en het gemoedsleven van de meesten onzer natuurgenoten, daar onze omgang met ieder hunner in den regel slechts zeer tijdelijk is, is het noodzakelijk te trachten ons kennis te verschaffen van datgene waardoor de menscheD in het algemeen zich kenmerken, en om die zelf le reden is het gewenscht, zich veel or.der de menschen te bewegen, om daar te leeren die algemeene regelen, wGke in elk bijzonder geval ons van dienst kunnen zijn. Het samenstel dier regelen is een wetenschapmen noemt haar: menschen kennis, en zij heeft dit met elke we tenschap gemeen, dat zij leidt tot aller lei resultaten, soms van zeer aangena- men, dan weer van hoogst onaangena- men en vaak van bijzonder verrassenden aard. Bijna elke wetenschap is slechts met moeite aan te leeren en met de men- schenkennis is dit in bijzondere mate het geval. De een brengt het er vrij wat verder in dan de andermaar nie mand komt ooit aan het einde en hij zou niet aan een einde komen, al had hij duizende jaren te leven. Zeer zeker is het, dat men de weten schap der menschenkennis nooit uit boeken zal leeren. Toch is er wel voel over in boeken geschreven en daaron der ook veel voortreffelyks. Zoo lazen wij eens van Lublink Wed dik: „Menschenliefde en menschenken nis staan wel eens tot elkander als wa ter en vuur. Dit is eene bedroevende waarheid; men zoekt in anderen wat men zelf niet heeft: het groote, ware, krachtige; en naarmate men meer on partijdig zoekt, vindt men schaduwen en kopieën van kopieën dat verzwakten verteert de menschenliefdeen men springt in het andere ui'erste over: menschen- haat. Het beste middel hiertegen is kennis van zichzelven daardoor zullen wij onze eischen meer gematigd maken en van anderen geen reuzenstappen ver langen waar wij zeiven als kreupelen voortstrompelen". Inderdaad, menschenkennis dient om den omgang te vergemakkelijken, om van de aanraking met onze medemen- schen de meeste en de beste resultaten te verkrijgenwant zij is de weten schap die ons leert onze houding tegen- over hen te bepalen, en hoe dieper wij doorgedrongen zijn in de kennis van ods zeiven, wij die immers menschen zijn van gelijke beweging als zij, hoe gemakkelijker de studie van de kennis van anderen ons zal vallen. Daarbij komt dat de meeste menschen in ver schillende omstandigheden om zoo te zeggen zijn wat we van hen maken. Geef iemand een goed woord en men krijgt dadelijk wat van hem gedaan. Is die persoon nu zoo bijzonder vrij gevig of toeschietelijk? Och, misschien niet; maar hij was het op dat oogen- blik, omdat wij hem behandelden, zoo als hij gaarne behandeld wilde worden. Zijn die kleine, goede menschel ij ke eigen-chappenvriendelijkheid, zacht heid, beleefdheid, enz. enz. dan bedrie gertjes, die de menschen aan ons ver- toonen anders dan ze zijnAch, neen; maar de goede eigenschappen liggen vaak op den bodemzij zijn als het ware verborgen en slechts het toeval doet ze soms ontdekken. Is het nu geen toeval, maar regel, dat wij goed en vriendelijk, hulpvaardig en welwillend tegenover de menschen zijn, dan zullen zij het in den regel ook wel wezen. Handelen wij anders, dan zullen wij zeer vaak teleurgesteld worden en dan zullen wij vermoedelijk al heel spoedig gaan veroordeelenmaar ten onrechte, want dan stellen wij ons zonder vol doenden grond boven a'-deren en kennen ons ztlven eene meerderheid toe, zon der dat wij er in 't minst toe gerech tigd zijn: gebrek aan zelfkennis. Altijd en in alle omstandigheden zul len wij moeten bedenken dat het zeer natuurlijk is, dat de menschen behan deld willen worden, zooals wij zelf be handeld willen zijn. Verliezen wij die groote waaiheid nimmer uit het oog, dan zal onze s'udie van de menschen heel wat minder be Loevende resultaten opleveren dan tot dusver het geval was. Maar hoe het ook zij, laat ons nooit overgaan tot beoordeeling vaneen mensch zonder eerst diep in eigen getnoed te zijn afgedaald. Goethe zeide eens „Hoe kan men zichzelf leeren kennen? Door te handelen.Beproef uw pl cht te doen en gij weet terstond wat aan U is". En als men dan vraagt: hos leeren wij de menschen kennen? dan zou den wij ongeveer op dezelfde wijze wil len antwoorden: „Niet door bespiege lingen over hen te houden, maar door te handelen. Wij moeten ook dit woord is van den grooten wijsgeer tot hen gaan, om te ondervinden hoe het .net hen gesteld is". Iluilenland. 15) „Nu! is dat zoo vreemd!" zeide Arthur op den ouden norschen toon. Suzanne zweeg. Die onvriendelijke toon van den man, dien zij met hart en ziel aanhing, deed haar pijn. Den volgenden dag kwamen de gasten vergezeld van groote koffers. „Ik geloof zoo, dat je heel wat van plan bent, is 't niet?" lachte Suzanne, op de kolossale koffers wijzend, nadat zij de beide gasten hartelijk had verwelkomd. „Ja, je krijgt ons vooreerst niet weg, beste meid!" antwoordde Meina even vroo- lijk en opgeruimd als altijd. Haar lief, frisch gelaat straalde van levenslust. Alles was nu enkel zonneschijn op de villa. Meina vroolijkte door hare onschul dige plagerijen een ieder op. Suzanne noemde Meina's broeder bij zijn tweeden naam, Frank, om, zooals zij hem lachend had gezegd, verwarring te voor komen, en de anderen hadden onwillekeu rig het voorbeeld gevolgd. Frank dan, zocht Suzanne altijd op. Zij schertsten vaak samen of wel zij verdiepten zich in ernstige gesprekken. Dat deed Su zanne het liefst. Haar anders eenigszins bleek gelaat was dan overtogen met een j donkeren blos en hare oogen glinsterden van genot. Bijna nooit mengde Meina zich in hun gesprek, maar liet hen stil begaan. Menig keer, in hare over moedigde buien, plaagde ze echter den fabrikant, en vroeg of hij niet jaloersch was, doch Arthur trok het zich schijnbaar niet aan en deed of hij niets van hun vertrouwelijken omgang zag. Maar hij zag het wél. Geen enkel woord, geen enkele blik ging voor hem verloren. Hij zag, dat Frank altijd haar gezelschap zocht, haar overal volgde en dat verbitterde hem meer dan ooit. Hij sprak daar geen woord over, maar langzamerhand begon hij den man te haten, die zijn ziel zoo zeer in opstand bracht en de vermoedens die hij koesterde, bevestigde. Zonder dat Suzanne het zelf wist, liet zij zich mede slepen door de interressante verhalen uit Inaië die Frank zoo boeiend kon ver tellen. Met een handdruk, die meer zeiden dan woorden, dankte ze hem dan. 'tWas onvoorzichtig, maar Suzanne had daar toch geen bedoeling mee; zij was alleen dankbaar gestemd jegens den man, die haar zoo kon doen genieten. Zij be schouwde Frank als een' broeder, waar zij vertrouwelijk mede omging, maar meer ook niet. De fabrikant wantrouwde hen echter. Hij zag den blik waarmede Frank haar soms nazag, hij merkte alles, tot de minste kleinigheden en eindelijk, tot in het diepst van zijn ziel verbitterd en bedroefd, trok de arme man zich uit hun gezelschap te rug. Dagen lang zat hij in zijn kantoor met donker gelaat en harden blik. Als Su zanne hem dan somwijlen verzocht, zich toch meer met hen te bemoeien, snauwde hij haar af. En zij, met haar rein, schuldeloos ge weten, schudde dan wijfelend het hoofd en vroeg zich af of zij misschien gedroomd kon hebben aan het ziekbed, of zijn ijlende woorden bedrog waren geweest. Dan werd Er is in den laatsten tijd een roerige geest in zekere streken van Engelsch- Indië. De Times waarschuwde er dezer dagen in een ernstig hoofdartikel tegen. Dat was met name naar aanleiding van zekere voorvallen te Lahore, waar de inlandsche bevolking tegenover het be stuur eeu vijandige houding aannam. Nu seint Reuter van daar, dat er aan verschillende stations van den Noord westelijken spoorweg werkstaking dreigt en er onlusten in de lucht hangen. De bestuurder van den spoorweg heeft een kennisgeving verspreid, waarin hij zegt, dat behoorlijk ingediende grieven over wogen zullen worden, maar hij waar schuwt tegen onwettig optreden. De vrij willigers in Lahore hebben verlof ge kregen hun geweer en twintig scherpe patronen in huis te nemen. De Tribune verneemt uit Calcutta dat er onrustbarende geruchten loopen, vol gens welke de Hindoo's en Mohamme danen in de provincies Dekka, Narajan- gan en Mimensing zich heimelijk in menigte wapenen. Volgens de Indian News is het de ergste beweging die ooit voorbereid is. Als gevolg van het verwerpen van bet tunnelplan door het Engelsche La gerhuis zal zich een commissie vormen, samengesteld uit parlementaire en an dere sommiteiten, met het doel een campagne in Engeland op touw te zet ten ten gunste van het bewuste ont werp. Volgens een telegram uit Valparaiso werden daar Donderdagmorgen opnieuw drie hevige aardschokken gevoeld. In Valdivia, waar zware aschregens vallen, is de toestand bedenkelijk. De uitbar stingen worden niet door den vulkaan Poeychoe veroorzaakt, maar door een heete bron op den beganen grond, die hevige uitbarstingen veroorzaakte, zoo dat het land met een dikke laag zand, slakken en asch bedekt is. De Moskousche Now maakt een brief van een jood openbaar, waarin hij den zielsangst van zijne geloofsgenooten be schrijft voor de pogroms die tegen het Russische Paaschfeestzijn aangekondigd. De joden, zegt hij, zien weer al die vreeselijke tooneelen van vroegere po groms: opengesneden lijken, verpletter de kinderen enz. voor zich en hebben geen rust. De dokters krijgen een aan tal joden te behandelen die van angst aan vervolgingswaanzin zijn gaan lijden. Te Petersburg is groot opzien ge wekt door de wanhoopsdaad van twee meisjes van 12 en 14 jaar, die leerlin gen waren van een freuleskostschool aldaar. Zij wierpen zich van een balkon. Een was dadelijk dood, de ander is licht gekwetst. Het blijkt dat zij wanhopig waren over het strenge regime op de kostschool waar men haar het lezèn van revolu tionaire geschriften verboden had. Het is overigens bekend dat zelfmoor den onder jonge menschen in Rusland aan de orde van den dag zijn, evenals in Frankrijk in den tijd van de groote omwenteling. Zondagavond heeft de vulkaan van Stromboli in Italië hevig gewerkt. Er had een uitbarsting plaats. Ver in den omtrek voelde men aardschokken. De telegraafkabel tusschen Lipari en Strom boli is gebroken. De uitbarsting werd ingeleid door e«n geweldigen slag en het uitwerpen van steenen Daarop volgde een uit storting van lava, die aan den Oostkant den berg afstroomde. Men mist eenige mannen, die in de wijngaarden werkten, en vreest dat zij onder de lava bedol ven zijn. Gisteren was de vulkaan op Strom boli nog altijd aan het werken. Een torpedoboot is naar 't eiland gestoomd om de eerste hulp te bieden. Ook op Sicilië zijn er hevige aardschokken ge weest. De bevolking is zeer beangst en legert in het open veld. 't Dorpje Hemming (Texas) is door een waterhoos geheel verwoest. Het ha gelt in deze streken zoo geweldig, dat de korrels op sommige plekken 2 voet hoog liggen. Laffan bericht uit Boston, dat zich aldaar een beweging voordoet, ten doel hebbende, om te verkrijgen, dat Theo- door Roosevelt voor zijn geheele leven tot president van de Vereenigde Staten wordt benoemd, met het recht, om zijn opvolger aan te wijzen. Een circulaire, in verband met deze splinternieuwe uitvinding in reusach- tigen getale verspreid, drukt zich aldus uit „Een zeer belangrijk deel van het Amerikaausche volk, misschien wel de groote meerderheid, heeft zijn geloof in de democratische instellingen verloren. De oogen der burgers wenden zich tot den man, die werkelijk handelt, tot mr. Roosevelt, dien zij beschouwen als den redder, den leidsman en het hoofd van de lotswisselingen der Vereenigde Sta ten van Amerika." Niets meer, en niets minder. Een soort keizer dus. Volgens een bericht uit Petersburg het haar te bang en zij ging naar Meina, die door hare luchthartige vroolijke woor den, den tweestrijd in haar binnenste smoorde. 't Was op een prachtige zomerdag, dat de fabrikant weder op zijn kantoorstoel zat. Meina en Frank waren ongeveer een week op de villa. Vriendelijk scheen de zon op het ziel volle aangezicht van den jongeman. Zijne boeken had hij ver van zich geschoven en zijne donkere oogen waren vol smart op het portret van Suzanne gericht, dat op een standaartje vóór hem stond. Het was een sprekende gelijkenis. Haar mooi zwart haar was eenvoudig naar ach ter gestreken; alleen een enkele lok hing op het voorhoofd. Zij lachte een lieven vriendelijken lach; maar opeens, toen Ar thur daar naar staarde, meende hij iets te lezen in dien vriendelijken blik der oogen lijden 1 „Suzanne 1" klonk het als een kreet uit den mond van den krachtigen man. Daar hoorde hij schreden in de gang. Snel bergde hij het portret weg en trok de boe ken naar zich toe. Zijn gelaat, daareven n >g zoo eindeloos droevig, nam die harde stroeve uitdrukking van voorheen weer aan. Toen Meina want zij was het bin nenkwam, zag zij hem met de hand onder 't hoofd, diep over de boeken gebogen. Hij scheen haar binnentreden niet te hebben gehoord, want hij verroerde zich niet. Meina, met een ondeugend lachje op haar jeugdig gezicht, sloop stil naar hem toe en legde hare hand zwaar op zijn schouder. Verstoord zag de fabrikant op, maar toen zijn toornige blik Meina's lachende oogen trof verhelderde zijn gelaat. „Nu?" vroeg hij op hartelijker toon dan hij van plan was. „Wat scheelt er aan, kluizenaar?" riep Meina lachend. „Mijik" vroeg Arthur met geveins- „Ja, ja!'t wordt tijd, dat je hier eens vandaan komt. Wel foei, wat een ge zicht 1 Kom, ga eens van die stoel af en .loop een eindje mee!" en zij trok hem aan zijn arm om hem mee naar buiten te trek ken, maar hij fronste de wenkbrauwen en zeide tegenstrevend: „Neen nu niet, Meina. Ik heb het te druk; later ga ik wel eens met je mee!" „Altijd hetzelfde liedje; toe ga nu meel" pruilde Meina. „Neen, ik kèn niet; wat wilde je?" „O ja!" antwoordde Meina, en zij dacht er reeds niet meer aan den fabrikant tot een wandeling te dwingen, „ik wilde je vragen of je lust had vanmiddag mede te gaan. Wij hebben een roeitochtje georga niseerd; straks komt Felix, zooals je weet. „Felix? ik weet van niets." I „Weet je het niet?" vroeg Meina ver baasd, „heeft Suzanna het je dan niet ge zegd „Neen, Suzanne heeft het te druk met hare logees om aan haar man te denken 1" antwoorddde Arthur met bitteren spot. Meina begreep niet waar hij op zin speelde. „Nu dan, Felix heeft voor vanmiddag belet gevraagd. Hij kan niet langer buiten mij 1" en een gelukkig lachje vloog even over haar lief gezichtje. De fabrikant zag het en wendde het ge laat van haar af. „Ga je nu mee? Over een uur komt Felix; ik ga hem natuurlijk halen." „Neen, Meina, ik kan bepaald niet. Ik moet vanmiddag noodzakelijk op de fa briek zijn, enje zult het zonder mij is het Maandag in de Doemavergadering echt Russisch toegegaan. Gedurende eene geheime vergadering over de vaststelling van het recrutencontirgent voor 1907, verklaarde, naar verluidt, de minister van oorlog, dat voor het het geval de Doema het noodig zou vinden het recrutencontingent niet toe te staan, de regeering de lichting op grond van art. 119 der staatsgrondwet, zonder Doema zal oproepen. Hierop ontstond hevig lawaai en werd er ge roepen Wij zijn hier niet in de ka zerne! Nadat Hessen (kadet) verzocht had de orde te bewaren en niet op de woorden van den minister te letten, kwam het tegen het einde nog eens tot heftige luidruchtige tooneelen. De sociaal-democraat Soera'oof riep uit: Zoolang het tegenwoordige autocratische stelsel bestaat en het leger voor poli tiediensten gebezigd wordt, kan het niet tegen een buitenlandschen vijand strijden. De leden van de rechterzijde schreeuw den, stampten en sloegen met de vuis ten op de lessenaars Daarop sloot de voorzitter de vergadering. Uit Frankrijk en Engeland komen berichten over vreeselijke koude, ge paard met hevige sneeuwbuien. Uit Luik werd Maandag gemeld: Tengevolge van een overstrooming in de kolenmijn te Angleur, zijn er 9 mijnwerkers omgekomen. Volgens de „Nowoja Vremja" laten vele Russische landeigenaars niet zaaien, uit vrees, dat de boeren hun land zul len verwoesten. De Daily Telegraph verneemt uit New York dat Schmitz, de in staat van beschuldiging gestelde burgemeester van San Francisco, zich bereid verklaard heeft, ontslag te nemen en zijn heele bedrog in bijzonderheden te belijden, als men hem eerst vrijlaat. De justitie an San Francisco zou nog aarzelen Schrnitz's aanbod aan te nemen. Uit Athene wordt gemeld Er heeft een bloedige botsing plaats gehad tusschen Turksche troepen en een Macedonische bende. Het bendehoofd en 7 man werden gedoodaan Turksche zijde 20 dooden. Het gebied van de Dorische kozakken behoort tot de streken die het ergst door den hongersnood geteisterd wor den. Er komen troostelooze berichten uit Medwezjinski, Rowenski, Kozabe- lofski, Grebowoechski en vele andere plaatsen, meldend dat er geen eten voor mensch of dier, geen brandstof, geen graan om de akkers te bezaaien is. ook wel kunnen stellen!" „Och, dat zijn maar praatjestoe „Ik zeg je „neen", Meina; en nu adieu! Vergeef me maar ik heb het „Ja, ja, druk," viel Meina half boos half lachend in, „nu bonjour!" Er is toch niets met je te beginnen!" Zij reikten elkander de hand en een oogenblik later was Arthur alleen. „Zij zullen het zonder mij ook wel stel len!" fluisterde hij, toen de deur achter Meina gesloten was. Een smartelijke trek plooide even den vastgesloten mond, toen, met een zucht, boog zich het donkere hoofd weer over de mufriekende boeken. Dien middag kleedde Suzanne zich voor den roeitocht. Zij was bleeker nog dan an ders. Met koortsachtigen haast bracht ze haar zware glanzende lokkensehat in orde. Telkens zag ze uit het raam. Daar, niet ver van haar, stonden Meina en Felix met Frank te praten en te lachen. Felix had zijn krachtigen arm vast om de tengere Meina heengeslagen. Hij was veel langer dan zij en breed geschouderd. Met zijn prettig, geestig gelaat won hij spoedig ieders hartde officiersuniform kleedde hem voordeelig. Meina had hem dan ook afgo disch lief en Felix zelf kon zich een leven zonder zijn vriendelijk meisje niet meer voorstellen. Hij had het hoofd als luisterend naar haar toegebogen en Meina's kopje was met een gelukkige uitdrukking tot hem opge heven, terwijl zij sprak. Jeugd, zorgeloos heid en innig geluk waren daar vereenigd. Oorspronkelijke roman. j de verwondering. Hoofdstuk XVIII. Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1907 | | pagina 1