Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Gedwaald. De openbare meening. Uitgever: L. J* VEERMAN, Heusden. No. 2034. U7 oensdag 22 Jflei. FEUILLETON. VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 190T. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Zij is als eene rivier, die vaD de bergen door de vlakke velden naar zee vloeit en in die zee zich oplost. Van alle kanten stroomen de wateren toe; van alle zijden spoeden kleine beek jes zich voort om haar mede te maken tot de groote en machtige, die straks de schepen draagt en bloeiende steden ziet verrijzen hare oevers. Ze brengen troebel en helder water, bruin en blauw, die beekjes en kleinere stroomen, maar alles wordt vergaderd en dooreengemengd in de ééne bedding en uit alle tinten en kleuren vormt zich ééne enkele. Nu eens is de toevoer van water gering, dan weer groot; met meer of minder kracht gaat de stroom verder. Eerst zijn er vele bochten en kronkelingen, is de weg nog zeer onzeker, als met onvaste hand getrokken, doch allengs begint 't pad meer te gelijken op eene rechte lijn. Er is meer zekerheid en vastheid, meer beslistheid in de keuze en het oor deel, de rivier weet wat ze wil. Toch zijn er telkens nog verrassingen onder invloeden, te voorzien nog te berekenen en maakt zij bochten naar eene rich ting, waarin we haar nooit zouden heb ben verwacht Doch met dat al vormt zij weldra een weg, waarlangs eeuwen lang reeds duizenden en millioenen zijn gegaan in een groot gevoel van veiligheid en ge rustheid. De zon heeft hun pad besche nen, de regen is er op neergevallen voor- en tegenspoed hebben elkander afgewisseldde jaargetijden, van de lieve lente tot den barren winter, zijn elkander opgevolgdmen is jong ge weest en is oud geworden onderweg; en eindelijk is men gekomen lot de groote zee, waarin alles en allen zich verliezen, den grooten, onafzienbaren Oceaan dier eeuwigheid, boven welken ook de sterren flikkeren en schitteren, trekkend oog en hart naar boven, daar in leggend den glans, daaraan schenkend de vertroosting der Hoop. Een veilige, betrouwbare weg als zulk eene breede rivier dunkt velen de open bare meening. En toch, ook hier ver ongelukken er. Want eenige stuurmans kunst is noodig om haar te bevaren en men mag eigen levensbootje maar niet willoos en gedachteloos toevertrouwen aan het spel van stroom en golven. Ook hier zijn klippen, uitstekend boven 21) „Ga heenl Ga heen! riep ze smeekend met een ge3moorden snik. „Ik Mn niet heengaan, Suze! O! vergeef mij mijne onbedachtzaamheidik was zoo gelukkig en dankbaar, vergeef me!" Even zag Frank verbaasd op, toen ging hij heen. De fabrikant was inmiddels naar het postkantoor gegaan. Toen hij weer terug kwam, ging hij niet naar de fabriek maar gaf den opzichter, den jongen Sasberg, zijne bevelen, en liep verder het park in, de plaats waar de bank stond, echter vermijdende. In zijn hoofd klopte het met harde sla gen; alsof hij hevige koorts had, parelde het klamme zweet op zijn voorhoofd. Om den vast gesloten mond lag een trek van groot zieleleed. Telkens en telkens drukte hij de handen tegen de slapen en zuchtte dan. Zonder dat hij het zag, liep Frank: hem rakelings voorbij. Nauwelijks was deze achter hem of hij keerde zich om en zag lang de gebogen gestalte na. Een diep medelijden maakte zich van hem meester. Allle wrok verdween. „Hij heeft reeds veel geleden in zijn leven; ik begrijp zijn vreeselijk wantrou wen. Ik was onvoorzichtig arme, arme man 1 God geve, dat hij eens gelukkig mag de oppervlakte of verradelijk daaroüder verscholen. Ondiep is op meer dan ééne plaats, de stroom en een kundig loods is noo dig om een vaargeul te helpen vinden. Er is alle reden om voorzichtig en op zijn hoede zijn en te blijven. Draai kolken spelen met boot en schipper hun gevaarlijk spel. Hoe zou het er in onze wereld wel uitzien zonder die groote en geduchte macht, die men de openbare meéning noemt? Wij kunnen noch durven haar wegdenken. Zeg van haar alle slechts en spreek van haar alle kwaad dat gij maar weet te bedenken en op te som men en dat kan heel wat worden en toch, als m( n u de macht gaf haar te vernietigen, gij zoudt er den moed niet toe hebben. Z5ö onmisbaar is zij. Veroordeel haar, omdat zij wispel turig is en doet als de wind, die he den uit het Westen en morgen uit h^t Oosten waait, die u de warmte uit het Zuiden en de koude uit hst Noorden brengt op denzelfden dag. Maak op de ellenlange en droeve lijst harer vele zonden, groote en kleine harer ontelbare ongerechtigheden en wanbedrijven. Lees ze mij dan voor met sombere stem en ik zal er nog vele aan hebben toe te voegen. En toch zullen wij beiden haar niet willen en durven missen uit ons eigen leven, zul len wij niet durven ontkennen ook 't recht van haar machtigen invloed op ons wenschen en willen, streven en begeeren, doen en laten. Wij zullen haar dankbaar zijn voor menige wel daad, ons vaak onzes ondanks en tegen onzen zin door haar bewezen. Om „wat de tnenschen er van zullen zeggen" laten wij allen veel slechts en werken wij mede tot veel goeds Want, eens zal men over ons en onze daden oordeelen. De oude wijze les der voorzichtigheid is dus hier op hare plaats. Eene voorzichtigheid zoo groot dat zij zelfs den schijn des kwaads vermijdt. Dat is geene vrees of lafhar tigheid, maar wijsheid, die roekeloos heid verbiedt. Wij hebben slechts één goeden naa.n te verliezen en geven eerder aanstoot dan men denkt. Maar meer nog: Boven de vraag: „Wat zul len de menschen er van zeggen?" sta deze andere: „Wat eischen hart en ge weten? Wat moeten wij doen, niet om lof te verdienen en goedkeuring, maar om met het beste en het hoogste in ons in vrede te kunnen blijven leven? liuitenlanri. Uit Parijs wordt gemeld: De berichten over de nieuwste spi- onnenzaak loopen nogal uiteen. Het heet dat er twee Nederlanders bij betrokken zijn als spionnen, de Nederlanders Bar tier en Burtelly, wél echte Nederland- sche namen. Maaj volgens een andere lezing is alleen de aanbrenger een Ne derlander, en zijn de 3 opgepakte spi onnen Fransche onderdanen. Aan het ministerie van marine verklaart men, dat daar van de heele zaak niets bekend is, en dat de plannen van de haven van Bizerta alom bekend zijn en dus niet „verraden" kunnen worden aan het bui tenland. De Temps, die na de eerste berichten zelf is gaan onderzoeken, be vestigt, dat er drie personen gevangen zijn genomen, en geeft de namen van de advocaten, die zij gekozen hebben, er bij. De Temps meent te weten, dat de ontvreemde stukken niet zooveel be- teekenen, als men aanvankelijk dacht. Vijf gemaskerde en gewapende ban dieten hebben Zaterdagavond te Sim feropol den kassier der Azof-bank over vallen, toen deze zich naar het station begaf, en hem een bedrag van 30,000 roebel ontrukt. De daders zijn ontko men. De Turijnsehe „Stampa" ontvangt een telegram uit Belgrado, waarin ge zegd wordt, dat don SOsten .Tuni. den geboortedag van Peter den Eerste, ern stige gebeurtenissen te wachten staan. Een groep politici heeft zich ereenigd, om den koning te dwingen het minis teiie-Pasjitsj af te danken en een eind te maken aan hetconstitutioneeleregime. Er is ook een strooming, die wil, dat de koning afstand doet. Dat de koning door zijn gedrag in den laatsten tijd zijn macht veel verzwakt heeft, is trou wens een feit. heeft uitgewerkt en dit komende week in de kamer zal irdienen. Het staat wel zoo goed als vast dat het parle ment het wetsontwerp zal aannemen. Natuurlijk zal het ophelderingen over den toestand van den Kongostaat, met name over de geldmiddelen, verlangen. Sedert eenigen tijd is een memorie in bewerking die over alle onzekere vraagstukken opheldering zal geven en die wel spoedig openbaar gemaakt zal worden. De jongste rede van Sir Edward Grey in 't Engelsch Lagerhuis zal de re geling van het Kongo-vraagstuk in den zin van een naasting wel verhaast heb ben. Uit Saloniki worden weder verschil lende wandaden gemeld van Bulgaar- sche en Grieksche benden. Bij een ge vecht tusschen Grieken en Bulgaren werden van laatsgenoemden 25 man gedood. In Macedonië zijn weder sterke Griek sche benden binnengedrongen. Te New-York zijn berichten ontvan gen over een nieuwe, hevige aardbeving in Mexico, welke Chilpancingo heeft geteisterd. Er is veel materieele schade en in genoemde plaats zijn heel wat huizen ingestort. De overneming van den Kongostaat door België -al niet lang meer op zich laten wachten. Halfambtelijk wordt na melijk uit Brussel gemeld dat de Bel- gische regeering in overleg met den Koning een wetsontwerp betreffende de overneming van den Kongostaat De correspondent te Petersburg van de Daily Telegraph seint een samen vatting van het behandelde in de Doe- ma-vergadering, waarin door Stolypin mededeelingen werden gedaan over het complot tegen het leven van den Tsaar. Die mededeelingen bevestigen seint deze correspondent in alle op zichten de vroeger over dat complot door hem gezonden berichten. Hij is van oordeel, dat de toestand in Rus land ernstiger wordt, en dat de eind- crisis van de omwenteling nadert. De correspondent heeft die eindcrisis al- f.1 i rl 1 '*51 - 1 in Rusland reusachtige voorraden wa pens verborgen liggen, en nieuwe voor raden nog voortdurend worden binnen gesmokkeld, om te worden gebezigd bij een eventueelen gewapenden op stand. De Doema zoo gaat hij voort is onmachtig gebleken voor haar taak. Een groot deel der Doema-leden is on bekwaam een andere groote groep toont zich onwillig tot medewerking. Een ontbinding van de Doema zou hier niemand teleurstellen. Omtrent de samenzwering tegen het leven van den Russischen Tsaar zijn, behalve de soldaat die gevangen ge nomen werd, op Tsarskoje Selo nog in hechtenis genomen een Kozakken-on derofficier, behoorende tot de lijfwacht van den Tsaar en een leerling-hofzan ger van de kapel. Ook zij bekenden schuldig te zijn en tot de samenzweer ders te behooren, die een aanslag op den Tsaar wilden uitvoeren. Op hun aanwijzing werden vervolgens nog drie worden!" prevelde hij binnensmonds en hij ging verder. Den volgenden morgen stond de zon nog niet hoog aan den hemel, toen Suzanne opstond. Zij huiverde, maar haar hoofd gloeide, hare handen heefden. Toch stond ze op na den slapeloozen nacht, en verfrischte zich. Daarna trad ze op het balcon, en hare groote bruine oogen vestigden zich vol smart op een krachtige figuur, die juist het park inging. „O Arthur, Arthur, waarom toch dat wantrouwen? Mijn God, al heeft die ééne vrouw je bedrogen, waarom mij dan zoo miskend?" Niet lang toefde Suzanne op het balcon. Zij was onrustig en gejaagd. Had ze slechts kunnen weenen, misschien dat het haar verlichting gegeven had. Maar hare oogen waren brandend droog; een donkere afge- teekende blos gloeide op hare overigens bleeke wangen. Ze ging naar binnen. Daar lag Nonnie met een kleur op de gebruinde wangetjes in haar ledikantje te slapen. Suzanne boog zich diep over het be koorlijke kindergezichtje en aanschouwde het lang; zij had haar onbeschrijfelijk lief gekregen in die twee jaren en de gedachte, dat zij het kind misschien zou moeten ver laten maakte hare smart grenzenloo3. Want zij begreep, dat deze dag moést beslissen, óf zij moest weg uit deze omge ving, óf Suzannes oogen glinsterden. „Neen, neen", prevelde ze, „dat geluk is voor mij onbereikbaar. Soms denk ik, als hij mij aanziet met zijn sprekende oogen, dat ik toch wel iets meer voor hem ben dan enkel de moeder voor zijn kind, en dandan schijnt dat geluk weer zoo eindeloos ver, onbereikbaar!" Die gedachten overvielen Suzanne, toen zij daar over het kleine slapende kind was heengebogen en opeens viel een traan op de gouden krullenhet zonnelicht deed die schitteren als een diamant. Daar werd Nonnie wakker de traan der moeder had het kind gewekt. Met hare donkere oogjes zag ze eerst droomerig naar Suzanne op, toen strekte ze lachend de armpjes uit. „Maatje," fluisterde ze. Suzanne sloeg de dekens weg en hief het kind op. Onstuimig sloot zij het in de armen. Nonnie lachte weer en vlijde het poezele wangetje tegen haar moeders hoofd. Het kleine meisje geleek een engel in het witte nachtgewaad, waarop de blonde krullen vol en rijk neervielen en het ge zichtje als een stralenkrans omlijstten. „OGod I hoe lief is ze mijprevelde Suzanne, terwijl ze het kind vaster aan haar hart drukte. 's Avonds ging de jonge fabrikantsvrouw, ondanks hare moeheid, naar het station om Gertrude te halen. Suzanne had een drukken, vermoeienden dag gehad. Meina had kou gevat, doordat zij hare doorweekte kleeren te lang achtereen had moeteD aan houden. Dat bezorgde haar een paar dagen kamerarrest. Félix was weder vertrokken; den fabri kant had zij opzettelijk vermeden te ont moeten door den ganschen dag bij Meina te blijven. Gertrude kwam werkelijk. Zij had voor een paar weken verlof gekregen. Reeds lang was de vurige begeerte in haar op gekomen om de omgeving te zien, waarin Suzanne zich bevond. Toen Gertrude den vorigen avond haar zusters brief had ontvangen, waren, onder het lezen, hare oogen gaan schitteren van genoegen. Hoe schoon was nu de gelegenheid! Zij vroeg dus verlof en men gaf haar dit bereidwillig, want men hield veel van het stille, ernstige meisje. Het wederzien was roerend. Beiden dach ten aan die ééne, die geliefde moeder, die zoo lang bij hen was geweest en hen op gebeurd en getroost had in moeilijke uren. „Is je man al lang op reis?" vroeg Ger trude, nadat zij reeds een eindweegs zwij gend geloopen hadden. „Sinds enkele dagen. Hij komt vooreerst niet thuis zaken houden hem langen tijd van hier!" antwoordde Suzanne en zij zag, dat Gertrudes gelaat verhelderde. Eindelijk hadden ze de villa bereikt. Gertrude was verrukt over het park. 't Was overal stil; bijna niemand ontmoetten zij; alleen een werkman van de fabriek, die opgeruimd huiswaarts keerde. Truida liet hen binnen. ,,'t Is hier stil, Truce, maar daar moet je aan wennen!" zeide Suzanne, toen zij de ledige kamer binnentraden. „O, dat is niets; ik heb nu jou!" ant woordde Gertrude hartelijk. Terwijl hare zuster thee zette, stond zij voor het raam en blikte met weemoed in 't rond. En hier woonde dus de man, die haar eens had toegeroepen„Vergeet mij niet!" de man, dien zij zoo liefhad, wiens vrien delijk ernstig gelaat zij in uren van lijden telkens in hare verbeelding had terug geroepen. Nadat de zusters in gezellig gekeuvel thee hadden gedronken, noodigde Suzanne haar gast uit, om, in den heerlijken zomer avond, het park eens door te wandelen. militaire en 30 burgerlijke personen gevangen genomen, die allen behoor den tot de revolutionaire partij. Het zwaarst weegt de schuld van den Ko zakken-sergeant, die de wacht hield hij den Tsaar en tot taak had de moorde naars toegang tot zijn vertrekken te verschaffen. Een berichtgever uit St. Petersburg meldt, dat onlangs alle te Tsarskoje Selo gestationneerde soldaten aan een scherp onderzoek werden onderworpen. Op een der soldaten, een Fin, viel toen verdenking, daar hij een aanzienlijk bedrag aan geld bij zich had. Hij zou weenend bekend hebben, dat men hem had willen dwingen den Tsaar te ver moorden, doch dat hij de daad niet had durven volbrengen. Verder wordt verteld, dat er dezer dagen een officieele publicatie te wach ten is naar aanleiding van het ontdekte komplot. De Petersburgsche correspondent der Daily Telegraph meldt weer iets na ders over de samenzwering tegen den Tsaar. Hij zegt, dat het onderzoek thans voldoende bewijzen heeft gebracht dat de samenzwering gericht was tegen den Tsaar, grootvorst Nikolaas en Stolypin. De samenzweerders hadden zeer ver strekkende plannen gemaakt. Eerst zou een kozak van de lijfwacht beproeven den Tsaar met een dolk te dooden. Voor het geval, dat dit niet mocht ge lukken, zouden andere kozakkeu van de lijfwacht in het keizerlijk paleis binnendringen en een dynamietaanslag beproeven. Bovendien hadden de samen zweerders maatregelen getroffen, om Selo en Peterhof in de luch! te laten vliegen. Uit de bijzonderheden, welke de politie te weten is gekomen, blijkt dat het hier een komplot gegolden heeft van een hoogst gevaarlijke strekking. De beweging van de Fransche wijn boeren, die te Béziers reeds een uit barsting tengevolge heeft gehad, breidt zich uit. Te Loupian had de ontvanger waarschuwingen aan d3 belastingplich tigen gezonden. De heele burgerij trok in een stoet naar zijn kantoor, om hem die waarschuwingen terug te brengen, en besloot geen belasting te betalen, zoolang er geen uitredding komt. Te Vias zeide de burgemeester in een vergadering uit naam van den gemeen teraad„Indien wij op 10 Juni, 's mid dags om 12 uur, geen voldoening heb ben ontvangen, zullen de deuren van het stadhuis voor den ontvanger ge sloten worden en zal de raad zijn ont slag nemen." (Te Béziers is dit, gelijk men weet, al gebeurd.) Te Paulhan hebben 600 wijnboeren Volgaarne stemde deze toe. Naar Nonnie vroeg ze niet. Suzanne nam hare zuster onder den arm, en zij betraden den grooten uitgestrekten tuin. Gertrude sprak en lachte argeloos en bemerkte eerst niet hoe zenuwachtig en onrustig haar zuster was. „Ben je niet wel?" vroeg ze eindelijk, daar ze opeens de trilling van Suzannes hand op haar arm vóelde. Suzanne glimlachte met witte lippen. Het beslissende oogenblik was gekomen; zij waren nu bijna de bank genaderd. Nog één kromming van den weg en Frank zou voor hen staan. Voor één seconde voelde Suzanne zich plotseling als verlamd, on verschillig. Toen werd ze nog bleeker, maar hief het hoofd met kracht op. „Ik zal even een doek halen, want ik ben huiverig; ik kom dadelijk terug!" en voor Gertrude nog een woord kon zeggen, was Suzanne reeds achter het geboomte verdwenen. In haar haast liep ze tegen den fabrikant aan; hij had blijkbaar op haar gewacht. Zwijgend greep hij hare hand, en even later stonden zij beiden, ongezien, achter het struikgewas, vanwaar zij juist het oog op de bank hadden en alles konden hooren wat er gesproken werd. Gertrude keek verbaasd hare zuster na; toen zeide ze glimlachend tot zichzelf: „Een doekmet zóó'n avonden op ern stig bezorgden toon„Maar 't is waar, ze is niet zooals anders." Onbewust was ze verder geloopen en stond plotseling van aangezicht tot aan gezicht tegenover Frank, dien zij zoo ver weg waande. Oorspronkelijke roman. Hoofdstuk XXIII. Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1907 | | pagina 1