Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Gedwaald.
KINDERARBEID.
Uitgever: L. J, VEERMAN, Heusden.
No, 2335. Zaterdag 25 Iflei.
FEUILLETON.
19Q7,
UNO VAN ALTÊN^
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden l.OO,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Er bestaat een gedichtje, dat onge
veer aldus luidt:
Kom tot mij, o kinderen,
En fluistert mij in 't oor,
Wat de wind en de vogels zingen
In uw zonnigen atmospheer.
Aan die eenvoudige, gevoelige regels
dacht ik, toen ik las wat over kinder
arbeid gezegd is op het onlangs ge
houden congres voor kinderbescherming
en beperking van arbeidsduur.
Kind en arbeid
Die twee woorden strijden tegen el
kander, riep een onderwijzer uit. Kind
en arbeid! In de combinatie daarvan
ligt de geheele lijdensgeschiedenis van
zoo menig arbeiderskind besloten.
Voor de menschen vragen wij levens
tijdvoegde de spreker hier nog aan
toe. Daarom willen wij voor hem ver
korting van arbeidsduur. Maar de kin
deren behoeven speeltijd. Zij moeten
tijd hebben om waarlijk kinderen te
zijn. Het gebrek hiervan leidt tot de
bandeloosheid van de jeugd, waarover
tegenwoordig zoo geklaagd wordt.
Woorden, waar ik het van harte
mee eens ben. En, ik denk elk mijner
lezers.
Want het moge waar zijn dat dit
congres hoofdzakelijk ui'ging van de
iSoc. Dem Arbeiderspartij, en het gelijk
gekleurde Nederlandsch Vakverbond
(slechts één met-socialistische arbeiders
organisatie, t.w. het Alg. Ned. Werk
liedenverbond was vertegenwoordigd.)
het moge waar zijn dat daardoor de
gehouden referaten en de aangenomen
resoluties een zelfde eigenaardig tintje
dragen, |in den grond der zaak zijn
wij het toch allen over deze zaak eens,
dat het kind meer wettelijke bescher
ming behoeft dan net op dit ©ogenblik
geniet. Op dit gebied ontmoeten elkan
der de strijders voor de moest uiteen-
loopende levensdenkbeelden.
Zeer gedocumenteerd heeft de be
kende edelaardige Zweedsche schrijfster
Ellen Key dit onderwerp behandeld
in haar bekend boek„De eeuw van
het kind".
Als motto schreef zij voor in haar
prachtig werk deze twee toepasselijke
zinsneden uit „Zoo sprak Zarathustra":
„Het land van uw kinderen zult gij
lief hebben deze liefde moet uw nieuwe
adel zijnhet niet ontdekte in de verste
zee. Daarheen moet gij uw zeilen wen
den".
22)
Hij was bleek van aandoening. Hij deed
een stap nader tot haar en op onbeschrij
felijk zachten, teederen toon zeide hij
„Truce ik ben terug. O! heb je me niet
vergeten, lieveling? Ik ben hier om je als
mijne bruid bij mijne ouders te brengen 1"
Al sprekend wilde hij haar hand grij
pen, haar tot zich trekken.
En Gertrude stond daar, wit tot aan de lip
pen zij verroerde zich niet. Als geboeid
staarde ze in de smeekende oogen van den
man tegenover haar.
Slechts een oogenblik, want toen Frank
nu hare hand wilde grijpen, trok zij die
bliksemsnel terug en haar gelaat ontspande
zich. Een toornig verachtelijke gloed straalde
hem tegen.
„Ellendeling! waag het niet mij aan te
raken!" zeide ze op gesmoorden toon, vol
woede.
„Lieveling toch, hoor...."
„Ellendeling," viel Gertrude driftig in,
„durf je mij zoo aan te spreken, op dien
toon? Je bent een schurk, versta je, een
schurk. Ga om Godswil heen. Zegt je hart
je dan niet, dat je niet waard bent te
leven. Ga! zeg ik je ga om uzelfswil
en die uwer vrouw. Om Suzanne, om
harentwil wil ik je sparen, maar ga, vóór
ik tot een ander besluit kom!"
Maar Frank ging niet. Het juichte in
hem, want hij wist, dat Gertrude hem
„Aan uw kinderen moet gij goed
maken, dat gij de kinderen uws vade
ren zij tal het verledene moet gij op
lossen. Deze nieuwe wet geef ik U".
En zij droeg het boek op „Aan alle
ouders, die hopen in de nieuwe eeuw
den nieuwen mensch te vormen".
Wat vertelt Ellen Key in dit werk,
wat verlangt zij in deze eeuw voor het
kind?
Een krachtige, beschermende wet
voor vrouwen en kinderen
Overal waar de industrie zich ont
wikkelt, zoo schrijft zij, wordt de vrouw
dan het huis, het kind aan het spel
onttrokken. In de tijden van het gilde
werd de kinder- en de vrouwenarbeid
in het gezin en in de werkplaats van
den man verricht. Maar sedert de in
dustrie den huiselijken arbeid der vrouw
steeds meer heeft ingekrompen, kon de
groot industrie haar behoefte aan goed-
kooper arbeid door het werk der vrouw
dekken, die evenals de kinderarbeid,
op verschillende plaatsen de loonen
der volwassen mannelijke arbeiders heeft
gedrukt. Het loon waarmede de ge
huwde man door zijn arbeid het gezin
kon verzorgen, wordt nu verdeeld over
meer der familieleden, Zoolang de be
roepsarbeid groote persoonlijke lichaams
kracht of buitengewone bekwaamheid
noodig had, viel hp in den regel den
man ten deel, niet den vrouwen en
den kinderen. Maar met de machines
viel deze haar natuurlijke bescherming
weg, want om een machine te bedie
nen was er in veel gevallen noch lichaams
kracht noch bekwaamheid noodig, ja
in zekere gevallen bijv. in de katoen
spinnerijen of beneden in de mijnen,
hadden de buigzame vingers meer waar
de omdat zij leniger, de teere lichamen
omdat zij slanker waren.
In Engeland bereikte de vrouwen
en kinderarbeid het eerst zijn hoogte
punt. De armhuizen zonden bijv. ge
heele zendingen in de wolweverijen van
Lancashire, kinderen die afwisselend
aan dezelfde machines werkten, en in
dezelfde vuile bedden sliepen
In de industrie-districten kwijnde de
bevolking dientengevolgeer ontstonden
voorheen niet bekende ziekten deonwe-
tenheid en ruwheid namen toe zwangere
vrouwen, kinderen van 4 5 jaar werkten
1418 uren. Gedreven door het bericht
over de onderdrukkingen op dit gebied
schreef Elizabeth Barreth haar gedicht
„De kreet van de kinderen", hetgeen
den toorn opwekte van de werkgevers,
maar daardoor ook tot de „tienuur wet"
spaarde omdat zij hem liefhad
„Gertrude ik ben niet getrouwd, 't Is
mijn neef, dien je bedoelt. Lieveling, 'tis
een vreeselijke vergissing!" riep hij uit.
Bij die woorden voer opeens een schok
door haar heen; zij wankelde en zij zou
gevallen zijn, zoo Frank haar niet had
opgevangen.
Voorzichtig zette hij haar op de bank
naast zich en trok haar hoofd aan zijn borst.
Toen Gertrude wilde spreken, sloot hij
haar den mond met een kus.
„Neen, neen," zeide hij ontroerd, „zeg
niets; ik weet wat je zeggen wilt. Arm
kind, dat wij beiden zoo lijden moesten
door dat misverstand."
Gertrude richtte haar hoofd opzij glim
lachte en zag hem aan, terwijl tranen over
hare wangen vloeiden.
„Suzanne is met mijn neef Arthur ge
trouwd; ik niet; maar o, Trude, ik heb
je zoo lief altijd zoo lief gehad;
zeg
Hij voleindigde den zin niet. Schuchter
legde Gertrude haar hoofd tegen zijn schou
der, en toen zachtjes:
„O! Arthur, je was nooit uit mijne ge
dachten. Je weet niet, hoe het mij te moede
was, toen je bij ons afscheid me toeriep:
„vergeet mij niet." Hoe gaarne had ik toen
gezegd: „neem mij mede; ik wil mèt je
werken en lijden," maar je ging heen en
liet mij alleen achter. En nu dacht ik,
datdat
„Dat ik met Suzpnne gehuwd was! O!
kind! hoe kon je gelooven, dat ik je ooit
vergeten zou
Frank vertelde hierop alles, wat er ge
beurd was sedert dien lang verloopen tijd,
dat hij van haar was heengegaan.
En achter het struikgewas, recht tegen
over de bank, stond de fabrikant Meinderts.
medewerkte. Door deze werd bepaald
dat vrouwen, kinderen en jongelieden
niet langer dan 10 uur daags in de
textiel-industrie mochten werken, en na
deze wetgeving volgden er meer in den
zelfden geest. Gelijke toestanden hebben
ook in andere landen een gelijke wet
geving doen ontstaan. In Saksen, België,
den Elzas, in de Rijnprovincie waar
reeds in het jaar 1828 een Pruisisch
militair er de opmerkzaamheid op ves
tigde dat het aantal van hen die voor
den dienst geschikt waren was achter
uitgegaan door de ontaardende uitwer
king van den vrouwen- en kinderarbeid
kwamen de gevolgen van het stel
sel even ontzettend aan het licht als
in Engeland. Maar ondanks de daar,
evenals bijna overal aangenomen, be
schermende wetten, gaat aldus be
sluit Ellen Key de vrouwen- en
kinderarbeid nog steeds voort, en neemt
de vernietigendste vormen aan in die
takken van bedrijf, die buiten het gebied
der wetgeving liggen.
Maar is die kinderarbeid dan zóó erg
't Is toch billijk dat een kind uit een arm
gezin een deel der lasten meeiraagt!
Yindt gij dat waarlijk?
Is het goed dat in Rusland honder
den of duizenden kinderen die jonger
dan 10 jaar zijn driejarige kleintjes
werden er zelfs bij gevonden 18 uren
per dag in de mattenweverijen moeten
zwoegen? Is het menschelijk evenveel
Zwits.ersche dreumessen hun gezondheid
te doen verliezen, bij het vervaardigen
van speelgoed let welspeelgoed
Schreit het niet ten hemel dat in
Italië allerlei kleine misvormde bede
laars rondloopen, die in de zwavelmij-
nen van Sicilië opgegroeid, ineengedrukt
werden door het vervoer van zware
zakken door lage mijnschachten?
Alle kinderarbeid, dat ben ik met
Ellen Key en hare medestanders eens,
moet verboden worden. Men vereenigt
zich, zegt de schrijfster, met dezen eisch,
als men bijv. uit het rapport van een
arts verneemt, dat, niettegenstaaude de
beschermende wetgeving het gemiddelde
cijfer dat de lengte en het gewicht bij
de kinderen aangeeft, in Lancashire nog
altijd lager is dan ergens anders. Yan
de 2000 onderzochte kinderen waren
er slechts 153 werkelijke gezond en
sterk, terwijl 198 in hooge mate. ver
minkt waren, en de overige meer of
minder beneden den standaard van goede
gezondheid bleven. Alle arbeid in de
katoenindustrie van 6 uur 's morgens
tot 5 uur '8 avonds verandert zegt
Hij had Alles gehoord, alles gezien.
Suzanne stond niet ver van hem, en,
toen zij nu Frank zijne liefde hoorde be
kennen, zag zij haren echtgenoot onwille
keurig aan.
De fabrikant stond, met een trek vol
lijden op zijn manlijk gelaat, de twee ge
lukkigen op de bank aan te staren.
Daar ontmoette zijn blik dien van Su
zanne en plotseling strekte hij zijne armen
naar haar uit om haar aan zijn hart te
klemmen; hij fluisterde eenige woorden,
maar Suzanne, zonder zelf te weten wat
ze deed, wierp een blik vol verwijt op hem,
en ging heen.
Arthur Meinderts zag dien blik; hij
slaakte een diepen zucht en zonk, als
gebroken, half bewusteloos tegen den be-
mosten boomstam.
Toen hij weer tot bezinning kwam, zaten
Gertruide en Frank nog op de bank. Hij
had zij n hoofd dicht naar haar toegebogen,
terwijl hij vertelde.
Arthur sloop stil uit zijn schuilhoek en
ging langzaam in gedachten verzonken naar
huis.
„Wat nu? Wat nu?" vroeg hjj zichzelf
af. Lang liep hij in diep gepeins voort,
maar toen scheen hij een besluit genomen
te hebben. Sneller schreed hij voort.Inde
villa aangekomen, ging hij naar zijn kamer
en sloot die van binnen af.
Nu liep hij naar zijn bureau, opende
het, en woelde met zijn hand in een der
vele vakjes. Na een oogenblik hield hij
een portret in de hand, in een couvert ver
borgen. Een zwart lintje was er omheen
gebonden. Zonder het nog met een blik te
verwaardigen scheurde hij het in snippers
en wierp het in de papiermand. Eenige
dezelfde arts, den hoopvollen tien-
jarigen in den mageren bleekgelen der
tienjarigen, en deze ontaarding der be
volking in de fabrieksdistricten wordt
een ernstig gevaar voor Engelands toe
komst.
Ik zou daarvan willen makenVoor
de toekomst der menschheid.
Laat ons daarom de handen ineen-
leggen. In plaats van de sociaal-demo
cratische ontwikkele zich spoedig eene
algemeene actie.
Het kind mag niet langer lijden.
Met cijfers en statistieken moet wor
den aangetoond hoe erg het is. Men
kent de waarheid niet. Dat is de eeni
ge reden dat het kwaad nog bestaat.
Z. N. en Adv.
■tuiten land.
Over de ontdekking van de bommen-
fabriek te Koeskala (Finland) wordt
nader gemeld, dat 20 Russen een villa
gehuurd haden, voorgevende, dat za
zoude dienen om er 19 patiënten te
verplegen. In de villa werd een bom-
menwerkplaats opgericht. De aandacht
der buren viel er op, dat men in de
villa met een zekere geheimzinnigheid
te werk ging. De politie werd gewaar
schuwd en drong op een nacht het huis
binnen. Zij nam 13 personen in hech
tenis, waaronder 2 vrouwen en 6 stu
denten. Vier groote manden met afge
werkte bommen en een groote massa
ontplofbare stoffen van allerlei aard,
werden in beslag genomen. Zes bewo
ners zagen kans te ontvluchten; de
overigen werden naar de gevangenis te
Wiborg overgebracht. Allen behoorden
tot de revolutionaire organisatie.
Een zonderlinge moord is Woensdag
te Southsea, in Engeland, gebeurd. Daar
leefde een rijke weduwe met name Crum-
pe. Desmiddags kwam een oud deftig
heer met een rijtuig haar een bezoek
brengen. De grijsaard hij is 75 jaar
was zoo zwak, dat hij ondersteund moest
worden, toen hij uit het rijtuig naar de
deur ging. Hij werd bij mevrouw Crum-
pe toegelaten en, nauwelijks met haar
alleen, schoot hij haar dood. Daarop
begaf hij zich naar een koffiehuis, dronk
er een half fleschje roodewijn uit en
gaf zich op straat bij den eersten politie
agent aan, dien hij zag. Hij schijnt ook
Crumpe te heeten en een neef van don
echtgenoot der vermoorde te zijn. Hij
maakte aanspraak op een deel van het
vermogen, dat de weduwe Crumpe ge
ërfd had.
Nog altijd nadere bijzonderheden over
brieven, eveneens met een zwart lintje om
wonden, gingen denzelfden weg. Ten iaatste
greep hij nog, na onderzoekend te hebben
rondgezien, een klein doosje en vertrapte
het onder zijn voet.
Nu haalde hij diep adem.
„Dat is voorbij", prevelden zijne lippen.
„Veel heb ik door haar geleden maar
dat is voorbijeen nieuwe periode van mijn
leven treed ik in".
Rustig zette hij zich in den armstoel voor
het open raam.
Alles was daarbuiten stilslechts een
zachte koelte woei naar binnen. De natuur
had zich voor kort te slapen gelegd om
straks, met nieuwe levenskracht bezield,
weder te ontwaken, wakker gekust door
het vriendelijk zonnelicht.
Arthur zat daar voor 't geopende raam
met het hoofd door de hand ondersteund.
Geen enkele trek van smart of lijden was
op zijn gelaat zichtbaar; in hem was het
vrede en licht!
Suzanne was naar hare kamer gesneld en
zonk op een stoel neer. Met de handen
voor 't gelaat, barstte ze in zenuwachtig
snikken uit.
De natuur deed zijne rechten gelden.
Haar teeder lichaam schokte onder de diepe
snikken. Haar zenuwen waren tot het
uiterste gespannen geweest en nu deed de
gloeiende tranenstroom haar goed.
Nonnie was door Truida reeds naar haar
bedje gebracht; dat wist Suzanne niet.
Isu hoorde het kind hare moeder in de
naaste kamer snikken en verbaasd, bijna
angstig richtte zij zich met wijdgeopende
oogies op.
Zacht stapte ze daarna, met hare bloote
voetjes, uit haar ledikantje en sloop, door
de tusschendeur naar de andere kamer.
Daar zag ze Suzanne, met de handen
het verijdelde komplot tegen den Tsaar.
Het heet, dat ook de kleine troon
opvolger en de broeder des Tsaren,
grootvorst Michael, ten doode opge
schreven waren. Onder de 80 tot dus
ver gearresteerde personen bevindt zich,
naar men zegt, ook een Doema-lid der
uiterste linkerzijde.
In het vereenigingslokaal der sociaal
democratische partij is een huiszoeking
gehouden, die den geheelen nacht
duurde. De in beslag genomen papieren
wogen ongeveer 60 kilo! Men moest
ze op een wagen transporteeren.
De Petersburgsche oorrespondent der
Parijsche Matin zegt, dat in de kringen
der uiterste linkerzijde de overtuiging
meer en meer veld wint, dat Stolypin
het geheele verhaal van de samen
zwering verzonnen heeft, teneinde zich
te kunnen ontdoen van de elementen,
die zijne staatkunde in den weg staan
Het Berliner Tageblatt verneemt uit
St. Petersburg, dat in de laatste dagen
niet minder dan 72 leden van de
revolutionnaire militaire vereeniging
„Wojeny Sojoes" in hechtenis zijn ge
nomen en in de Peter- en Paulusvesting
zijn opgesloten. Onder de gearresteerden
zouden zich verscheidene officieren be
vinden.
De Matin verneemt uit Sydney, dat
volgens een gerucht, dat daar gaat, een
vloedgolf op 30 April groote verwoes
ting op de Karolinen heeft aangericht;
200 inboorlingen zouden er bij omge
komen zijn.
Naar Reuter uit Perim seint, is vol
gens een telegram uit Kamaran, op de
westkust van Arabië, de bemanning
van het Engelsche stoomschip Kilburu,
den 27en April op 16.58 gr. N.B. en
41.31 gr. O.L. gestrand, daar geland,"
maar door Bedoeïnen teruggedreven.
Zij vragen hulp van een kanonneerboot,
die, als ze spoedig ter plaatse is, de
berging van de lading kan bewerk
stelligen.
Een tiental roovers heeft zich met
geweld toegang verschaft tot de porse
leinfabriek van Kormilef te St. Peters
burg en zich meester gemaakt van den
inhoud der kas. Daarna sprongen zij
ijlings in eenige huurrijtuigen, die
buiten op hen stonden te wachten
tijdens den diefstal en wisten aldus
te ontkomen.
Uit Weenen wordt gemeld, dat de
gewezen kroonprinses Stephanie bin
nenkort gedenkschriften zal uitgeven.
Zij beweert, zich, door de aanvallen op
haar gedaan, naar aanleiding van den
dood van aartshertog Rudolf, genood
voor 't gelaat schreien en plotseling vulden
ook de groote donkere kinderoogen zich
met traantjes.
Stil sloop ze verder en, Suzanne gena
derd, legde ze haar krulkopje op haar
schoot.
„Maatje, maatje!" riep ze tusschen de
korte snikjes door.
Suzanne, geweldig verschrikt, hief haar
hoofd op en, toen zij het kind zag, tilde
zij het omhoog en drukte het aan haar
hart.
„Mijn lieveling; stil maar!"
„Stil maar!" herhaalde Nonnie, en Su
zanne glimlachte.
Zonder dat het kind het zelf wist had
het hare moeder afleiding en daardoor troost
geschonken.
Onder liefkoozingen legde zij het kleine
meisje weer in haar bedje en, hoe het ook
woedde en schreide in haar binnenste, zij
zong het in slaap, zooals zij reeds zoo dik
wijls had gedaan.
Den volgenden morgen stond ze reeds
vroeg op, kleedde zich en, met Nonnie aan
de band, wilde ze naar de woonkamer
gaan, teneinde daar iets te gebruiken en
dan het park in te gaan.
Toen zij de huiskamer binnentrad, zat
de fabrikant daar reeds. Suzanne ontroerde.
Zij wilde heengaan maar hij zeide eenvou
dig en vriendelijk:
„Suzanne, zou je me een oogenblik ge
zelschap willen houden?"
Moedig trad zij daarom binnen en zette
zich op de canapé neer. Zij wilde Nonnie
naast zich trekken, maar het kind rukte
zich onstuimig los, ging naar haar vader
en legde haar hoofdje tegen zijn knie.
Oorspronkelijke roman.
Hoofdstuk XXVI.
(Wordt vervolgd.)