et Land van Heusden en iltena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Gedwaald.
Reizen en Belasting.
Uitgever: L. J* VEERMAN, Heusden.
No. 2G3G. ffoensdag 20 Iflei.
FEUILLETON.
Uwa VAN ALTEKi
VOOR
Dit blad yerschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
190T.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Ziedaar twee woorden, waarvan ieder
den zin begrijpt.
Hoe wij er toe komen, ze in onder
ling verband te brengen, is wellicht
allen nog niet duidelijk.
Laat ons dat verband dan verklaren.
Het reizen is in onzen tijd niets
nieuws meer. De tijd, waarin men de
plaats zijner inwoning, zijn eiland, zijn
provincie nooit verliet, ligt voor de
meesten in het verleden. Tusschen rei
zen en reizen is zeker een hemelsbreed
verschil. Er zijn er die zich in 't hoofd
hebben gesteld, rondom de wereld te
gaan; er zijn anderen, die in een zeer
beperkt aantal dagen een zekeren kring
willen rondvliegen, om ten minste te
kunnen zeggen dat ze zóó en zóó ver
geweest zijn. Nog weer anderen bepa
len zich tot den vaderlandschen bodem
en gaan in een mooi en rustig plekje,
eenige heerlijke dagen van de vermoeie
nissen van den arbeid uitrusten. Z ij
zijn er waarschijnlijk het best aan toe.
Hoe dit zijn moge, wij zijn andets
dan onze voorouders: wij reizen.
Ook betalen wij belastingmaar
daarin zijn wij van onze voorouders
maar wejnig onderscheiden. Het voor
naamste verschil is vermoedelijk hierin
gelegen, dat wij tamelijk veel v r ij-
willige belasting betalendat wil
zeggen, door onze gewoonte en leef
wijze, ons eenigszins weelderig inge
richt bestaan, op verschillende altaren
aardig wat offeren, dat strikt genomen
heel goed kon worden bespaard.
Er zijn trouwens betere en edeler
vormen. Wij noemen vooral die, uit
gedacht om tegemoet te komen aan de
behoeften der minder bevoorrechten, en
het moet erkend worden, dat in onzen
tijd telkens nieuwe wegen worden ge
vonden waarlangs de liefdadigheid een
zeker doel bereiken kan.
Maar wij willen daarbij wel eens
een beetje geholpen worden en zij, die
over veel tijd beschikken, nemen dan
ook steeds het initiatief om ruime ge
gelegenheden tot weldoen te openen.
Weldoen in den zin van geven,
kan ieder die slechts met aardsche mid
delen gezegend is; maar weldoen, zóó
dat men de zekerheid bezit van niet
nutteloos het zijne af te staan, maar
inderdaad tot de bereiking van een
wezenlijk goed doel mede te werken,
dót is niet steeds even gemakkelijk.
Vandaar dat wij het streven op hoo-
gen prijs stellen, om telkens iets nieuws
22)
„Wat scheelt er dan, kindje?" vroeg de
heer Meinderts teeder, want hij wist, dat
zij dat altijd deed, wanneer zij verdriet
had.
„Nu, lieveling, wat is er?" vroeg hij nog
eens, toen hij geen antwoord kreeg en hij
hief haar hoofdje op.
„Maatje heeft erg gehuild, maatje is be
droefd", riep het kind treurig. Het voor
gevallene had blijkbaar een' grooten indruk
bij haar achtergelaten.
Suzanne stond plotseling, uiterst verle
gen op. „Kom Nonnie, dan gaan we wat
wandelen, kom dan."
„Neen, ik weet beter", antwoordde de
fabrikant hierop, „Nonnie gaat buiten in
het zonnetje spelen tot mama komt; vraag
maar aan Truida of ze mee gaat naar de
zwaantjes."
Het kind ging gewillig.
Nauwelijks was ze weg of Arthur ging
naar Suzanne. Zij had zich zwijgend weer
op de sofa gezet.
Hij liep op haar toe, boog zich tot haar
•en, haar gelaat tusschen zijne handen ne
mend, hief hij het op en zeide plagend
maar op onuitsprekelijk teederen toon:
„Heeft maatje heusch gehuild?"
Suzanne wilde antwoorden, maar hij trok
haar aan zijn borst en kuste haar.
„Lieveling", zeide hy toen ernstig en vol
liefde „er was eens een oude man, die het
uit te denken en in een aangenamen,
pakkenden vorm, bronnen te openen,
waardoor de liefdadigheid in de rechte
bedding kan worden geleid.
Dat strevfn heeft ook verband weten
te brengen tusschen twee woorden, op
zichzelf zoo zeer verschillend in zin en
beteekenis en die saamgekoppeld, toch
een goed geheel vormen.
Dat streven heeft de r e i s b e 1 a s-
t i n g uitgedacht. Belasting, natuurlijk
in den zin van: zich vrijwillig iets op
leggen vrijwillig betalen een gift doen
en wel bij den aanvang eener reis.
Waarom juist dan?
Omdat zeer,velen, laat het dan ge
heel of gedeeltelijk wezen, voor hun
genoegen op reis gaan. De ontwerpers
der reisbelasting, echte vindingrijke phi-
lantropen, speculeerden dus op het pret
tig en behaaglijk gevoel, dat iemand
bezielt, die op het punt staat, zich voor
eenigen tijd uit de zaken en de dage-
lijksche beslommeringen van het leven
terug te trekken. Zoo iemand is te
spreken. Men kan hem gerust iets vra
gen en bij zal genoeg meegevoel heb
ben om zich zelf eenige schatting op
te leggen ten behoeve vaneen
herstellingsverblijf voor minder bedeel
den.
Op deze gronden is de vereeniging
„reisbelasting" opgericht; maar het be
hoeft misschien wel niet gezegd te
worden, dat het bestuur der vereeniging
zich in 't algemeen richtte tot allen,
die de onschatbare waaide beseffen van
een verblijf van eenigen duur in de
buitenlucht, voor de zwakken, wien het
ook in gezonde dagen reeds aan zoo
veel ontbreekt.
Sinds hare oprichting heeft de ver
eeniging zich gesplitst in een aantal
afdeelingen, elk werkend op haar eigen
terrein, en het moet gezegd worden,
dat het van den aanvang af aan sym
pathie niet ont'roken heeft. Heel veel
brengt de belas ing op, maar natuurlijk
worden ook de uitgaven voortdurend
hooger, want het aantal is legio van
die herstellende voor wie een verblijf
in de buitenlucht, in een andere om
geving dan de gewone, waar de dage-
lijksche zorgen niet kwellen, een on
schatbare weldaad is. O, hoe velen zijn
van die gezegende oord-m teruggekeerd,
met de oude energie, met moed en lust,
met een volkomen herstelde gezondheid
teruggekeerd als tot een nieuw leven
Maar ook, helaas, waar de aanvragen
altijd stijgen en er meer noodig is dan
de bdasting kan opbrengen, hoe velen
moesten worden teleurgesteld
goed met ons voor had. Hij zeide tot ons
beiden „Steunt elkander, troost elkander,
vertrouwd elkander en hebt elkander lief
tot het einde toe." Suzanne, we hebben
dat alles schandelijk verzaakt zeg, willen
we ons leven beteren?"
Maar Suzanne zeide niets, vroeg ook
niets, alleen een traan van groot, oneindig
geluk vloeide over haar wang, en dat was
welsprekend genoeg.
En Arthur kuste die traan weg.
„Mijn arm lief kind", fluisterde hij, tot
in 't diepst van zijn ziel geroerd. „Mijn
arm lief kind, o vergeef mij, dat ik je zoo
moest doen lijden, vergeef den man, die
zoo vreeselijk heeft gedwaald vergeef."
Maar Suzanne kon niet spreken. Het ge
luk had haar geheel overrompeld. Zoo lang
had ze verlangd, ze had er zooveel door
geleden, zooveel om gestreden en nu
was het opeens gekomen hij had haar
lief.
„Nu, kun je mij vergeven, ja?" vroeg
hij nogmaals toen zij nog zweeg.
En nu richtte ze haar gelaat, bleek van
aandoening, tot hem op; zij sloeg hare
armen vast om zijn hals en trok zijn hootd
dicht naar het hare.
„Vergeven? vergeven?" fluisterde ze met
een gelukkig lachje. „Wien men liefheeft,
vergeeft men en ikik heb je lief."
Arthur kuste haar zwijgend, toen trok
hij haar op de sofa en, terwijl iets van
weemoed in zijne ernstige mooie oegen
kwam, zeide hij zacht:
„Lieveling, ik wilde er eerst over zwij
gen, het verledene niet meer aanroeren,
want het doet mij pijnlijk aan, maar je
hebt zooveel door mij geleden nu wil ik
je vertellen van een tijdperk uit mijn le
ven, dat ik doorworsteld heb en dan
Eu dat moest niet zoo zijn. De
belastingen moeten worden verhoogd.
In gewone gevallen moge dat zeer on
aangenaam zijn, hier is het aangenaam
en nuttig tevens.
En alles werkt mede tot het koste
loos verblijf in een mooie, gezonde
streekZeist-Driebergen ofHeideheuvel.
De directie van den Staatsspoorweg geeft
korting op de reiskosten aan de patiënten
van „Reisbelasting".
En in verschillenden zin werkt de
belasting allergunstigst. Het komt toch
wel voor dat zij, die ééns uitgestuurd
werden, die zoo heerlijk hebben geiust
en zoo prachtig zijn bijgekomen, die
met een zeker heimwee terug verlangen
naar de stille, frissche plek, waar de
natuur hun als tot eeu openbaring was,
die aldus een lichtpunt in het leven
hebben gevonden en nieuwe bronnen
van levenslust en levenskracht, dat
die zelf aan het sparen gaan, om dan,
een jaar later, met een beetje hulp van
„Reisbelasting", die dan gemakkelijker
kan worden verleend, nog eens een na-
kuur te houden.
Laat ons van harte hopen dat ook
dit jaar de belastingen zich weer flink
zullen houden, opdat menig herstellend
kostwinner, menige zwakke huismoeder,
menig afgetobd jong meisje, weer de
zegeningen van het weldoen in den
hedendaagschen vorm deelachtig zullen
worden.
ItuiteiiSnnd.
Over de revolutie in Perzië geeft de
correspondent te Teheran van de New
York Herald een aanvulling van de
alarmeerende berichten over de oproe
rige beweging in het Loeristan'sche. De
genoemde berichtgever seint het vol
gende
„Salar-es-Dowleh, de broeder van den
Sjah, die onlangs in opstand is geko
men en dorpen heeft laten plunderen
in Loeristan, rukt met 15,000 man vol
gelingen aan op Hahavend. Verder heeft
hij boodschappers gezonden naar Hama-
dan om de stad aan te zeggen, dat zij
hem en zijn leger van voorraden moet
voorzien. Ten paleize in Teheran heeft
dit bericht heel wat consternatie teweeg-
gebiacht. Met haastigen spoed werden
troepen bijeengebracht en naar het oord
van den opstand gezonden.
Hamadan is de hoofdstad van de pro
vincie van dien naam. De plaats ligt
ongeveer 135 E.M. ten zuidwesten van
Teheran en heeft ca. 30,000 inwoners.
Het is een stapelplaats voor den han
del tusschen Bagdad en voornaamste
steden van Perzië.
dan zul je ook begrijpen, hoe ik je zoo
miskennen kondan zul je zachter oor-
deelen over den man, die tot het uiterste
gedreven was."
Hij sloeg zijn armen om de tengere Su
zanne heen en boog zich tot haar.
„Mijn Suz', ik wil je vertellen hoe diep
mijn ziel eens gewond werd door eene
vrouw. Zeg! wil je me aanhooren?"
Suzanne knikte stom met een blik vol
liefde.
„Welnu, mijn lieve, luister dan. 't Kost
me veel maar het moet, want dan eerst
zul je begrijpen hoe ik je zoo wantrouwen
kon."
Zooals je weet, ging ik met Frank naar'
Indië. Daar werkten we hard om ons een
eigen positie te verschaffen.
Op de boot, die ons overbracht, ma,ak-
ten we, of liever ik, kennis met eene jonge
dame, die daar met een ouden, reeds
sneeuwitten man, een hut bewoonde. Zij
was schoon, rijk, kortom alles wat men
zich denken kan. Met hare heldere blauwe
oogen trok zij mij onweerstaanbaar tot
zich. En ik voelde langzamerhand de be
geerte in mij opkomen, dat meisje te be
zitten. Daarbij kwam nog, dat ik haar niet
onaangenaam scheen. Als ik op het dek
wandelde, voelde ik menigmaal, dat hare
oogen mij onafgebroken volgden.
Ik had eerst den moed niet haar te na
deren, maar eens, op een prachtige zomer
avond, terwijl zij, over de verschansing
geleund, naar de kalme zee tuurde, trok
ik de stoute schoenen aan en naderde haar
ongemerkt, want zij scheen mij niet te zien.
Daar liet zij plotseling, als toevallig, haar
zakdoek uit de hand vallen. Snel bukte
Een telegram van den correspondent
te Teheran van de New York Herald
bevat zeer ernstige bijzonderheden over
den loop van zaken in de Perzische
hoofdstad, maar vooral in Tabrits.
Het telegram, dat gedateerd is van
Zaterdag luidt:
„Volgens een te Teheran ontvangen
telegram uit Tabrits, hebben ruiters
van den stam der Celebiërs, op bevel
van den Sjah, een plotselingen aanval
gedaan op de vertegenwoordiging al
daar. Het verluidt, dat daarbij 200 per
sonen zijn gedood of gekwetst, o. w.
zes leden der (Teheransche) Nationale
Vergadering.
Dit nieuws heeft te Teheran ontzag
lijke opwinding teweeggebracht. Een
groote volksmenigte verzamelde zich
voor het gebouw der Nationale Verga
dering en weigerde de leden te laten
vertrekken. De menigte eischte de ter
doodbrenging, nog vóór het aanbreken
van den volgenden dag, van Rahim
Kan, het hoofd van den stam der Ce
lebiërs.
Daarop zond de Nationale Vergade-
ling een deputatie naar den Sjah, om
te beraadslagen over den toestand. De
vorst deelde aan de deputatie mede,
dat hij totaal niets afwist van de be
doelingen van den stam.
Toen de deputatie met deze bood
schap terugkwam, ontstond in de N.
V. groote verontwaardiging en het ge
peupel begon oproerige taal te uiten.
Zondag zullen de bazaars gesloten zijn.
De toestand is critiek, en men verwacht
troebelen. Het gerucht gaat dat aan
de lijfwacht van den Sjah scherpe pa
tronen zijn uitgereikt.
Tot zoover het telegram van de New
York Herald. Berichten in andere bui-
tenlandsche bladen stellen het gebeurde
bij Tabrits veel minder ernstig, hoe
wel toch ook weinig gunstig voor.
Niet de plaatselijke volksvertegen
woordiging te Tabrits, maar een dorp
in den omtrek dier plaats, zou door de
Celebiërs zijn aangevallen. Die euvel
daad moet zijn gepleegd op last van
den zoon van Rahim Kan. Het getal
dooden wordt opgegeven als 25.
De revolutionaire organisaties zoo
wordt uit Moskou gemeld zijn weder
begonnen met. het brandschatten der
meervermogende burgers. Bij het heffen
dezer belastingen wordt dikwijls geweld
gebruikt.
In Odessa werd een rijk koopman,
die weigerde het gevraagde te betalen
en zich bij de revolutionairen aan te
sluiten, in het bijzijn van talrijke andere
kooplieden, doodgeschoten zonder dat
er een hand tot hulp werd uitgestoken.
De daders konden ongestoord de wijk
nemen zonder dat men trachtte hen te
vatten.
Volgens een bericht uit Marseille is
te Alix, in Provence, een postkar door
dieven aangehouden. Terwijl de post
beambten met revolvers in bedwang
werden gehouden, stalen de roovers den
wagen leeg, laadden hun buit op mo
torfietsen en tuften er mee weg.
ik mij en raapte het sterk geparfumeerde
fijne doekje op. Met eenige beleefde woorden
overhandigde ik het haar en zoo was
de kennismaking begonnen.
Eiken avond, als het weer het maar
eenigszins loeliet, verscheen ze nu op het
zelfde uur op het dek en eiken avond
ontmoetten we elkander als bij afspraak.
Uit ons gesprek bleek nu, dat zij met
haar grootvader te Batavia woonde en nu
den zomer in ons land had doorgebracht
zij waren op de terugreis.
Ook Frank en ik moesten naar Batavia
en zij legde mij nauwkeurig uit waar ze
met haar grootvader woonde. Reeds als
klein meisje had zij hare ouders verloren
en sedert door hare grootouders, waarvan
de grootmoeder het vorige jaar gestorven
was, voor goed opgenomen. Zij heette Lizzy.
Ik leerde haar dan aan boord kennen
althans ik meende haar te kennen en
om kort te gaan, reeds voor we in Indië
aankwamen, had ik mij verklaard en zij
had m j niet afgewezen.
In Indië aangekomen, trad ik een jaar
later met haar iD 't huwelijk.
Wij vestigden ons in een lieve villa te
Buitenzorg, vanwaar ik naar Batavia reed,
waar de fabriek stord.
I )e eerste m aanden gingen i n geluk voorbij
maar toen begon Lizzy, meer dan mij lief
was, uit te gaan. Geen enkelen avond bleef
ze meer thuis en, terwijl ze naar partijen,
bals en zoo voort, ging, liet ze mij alleen
achter. Dat begon me te hinderen en ik
verzocht haar vriendelijk, mij toch ook
eens gezelschap te houden.
Maar ze snauwde mij af; ze had niets
thuis, ze ging veel liever uit. Als ik dan
niet zoDder haar kon, moest ik maar mee
gaan
De politie heeft in een bazaar te
Aken in hechtenis genomen een Hol-
landsche handelaar in vrouwen, die
reeds lang gesignaleerd was. Hij trachtte
de winkeljuffrouwen te bewegen dienst-
contracten te sluiten voor Amsterdam
en Parijs.
Te Chicago is in een der vleeschfa-
brieken van de firma Armoir het am-
moniakreservoir van een koelmachine
gesprongen. In de ontsnappende am-
moniakdampen zijn 6 menschen, 1000
schapen en 200 stuks groot-vee gestikt.
Twaalf andere lieden werden in half-
bedwelmden staat naar buiten gesleept.
Hun toestand is zorgelijk.
Uit Johannesburg werd Zaterdag ge
meld
In alle in bedrijf zijnde mijnen, be
halve de Robinsongroep, wordt nu ge
staakt.
De stakers hielden heden bijeenkom
sten, waarin de raad gegeven werd de
orde te handhaven.
Gisterenavond is er getracht een
goederentrein bij Roodepoort te doen
verongelukken door een dynamietpa-
troon te laten ontploffen, doch de lo
comotief bleef op de sporen.
De Daily Mail meldt uit Johannes
burg dat een vrijwilliger, die door mijn
werken achtervolgd werd, vijf van zijne
vervolgers met pistoolschoten heeft ge
wond, voor hij in hechtenis genomen
werd. Het geval wekt verbittering. De
overheid overweegt de sluiting van alle
can tines.
Bij het plaatsje Rudolfsgnad, in het
Ilongaarsche comitaat Torontal, heeft
de Donau de dammen overstroomd en
een groote uitgestrektheid van dit
vooral door Duitschers bewoonde dorp
onder water gezet. Er zijn 260 huizen
ingestort, maar de bewoners zijn gered.
Volgens telegrammen uit Hongkong
en Sjanghai, is het Duitsche zendings
station Limtsjou bij Pak-hoi door Chi-
neesch gepeupel vernield. De zende
lingen hebben het leven gered. De
kanonneerboot litis is, met 20 man
versterking van de kanonneerboot Tsjing-
tau, naar Pakhoi vertrokken. Er moet
uit Hongkong ook een Engelsche ka
nonneerboot vertrokken zijn.
Volgens de Libre Parole zal de her
tog van Orleans, voor hij zijn Noord -
Lizzy wist echter best, dat ik het uitgaan
verafschi.wde. Zij stoorde er zich niet aan
en ging haar eigen weg.
Zoo was het, toen Nonnie geboren werd.
Ik koesterde de vurige hoop, dat alles nu
anders zou worden. En werkelijk bleef ze
ook thuis vier weken toen liet ze
de zorg van het kind aan Truida over
het nieuwtje was er af!
Nooit bracht zij haar kind naar haar
bedje, maar, terwijl ze met prachtige toi
letten schitterde, zong Truida het in slaap.
O! hoe gaarne had ik alles anders gewild.
Meermalen voer ik hevig tegen haar uit,
maar ik was zwak op dat punt; door hare
vleierijen wist ze me telkens weer tot be
daren te brengen. Maar ze bleef, niettegen
staande haar plicht bij haar kind was,
steeds uitgaan. Zonder eenige moederliëfde
groeide Nonnie op.
Lizzy's grootvader stierf en ik was in-
tusschen met Frank eigenaar der groote
bezitting geworden.
Niets dwong ons, nog langer in Indië
te blijven. We waren nu beiden met fortuin
begunstigd en verlangden zeer naar ons
vaderland.
Zoo vertrokken we naar Europa. Daar
begon weer hetzelfde leven.
Eens op een avond kwam ze, per rijtuig,
laat in den nacht, thuis van een bal. Ik
was, hoewel ik anders naar bed ging, dien
nacht opgebleven. Zij trad verbaasd een
schrede achteruit, toen ze mij bij den uit-
gedoofden haard zag zitten.
Lizzy was beeldschoon in haar sneeuw
wit zijden kleed, met den fonkelenden
diamant in haar krullend 'olond haar, maar
met alle kracht verzette ik mij tegen den
aandrang haar in mijne armen te sluiten.
Oorspronkelijke roman.
Hoofdstuk XXV.
(Wordt vervolgd.)