Hel Land van Heusden en Alteoa, de Langstraat en de Bommelerwaard. Dierenvrienden. Monsieur PALJAS Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2645, Zaterdag 20 Juni1Q07. FEUILLETON. Uw3 VAN ALTEN/ VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77s ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Zelden maakte de zomer minder haast met zijn komst, dan in het jaar dat nu weer bijDa voor de helft tot het ver- ledene behoort. Volgens de oudjes trou wens komt hij nooit vóór den laDg- sten dag, maar dan kan men hem ook met zekerheid verwachten. Nu, we zul len zien. In ieder geval zal de warmte graad der lucht wel toenemen en zit ten we nu waarschijnlijk den eenen of anderen dag te midden van een gloei ende hitte, die ons weer met zeker heim wee op koele dagen doet terugzien. In een gematigd klimaat wonen we nu eenmaal nietdat ondervinden de menschen dat ondervinden ook de die ren, en vooral een zekere afdeeling van het dierenrijk, dat de mensch in zijn macht heeft gebracht om het aan te wenden ten dienste van zijn bestaan. Wij zien daarin geen ongeoorloofd bedrijf. Integendeel volgt men daarbij eenigzins de richting, door de natuur zelve aangewezen. Er zijn streken van de wereld, waar het menschelijk bestaan zonder de hulp van het dier bijna niet denkbaar is. Omgekeerd draagt de mensch het zijne tot verzorging der dieren bij. Onze huisdieren en die welke tot het menschelijk bedrijf worden aangewend zouden, aan zich zelf overgelaten, min der goed in het eigen onderhoud kun nen voorzien. Het is dus niet in strijd met de natuur, indien wij aan de dieren zekere lasten opleggen, indien wij daarbij slechts rekening houden met hun aard, hun geschiktheid en hun krachten, en dat dit maar al te vaak niet het geval i», daarvan zal ieder onzer wel overtuigd wezen door eigen aanschouwing. Wij ergeren ons, wanneer in het voorjaar de pas geboren runderen, ter slachting gevoerd, door de wijze waarop het ver voer plaats heeft, voor hun dood nog een volkomen noodelooze marteling moe ten ondergaan. Wij ergeren ons, wan neer een van veel meer gevoel en ver stand getuigend dier, zooals de trek hond, die zijn kar moet trekken, onder de gloeiende zonnestralen wordt voort gedreven, met de tong uit den bek, hijgende naar een verkwikkende teug water, bij elke gelegenheid aamechtig neervallende en dan vaak weer met plagen tot opstaan gedwongen en voort gedreven. Er zijn tal van die voorbeel den en 't is een recht verblijdend ver schijnsel, dat zij veel meer dan in vroeger tijd de aandacht trekken. In den regel behoeft het goede voorbeeld slechts ge geven te worden om anderen te doen volgen, het goede woord slechts be sproken te worden om tot nadenken te brengen want, dat hetgeen wij met een DOOH II. Th. CHAPPCIS. 7) Met de handen voor 't gelaat zat Roosje in de woonkamer te schreien. Wat? Schreien, een bruid, zal men allicht vragen. Ach, den volgenden dag zou 't voor haar de zoo gevreesde trouwdag zijn, en met ieder uur, dat haar nader bracht bij het oo^enblik, waarop zij Van Geffen de hand zou moeten reiken, gevoelde zij meer, dat zij dien man nimmer zou kunnen lief hebben, dat zij met hem diep ongelukkig zou wezen. Daarbij had zij slechte enkele minuten tevoren in stilte een laatste bezoek gehad van Gerrit van den mulder. Die was zoo zielsbedroefd geweest. „Hij zou soldaat worden en naar Indië gaan," had hij gezegd. Toen was haar stiefvader eensklaps op haar toegeschoten, had haar bij den arm gegrepen en haar medegesleurd het huis in. Daar had hij haar onder een stortvloed van verwenschingen op een stoel neergesmakt en haar toegebulderd, dat, als hij haar nog eens mocht vinden bij dien „meelzak", hij haar een pak slaag zou geven, algemeen woord dierenmishandeling noe men, in den regel meer uit gebrek aan nadenken voortkomende dierenver- waarloozing is, staat bij ons vast. Yandaar dan ook dat de vereeniging tot bescherming van dieren, op zoo ver schillende wijze arbeidende, zulk een edel en nuttig werk verricht en sinds zeer lang verricht heeft. Zij heeft de aandacht van volk en regeering geves tigd op eene van de wonde plekken onzer samenleving, waarvoor zeer goed genezing mogelijk en ten deele ook reeds gekomen is. Het is een verblijdend feit, dat wij over die dingen meer na denken dan voorheen, dat wij er niet meer onverschillig bij staan kijken en nu en dan ook wel eens feitelijk tot dierenbescherming willen bijdragen; dat wij het van harte waardeeren, wanneer wij iemand ontmoeten, die gevoel voor zijn dieren toont, en zoo iemand gaarne in zijn bedrijf steunen. Het was voorheen een ongekend feit, dat de vervoerder van een hondenkar een bakje meenam, om zijn beesten nu en dan daaruit te laven. De een geeft ze water uit de sloot; een ander, die wat dieper nadenkt, vraagt bij een zijner klanten een beetje frisch water en dan is het een innig genot, de kinderen zich te zien verheugen in het gezicht van die zichtbaar oplevende dieren, die in hun geheele wezen teekenen van dankbaar heid en vreugde geven. Honderd ver maningen en lessen zijn niet in staat om zulke goede indrukken aan het kind te geven als een dergelijk schouwspel. Een kind dat dergelijke indrukken ont vangen heeft, zal zich alras ergeren bij het onbarmhartig slaan van een mager en krachteloos paard, dat door zijn ruwen meester op die wijze wordt voort gedreven tot het niet meer kan. De wetgever heeft terecht begrepen dat verzachting van zeden een staats belang is en dat niemand mag worden toegelaten om in het openbaar tegen dat beginsel te handelen en alzoo aan den eenen kant aanstoot en ergernis te geven en aan den anderen kant tot na volging van het slechte voorbeeld te prikkelen. Yandaar dan ook, dat hij die door dieren doet trekken of dragen een last welke kennelijk hun krachten te boven gaan, die het vervoer door trek- of lastdieren doet plaats hebben op een noodeloos pijnlijke of kwellende wijze, of die dieren vervoert op een noodeloos pijnlijke of kwellende wijze, zich aan eene overtreding tegen de zeden schul dig maakt en gestraft wordt met een geldboete. Of de wetgever daarbij streng ge noeg is opgetreden kunnen wij in het midden laten, maar wij zouden wenschen dat op die bepalingen nu en dan meer de aandacht gevestigd werd. Voor het groote publiek is het alsof ze niet be- dat geen arm of been aan haar heel bleef. „Waar was ze?" vroeg Trees. „Wel, achter den dijk bij dien mageren mulder," bromde Linders. „Ge most je schamen, en dat nog wel den dag vóór je trouwen." „Waarom dwingde gullie me ook tot trouwen? Ge wilt het. Ik kan hem niet luchten of zien, dien Manus, dien ouden vrijer. Ik haat hem. Ik zij net zoo lief dood!" bracht het meisje luid schreiende uit. „Dat zijn maar praatjes! Manus van Gef fen is zoo'n goeje, beste vent als er één valt te bedenken," zeide Linders. ,,'tls wat moois! Maar witte waarom ge zoo praot? Omdat hij veul geld heit, en gullie met oe beien daarop spikkeleert." Roosje wischte driftig de oogen af. „Denkte, dat ik oe niet doorzie? Daarom maokte mij 't leven zoo zuur en zoo bang. 't Is alles om 't geld. Spreek mij eens tegen. Zeg eens, dat 't nie waor isDa wil ik dan wel eens heuren." Trees stoof op. „Schaomde gij oe nie, wicht, dat ge zoo praot teugen oe vaoder?" „Mien vaoder? Die man? Mien vaoder is lang dood. Was die nog in leven, dan zou 't stellig zoo wijd niet gekommen zijn. Die zou wel Roosje zweeg op eens. Buiten was de hond eensklaps heftig be gonnen te blaffen. Was er iemand bij het huis, bij het raam mogelijk geweest? stonden en toch zou het publiek zelf het grootendeel8 in de hand hebben om aan dierenkwelling een einde te maken. Indien wij voor ons zeiven niet willen handelen, om welke reden dan ook, laat het ons dan doen voor onze kinderen, die geen dierenkwelling of mishandeling, in welken vorm ook, mogen zien en die wij niet mogen toestaan zich in eenig opzicht zelve aan dergelijke feiten schuldig te maken. Laat ons den dierenbeul, als wij hem ergens ontmoeten, onomwonden zeggen dat hij op onze ondersteuning in zijn bedrijf niet te rekenen heeft, en laat ons de aandacht van anderen op zijn handelingen vestigen, de openbare macht behulpzaam zijn in'hetopsporen van straf bare feiten en in alle opzichten het edel streven der vereeniging tot bescherming van dieren steunen. De dieren zullen weldra, als eiken zomer, onze bescher ming weer noodig hebben, wanneer on barmhartige meesters opnieuw hun ruw bedrijf aanvangen en spotten met de wet en de openbare meening. Welnu, laat het niet blijven bij een medelijden, waardoor geen enkel dier er beter aan toe is, en laat het feitelijk aan die soms zoo hoog noodige be scherming niet ontbreken. Wij zullen er een goed werk door verrichten en er een goed voorbeeld door geven, dat zeker tot navolging zal wekken. lluitenlatul. In den nieuwen Rijksraad van Oos tenrijk-ITongarije is het reeds tot storm achtige tooneelen gekomen, en wel naar aanleiding van de verkiezing van den Pool Starzynski tot tweeden onder voorzitter. Toen Starzynski het woord wilde voeren, werd er groot lawaai ge maakt op de banken der Roethenen en der Poolsche sociaal-democraten. Men riep: „Er uit! Aan uw handen kleeft bloed! Een hond die u gekozen heeft!." Het rumoer was zoo groot, dat Starzynski zich onmogelijk verstaanbaar kon maken. Minister Smuts heeft in den Trans- vaalschen Volksraad het onderwijs- wetsontwerp ingediend. De kinderen zoo zeide de minister, volgens Reuter's telegram uit Pretoria moetenEngelsch leeren of ze willeu of nietHollandsch echter naar verkiezing. Het godsdienst onderwijs zou het eenvoudige christen dom boven geloofsverdeeldheid moeten leeren. Onderwijzers zouden niet naar hun geloof worden gevraagd. Een on derwijsraad van vijf leden zou als een buffer tusschen directeur van onderwijs en den minister staan. Kroonprins George, van Servië, voer dezer dagen met een motorboot op de Save om visch te vangen. Toen hij aan de Oostenrijksche grens kwam, maande de grenswacht hem aan om te stoppen. Linders dacht het. Hij liep naar de voor deur, rukte den grendel er af en keek den steenweg op. Geen sterveling was hierop echter te zien. 't Was pikduister. Toch had het gesprek een getuige gehad. Bart. Hij had geluisterd aan het raam. Den moed om binnen te gaan had hij niet bezeten, toen hij den tol voorbij kwam, op weg weder naar de Belgische grenzen. Doch wel was hij voorzichtig nader geslopen om, als 't mogelijk was, de stem van zijn kind nog eenmaal te hooren, nog eenmaal slechte, voordat hij verdween voor altoos. Doch de hond had hem zeker in den neus gekregen en had aangeslagen. Vlug als de wind was Bart, met een wijden sprong van den weg af, neder- gedoken achter een der zware boomen aan de overzijde van het huis achter het daar loopende dijkje. Van hier ontwaarde hij het van drift roodgekleurde gezicht van Linders en hoorde hij de brommige stem van dezen, toen hij den hond riep. Eerst toen Linders weer naar binnen was gegaan en de deur had gesloten, waagde hij het zijn schuilhoek te verlaten. Behoed zaam begon hij van boom tot boom voort te sluipen, tot hij ver genoeg van het huis verwijderd was. Nu eerst zocht hij den klinkerweg weder op. Maar wat was dat? Keerde hij terug op zijn schreden? Was hij dan eensklapsver- Daar werd geen acht op geslagen. Toen de boot doorvoer, is erop geschoj^gn, zonder uitwerking. De boot ontkwam. Te Boedapest is opzien gewekt door een gerechtelijke aanklacht tegen Po- lonyi, den oud-minister van justitie. Lengvel beschuldigt hem, dat hij ge tracht heeft, door omkooping van 3 getuigen, een valsch getuigenis voor den rechter te laten afleggen. Men meldt uit Athene, dat tenge volge van de kwellingen, waaraan de Grieken in Bulgarije bloot staan, de uittocht van Grieken uit het vorsten dom niet alleen voortduurt, doch zelfs toeneemt. Van de 70,000 Grieken, die vroeger in Bulgarije woonden, hebben thans 28,000 Bulgarije verlaten27,000 daarvan zijn naar Griekenland gegaan, de rest naar Turkije. Een kermisgast, die den kost ver diende met ijzer vreten, is te Parijs in een gasthuis geopereerd. Man vond in zijn maag en ingewand: drie lange spijkers, twee knoopenhaken, twee hor logekettingen, 171 draadnagels en een menigte naalden en spelden. De operatie is goed gelukt en binnenkort zal de man, volgens een Parijsch blad, genezen het hospitaal verlaten. De correspondent der Evening News te Odessa meldt aan zijn blad: Ik verneem van eene zijde, die in den regel zeer geloofwaardig en voor zichtig is, een merkwaardige mede- deeling. Of zij juist is of niet, moet W Orden afgomraolxt. Ma volo moA».<Ion van zorgvuldige voorbereiding, zoowel onder de manschappen van leger en marine als onder de arbeidende klassen, is de revolutionnaire partij eindelijk gereed om den openlijken strijd tegen de Russische regeering te hervatten. De comité's der revolutionnaire socialis ten hebben thans, met hulp der mili taire-, marine- en arbeidersorganisaties, besloten tot den gewapenden opstand. De opstand zal in deze week uitbreken en de eerste slag zal in Sewastopol geslagen worden. De hoofdpunten zijn de volgende Op een teeken, dat van de ku3t zal gegeven worden, zullen de bemanningen van zekere schepen de officieren over weldigen en in de haven werpen, om vervolgens stellingen in te nemen, van waar zij de drie forten, die waarschijn lijk aan de regeering trouw zullen blij ven, met hun geschut kunnen bestrijken. Hun verschijning in de haven met de roode vlag in top zal voor de bezet tingen der forten (die zich alle, op drie na, in handen van revolutionnaire offii- cieren bevinden) het teeken zijn, om de officieren, die der regeering trouw zijn, overhoop te steken en het geschut te richten op de gebouwen dor stad, het hoofdkwartier der Zwarte Honderd en het verbond der echte Russische mannen. Het eerste kanonschot zal de soldaten in de kazerne te wapen roepen. Dege- anderd van plan? Waarom gloeide er zulk een vuur in zijn oog? Waarom vertrok zijn gelaat zich nu en dan tot een giüjnslach, die van wraakzucht getuigde en blij toch was tevens? In de verte klonken voetstappen. Van de zijde der stad naderde een man. Wie de naderende persoon was, kon Bart eerst onderscheiden, toen die zich in zijn on middellijke nabijheid bevond, 't Bleek Gil les te wezen, de acrobaat. „He, kijk! Jij nog hier? En weder op weg naar de stad Berouw gekregen mo gelijk? Nu, de directeur ook. Overal heeft ij laten vragen of iemand je ook gezien had. Morgen vroeg marcheeren wij af met stille trom." Argwanend keek Bart den man aan. „Ben jij me dus achterna gegaan? Waar trek je anders zoo laat op af?" „Als ik je toevallig tegen 'tlijf mocht loopen, moest ik je zien mede te brengen, zeide de directeur, en een paar haantjes ook voor morgen in de soep," luidde het met een spottend lachje gegeven antwoord. „Haantjes? Zoo? Waar wou je die ha len „Halen? Wel, ginds aan den tol natuur lijk. Over een half uurtje, als de familie in rust is." Gilles stak de hand in den zak en haalde er een in een papier gewik keld stuk vleesch uit te voorschijn. „Kijk eens hier! Voor meneer den hond! Een nen, die trouw blijven aan de regeering, moeten gevangen genomen worden. Intusschen zullen de arbeiders de gas- en waterleiding afsnijden en het spoorweg-, telegraaf- en telefoonverkeer stopzetten. Vervolgens zullen de arsenalen, wa penwinkels, banken enz. geplunderd worden. Alle buit zal in handen worden gesteld van het comité. Met de boeren in den omtrek zijn geheime contracten van leverantie van levensmiddelen gesloten. Op het Eriwanplein, in het midden der Stad Tiflis, zijn Woensdag, terwijl er zich een groote menschen massa op hield, eenige bommen geworpen, welke met ontzettende kracht ontploften. De dynamiet-aanslag blijkt in ver band gestaan te hebben met een roof- aanval, die gepleegd werd op een door vijf kozakken en twee soldaten geës- corteerden wagen, waarin zich een be drag bevond van 350,000 roebel, dat naar een filiaal der Rijksbank werd ge bracht. Toen de wagen het Eriwanplein bereikte, werd er een bom naar geslin gerd, die met vreeselijk geweld ont plofte. De menschen op het plein stoven in wilden schrik uiteen. Om de ver warring te verhoogen, sling-rden de roovers de eene bom na de andere, die alle met oorverdoovenden knal ontplof ten. De roovers maakten van de alge- meene verwarring gebruik, om zich met een bedrag van 341,000 roebel uit de voeten te maken. De politie heeft den koetsier van den wagen gevonden en hem gearres teerd. Hii was door een bomscherf licht gewond. In het deerlijk gehavende rij tuig werd nog een bedrag van 9000 roebel gevonden. In het geheel werden acht bommen geworpen. Het aantal gewonden bedraagt meer dan vijftig. Een soldaat, twee agenten en twee bankbeambten zijn gedood. Er hebben verscheidene arrestaties plaats gehad. Volgens een Fransch bericht zijn tien Marokkanen uit Marakesj, beschuldigd van medeplichtigheid aan den moord op dr. Mauchamp, gevankelijk te Tand- zjer gebr&cht, maar zijn de voornaam ste schuldigen, die men kent, er niet bij- Volgens de Secoio aldus een be richt uit Lissabon hebben de leiders van alle politieke partijen, waaronder volksvertegenwoordigers en hoogleera ren, een congres belegd, om te beraad slagen over een wijziging van de grond wet. Uit Parijs wordt gemeld: Blanc, socialistisch afgevaardigde voor Vaucluse, heeft een interpellatie aange kondigd, waarbij gevraagd wordt de ministers in staat van beschuldiging te stellen. De tekst van den door Blanc inge diende motie luidt: „De Kamer, overtuigd dat de droevige pilletje, net precies van de behoorlijke grootte. Ik zal dat leelijke kreng het bijten in eens afleeren en voor goed." Bart fronste het voorhoofd. „Dat zou ik laten, Gilles." Deze schoot in een lach. „Waarom?" „Om dat ik het niet wil. Als jij daar steelt, geef ik het aan." Gilles stoof op als buskruit. Zijn zwarte oogen begonnen te gloeien. „Wat? Aangeven, zeg je? Jou, mottige schelm „Ja, ik." „Loop vent, wat een praatjes. Denk je soms, dat we allemaal bang voor je zijn, en dat je mij net zoo gemakkelijk in een hoek jaagt als den directeur? Ik sta er wel tien zooals jij. Alloo, uit mijn rooilijn". Ruw stiet Gilles Bart op zijde, doch deze greep hem vast. Een worsteling volgde. Op eens klonk een snijdende gil door den donkeren nacht. Gilles deed een sprong achteruit en toog op de vlucht, en met een messteek in de borst zonk Bart op den grond. Toen hij uit zijn langdurige bezwijming ontwaakte, stonden de sterren aan de lucht. Hij lag op den rug naast den weg, half in 't gras. Een brandende dorst verteerde hem. Hij voer met de hand over het hoofd. (Slot volgt.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1907 | | pagina 1