JO™,
Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Een verloren zoon.
Litgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
Yo. 2663 Zaterdag 31 A ugustus.
ICHT.
FEUILLETON.
VOOR
C lïnl VAK AlTE^
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: p©* 3 maanden 1.00,
franco per poet tonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiên van 16 regels 50 ct. Elke regtl
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Men moet een zomer beleven, zoo
somber als den onzen, om het licht te
waar de>e ren
TroawenB, men waardeert zelden wat
men in overvloed geniet en de gewoonte
is als een tweede natnur.
Wij kunnen ons het leven en de
dingen niet zonder licht voorstellen.
Wij begrijpen niet hoe hot zon moeten
gaan, wanneer wij de omtrekken van
de zaken niet konden onderscheiden en
een bang gevoel maakt zich van ons
meester, zoodra wij, gedwongen, slechts
eenige oogenblikken in sene tastbare
duisternis moeten verkeeren.
Wy kunnen ons evenmin een wereld
voorstellen, waarin de eene zaak niet
van de andere onderscheiden was, in
zooverre als alle zaken voor het oog
met dezelfde tinten overgoten waren.
Want, het licht doet ons niet alleen
de voorwerpen rondom in hunne nit-j
wendige gedaante waarnemen, vertoont
ons niet alleen lijnen, maar ook kleuren.
Maar al kunnen wy, zienden, ons
bezwaarlyk voorstellen hoe het zonder
die lijnen en kleuren zijn zou, ons hart
wordt toch met medelijden vervuld,
wanneer wij denken aan het lot van
hen die, naar het bekende dichtstukje,
een leven lijden zonder dag en zonder
licht en zonder kleuren, en begrypen
zeer goed dat, behoudens deze uitzon-
deringen, de menschenwereld in het
algemeen en hare verrichtingen zonder
het licht onbestaanbaar zouden zijn.
Vandaar dan ook dat men het licht
de schoonste van alle stoffelijke hemel
gaven noemt. Vandaar dat wy ons zoo
goed kuonen indenken in wat dat oude,
eerwaarde verhaal ons leert: hoe het
licht als het ware de kroon z^tte op
het werk der schepping. Het licht is
de bron van leven bij uitnemendheid,
van levensgenot en van levensvreugd.
ziet op het licht dat verspreid wordt
door deugd en goede zeden, door weten
schap en kennis, in één woord door
het iicht in zedelyken zin.
Wat de stoffelijke wereld betTeft,
daar ia de mensch als van nature een
lichtvriend. Slechts de boozen zoeken
by voorkear de nachtelijke ure op voor
hun werk der duisternis. Voir het
overige genieten wy liefst zooveel mo
gelijk van de kostbare gave dee lichts,
tenzij wij vermoeid mochten wezen van
het genot en naar verpoozing haken.
Zóó kunnen wy ons met innig welbe
hagen verzamelen in het stille schemer
uur, als de dagtaak tijdelijk wordt af
gebroken. Dan is het alsof de golven
des levens zich een oogenblik neerleg
gen. Dan overvalt ons een gevoel van
weldadige rust, als al «le voorworpen
langzamerhand dezelfde tinten aannemen
en overgaan naar hel zwart, wanneer
de omtrekken al flauwer en flauwer
worden en alleen een schemerig licht
van de plaata waar de dagvorstin weg
zonk, het geheel voor een volkomen in-
eensraelting behoedt.
Zóó doet de duisternis vooral het
gezonde lichaam weldadig Aan, als de
taak voor dien dag is afgeweven en de
verkwikkende rust van den slaap wordt
gezocht in de stille ure van den nacht.
stellig gevaar loepen voor minder ge-
wenschte ontmoetingen.
Maar het is in de onstoffelijke wereld
□iet andera. Wij zullen het licht van
wetenschap en beschaving slechts tijde
lijk kannen tegenhouden. Op den daar
baten al onze pogingen ons niets. Joist
dat bewijst het verkeerde ervanhet
dwaze en ijdele van onzen strijd, die
vooral daaruit voortvloeit, dat wy, als
op zoo menig ander gebied, het licht
niet begrijpen. Dan gaan wy er ons
blind op staren, in plaats v«n het geeste
lijk oog langzaam en met verstand aan
zyn invloed te gewennen. Handelen wij
ook niet dwaas en gevaarlijk door met
alle geweld in de zon te willen staren
Zij verblindt en doet het oog pijn. Maar
is dat dan de schuld van het licht of
van ons zeiven
Het wachtwoordEr zy licht,
wordt nog steeds en ook tot ons ge
sproken. Niet in de beteekonis van het
gewijde verhaal, want licht scheppen
in den eigenlijken zin des woords kun
nen wy niet. Maar w y kunnen het wel
sterker doen wordenwy kunnen het
ook verzwakken en van zijn invloed
en vermogen beiooven.
Er is een aud^r zeer verheven woord,
dat spreekt van het plaatsen van licht
op een kandelaar of onder een koren
maat. 't Is een eenvoudig beeld, maar
juist daarom zoo treffend waar, en het
behoeft wol geen betoog dat het vooral
Dora wendde het hoofd af om den blos
te verbergen, die haar wang bij deze leu
gens begon te kleuren. Daarop ijlde zij
naar boven, knielde naast het bedje van
haar kind en verborg het hoofd in het
kussen, om de krampachtige snikken te
smoren, die haar gansche gestalte deden
sidderen, alsof zij de koorts
Den volgenden middag op 't bepaalde
sic
zijn zamer in t notel binnenkomen.
luierde vrouw
uur zag Pierre Stock een ges
ijn kamer in 't hotel bini
't Was Dora.
Na een in wanhoop en ellende door
waakten nacht kwam zij hem den prijs
brengen, op zijn zwijgen gesteld. Zij had
de juweelen verpand, haar op den trouw
dag door haar echtgenoot geschonken.
Met een driftigen zwaai wierp tij het bank
papier op tafel.
„Ge zijt betaald! Nu mijn brieven!"
„Je brieven? Voor *oo'n voddige dui
zend gulden? Kom, wees wijzer! Die brie
ven zijn minsten? het tiendubbele waard.
Neen, Dora! Die dingen bewaar ik als goud,
te meer omdat ik vanmorgen op een inval
ben gekomen, zóó prachtig, zóó uitlokkend
in één woord, dat ik dezen tot eiken prjjs
wil trachten tot werkelijkheid te maken.''
In de zedelijke wereld is de mensch
niet steeds een vriend des lichts. Groot
trouwens is het getal dergenen die hot
licht vreezen. Zij haten het niet zoo
zeer; maar zy dachten zyn invloed. Zij
meenen dat er niet te veel kennis moet
verspreid worden, dat de wetenschap te
ver gaat. Zij gruwen van al die ont
dekkingen, van al die nieuwere be
schouwingen en zouden zoo gaarne te
genhouden den vooruitgang van hetgeen
men gewoon is .vooruitgang" te noemen.
Waartoe toch? Licht geeft licht.
De bestemming van het licht is om ons
in staat te stellen beter en meer te
zien, Ie genieten, om de dingen juister
te beoordeelen. En even als een kaars
het vertrek beter verlicht indien wy ze
plaatsen op de verhevenheid, die wij
kandelaar noemen, zoo zijn ook kennis
en wetenschap, die immers beiden voort
spruiten uit dezelfde bron waaruit het
stoffelijk licht voortkwam, bestemd om
de menschheid duurzaam den weg te
«ijzen in de voor haar bestemie rich-
ting.
Als wij de stralen van het licht der
kaars tegenhouden door de wanden van
een korenmaat, dan zullen wyniitdan
m *t zeer gro »re moeite ons be weg n en
Dora zweeg. In de kamer daarnaast
werd een stoel verschoven, doch zij lette
er niet op.
„Je hebt een allerliefste stiefdochter, D >ra.
't Lijdt geen twyfel, of ik heb op haar
zoowel als op haar vader, tusschen twee
haakjes ook geen man, die het buskruit
zou hebben uitgevonden, een allergun-
stigsten indruk gemaakt. Mijn kansen staan
dus mooi. en naar aanleiding van dien heb
ik plan je stiefdochter te bevorderen tot
driftig tnSk Dora een stap nader. Dof
en Woos klonk haar stem. toen zy ant
woordde: mftn van Lucie, de man van
dat reiDe ^hu.d^ooze k^n tegen mis-
woord. ««wiooeen? D*4 *°u
HÜmt zou wigheid niet!"
del ijk ,iaI^zettdWaarlijk! Welnu, ik
■V ïfifïS» bedenktijd. Danspreken
geef Je J dezelfde zaak. Den dag %an
wij ®*erJ>iHk met Lucie ontvangt ge al
mijn huweiijt Den kent ge dus
uw brieve"1 ht, dat ik hier in Hol-
nu. With^ngfbrtSntje «ou vinden* Hoe
land *olk meester geworden, raadt
Dora Lock tot haar sprak, ver-
De 4000 nTÏeen greintje medelijden met
ried, dat ^^ijhet heilige voornemen
haar bad, d*4 pian te volvoeren.]
k;^-terdevervoigde haar pijniger:
MededcoSgSg H wU men zeg-
1 -OQtmoette a
gaut Hoe
Laat ons vrienden des lichts zyn.
DAn zal ons zedelijk leven langzamer
hand de reinheid van het licht aannemen.
Dan zal de wetenschap ons oog verhel
deren en onze geest in het goede spoor
houden.
Ons leven zij een beeld des lichts.
Eens komt de tijd waarin wij het op
onze aardsche loopbaan niet meeruoodig
hebben; het is dkn al* wij vermond
zyn van 's levens strijd. Maar juist als
wy ware vrienden des lichts zyn ge
weest, dan zullen wij met vreugde de
neigende avondschaduw des levens be
groeten, 't is 't schemeruurtje, waarin
de lijnen zich voor altijd samensmelten
en de kleuren zich mengelen tot een
wazig geheel.
Zalig schemeruurtje! We zien nog
eens de gansche lange dagtaak met haar
licht en duister. Zij is nu volbracht
en daarom s'eken we het licht niet
meer op, maar leggen ons ter ruste in
den slaap, die noodig is om eenmaal
de bron van het licht zelve te kennen.
Iliiitcnlaiitl.
Donderdagmiddag velde de krijgs
raad te Petersburg vonnis in zake het
geding tegen de samenzweerders om
den Czaar van het leven te berooven.
Nikitenko Sinjawski, alias Poerkin en
Naainof werden tot de doodstraf met
den strop veroordeeld. Van 4 beschul
digden kregen er 3 ieder 8 jaar dwang
arbeid en een 3 jaer dwangarbeid 5
andere beschuldigden werden tot ver
banning met gelijktijdig verlies van
burgerschapsrechten veroordeeld, ter
wijl 6 beschuldigden werden vrijge
sproken.
Woensdag is te Londen bekend ge
te Parijs een paar weken geleden een ouden
kennis van mij, dien ik uit het oog ver
loren en in een jaar of zes niet gezien had,
el ijk.
worden dat in Ierland weer 18 arres
taties geechied zyn. Onder de in hech
tenis genomen personen is ook Mac
Kenna, candidaat voor het lidmaat-
scliap van 't Lagerhuis in het district
South Longpoit.
Mac Kenna werd voor den politie
rechter geleid; hij verklaarde «lat de
Ierache politiek der regeering een op
stand tengevolge zal hebben. De gede
tineerde staat onder beschuldiging, den
18en dezer aan het hoofd van een me
nigte van 900 man, gevochten te hebben
tegen 20 politie-agenten.
De onderkoning van Ierland vreest
ernstige wanordelijkheden en heeft ver
sterking van politie gevraagd voor zes
graafschappen.
Volgens een bericht nit Berlijn heb
ben reservisten bij een legeroefeniag
van 'b morgens vier tot 's middags 1
uur moeten marcheeren. Onderweg vie
len 30i) man er by neer, 50 zijn er ern
stig ziek van en een is er aan bezweken.
Volgens een telegram uit Boedapest,
werd te Panad, in Hongarije, een ko
lonel, die met zijn troepen door het
dorp trok, door een Roemeensche school
meester beleedigd. Do officieren borgen
den schoolmeester op, waarna de Roe
meensche bevolking de herberg, waar
de officieren zich ophielden, bestormde.
De troepen gaveD vuur; twee man wer
den er gedood en zestien gewond.
Een eigenaardigen kijk op de toe
standen in den Kaukaaus geeft de vol
gende dagorder van den kolorel Neu-
gebauer, den militairen chef der Trans-
kaukasische spoorwegen
.Gedurende de eerste helft v&n dit
jaar zijn dertig spoorwegbeambten aan
de Transkaukasische lijnen een geweld-
dadigen dood gestorven. Daaronder be
vonden zich tien oudere beambten en
twintig jongere. Hoewel de gewone
verklaring voor dsrgelyke wandaden is,
dat de vermoording van dezen of genen
beambte het werk is geweest van een
of andere revolutionnaire organisatie,
is er gegronde reden om aan te nemen
dat <le meerderheid dezer misdaden
begaan wordt, om dienstplaatsen open
te maken. Opdat nu dergelyke wan
daden den bedrijvers ervan geen nut
mogen brengen, heb ik bepaald, dat
voor de benoeming op plaatsen, die
mochten opkomen door den geweldda-
digen dood van een beambte, voortaan
alleen ambtenaren uit Europeesch Rus
land. in aanmerking zullen komen. Iu
het vervolg moge men zich daarnaar
richten."
We vinden hier een bevestiging van
hetgeen we al meer gezegd hebbener
worden in Rusland in naam der vrij
heidsbeweging heel wat wandaden be
dreven, waarmede de ware vrijheids
mannen in werkelijkheid niets te maken
hebben. De laatsten moeten er intus-
schen voor boeten.
een zekeren Jacques Molé namelijk. Deze
bleek my ook een goede kennis te wezen
van uw stiefzoon, van dien heer, die voor
geeft geen F ranse h te spreken, maar die
deze taal toch drommels goed verstaat. Met
Molé schijnt uw stiefzoon nogal eens over
u te hebben gesprokende eerste wist mij
van u vrij wat te vertellen. Natuurlijk liet
ik hem babbelen, tot ik wist wat ik weten
wilde. Mooi of bizonder edelmoedig van
mij was dit mogelijk niet; maar ieder
mensch heeft zijn kleine eigenaardigheden
zrbn kon
nen, dat ik arm ben en dat ik dus moet
en gebreken. Zoo heb ik ook de müne.
Daarbij komt, dat mijn fortuin is verdwe-
zien. zoo goed en zoo kwaad als dit gaat,
aan de kost te komen. Begrijp je? Een
huwelijk met je bekoorlijke stiefdochter
is, vind ik, hiervoor nu de beete oplossing,
en derhalve
Dora richtte zich op in haar volle lengte.
Haar oogen fonkelden.
„Ik weet thans wat ik van je heb te
verwachten. Niets dan ongeluk en ellende.
Maar man stiefdochter zal je slachtoffer
niet worden! Voordat ik mijn toestemming
geef tot een huwelijk van haar met jou,
weet mijn echtgenoot alles."
Wie zal hem dat allee meedeelen
„Ik!"
„Tot! tut! Dit hebben er al zoo velen
gezegdmaar als 't aankwam op handelen,
kropen zij in haar schulp. Dan schaamden
zy zich te veel. Doch genoeg! Over vijf
weken hoor ik je antwoord. Je zult in dien
tnaschentyd wel tot andere gedachten zyn
gekorren. Ik heb thans geen tüd meer om
met je te praten. Adieu! Adieu, Dora!
Tot over vijf weken."
Met een spottend lachje op het gelaat
bleef Stock op den drempel zijner kamer
staan, tot Dora was beneden gekomen.
Toen wendde hij zich om.
„Och, 't is eenvoudig hier een herhaling
van de fabel: De vlieg en de spin. Dora
is de vlieg en ik ben de spin", mompel
de hn.
„Wat ben ik dan?" vroeg op 't zelfde
oogenblik een dreigende stem.
Onthutst keek Stock om en werd bleek
als een doode. Johan stond achter hem.
De volgende seconde lag Stock, getroffen
door een vuistslag in den nek, die hem
deed suizebollen, half beseffeloos op de sofa.
Voordat hij een beweging kon maken, had
Johan hem daarop een prop in den mond
gewrongen en hem aan handen en voeten
gekneveld.
..Wie zou nü de spin zijn, meneer Stock?"
Bedaard stak Johan het pakje banknoten,
dat nog op tafel lag. bij zich en boog zich
toen over zijn vijand heen.
..Waar zijn die brieven?"
Met woede in zijn blikken schndde Stock
het hoofd.
Een spottend lachje klonk van Johan's
lippen.
„O, wil meneer dit liever niet zeggen?
Komdit meent meneer stellig niet Let
maar eens op."
Fluks trok Johan den ander kousen en
schoenen nit en begon de voetzolen van
Stock zacht met de nagels te kittelen.
„Lekker, hè? Ja. dit wist ik wel",
zeide hij. terwql zyn vingertoppen voort-
Twee kreupelen, ieder met slechts
een been, zijn in zes weken van Mar
seille naar Parijs gewandeld, 't Was hun
daarbij niet te doen «m een reent d te
vestigen, zij had«ien een zending te
vervallen. Zy zonden onderweg een
onderzoek instellen naar de valsche
kreupelen, meest Italianen en Span
jaarden, gezond van lyf en leden, die
een gebrek voorwenden, en dus het
medelijden opwekken en geld binnen
halen, dat alleen de ware kreupelen
toekomt. De twee hinkers voorzitter
en secretaris van hst Verbond van
Kreupelen en Lammen te Marseille
hebben te Lvon, Dijon en andere plaat
sen, die zij langs kwamen, voor hun
vakgenooten lezingen gehouden over
de oneerlijke mededinging der schijn-
gebrekkigen.
De correspondent van de Daily Mail
te Tokio meldt: De schade die de stort
regens in Japan hebben aangericht,
neemt onrustbarende afmetingen aan.
In de provincie Gumma alleen, ten N W.
van Tokio, zyn meer dan 10,00J huizen
onder water gezet, 49 menschen ver
dronken, en worden 250 anderen ver
mist.
De Arakawa is 17 voet gewissen en
heeft het omliggende land in een mod-
derzee herschapen die alles meesleepte.
Vereeheidene groepen vluchtelingen
dreigen op de vluchtheuvels van ge
brek om te komen. Het spoorweg7er-
keer met Tokio is gestremd. De stra
ten in een stad aan de 8oemida zijn
in meren veranderd en boten varen
heen en weer om de menschen van de
daken te redden.
De steden in de provincie zijn er
niet beter aan toe. Men schat dat «laar
60,000 tot 70,000 menschen onbehuisd
zyn.
Het regent nog altijd door.
Volgens het Berliner Tageblatt is de
sedert 14 jaar in Dortmund wnonacli
tige mijnwerker Johan Ankoni, Neder-
landsche staatsburger en leider van de
christelijke vakvereenigingen, zonder
opgave van redenen uit het Pruissische
8 taats gebied gezet. Op de bij den rijks
kanselier >nge«liende bezwaren is af-
wijzend beschikt.
Een geneesheer van St. Petersburg
was te Ostende een bad gaan nemen,
na in een kamertje zijn kleederen en
zyn juweelen, eeu prachtig gou«len uur
werk met dito ketting te hebben ach
tergelaten, welk uurwerk hij in dank
voor bewezen diensten, eenige jaren te
voren ontvangen had van een groot
vorst Verder lagen daar nog een ring
van 1500 frank en een van 1000 frank.
durend sneller in beweging kwamen.
„Dit wist ik wel. Dit kunstje heb ik geleerd
van een Italiaan, ziet u. Deze pa«te het
gewoonlijk toe, als de een of andere vijan
delijke kampongbewoner niet vlug genoeg
zeggen wilde, waar hij zijn kostbaarheden
had weggestopt. Succes had hij steeds."
Een rilling en een zenuwschok voeren
Stock door de leden Hij wrong en kromde
zich als een slang. De oogen puihien hem
uit het hoofd, en als een waanzinnige rukte
hij aan ziin banden. Doch het schelkoord,
waarvan Johan zich bediend had om Stock
te knevelen, was te sterk; het brak niet.
„Wil meneer thanB antwoord geven?"
vroeg Johan, toen de marteling een minuut
of vijf bad geduurd.
Stock was een bezwijming nabij. Flauw
knikte hij ja.
Johan trok hem den prop uit den mond.
„Als je schreeuwt, mol ik je! Pasop!
Waar zijn die brieven?"
„In miin reistasch."
Johan had ze reeds.
„Nu opgebiecht 1 Wat heb je met die
vrouw uit te staan gehad?"
„Dit zeg ik niet."
„Niet?"
Onder den fonkelenden blik van zijn
vijand kromp Stock ais een worm ineen.
„Niet?" herhaalde Johan. „Moet ik dan
nogeens met dat middeltje
„O, neen, neen! In Godsnaam niet. Ik
zal spreken."
,,'t Is je geraden."
Than? volgde er een van die geschiede
nissen vol jammer en tranen, zooalsdiein
het leven van eokele vrouwen voorkomen.
190T
i)
stellig nimmer. plotseling ijskoud.
(Slot volgt.)