el Land van flensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Vogelbescherming.
TUYKA.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 2604. W oensdag IS December.
19Q7.
FEUILLETON.
UND VAN alten*-
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elk* regel
meer 71/# ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Door de „Nederlandsche Vereeniging
tot Bescherming van Vogels" is een
propagandaboekje uitgegeven. Daar het
geschreven is door den heer Jac. P.
Thijsse, een groot vogelkenner, die zoo
onderhoudend van zijn gevederde vrien
den weet te verhalen, kan het niet an
ders of het fraaie geschrifje laat zich
prettig lezen. Bijzonder belangwekkend
lijkt ons wat de schrijver zegt ten be-
tooge, dal vogelbescherming is een zaak
van volksopvoeding. Met toestemming
van het bestuur ontleenen wij daaraan
het volgende:
„Wanneer de menschen de vogels
slechts kenden, dan zouden zij ze lief
hebben en bewonderen en de liefde,
die zoo vindingrijk is, zou een over
vloed van maatregelen weten toe te
passen om hun bestaan te verzekeren.
Gelukkig zijn de eerste stappen in
de goede richting reeds gedaan. In den
woningnood der holbewoners wordt voor
zien door het plaatsen van nestkastjes.
De Rijksbebossching gaat daarbij zoo
actief te werk, dat zij vaak de kastjes
al ophangt eer nog het bosch mans
hoog is. Aan lange staken hangen de
huisjes boven de lage dennetjes, die
zoodoende reeds onmiddellijk kunnen
profiteeren van den zuiveringsdienst der
gevleugelde zangers.
Maar er gebeurt nog lang niet ge
noeg. Het ligt voor de hand, dat in
gemeente-plantsoenen en parken het
voorbeeld dient gegeven te worden, doch
daar is het nog treurig mee gesteld.
Dat er eens in een gemecnteraadBzit
ting van vogels wordt gerept, behoort
tot de allerhoogste zeldzaamheden. In
sommige particuliere tuinen wordt ech
ter reeds prachtig gewerkt.
Van deze nestkastj^s profiteeren de
meezen, klevers, spechten, draaihalzen,
spreeuwen, roodstaartjes ringmusschen
en ook wel lijsters en vliegen vangertjes,
maar voor de vogels, die op den grond
broeden en in struik en struweel, wordt
weinig gedaan.
Toch zou hier het nuttige met het
aangename te vereenigen zijn door het
aanleggen van vogel bosch j es, bestaande
uit dicht en doornig struikgewas, op
plekken waar de bodem vrij kan blij
ven van schoffel en hark. Er bestaat
voor dit doel een ruime keuze van
ireai blcsiende heesters en daaronder
zijn er, die in 't najaar mooie, voor de
vogels, eetbare vruchten dragen.
Een prachtig voorbeeld hiervan werd
(11.
Die gedachte kwam altijd en altijd weer
terug den geheelen nacht; haar eerste wer
kelijke genegenheid voor het kind ontkiem
de, wel is waar, onder pijn en tegenstand,
maar toch kwam zij. Er viel haar eene oude
geschiedenis in, die ze ergens gelezen had.
Eene koningin, die het doodvonnis van
haar geliefde geteekend had, zat tien dagen
lang met haar vinger in den mond en beet
er op zonder een woord te spreken den
avond van den tienden dag stierf zij. Zij,
die haar eigen doodvonnis moest veilen,
zoude ook wel wenschen neer te zitten en
in haar vinger te bijten en dan te sterven.
Toen de morgen begon te grauwen, was
er nog geen besluit genomen, maar de konin
gin met haar vinger in den mond speelde
haar zóó door het hoofd, alsof zij zelf die
koningin was.
VII.
m eene ontmoeting met Michael te ont-
;en, liet zij den volgenden ochtend zeg-
dat zij niet aan het ontbijt kwam, en
len middag broeide zij nog over het
•telijke: „Ben ik het: is zij het?" tot
eens haar vader binnenkwam, stralend
van geluk.
„Hoe zie ik er wel uit, Thyra?" klonk
zijn vergenoegde vraag.
onlangs gegeven op een der schoonste
buitens bij Bloemendaal. Een zuidhei
ling in 't duin werd aan haar kruin
beplant met een dichte haag van hulst
en taxis, die de noordenwinden keert
Tusschen 't eiken kreupelhout zijn ge
plaatst vele meidoorns, lijsterbessen, kor
noeljes, rotspeer, aronis, vogelkers en
andere prunus-soorten, benevens struik
jes van thuja, juniperus en chammae-
cyparis. Brandnetels en bramen worden
er ook gaarne geduld, terwijl een klein,
groengeschilderd observatiehuisje, be
groeid met klimop en wilden wingerd,
den vogelminnaar gelegenheid geeft tot
rustig waarnemen. Natuurlijk is de
drink- en badplaats niet vergeten.
Reeds binnen eenige weken na de
stichting van dit vogelbosch bevatte één
der thuja's een prachtig bastaard-nach-
tegalennest en 't lijdt geen twijfel of
de vogels en hun vrienden zullen van
deze stichting nog veel genoegen on
dervinden.
Dergelijke boschjes kunnen worden
aangelegd niet alleen in parken en tui
nen, maar ook langs spoorwegdijken,
in waardelooze hoeken, op kruisings-
punten en als de beschaving weer
wat verder is langs de gewone wan
delwegen zelve.
Dit is een zaak, waarmee rekening
dient gehouden te worden bij den aan
leg van villaparken en tuinsteden. Vo-
gelboschje8 zijn voor de waarde van
een terrein van even veel belang als
waterpartijen en wandelwegen.
Nu moet men niet meenen, dat deze
dingen alleen in 't groot kunnen wor
den uitgevoerd. Neen, zelf in 't klein
ste tuintje kunnen nestkastjes bewoners
krijgen en waar eenige tuintjes aaD
elkander grenzen, kan bij onderlinge
overeenkomst der betrokken bewoners
een vogelboschje worden gevormd.
In 't klein kan vogelbescherming
worden uitgeoefend, maar ook in 't
groot. Het mooiste voorbeeld is wel het
werk der „Vereeniging tot behoud van
Natuurmonumenten," die vlak bij Am
sterdam het Naardermeer kon reservee
ren, een ruimte van 700 H.A. water,
bosch en rnoerag, gewijd aan de plan
ten ew asn de tegels. Zulke asylen
behootren tot stand te komen door het
heele land, en ieder die het goed meent
met de vogels verleene zijn steun aan
die Vereeniging.
Behalve woning behooren we aan de
vogels ook voedsel en drank te verschaf
fen, vooral gedurende den winter. Heer
lijk was het om te zien, hoe in de
laatste sneeuw- en ijsweken hier in
„Hoe u er uit ziet, vader? Wel juist als
altijd. Is u er op uit geweest met Narrifas
„Niets van Narrifas! Ik zie er uit als
iemand, die op vrijers voeten gaat. En ik
ga ook uit vrijen, uit vrijen om jou. Er is
er een, die met kracht en geweld met je
wil trouwen, en die zegt, dat hij er in 't
geheel niet zoo zeker van is of jij wel wilt.
Maar ik weet, dat je wilt, voegde hij er
lachend bij. Ik ben een slimmert, en ik
weet wat ik weet."
„Mijn goede vader" viel Thyra in, „u
wilt alléén mijn geluk, dat weet ik, maar
hier zijn verschillende hinderpalen."
„Hinderpalen! En ik dan? Ben ik ook
geen hinderpaal, een hinderpaal om neen
te zeggen? Daar komt nu de zoon van de
vriendin mijner jeugd, die ik sedert zijn
geboorte niet gezien heb, en daarom wil
ik hem nu voor goed ziennu laat ik hem
niet meer los. Zoo in ééns een grooten,
langen zoon te krijgen, dat is precies iets
voor mij 1" en hij wreef genoeglijk zijne
handen.
„Het was mooi gedacht van zijne moeder,
hem zelf u het bericht van haar dood te
laten brengen," zei Thyra, om toch ook
wat te zeggen.
„Ja, zij heeft in haar geheele leven nooit
iets anders gedacht of gedaan, dan wat
mooi en goed is. Niet alle engelen zijn in
den hemel, niet voor de helft! En nu wor
den jij en haar zoon een mooi paar! En
dan gaan wij allemaal de wereld in, zijn
wereld, de heele familie. Daar zal Narrifas
schik in hebben. Je weet nog niet eens
wat voor een vader je hebt. Ik heb ver
zen gemaakt! Kon je het mij aanzien? Ik
ben niets meer of minder dan een vage
bond!"
Bloemendaal ieder huis zijn peosion:
naires had. Yan 's morgens vroeg tot
's avonds laat kwamen meezen, rood
borstjes, bastaard-nachtegalen, merels,
zanglijsters en koperwieken hun voedsel
zoeken of drinken en badeniederen
dag dezelfde vaste klanten met af en toe
oen zeldzamen gast, een appel vink, een
kramsvogel of een mistellijster.
Een zeer eenvoudige maatregel, doch
van groot belang is, de afgevallen bla
deren tot in 't late voorjaar te laten
liggen voor lijsters en andere insecten
etende vogels.
Deze vogelverzorging in het huisgezin
is ten der machtigste factoren voor
rationeele vogelbescherming. Niet alleen
komen de weldaden den diertjes onmid
dellijk ten goede, maar de kinderen
die er toe medewerken en de bekoorlijke
tooneeltjes aanschouwen, zullen warme
sympathie gaan gevoelen voor de vogels
en nooit nestverstoorders worden.
In duizenden bij duizenden huisge
zinnen evenwel wordt niet naar de vogels
getaald en daarvoor is het noodig, dat
de school te hulp komt.
Eigenlijk spreekt het van zelf, dat
de school medewerkt tot bescherming
der vogels. Volgens de wet up het Lager
onderwijs toch moet er les gegeven
worden in kennis der natuur en nu
bestaat er werkelijk voor kinderen geen
mooier en belangwekkender tak van
natuurlijke historie dan de kennis der
vogels. In een dorp, waar de onder-
wyzers ornithologen zijn en de lust
bezitten om de kinderen van hun kennis
mede te deelen, daar kunnen de vogels
gerust zijn en daar slijten de modisten
niet veel veertjes.
Ik ken wel zulke dorpen, maar niet
veel. Ook ken ik honderden onderwij
zers en onderwijzeressen, en daar zijn
ook wel echte natuurvrienden onder,
maar voor verreweg de meesten is de
kennis der vogels niets dan een onbe
langrijk onderdeel van de dierkunde,
die weer een onderdeel is van het vak
kennis der natuur, dat weer een van
de vele vakken is, waarin men examen
moet doen
Ook vergen de taal- en spelregels en
de nuttige haud werken voor meisjes zoo
fee] tijd, dat er voor wandelen en van
de natuur genieten haast geen ge lege Ü-
heid gevonden kan worden.
De goede onderwijzers halen ter wille
van hun leerlingen later wel in, wat
ze om de examenstudie hebben moeten
verzuimen, en wie het nu met vogel
bescherming goed meent moet het hun
gemakkelijk maken om hun doel te
bereiken.
Zoo komen wij tot het voornaamste
middel van vogelbeschermingversprei
ding van kennis.
Het. ware te wenschen, dat de „Ver
eeniging tot Bescherming van Vogels",
voor dit doel de noodige middelen bezat
ot dat de Regeering het werk ter hand
wilde nemen. Wordt bij de opleiding
van onderwijzers en onderwijzeressen
voldoende aandacht geschonken aan het
vogelvraagstuk Zijn in de arrondisse-
ment8-bibliotheken in voldoend aantal
aanwezig de boeken, die handelen over
de Nederlandsche vogelwereld Zijn op
de scholen goed gekleurde platen van
de meest voorkomende vogels te vinden
Kunnen de kinderen zelf in 't bezit
komen van weinig kostbare afbeeldingen
jen boekjes over vogels? Bestaat er ge
legenheid, dat zij enkele malen met
hun onderwijzer in de natuur zelve de
vogels zien en hooren
Wij zouden deze vragenreeks nog
kunnen voortzetten, maar vergenoegen
ons er mede, te verklaren, dat hier het
hoofdmoment ligt der vogelbescherming
en der dierenbeschermingin hetalgemeen.
Wanneer de scholen doen wat zij
kunnen, dan wordt over vijf en-twintig
jaar geen enkel nest meer uitgehaald
en dan zal niemard zich meer behoeven
te ergeren aan de domme barbaaisch-
heden, waarvan de vermelding alleen
nu soms een schrijnend wee geeft aan
de beminnelijkste der harde noodzake
lijkheden van onzen tij 1 „De Bescher
ming der Vogels".
„Alkm. Ct."
BuKenlaud.
Volgens de laatste geruchten, die
over het morganatisch huwelijk van
koning Leopold van België gaan, zijn
er uit dezen echt niet een, maar reeds
twee kinderen gesproten. Zij zal blijven
wonen in het kasteel Lormoy te Vil-
lefranche bij Parijs. Welke haar afkomst
is, is onbekend. Maar het heet, dat zij
bij gelegenheid van de huwelijksvol
trekking op het paleis te Laeken, een
1 adelsbrief heeft ontvangen en de toe
stemming tot naamsverandering. Sedert
haar huwelijk heet zij barones Vaughan.
De Weener Neue Freie Presse heeft
een feuilleton over koning Leopold,
waarin wordt bstCOgd; dat de Koning
1 niet meer normaal is. Dit stuk wijst
op de hebzucht van den Koning om
de opbrengst van den kaoetsjoekoogst
naar zich toe te halen, op zijn bouw
woede, een verschijnsel, dat zich eer-
tijds ook bij den koning van Beieren
heeft voorgedaan, zijn laatste liefdes
avontuur en dat aanhoudend trekken
van Parijs naar Brussel en van Brussel
naar Parijs, de ongehoorde hardheid
tegenover zijn dochters.
Wie weet of koning Leopold dit
feuilleton van de Neue Freie Presse
niet smakelijk aan vrouw en kinderen
voorleest?
„U, vader?" zeide zij glimlachend. „Op
de heele Noordsche kust vindt men geen
werkzamer man! Wie heeft u zoo rijk ge
maakt U zelf. Dat is dan toch een won
derlijk soort van vagebond.
„Daar heb jij geen verstand van! Ik
moest wel werken, want ik wou geen armoe
lijden, van armoe heb ik een afschuw, en
als zoo'n vagebond eens wat aanpakt, dan
doet hij het niet met handschoenen. En de
vagebondsnatuur kreeg ook wel voedsel
soms. Ons tjord- en zeeleven is een door
loopend avontuur, iederen dag gevaar voor
leven en bezittingen, iederen dag iets nieuws.
Zoo iets maakt geen geregelde menschen;
maar nu heb ik vooreerst van die soort
van avonturen genoeg, en ik verlang naar
iets anders. Jij trouwt en dan gaan wij
allemaal naar het land „van de citroenen."
Wees maar gerust, ik zal niet altijd om
de jonggetrouwden heendwarrelenik heb
Narrifas, en wij tweeën zijn gewend ons
op ons eigen houtje te amuseeren.
„Dat kunt u ook zonder jongetrouwden",
zeide Thyra droevig. „Wij kunnen met ons
drieën plezier hebben".
„Zonder Michael? Dank je wel! Zon
der hem heb ik geen plezier! Heb ik dan
nooit een zoon gehad en daar heb ik
genoeg over geklaagd nu heb ik er een
gevonden, en dien houd ik vast. Je wilt
mij toch geen verdriet doen? Je zegt zelf,
dat het voor mij niet te pas komt verdriet
te hebben. Ik heb maar ééns in mijn
leven verdriet gehad, toen ik hem verloor,
mijn pr ^noren, mijn zeebonk!"
Hij stn -'"ne oogen,
en het Toen be
gon hij
„Wees nu een goed k /ra! Heb
ik je wel ooit geplaagd, die 10 jaar sedert
Frederik weg is? Er zijn er 6 om je ge
weest, zegge zes, de helft om jouw mooie
oogen, de helft om de mijne, dat wil zeggen
om mijn geld." „Om de waarheid te zeggen,
kon ik ze ook geen van allen uitstaan.
Maar nu is het een ander geval. Michael
is naar mijn zin! Alle duivels, wat een
schoonzoon krijg ik daarZoo verschillend
van Frederik, als of ieder op een andere
planeet geboren was, maar juist daarom
houd ik van hemNiemand heeft te pro-
beeren op hem te willen lijken, op mijn
luitenant, mijn hartelap! Ik zie hem nog
voor mij, zooals hij het fjord kwam in
zeilen. Hij stond midden in zijn schuit
flink en trotsch als een prins. Dat ik
dien jongen niet vergeten kan!"
En hij stampte op den grond.
„Ja, ik kan het wel. Geef mij Michael
voor schoonzoon, en hij is vergeten. Dat
is een zoon waar ik mee voor den dag
kan komen. Niet zoo knap als Frederik,
maar je wordt warm als je zijne oogen
ziet. Hij is juist zoo'n vagebond als ik
zelf en het bliksemt in zijn hoofd van ge
dachten En al beroemd ook met zijn
jonge jaren! En geld heeft hij ook genoeg.
Ik vroeg hem laatst in vertrouwen of hij
niets noodig had, maar hij bedankte mij
vriendelijk, hij had het laatste jaar meer
verdiend, dan hij gebruiken kon. Daar
krijg je respekt voor! Maar ik zou hem
als schoonzoon willen hebben al was hij
arm als Job; ik kan wel een schoonzoon
te eten geven, wel twee als het moet, maar,
dat hij het zonder mijn geld kan doen,
doet mij pleizier om zijnentwil; ieder vol
wassen man moest zijn eigen geld fabri-
ceeren, dat geeft merg in de ruggegraat.
Een Londensch blad verneemt uit
Hongkong, dat in de districten welk*
ten noordoosten van Hongkong op het
vasteland zijn gelegen, ernstig gevaar
dreigt voor een opstand. De oogst is
in die streken hetzij geheel hetzij ge
deeltelijk mislukt. Bovendien zijn de
genoemde districten bekend als hroei-
plaatsen van anarchie en anli-dynas-
tische woelingen. In Haïfeng zijn aller
lei opruiers aan het werk, die trachten
een opstand teweeg te brengen.
De toestand van onrust ca opwinding
is het ergst in de zuidelijke provincies,
ofschoon daar al het mogelijke wordt
gedaan om de orde te herstellen. Groote
benden oproerlingen loopeu het land
af; zij worden nagezet door rijkstroepen,
die bevel hebben, de roovers uit te
rooien. Reeds hebbben talrijke gevech
ten plaats gevonden.
Engeland is Zaterdag door een ster
ken storm bezocht, vooral in het Zui
den. Op de kust heeft hij twee droe
vige ongelukken veroorzaakt. Op Scilly
is de Thomas A. Lawson, een schoener
van 4900 ton met zeven masten, op de
klippen vergaan, en zestien man zijn
er bij omgekomen. Slechts de kapitein
en nog twee of drie man behielden er
het leven bij. Het groote Amerikaau-
sche schip had een stoommachine aan
boord voor het hijsehen vaD de zeilen
enz. en kon daardoor met een kleine
bemanning uitzeilen. Maar misschien
is die kleine bemanning zijn ongeluk
geweest. Niet lang geleden is het schip
nog eens in een storm erg gehavend.
Het was nu van Philadelphia met een
lading petroleum op reis naar Londen.
Te Sheerness is een stoombarkas, die
matrozen van een oorlogsschip naar
land bracht ze gingen met Kerst
verlof naar huis vlak bij den wal
omgeslagen. Acht man verdronken er
bij.
Te Tonyrefail in Zuid-Wales is er
Zaterdagmiddag een ontploffing in een
kolenmijn geweest, waarschijnlijk van
dynamiet, waarmede een ploeg mijn
werkers bezig jfas. ZëS lijken en vijf
mannen, di§ 110g leefden maar bewus
teloos waren, zijn uit de mijn gehaald,
's Avonds vermiste men nog drie of
vier man.
Volgens de laatste berichten uit Noor
wegen ligt de sneeuw op het hooge
berggedeelte van den Bergen-spuorweg
En een rijke vrouw moet geen armen man
nemen, want die moet de rente betalen in
geduld. Dus kind, dat geeft bruiloft hier
„Spreek niet van trouwen tegen mij,
vader, ten minste vandaag niet!" riep Thyra,
die onder al dat praten haar laatste restje
zelfbeheersching verloren had.
Hij keek haar verbaasd aan.
„Waarom die heftigheid! Ik ken mijn
bedaard meisje niet meer."
„Vraag het mij niet, vader. Bedenk, dat
ik dertig jaar ben."
„En hij achtentwintig. Is het dat wat
er in den weg staat?"
„Ja, het meeste."
„Loop heen! Je ziet er uit als 20. Dat
komt omdat je al je leven zoutwaterlucht
hebt gedronken, van toen je op de wereld
kwaamt af. Dat is wat anders dan zoo'n
peterselie-blaadje van een stadsjuffertje. En
het kan geen kwaad, dat je den tijd gehad
hebt om behoorlijk al je verstand bij el
kaar te krijgen. Zoo'n kunstenaarschuit
heeft ballast noodig. Alle kunstenaars heb
ben hier een tekort en hij wees op ziin
voorhoofd een, die in de wolken 1 eft,
en een, die haar vaetenopden grond heeft,
dat wordt een prachthuwelijk. Ergo: je
neemt hem."
Thyra, die onder zijne laatste woorden,
voor haar zeldzame teekenen van ongeduld
had gegeven, riep bijna schreiend:
„Martel mij niet, vader 1 Spreek daar
niet over, nu ik kan het niet uithouden 1"
„Wat houdt je niet uit? Spreek duide
lijk, ik begin mijn geduld te verliezen!"
„U dwingt mij iemand te verraden, die
ik niet verraden mocht; het is of ik een
vlinder wondde."
EENE VERTELLING VAN MARIE COLBAS.
(Wordl vervolgd.)