zoo boog op sommigen punten van
vijf tot zeven meter dat er geen
denken aan is nog van 't jaar den
«poorwe* te openen. Vrijdag was men
van het station Aal westwaarts gaande,
met een trein tot Tonga, 13 K. M. ten
W. van Haugastol gekomen, maar tot
Finse was de weg door de sneeuw ge
heel versperd.
De sneeuw is ook in andere deelen
van Noorwegen zoo onverwachts en in
zoo groote hoeveelheid gekomen, dat
er veel graan, vooral haver te velde
bedolven is.
De Koningin-weduwe van Saksen is
Zondagochtend tegen vier uui overle
den.
Sinds eenige dagen is er een critieke
toestand op de Turksch-Montenegrijn-
sche grens en in verband daarmede is
de verhouding tusschen beide landen
min of meer gespannen. De berichten
spreken elkander echter tegen. Volgens
berichten van Montenegrijnsche zijde
zouden de Turksche troepen het grond
gebied van eenige Montenogrij nsche
dorpjes hebben betreden en zou er dien
tengevolge een schermutseling hebben
plaats gehad. Volgens de berichten uit
Turksche bron zouden Montenegrijnsche
soldaten een Turksch blokhuis hebben
overvallen. De Porte heeft haar zaak
gelastigde naar Cettinje gezonden om
«tappen te doen tot het doen ophouden
der vijandelijkheden en het bewerken
van de bestraffing der schuldigen.
Volgens berichten van Montenegrijn
sche zijde duren de schermutselingen
cp de grenzen intusschen voort. Men
vertelt, dat de Turken 1400 man en
de Montenegrijnen 4000 mm langs de
grens hebben samengetrokken.
President Roosevelt heeft ambtelijk
bericht ontvangen, dat de vloot gereed
is om den tocht naar den Stillen Oceaan
te aanvaarden. Op alle oorlogsschepen,
die van de armada deel uitmaken, zijn
'e Japansche koks, oppassers enz. ont
slagen en door negers vervangen-
Er wordt zoo iets gemompeld van
8pionnage-gevaar.
De Daily Telegraph verneemt uit
New York het volgende:
„De directies van 65 spoorwegstelsels
in de Vereenigde Staten, d. w. z. van
feitelijk alle Amerikaansche spoorwegen,
hebben besloten, de loonsverhooging
van 10 pet., geëischt door op één na
alle vakbonden voor spoorwegmannen,
te weigeren.
Dit besluit zal echter pas einde De
cember aan de spoorwegmannen worden
bekend gemaakt, na het congres der
spoorwegdirecties, dat te New York
wordt gehouden, op welk congres de
redenen tot weigering nader zullen wor
den gepreciseerd.
Het is echter de vraag of de spour-
wegrnannen, met het oog op de veran
derde tijdsomstandigheden, wel zullen
gevolg geven aan hun plan om, indien
hun eischen niet mochten worden in
gewilligd, tot staking over te gaan."
Een Bcrlijnsche handelsfirma heeft
op een offerte, gedaan aan een huis te
\Varschau, het volgende antwoord ont
vangen.
„Ik kan in het geheel niet ingaan
op u voorstellen, want alle kooplieden
in War chau en het koninkrijk Polen
nëuoën i^lóterTr^u goederen meer
te betrekken uit Pruisefi^envoora1- niet
uit Berlijn.
„Dit besluit is uitgelokt door de
schandelijke onteigeningswet, die bij
den Pruisischen Landdag is ingediend.
Wij willen met een natie, die op zóó
lagen trap van beschaving staat, niets
meer te maken hebben."
Reuter seint d.d. 15 dezer uit Teheran
het volgende: „Twee winkeliers zijn hier
onlangs door soldaten vermoord. Leden
dér volksvertegenwoordiging en anderen
hebben vandaag geprotesteerd tegen
uitstel van de terechtstelling der moor-
dienaars.
Tengevolge daarvan is het ministerie
afgetred n.
Met het oog op de dreigende houding
van de menigte zijn aan de lijfwacht
van den Sjah en aan de troepen van
het garnizoen scherpe patronen uitge
reikt.
Aan bovenstaand Reuter-telegram kan
nog het een en ander worden toegevoegd.
De moordenaars van de beide winke
liers waren behoorlijk herkend en in de
gevangenis gezet. De makkers der ge
detineerde soldaten boden aan, geld
bijeen te brengen, teneinde hen onder
»orgtocht te doen vrijlaten. Maar de
familieleden van de verslagenen, en ook
de parlementsleden, drongon er op aan
dat de moordenaars zouden worden te
rechtgesteld. Ook werd er door de par
lementsleden bij den Sjah op aangedron
gen dat Saad-ed-Dowlé en dp aanvoerder
der lijfgarde zouden worden ontslagen.
Men verdacht di#, hélden ervan te heu
len met de jyijahden der constitutie.
De aTgetneene verwarring nam nog
*loor het aftreden van het ministerie.
Bjah beantwoorde dezen zet op krasse
Je Hij liet den gouverneur vauSjiras,
km Sultanfl, en den oud-gouverneur
Trabis, Nizaru-el-Moelik, evenals
den afgetreden minister-president en
den minister van binnenlandscke zaken
in hechtenis nemen. Dit bracht de op
winding het toppunt. Het volk stroomde
Zondagmiddag naar het gebouw der
Nationale Vergadering en verzamelde
zich voor de daarnaastgelegen moskee.
De menigte wilde niet naar huis gaan.
Priesters hielden toespraken, die tegen
de dynastie gericht waren er werd thee
rondgepresenteerd en niemand dacht er
aan, naar huis te gaan. Inmiddels had
den de parlementsleden een krassen
brief opgesteld aan den Sjah.
Een later telegram van Zondag aan
de Times behelst dat de reactionairen
in Teheran zich op een plein hadden
verzameld, terwijl de mannen der volks
partij waren bijeengekomen in een mos
kee.
Weer iets later werd aan hetzelfde
blad getelegrafeerd, dat straatgevechten
begonnen waren.
Het city-blad wijdt nog eenige be
schouwingen aan deze gebeurtenissen;
het gelooft dat in Perzië de revolutie
is uitgebroken.
Nog ernstiger is wat het Havas-agent-
schap uit Konstantinopel kabelt. Het
komt nl. hierop neer, dat een deel der
grensbevolking in het noordwesten van
Perzië zich verklaard heeft vóór de
Turksche heerschapijij.
Uit Teheran wordt d.d. 17 dezer ge
meld
In overeenstemming met de door het
parlement aangenomen motie, is er gis
teren door het Perzische volk een ma
nifest tot de mogendheden gericht, waar
bij medegedeeld wordt, dat de jonge
Sjah, onder den invloed van personen,
die gewend zijn aan het oude despotische
stelsel, de grondwet schendt en zijn
afzetting daarom noodig is. Het manifest
doet een beroep op alle naties der wereld
om het Perzische volk te steunen in
de verdediging van zijn rechten.
De hongerkunstenaar Ricardo Sacco,
wiens ware naam Gustav Naujock is en
die vroeger letterzetter te Elborfeld was,
was onlangs in zijn geboorteplaats een
hongerkuur van 47 dagen begonnen.
Maar ze hebben hem gesnapt, terwijl
hij bonbons at, liem door zijn bewaker
verschaft.
Maandag werd uit Tandzjer gemeld
Moelai Hafid is door den Iragna-
stam, 30 K.M. van Marrakesj aange
vallen en verslagen; de verliezen zijn
onbekend. Vele belangrijke stammen
in die streek weigeren nu Moelai Hafid
te erkennen.
Dwars door het Australische vasteland,
van noord naar zuid, zal een spoorweg
aangelegd worden, die een geheele om
wenteling zal brengen in het verkeer
in dat werelddeel. Niet de geheele spoor
weg behoeft aangelegd te worden, daar
hij in het zuiden reeds tot Oodnadotta
(1088 K.M.) en in het noorden tot Pine
Creek (320 K M.) in bedrijf is, doch
beide gedeelten zijn doode lijnen, die
niet de bedrijfskosten opbrengen. Daar-
tusschen ligt een ruimte, ter breedte
van bijna 2000 K.M., welke nu gevuld
zal wordeD.
Het binnenland van Australië, waar
door de spoorweg gelegd zal worden,
is meest een regenlooze woestenij. Het
ergste gedeelte is het westen, tusschen
den 120 en ISOsten lengtegraad. Bij de
nadering van den 140sten graad wordt
het land iets frisscherde zandige harde
bodem is bedekt_met het êTgèriata-cïige
Australische struikgewas.
Het bijna geheel ontbreken van bron
nen, regen, vlietend water en grasland,
bemoeilijken de doorsnijding van deze
woestijn buitengewoon. Wel is waar
wordt de in de dalen der grootere stroo
men groenende plantengroei zelfs dan
nog voortgezet, wanneer geen water meer
in het rivierbed aangetroffen wordt:
hoe verder men echter in de woestijn
doordringt, desteminder wordt die plan
tengroei, de rivieren krimpen tot beekjes
in, de boomen verdwijnen en droog, kaal
rotsland, eindelooze woeste berg- en
heuvelreeksen verschijnen op de water-
looze vlakte.
Ondanks de groote moeilijkheden, zal
de ontzaglijke onderneming van den
spoorweg dwars door dit werelddeel nu
ter hand worden genomen.
Volgens een telegram uit Bombay is
er in Villupuram tusschen inlandsche
Christenen en Hindoes gevochten, we
gens een godsdienstigen optocht waar
tegen de Hindoes bezwaar maakten. De
politie, door de Hindoes met steenen
gegooid, gaf vuur en verscheiden men-
achen werden gedood of gewond. Uit
Madras gaan er troepen heen.
•tliriiieiiluiid.
Zaterdag heeft op de Rassen, bij
West Kapelle, de Engelsche driemast-
schoener Doris schipbreuk geleden.
Hierover wordt uit Vlissingen ge
meld:
Nadat Zaterdagmiddag de reddings
boot Koning Willem III geruimen tijd
bij het wrak had vertoefd, moest deze
boot onverrichter zake terugkeeren,
omdat de zee te hoog stond en het
wrak niet te naderen was. Men had
toen geen zekerheid of er nog men-
schen op het wrak waren, doch men
vermoedde dat dit wel het geval was.
Daarom werd besloten dat zoodra de
witid wat ging liggen, men opnieuw
zou trachten hulp te bieden. Inmiddels
nam de Arnemuidensebe visscher
Schroevers het koene besluit om te
trachten met zijn hoogaarts, verder be
mand met zijn vijf zoons, de schip
breukelingen, indien zij nog aan boord
waren, te redden. Daarom zeilde hij
Zaterdagmiddag de haven uit, doch
het mocht hem toen niet gelukken, als
een gevolg van de nog woeste zee, het
wrak te naderen.
De reddingsboot is ook nog Zater
dagavond derwaarts vertrokken, doch
de pogingen tot redding bleven tever
geefs. Des avonds laat, met hoog water,
ging de dappere visscherman Schroe
vers zijn pogingen om hulp te bieden,
herhalen. Zijn ranke vaartuig was ten
speelbal aan de nog steeds woeste baren
en het mocht hem den geheelen nacht
dan ook niet gelukken bij het wrak te
komen. Hij gaf het evenwel, trots zijn
schier hopelooze pogingen, niet op om
zoo mogelijk de in nood verkeerende
schipbreukelingen uit hun levensge
vaarlijke positie te verlossen; want in
tusschen was het zoo goed als zeker
geworden dat nog levende schepelingen
aan boord waren. Eindelijk, na den
strijd tegen de woedende elementen
maar steeds onverschrokken te hebben
voortgezet, zagen de dappere visscherlui
hun heldenmoed beloond met er in te
slagen drie der opvarenden, de kapitein,
stuurman en één matroos, te redden.
Toen was echter nog een man aan boord
en deze kon, met het oog op eigen
levensbehoud, niet door den visscher
worden gered. Toch moest natuurlijk
alles in het werk gesteld worden om
ook dezen schipbreukeling uit zijn ha
chelijke posbie te verlossen; daarom
werd nogmaals naar hier geseind om
de reddingboot. De Koning Willem III
is op dit bericht Zondagmorgen we
derom naar het wrak gegaan en ge
lukkig, men kon dezen Jaatsten schip
breukeling, die opgepikt werd, toen hij,
bijna zeker van zijn redding, in het
water sprong, behouden in de boo
brengen.
De uitgestane ontberingen ten spijt,
maken de geredden het over het alge
meen goed. Alleen hun voeten zijn
erg gezwollen.
Het schip is als totaal verloren te
beschouwen. Van de bemanning is de
kok verdronken, die uit wanhoop over
boord gesprongen schijnt te zijn.
Ware het niet dat de wind Zaterdag
tegen den avond eenigszins was gaan
liggen, dan zouden de schipbreuke
lingen zeker allen om het leven zijn
gekomen.
Een 17-jarig meisje, verpleegde in
een weeshuis te Rotterdam, had gene
genheid opgeval voor een jongmensch
van ongeveer gelijken leeftijd. Haar
verblijf in het gesticht stond echter de
verwezenlijking hunner plannen in dan
weg en daarom besloot zij te ontvluchten.
Aan dit plan werd op een der laatste
dagen van de vorige week gevolg gege
ven en 's morgens vroeg wist het meisje,
toen ze de kans schoon zag, zich onge
merkt te verwijderen.
Bij een bekende van den jongeling
stak het meisje zich in manskieeren,
liet het haar kort knippen, waarna het
tweetal zich te voet op wegjaeyaf naar
Den Haag, waar zij in een logement
intrek namen. In het gemeenschappelijk
onderhoud zou hij voorzien door het
uitoefenen van het beroep van straat
zanger.
Het romantische avontuur duurde
echter niet lang, want de Haagsche
politie, van het vertrek dier beide jon
gelui uit Rotterdam op de hoogte ge
steld, had weldra haar speurders erop
uitgezonden om de verblijfplaats der
jeugdige avonturiers op te sporen en
een rechercheur slaagde er spoedig in,
het tweetal aan te houden. Zij werden
naar de plaats hunner inwoning over
gebracht; blijkbaar was hun dit niet
zeer naar den zin, want aan de Delftsche
Vaart wisten zij hun geleiders te ont
snappen en sprongen beiden te water.
De jongeman werd spoedig op het
droge gebracht, doch de redding van
het meisje ging met zooveel moeite ge
paard, dat zij reeds bewusteloos was
voordat zij uit het water werd gehaald.
Eerst na langdurige toepassing van de
kunstmatige ademhaling slaagde men
er in de levensgeesten weer op te wek
ken. DeHaagschepolitiemannenzorgden
er toen voor, dat het tweetal op de plaats
van bestemming kwam.
Men meldt uit Santpoort:
Het geheimzinnige huis - aan den
Hagelingerweg, is Zaterdag in bijzijn
van den burgemeester geopend.
Men vond daarin een vervuilden boel
en op een tafel een bedrag van onge
veer f 30. Van menschen echter geen
spoor en ook overigens geen aanwijzing.
In den nacht van 2 op 3 Nov. 11.
werd ten huize van den landbouwer C.
Smit, te Koegras, diefetal gepleegd. Uit
een kast in de huiskamer werd oen
trommel ontvreemd, inhoudende f 2050
aan bankpapier en geld, benevens gou
den en zilveren sieraden. Thans is het
aan de Heldersche politie gelukt de
hand op de daders te leggen. Het zijn
de koopman S. K., aldaar, en de win
kelier A. G., te Koegras, die na een
langdurig verhoor eene volledige be
kentenis hebben afgelegd.
Ten huize van G. is door de politie
een portemonnaie met f 240, van den
diefstal afkomstig, in beslag genomen,
terwijl, op aanwijzing van de daders,
een sigarenkoker met f 600 aan bank
papier werd opgegraven uit den grond
achter de BassiDgracht. De trommel
met sieraden, die in het Koegras was
begraven, is eveneens teruggevonden.
Ten kantore van den gemeente-ont
vanger te Varseveld is dezer dagen een
valsch bankbiljet van f25 in betaling
gegeven. Het biljet is vrij goed nage
maakt, alleen het watermerk ontbreekt.
De politie te Delft heeft een valschen
gulden in beslag genomen van het jaar
tal 1901.
Het geldstuk is voortreffelijk nage
maakt en bijna niet van een echt te
onderscheiden. Zelfs het randschrift is
ten deele aangebracht.
De 's-Hert. Ct. maakt heden melding
van inbraken te Beek-en-Donk, Etten
en Breda (in de Chassé-kazerne). Bij
het eerste geval wordt f150 vermist.
Te Etten is pl. f40 ontvreemd en een
tweeloopsgeweer. De familie, die door
het gestommel van de dieven ontwaakte,
heeft twee manspersonen gezien die zich
vermomd hadden door zich zwart te
maken. Te Breda eindelijk was niets
van waarde te halen.
De drogist J. C. Halmmans de Jongh,
wonende le Pij nackerstraat te Rotterdam,
was voor de tweede maal gehuwd met
de weduwe Boerendonk, die uit haar
eerste huwelijk had den thans 20-jari-
gen kantoorbediende C. Boerendonk,
een oppassend jongmensch, werkzaam
op een meubelfabriek.
Wegens wangedrag van haar man had
juffrouw Boerendonk met haar zoon
sedert twee maanden de echtelijke wo
ning verlaten. Sedert dien tijd had De
Jong, ie zonder werk was, meermalen
bedreigingen geuit tot zijn vrouw, die
in dezelfde straat was blijven wonen.
Zaterdagavond om half zeven wachtte
in de Jacob Catsstraat De Jongh zijn
stiefzoon op, kwam hem ter zijde en
loste een revolverschot op het achter
hoofd van het jongmensch, die binnen
enkele seconden een lijk was.
Door burgers opgenomen, werd hij
gedragen naar den politiepost in de
Wiekstraat. De dader was doorgeloopen,
doch werd om halftien door drie agen
ten gearresteerd in een café. Hij was
half dronken en in het bezit van een
geladen revolver.
Bij een nader onderzoek, dat de po
litie in de woning van de Jongh in
stelde, zijn op den zolder nog vier
scherpe patronen gevonden en in be
slag genomen.
Sedert Zaterdagavond heeft de politie
nog verschillende getuigen gehoord,
waarbij er zijn, die voor den verdachte
zeer verzwarende getuigenissen afleggen.
Daarbij is een juffrouw, die eenige
passen achter den vermoorden kantoor
bediende liep, toen hij viel. Zij zag
dat de man, waarmede hij liep, plotse
ling iets uit zijn borstzak haalde en
dit op het hoofd van den verslagene
richtte. Terzelfder tijd hoorde zij een
knal en zag een vuurstraal, terwijl de
gene die schoot doorliep en even daarna
omkeek.
De gearresteerde Halmmans de Jongh
blijft ontkennen. Hij weet van niets.
Omstreeks 9 jaar geleden, hij was toen
al getrouwd met de vrouw, die hem
nu verliet, hij had een drogistwinkel
op den Hofdijk. In den nacht van
28 op 29 December, in dat jaar, brak
in dien winkel een hevige brand uit,
die oorzaak was, dat van de daarboven
wonenden een vrouw en twee kinderen
ih de vlammen het leven lieten. Met
de assurantiepenningen trok hij naar
's-Gravenhage en begon er een café.
Omstreeks 5 jaren geleden, keerde hij
uit 's-Hage terug eu werkte als na
schrijver of controleur op de schepen.
Elf weken geleden raakte hij door de
staking zonder werk. Om in zijn levens
onderhoud te voorzien verkocht hij,
nadat zijn vrouw hem verlaten had,
zijn meubilair stuk voor stuk eu ver
viel tot steeds grootere armoede. Hij
voelde zich ziek worden, werd levens
moede en vatte het voornemen op zich
van kant te maken. Zoo luid zijn ver
klaring aan de politie, waarbij hij mede
deelt Zaterdagavond na het verlaten
van zijn woning steeds rondgeloopen
te hebben om ten slotte in een bier
huis door de politie gearresteerd te
worden.
Van andere zijde wordt medegedeeld,
dat hij aan den vermoorden stiefzoon
steeds een hekel heeft gehad. De jon
gen, die altijd oppassend was, ging
aanvankelijk op een goede school, wat
hem te kostbaar was. De jongen moest
op een mindere s( hooi en ook dit wilde
hij niet meer betalen, zoodat de groot
moeder zich over den knaap ontfermde
en door het betalen van het schoolgeld
voorkwam, dat hij ten laatste op een
armenschool moest gaan.
Tol dusverre toont de gearresteerde
Halmanns de Jongh niet het minste
medelijden met zijn op zoo snoode
wijze vermoorden stiefzoon.
Zondagavond is te Osch een oppas
send jongmensch, Frans Vos, doodge
schoten door den oud-koloniaal M. v. U.
De dader beweert uit zelfverdediging
gehandeld te hebben. Hij moet namelijk
door den verslagene en andere personen
gesard zijn, later wilde men hem te lijf,"
waarop hij naar huis vluchtte. Zijne
vervolgers hebben daarop de deur willen
forceeren, waarop de beklaagde door het
raam een schot gelost heeft met het
bekende treurig gevolg.
De verslagene heeft een 40-tal hagel
korrels in borst en bovenarm gekregen.
De lijkschouwing heeft uitgemaakt, dat
het hart niet geraakt is, doch hij is
gestorven aan verbloeding in de buik
holte.
De dader is door de marechaussees
naar het huis van bewaring te 's-Bosch
overgebracht.
Zaterdagavond vrij laat kreeg de tap
per J. T. van der Bly, te Leiden, die
in den laatsten tijd uit oorzaak van
minnenijd dikwijls twist met zijn vrouw,
weder een hoog loopend geschil met
deze. De man begaf zich met een ge
laden revolver naar buiten, liep naar
de Maresingel en bracl it zich daar drie
schoten toe, één in de keel en twee
in het hoofd. Hevig bloedende kwam
hij nog thuis, doch zakte toen ineen.
In hedenkelijken toestand is hij naar
het Academisch ziekenhuis vervoerd.
Naar aanleiding van eene werkstaking
zal de heer J. Regout te Maastricht de
fabriek definitief stop zetten, en het
bedrijf niet meer doen voortgaan.
VERSLAG van het verhandelde in de
Gemeenteraadszitting van Woudrichem van
Zaterdag 14 December.
Afwezig de heer de Bosson. Voorz. de heer
P. Verhagen.
De voorzitter opent de vergadering met
den wensch de belangen der gemeente be
sproken zullen worden op een wijze die de
burgers tot tevredenheid stemt, en hoopt
voor de raadsleden en zichzelven daartoe de
noodige kalmte.
Hierna worden door den Secretaris voor
gelezen de notulen der vergaderingen van
16 en 28 Nov. welke onveranderd worden
goedgekeurd.
De Voorzitter zegt, wij zullen met de
krant beginnenop verzoek leest nu de Sec
retaris uit de Prot. Noordbrabanter van 16
Nov. een adres voor gedateerd 18 October,
hetwelk het gemeentebestuur van Almkerk
heeft gezonden aan Z.Ex. den Minister van
Waterstaat om gunstiger tariefsbepalingen
en voorwaarden voor de bediening van het
veer Sleeuwijk-Gorincbem te verkrijgen.
Het gemeentebestuur van Almkerk bad
aan dat te Woudrichem verzocht het adres
bij den Minister te willen ondersteunen.
De Voorzitter zegt: aangezien onze gem.
bij de bediening van het veer te Sleeuwijk
weinig of niet is betrokken, en er hier een
zeer goede, met vroege en late dienst is,
bestaat er geen reden het adres te steunen.
De raad ging hiermede akkoord.
Van het gem.-bestuur te Almkerk een
verzoek om onverwijld den weg van Wou
drichem naar Almkerk in een betere toe
stand te doen brengen. Is niet binnen 14
dagen aan dit verzoek voldaan, zoo zal aan
Ged. Staten bericht worden gezonden.
De Voorzitter deelt mede, volgens een
heden ontvangen rapport, dat de weg in
een vrij goeden staat is gebracht door grint-
stortingen en afsteking der kanten; het
rapport meldt echter ook van te weinig
werkkrachten en de noodzakelijkheid van
meer grint. De Voorzitter merkt verder op,
dat om dezen tijd van 't jaar de wegen
overal modderig zijn, en er reeds gedaan
is wat gedaan kon worden, hetwelk ook
aan de gem. Almkerk zal Derfchl warden.
De heer Wierckx vindt het niet aange
naam uit het rapport te hooren er te wei
nig werkkrachten zijn. Het onderhoud van
den weg is aangenomen werk.
De Voorzitter geeft dit toe en zegt dat
de klachten zouden vallen op den wegwer
ker-aannemer.
Ingekomen is een adres van Mej. H.
Kingmans-Kamper, die tot haar leedwezen
door ongesteldheid en op medisch advies
genoodzaakt is aan den raad te verzoeken
om eervol ontslag als onderwijzeres.
De Voorzitter betreurt ten zeerste dit
verlies voor de school en roemt haar als
eene uitstekende onderwijzeres, hecht zijn
volle goedkeuring aan haar verricht werk
en stelt voor een hoogst eervol ontslag te
verleenen.
De heer Kole wil er nog bijvoegen voor
de vele en goede diensten der gem. be
wezen.
Het ontslag wordt tegen 1 Jan. 1908 op
de meest eervolle wijze verleend.
Besloten wordt direct eene oproeping te
doen voor een onderwijzer(es) op minimum
salaris.
Van Ged. Staten is ingekomen een kleine
nota van aanmerkingen op de gem. rek.
1906, welke ter afdoening gesteld wordtin
handen van B. en W.
Van den heer N. A. M. Kalkman een
adres, waarin hij zich beklaagt over onbil
lijke behandeling bij de inkwartiering on
dervonden, daar de burgemeester geen tij
dige kennisgeving heeft gedaan; ook bi*^
B. en W. was een soortgelijk adres ingezon
den, welke beide adressen worden voorge
lezen. De heer Kalkman doet daarin zijn
beklag, dat men hem geen onderofficier
had mogen zenden, en komt nu bij den
raad in beroep om die gedane inkwartiering
te vernietigen, de onkosten te doen dragen
door den Burgemeester, en 't verzoek dat
andere geen dergelijke handeling overko
men.