Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. TIIYItA. Geen verkeerde hulpmiddelen. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2704. Woensdag 22 Januari. FEUILLETON. 1908. IAWD VAN ALTENi VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer P/% ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. In een vorig artikel bespraken wij het hoogst belangrijk onderwerp der werkloosheid. Het betreft hier een le vensbelang voor het volk en vooral ook de pers is verplicht de middelen, welke duurzaam tot verbetering zouden kunnen leiden, op te sporen en te on derzoeken. Voor het tegenwoordige kun nen echter die middelen niet baten en daarom is het geen wonder, dat men zich zelf tracht te helpen en bedenkt dat men nog handen aan het lijf heeft en het volstrekt niet noodig is om te leven van de openbare liefdadigheid. Men zal elders een nieuw vaderland opzoeken, daar waar de markt nog niet overvoerd is en de menschen elkaar niet verdringen. Het is zoo velen ge lukt. In het midden der vorige eeuw is er ook een tijd geweest, toen het algemeene wachtwoord wasnaar Ame rika! Velen hebben daar werk en brood, sommigen zelfs fortuin gevonden. Thans is het algemeene wachtwoordnaar CanadaWaarom zouden wij dat woord niet tot het onze maken? Over die gebeurtenissen uit het mid den der vorige eeuw zullen we maar zwijgen. Die iets meer van de geschie denis weten, weten ook welk droevige gevolgen die landverhuizing toen vaak heeft gehad. Maar we willen toegeven dat de tijden anders zijn. Men komt gemakkelijker in die verre streken; men komt er ook ie's gemakkelijker weer vandaan, 't Is geen wildernis waar men aankomt; de aanraking met de menschen is grooter; de bestuurorga- nisatie beter. Intusschen, bij slot van rekening gaat men er toch slechts heen, omdat er werk in overvloed te vinden zou zijn. Nu, als dat zoo isals het zoo is. Weet men het met zekerheid, b. v. door briefwisseling met bloedverwanten ot vrienden, die in het vreemde land reeds gevestigd zijn Of weet men het soms uit de courant, dat wil dan zeg gen, het eene of andere in zekere cou rant opgenomen of verspreide bericht? Men deelt ons mede dat een Amster- damsch passagebureau het bericht heeft laten verspreiden dat er in den laatsten tijd in Canada ook vee! onrust op fi nancieel gebied heerschte en vele on dernemingen dientengevolge gedwongen waren de werkzaamheden te verminde ren maar dat de handel nu zijn ge- woone verloop hernomen had en dat zij, EENE VERTELLING VAN MARIE COLBAN. (20. Het is geen wanhopige meer, die daar zit op dien s+eenzij heeft het hare gedaan, nu is het haar of een ander ook het zijne moet doen. Een bliksemstraal verscheurt de duisternis, de geheele aarde schijnt een lichtend lijkkleed. Daaronder wordt hare jeugd begraven I Het onweer is nu op zijn hoogst. Het is vreeselijk, maar prachtig. Zij beeft er niet voor. Ha! wat is dat? Een bootZij komt nader I Het is niet haar vader's groote boot, het is niet haar wit schuitje I Hij is het, zij ziet hem maar haar ziet zij niet! Waar is zij? Waar is zij Hu breekt door de woedende golven, als had hij de kracht van tien mannen. Zij moet in de boot zijn, als hij zooveel kracht heeftZij is in de boot Thyra ziet haar niet, maar zij weet, dat zij er is. En weer komt het over hare trillende lippen „Gij hebt mijne gelofte, Heere! Als zij gered is, geef ik haar alles, wat eens het mijne was!" De boot ligt aan de brug. MagdalenaMagdalenaroept Thyra en strekt haar armen uit. Michael buigt zich neer in de boot en tilt haar op. Zij is niet bewusteloos, want zij ziet naar hem en naar Thyra; het lange haar is losge gaan en omhult haar als een mantel. Hij draagt haar naar het strand. Thyra, die haar van hem over heeft genomen, wil het druipnatte kind naar binnen dragen. Daar landt juist haar vader. die wilden emigreeren, dit in Maart of April moesten doen, omdat dan de ge wone gunstige omstandigheden zijn te ruggekeerd. En nu vernemen wij, dat er vrij wat zijn, die zich opmaken om het er in 't voorjaar dan maar op te wagen. Hier is het toch niets, en, zooals gezegd, ze hebben handen aan 't lijf. Welzeker, en met die handen gaat men er heen om er iets te verdienen. Ja, vrienden, zoo is het met die pas- sagebureaux volmaakt hetzelfde. Die ondernemingen verdienen ook graag watmaar misschien daarom is de vraag niet zonder beteekenisWie heeft het nu aan het rechte einde? Zoo'n passagebureau ofde Nederlandsche Staatscourant" Want de „Nederlandsche Staatscou rant" vertelt precies het tegenoverge stelde. En, we weten immers allen wel, dat de regeering hoegenaamd geen be lang bij de zaak heeft en hare berich ten en mededeelingen zich uitsluitend gronden op de officieele opgaven van volkomen betrouwbare personen. 't Eenige is maar, dat die korte be richtjes in de Staatscourant, door andere bladen natuurlijk in het algemeen be lang overgenomen, zoo vaak niet wor den opgemerkt. Althans, men hecht er zoo groote waarde niet aan. Daarom moet het publiek er opzet telijk op attent worden gemaakt. Het moet niet als een bagatel wor den opgevat, wanneer de regeering ben, die voornemens mochten zijn als landverhuizer naar Canada te gaan, dit ten sterkste ontraadtomdat de con sul-generaal te Toronto uitdrukkelijk heeft verklaard, dat op het oogenblik in genoemd land een buitengewoon groot aantal personen zonder werk is. Precies hetzelfde dus als in Holland maar hier kan men ten minste nog hulp in den nood verkrijgen. En, in den vreemde? 't Is 't beste, daarachter maar een heel groot vraagteeken te zetten. Ja zegt men; maar, het Leger des Heils dan Dat raadt toch ook de land verhuizing aan en helpt zelfs Maar weet men dan wel zeker dat dit nog zoo is? Wij meenen precies het tegenovergestelde te kunnen verze keren. Wy laten in het midden of in dat uitgestrekte gebied het land haast voor niemandal te krijgen is; maar met, land koopen is b.v. de ambachtsman niet gebaat. En dan, in onzen tijd is de werkman die een paar honderd gul- Mijn kind, mijn kind, Magdalena, Narrifas! was zijn verrukte uitroep, toen hij haar levend voor zich zag. En in storm achtige blijdschap drukt hij haar hoofd tegen zijn borst. Laat eens kijken of er wel behoorlijk leven in je is! En hij drukt haar, draait haar rond, bevoelt haar, of er ergens ook een lek is. Neen, een beetje bleek om den snavel, maar geen averij, niet het minste gebrek I Dat mag ik zien daar herken ik mijne opvoeding aan. Mijn boot kwam vlak achter de zijne, ging hij voort, zich tot Thyra wendend, maar hij roeide harder dan mijne twee beste roeiers. Nu heb ik respect voor de kunst, èn nu ben ie mij nog tienmaal liever, mij n zoon En hij drukte en schudde Michael's hand, dat zij kraakte. De oude man was zoo aangedaan, dat de tranen niet ver meer waren, en om niet te schreien lachte hij. Maar het meiske is druipnat, ging hij voort, dat arme, lange haar drijft! Precies een watervogelZich vermeten met zoo'n weer op zee te gaanMaar wat heb je vandaag? en hij hief haar gebogen hoofd op. Je lacht in 't geheel niet, je vertrekt je mond niet eens! Je gelooft toch niet, dat ik boos ben? Je weet immers, dat ik je precies hebben wil zooals je bent, met al je kapriolen. En hij trok haar aan haar oor. Ik geef je zelfs verlof om nog eens in het water te vallen! Onkruid vergaat niet. Narrifas heeft al wel honderdmaal in zee gelegen en is er altijd weer uitge- krabbeld. De laatste verklaring was tegen Michael; de oude man was zoo gelukkig, dat hij onmogelijk zwijgen kon. Maar dit is te gek, op zee te gaan in zoo'n woedenden storm! Naar binnen met je, juffrouw Ma- leneAls ik kwaad ben heet ze Ma- lene ook het laatste was voor Michael den heeft overgespaard, al een heele baas. Hij kan het met dat geld een kort poosje aanzien. Maar hoevelen zyn er niet, die slechts met groote moeite het boog noodige bijeen kunnen krijgen om te komen waar ze wezen willen? Het „Handelsblad" maakt een con tract openbaar, dat een Rotterdamsch kantoor tracht te sluiten met arbeiders, die worden aangemoedigd om te treden in dienst van den aanleg van den Grand Trunk Pacific Spoorweg. Yolgens dat blad sluiten zy, die zich daartoe laten overhalen, een hoogst onzekere verbin tenis, die de menschen als 't ware aan de Maatschappij vastkoppelt. Die men schen betalen voor de reis f 104, ter- wyl de scheepsagenten van haven tot haven hoogstens f72 berekenen. Een feit is het, dat men juist nu alle mogelijke middelen in het werk stelt, om de menschen tot verhuizen over te halen. Immers, men moet het yzer smeden terwyl het heet is? Worden de toestanden met het voorjaar hier weer wat beter dan is de lust er af en kunnen die ondernemingen niet zooveel meer verdienen. Maar in hoevele ingezonden stukken in verschillende bladen treffen wy niet klachten aan van menschen, die, wy willen niet zeggen bedrogen werden, maar dan toch bedrogen uitkwamen terwyl slechts een enkele, in wat gun stiger omstandigheden geplaatst en met by zonder veel energie en weerstands vermogen, kon slagen. Aan de werkloosheid, zoolang zy be staat, zullen wy onze volle aandacht en belangstelling schenkenmaar evenzeer zullen wij blyven waarschuwen tegen blykbaar verkeerde middelen en tegen de lokstemmen, die ons het bekende versje van den vogelaar in herinnering brengen. De politie moest de kettingen verbreken om de vrouwen weg te kunnen brengen. Uit Tandzjer wordt gemeld: Raisoelie heeft geweigerd Moelei Hafid als sultan te erkennen. De Daily Chronicle weet mee te dee- len, dat te Aldershot een vliegtoestel voor het Engelsche leger in de maak en bijna klaar is. Dat zou dan de eerste militaire aëroplaan wezen. Ittiiteiilaml. Volgens een telegram uit Melbourne lijdt heel Australië onder groote hitte. Bijna overal is het ruim 100 graden F. in de schaduw; en de thermometer is er tot 119 gr. in de schaduw gestegen. Verscheiden menschen zijn aan zonne steek bezweken. Ook komen er vele boschbranden voor. De kiesrechtvrouwen hadden er Don derdag te Londen iets nieuws op ver zonnen. Ze hadden intusschen kettingen en sloten meegebracht en daarmede bevestigden zij zich aan het hek voor het ministerie, waar de kabinetsraad gehouden werd en zij betoogen wilden. bestemd. En hij nam zijn lieveling in zijn armen, en droeg haar lachend naar binnen. De anderen volgden. Met haar gewone kalme overleg had Thyra gezorgd, dat er vuur was aangelegd op de kamers waar de druipnatte menschen zich moesten verkleeden; want de lucht was na het onweer sterk afgekoeld. Zij zorgde voor Magdalena als eene moeder; zij drong haar ook een paar uur te gaan slapen, hoewel zij volhield in het geheel niet moe te zijn; hetgeen echter niet ver hinderde, dat hare oogen zich sloten zoodra het jonge hoofd in het kussen was gedrukt door twee vriendelijke handen; het lange, natte haar werd om haar heen uitgebreid, als een aureool zooals men ze ziet op oude schilderijen. Ach, de verlorene was niet zij, die daar sluimerde in haar gloriekrans; de verlorene was zij metde vriendelijke handen. Zij zeide het in stilte, maar de zucht die de gedachte volgde, was de zucht van een sterke, die begrijpt wat het zeggen wil goed te zijn. Goedheid in dien zin, is zeld zamer op aarde dan het genie. XII. Terwijl Magdalena sliep ontmoetten Thyra en Michael elkander in de tuinka mer. Misschien zochten zij elkander, want zij kwamen gelijk binnen. Zij wenkte hem plaats te nemen bij den haard, waar het eerste vuur van dit jaar was aangelegd. Hij zag bleek. Thyra was misschien nooit in haar leven zoo schoon geweest. „Nu, mijn vriend, zal ik je mijn ant woord geven," was haar eerste woord te gen hem. Te Munchen kwam Zaterdagmiddag een jonge Russin bij de Bayrische Bank een biljet van 500 roebels wisselen. De beambte keek de lijst van gestolen bil jetten na en ontdekte dat de banknoot in Juni 11. bij een overrompeling van een geldkonvooi te Tiflis gestolen was. De Russin werd daarop in hechtenis geno men. Uit een bij haar gevonden briefje bleek, dat er 's middags met den trein uit Parijs twee Russen zouden aanko men, die zij aan het station had willen opwachten. De twee Russen kwamen inderdaad met de trein mee en wer den dadelijk ingerekend. Zij hadden ook veel goud en biljetten bij zich, die van terroristische diefstallen en overrompelingen afkomstig schijnen te zijn. De Canadeesche regeering heeft een kennisgeving gepubliceerd, waarin wordt meegedeeld, dat met ingang van 1 Ja nuari 1909 de voorrechten, welke tot dusver, wat betreft de toelating tot de kustvaart werden genoten door de on derdanen van verschillende Europeesche staten (waaronder ook Nederland), wor den ingetrokken. Na genoemden datum zullen alleen Britsche schepen de kust vaart mogen uitoefenen in de Cana deesche wateren. Dit besluit van de Canadeesche re geering i3 het gevolg van het ageeren door New-Foundlandsclie en Nieuw- Brunswijksche kustvaarders tegen de mededinging, hun aangedaan door Euro peesche schepen. De onafhankelijke arbeiderspartij in het Engelsche Lagerhuis heeft Zaterdag op een vergadering te Hull met alge meene stemmen een besluit aangeno men, waarin zij een ouderdomspensioen alleen aannemelijk verklaart indien het op 65-jarigen leeftijd (en bij lichamelijke ongeschiktheid vroeger) aan allen zonder onderscheid wordt toegekend, er geen bijdragen voor geëischt worden en het geld ervoor verkregen wordt niet uit indirecte belastingen, maar door directe belasting op groote inkomens. Te Quaregnonis is Zondagmorgen een mijnramp voorgekomen, in schacht num mer 5 van de kolenbeddingen van le „Wat heb je mij te zeggen? Je oogen lichten „Wat ik je te zeggen heb? De geheele waarheid. Het is in ons land de gewoonte het beste te verzwijgen. Nu zal ik andersom doen. Er zijn er twee hier in huis die je liefhebben. De liefde van de eene kwam langzaam om nooit te vergaan, die van de andere viel als een vallende ster in haar hart, dat nog te jong is om zijn eigen ge heim te kennen. Wie kiest ge van de twee?" „Dat kun je vragen?" riep hij sterk ont roerd. „Ik ben een man van eer." „Ik verwachtte dat antwoord, maar hoor nu het mijne. De weg van de eene gaat opwaarts, die van de andere afwaarts. Ik ben degene wier weg afwaarts gaat en daar aan mag je jonge leven niet verbonden worden. De andere zult ge liefkrijgen, wan neer ge haar nog niet reeds liefhebt. Neen, wend je gezicht niet af, er is niets om over te kleuren, ik, ik verklaar je vrij van schuld." „Twee hebben mij lief, zegt ge. En als dan de eene mijn vrouw is, wat wordt er dan van de andere?" Er was zooveel ernst in zijn stem toen hij die vraag deed, dat een verwarrende gedachte weer door Thyra's hoofd schoot. „Als ik het toch was, die hij liefhad!" Zij wist op dat oogenblik, dat zij zijne liefde kon winnen, zoo niet heden, niet morgen, dan toch als zijne vrouwmaar Magdalena Was het een oogenblik stil geweest na zijn vraag, haar zwijgen duurde niet lang. Niet alle helden zijn op het oorlogsveld en zij antwoordde moedig: „Wat er van de andere wordt? Je trouw ste vriendin. Vertrouw op haar." Word mijn vrouw Thyra", riep hij met een warmte, die den strijd voor dat arme Flénu. Er zijn 19 slachtoffers, waaron- onder 8 dooden. Zes mijnwerkers werden terstond gedood, twee kwamen kort na de ramp om het leven, van eenige ge wonden is de toestand hoogst ernstig. Wat den aard van de ramp betreft heeft men eerst gedacht aan mijngas- ontploffing. De slachtoffers blijken ech ter meerendeels het leven te hebben verloren door kolendampvergiftiging. Dit schijnt te wijzen op plotseling in brand geraken van steenkoolstof, zooals dit in de Belgische mijnen wel meer voorkomt. Blijkens een later bericht ziju er 10 personen gedood en 28 gewond. Bij den aanleg van den spoorweg van Peking naar Kalgau, de eerste groote lijn, die de Chineezen zonder vreemde hulp leggen, is een tunnel ingestort. Er zijn 180 menschen omge komen. De Chineesche regeering had herhaalde waarschuwingen aangaande de onbedrevenheid van de Chineesche ingenieurs in den wind geslagen. Nu zal er wel verandering in het toezicht komen. Drie mijnwerkers, die sedert 4 De cember in de Alpha-mijn in Nevada (V. S.) opgesloten waren geweest zijn thans bevrijd. Zij waren op van de zenuwen en mochten met niemand spreken. Te Luik is een 25-ja,rige Vlaming aangehouden, dien men voor den moor denaar van de kleine Anna Belot te Brussel houdt. Volgens gerucht zou de Fransche re geering besloten hebben, met het oog op alle gebeurlijkheden de bezettings troepen te Casablanca nogmaals te ver sterken. Te Marseille worden daar.oor reeds transportschepen gereed gehouden. Te Luik is het Zaterdag en Zondag tot ernstige vechtpartijen gekomen tus- schen studenten, die den 35sten ver jaardag hunner club vierden, en andere studenten, welke het bun lastig maak ten, waarbij verscheidene gewonden zijn gevallen. De politie, die met 15 man versterkt was, kon de orde niet hand haven en bracht een aantal personen in arrest. Bij de Zaterdag te Petersburg voort gezette behandeling van het proces in zake de overgave van Port Arthur kwam het tot een hevigen twist tussehen de generaals Stoessel en Smyrnoff, welke laatste ontkende dat generaal Stoessel aan de gevechten en de verdediging van Port Arthur heeft deelgenomen en beweerde, dat hij niet anders heeft gedaan dan niet uit te voeren bevelen hart, dat zich offeren moest, bijna boven- menschelijk maakte. „Ge zijt mij lief en ik eer je, zooals ik slechts mijne moeder geëerd heb. Geloof mij, je kunt gerust aan nemen wat ik je bied." „Maar haar zang heeft je hart gestolen. Zoolang je geloofde, dat ik het was, meende je mij lief te hebben. Nu is het anders. Zonder het gevaar waarin zij verkeerd heeft, zou je je misschien niet bewust zijn, wie van de twee je liefhebt. Nu weet je h"t!" Hij keek in het vuur zonder te antwoor den, en nu was het eene pijnlijke stilte, angstiger dan de vorige. Thyra's hart bonsde: hij had het kind lief! Dat was op eens de vernietigende zekerheid. Zij had het tot nu toe zich altijd gezegd, maar het eigenlijk nooit geloofd. Die twijfel had- haar sterk gemaakt. Nu is er geen twijfel meer. Er is niets met zekerheid gezegd, maar de zekerheid is er: heb iemand lief en ge verstaat zijn zwijgen, ge hoort zijn harteslag. „Je zwijgen is mijn antwoord," zeide Thyra, die zich overwonnen heeft. „Maar laat mij je gerust stellen, laat niets dezen tijd voor je verduisteren, die altijd als een lichtend punt in je herinnering moet zijn. Mijn strijd was gestreden reeds voor dat je zwijgen mij antwoord gaf; ik heb je reeds lang weggegeven aan haar, aan haar, die zonder het te weten, je een van die harten heeft geschonken, die maar eens liefhebben, aan haar, die zonder u, haar hoofdje zou laten hangen tot het eind van haar leven, als een kleine bloem al geknakt nog voor zijn geheel ontloken was. Er leven in ons land vele zulke bloemen. Ge lukkig degene, die er ten min 'te ééne kan redden! Ik red de mijne, red haar voor u, mijn vriend." Wordt vervolgd). VI VI

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1908 | | pagina 1