lel Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard
Trouw als goud.
Verkeerde rechtsbegrippen.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 2710. Woensdag 4 Maart. 19QS.
FEUILLETON.
'c^ Ihm VAN alten^
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege
meer 7ys ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
III (Slot).
In verband met het slot van ons
vorig opstel, waar wij echtgenooten
aanraden, niet te verzuimen elkander
bij testament het beschikbaar gedeelte
hunner nalatenschap te vermaken, rijst
de vraag hoeveel bedraagt dit gedeelte.
Welnu, worden er kinderen uit het
huwelijk geboren, dan bedraagt dit ge
deelte al spoedig niet meer dan een
vierde, namelijk zoodra er drie kinde
ren zijn. Zijn er minder kinderen dan
bedraagt het de helft of een derde.
Intusschen mag men niet vergeten
dat, wanneer de langstlevende echtge
noot voor een deel, al is het ook een
klein deel, in de nalatenschap van den
eerststervende mede-gerechtigd is, deze
nog meer direct belanghebbende is bij
de regeling van den boedel, dan wan
neer hij alleen krachtens huwelijksge
meenschap opkomt.
Opmerking verdient het dat de echt
genooten, om een testament te maken,
hetzij ten voordeele van elkander,
hetzij van een derden persoon, elkander
niet noodig hebben. Wanneer de vrouw
om een uitersten wil te maken de be
williging van haren man noodig had,
dan zou het geen vrijwillige daad meer
wezen.
Het deel waarover de wet de vrije
beschikking toelaat, kunnen echtgenoo
ten dus aan bloedverwanten of vreemde
perspnen vermaken, met voorbijgang
van echtgenoot en kinderen. Dit laat
ste zal wel niet licht voorkomen. Wel
komt het voor dat, wanneer echtgenoo
ten reeds bij den aanvang van het
huwelijk elkander bij testament het be
schikbare deel vermaakten, één hunner
daarvan later, wegens veranderde ver
houding, spijt gevoelt. Maar dit is juist
het voordeel van een testament, dat
men het ten allen tijde weer herroepen
kan. Ieder der echtgenooten kan dit
doen zonder den anderen. Ook in dit
geval heeft de vrouw dus de bewilli
ging van haren man niet noodig en
zij kan zich dus, desnoods buiten zijn
weten tot een notaris begeven, zoowel
om een testament te maken als om
het te herroepen.
Nu en dan hoort men nog al eens
spreken over onterven. Eigenlijk be
staat dit niet; want men erft pas bij
iemands dood. Eerst dan krijgt men
wezenlijke rechten, die niet meer kun
nen ontnomen worden.
ROBERT BUCHANAN.
(7
„Ik zal aanstonds inspannen," liet Dou
glas hooren, „Elspeth, wil jij Miss Hethe-
rington even helpenin een paar minuten
ben ik terug."
En het lampje opnieuw ontstekende,
dat de oude Elspeth nog altijd in de hand
hield, verliet hij het vertrek. De oude
vrouw knielde neer, om de jonge dame
behulpzaam te zijn bij het aantrekken van
haar schoenen en kousen, die inmiddels
nagenoeg droog waren geworden.
„Jé bent een best, oud zieltje, hoor!"
lachte het meisje. „Je had kamenier moe
ten zijn, Elspeth. Maar vertel mij eens,
houdt Mr. Douglas geen andere bedienden?"
„De Laird? Neen hij is zijn eigen
bottelier en kamerdienaar en zijn eigen
stalknecht en koetsier. Wat hij nu doet?
Wel hij spant zijn paard in, heteenige
paard dat hij heeft een leelijk, ruig
dier, dat alleen zadel en teugel wil dulden
wanneer de Laird o' Douglas hem die op
en aanlegt."
„Maar dan is hij zeker erg arm
„Arm? Weineen!" antwoordde Elspeth,
de tweede kous aantrekkende. „O, Miss,
wat een mooi zacht velletje hebt u. En
Toch zijn er gevallen waarin de wet
bet niet aan iemand overlaat, aan wie
hij zijne goederen zal nalaten. Er zijn
bepaalde personen, die een zeker deel
moeten erven. Deze personen noemt
men legitimarissen.
Alle bloedverwanten in de rechte
linie, namelijk kinderen en hun afko-
melingen, ouders en grootouders, heb
ben in alle of in sommige gevallen
recht op zulk een bepaald deel, dat wij
legitieme portie" of wettelijk erf
deel noemen; kinderen en verdere af-
komelingen hebben zulk een recht
altijd.
Het overige wat dus niet legitiem
is, kan een erflater geven aan wie hij
wil. Dat overige" noemt men het be
schikbaar deel.
Broeders en zusters, heele of halve
dan, en verdere bloedverwanten in de
zijdlinie, zijn geen legitimarissen. Zij
worden wel tot een zeker deel van de
erfenis geroepen, ten minste in ver
schillende gevallenmaar wat de wet
hun toekent kan de erflater bij testa
ment aan een ander geven. Broeders
en zuster dus, die geen andere bloed
verwanten hebben, erven van elkander
voor zoover de overledene geen andere
beschikkingen heeft gemaakteene be
paling die niet algemeen bekend en
soms niet van hardheid vrij te plei
ten is.
Er kunnen zich zeer goed gevallen
voordoen, waarin het wel wenschelijk
zou wezen, dat ouders ten aanzien hun
ner nalatenschap eenige meerdere macht
bezaten. Zij kunnen soms te voren be
rekenen dat de erfenis aan een hunner
kinderen geen geluk zal aanbrengen
dat deze het niet behoorlijk beheeren
en wellicht tot armoede vervallen zal.
Is dit kind bepaald een verkwister, dan
zal hij na de meerderjarigheid onder
curateele kunnen worden gesteld, maar
dit gaat volstrekt niet altijd op. Kon
het erfdeel van het kind nu toch wor
den gesteld onder voortdurend beheer
en administratie van daartoe bij testa
ment aangewezen personen, zóó, dat de
rente alleen aan het kind werd uitbe
taald, dan was de zaak spoedig gevon
den maar dit kan alleen geschieden
ten aanzien van het beschikbare deel
en niet met betrekking tot de legitieme
portie.
Het vermogen om eenige bepalingen
te maken omtrent hetgeen met de na
latenschap geschieden zal, is den erf
genaam evenwel niet ontzegd. Een vader
kan b.v. voorzien, dat na zijn dood ver
schil zal ontstaan over de wijze van
verdeeling zijner goederen tusschen zijne
wat een mooi voetjeprecies als gemaakt
voor Asschepoester's muiltje. U is zeker
van de Hetheringtons van Lochryan, niet
waar?"
„Ja, Elspeth, en ik ben ook familie, heel
in de verte, van dat meisje Annie Hethe-
rington, over wie in die oude ballade ge
sproken wordt. Je weet toch wel?" En
opspringende, met warme kousen en droge
schoenen aan de voeten, begon zij te zingen.
„Lieve goedheid," riep Elspeth uit, de
handen bewonderend in elkander slaand.
„Wat een wonderlijk meisje bent u toch,
Miss. Een half uurtje geleden zat u daar
bleek en ziek; en nu zingt u als een lijster
en kijkt zoo blij uit uw oogen als een Mei
morgen
Effie lachte en klopte de oude vrouw
schertsend op den schouder.
„De storm is voorbij, oudje waarom
zouden de vogels dan niet zingen?"
III.
Nog geen tien minuten waren verloopen
of Douglas stond al weder in de keuken.
„Miss Hetherington", zeide hij, „als u
klaar is
Effie was klaar en was blij ook, dat zij
kon heengaan zij sprong op en keek rond
naar haar mantel, dien de Laird inmiddels
gehaald had en haar om de sehouders hing.
Terwijl zij dit deed verwonderde Douglas
er zich over, dat de levende trekken van
het meisje zoo spoedig en zonder eenige
zichtbare reden, van uitdrukking konden
veranderen. Toen hij binnen kwam lag
er een zonneschijn van vroolijkheid over
haar gezicht en nu was die glans op een
maal verdwenen en scheen het, dat zij be-
kinderen. In dat geval kan hij een tes
tament maken waarbij hij bepaalt, dat
bij de scheiding van den boedel de door
hem aan te wijzen goederen aan de door
hem genoemde kinderen zullen worden
toebedeeldb.v. aan A. dit, perceel land
aan B. dit huisen wel tegen de waarde
waarop die goederen alsdan zullen wor
den geschat.
Hij kan daarbij ook bepalen dat wan
neer een der kinderen zich aan de door
hem gemaakte bepaling niet wil houden,
dit kind alleen de ligitieme portie zal
verkrijgen. Het beschikbaar deel komt
dan aan de andere kinderen.
Zulke beschikkingen kunnen ook
dienen om te voorkomen dat de goede
ren in vreemde handen vallen.
Men meent wel eens dat, als een
boedel openvalt, de erfgenamen of een
hunner kan vorderen dat de daartoe
behoorende goederen worden verkocht.
Dit is echter een dwaling. Alleen kan
de rechter dien verkoop bevelen als
het noodig blijkt, b.v. om de schulden
af te doen, of omdat eene goede ver
deeling niet mogelijk blijkt.
De erfgenamen hebben wel recht om
te vorderen dat tot ve/rdeeling wordt
overgegaan. Niemand kan dus bij zijn
testament bepalen dat zijne nalatenschap
onverdeeld moet blijven. Men kan daar
omtrent zijn wensch uitdrukken, maar
de erfgenamen zijn er niet aan gebon
den. Alleen kunnen deze overeenkomen
om de scheiding nog wat uit te stellen.
Daaromtrent moeten de erfgenamen
echter eenstemmig zijn en in ieder ge
val is de overeenkomst na verloop van
vijf jaar voor niemand meer verbindend.
Alleen kan men ze daarna weer voor
vijf jaar vernieuwen.
BBuitClllSsiVld.
Verleden week kwam Wilhelm Gry-
phan in een logement in de Klooster
straat te Antwerpen en gaf aan de ba
zin een omslag welke Hollandsche bank
briefjes van 25 gulden bevatte als pand
voor de mogelijke onkosten welke hij
zou maken.
Zondagavond was dezelfde kerel in
een herberg der Kromme Elleboog
straat, waar hij veertig francs verteer
de; daar hij geen klein geld genoeg op
zak had, volledigde hij de som met een
biljet van 25 gulden en de bazin gaf
hem 8 franken terug.
De Duitscher protesteerde, zeggende
dat hij niet had wat hem toekwam.
Toen ging de herbergierster naar een
wisselagent, aan wien zij het briefje
van 25 gulden toonde en deze ver
klaarde dat het valsch was. Wilhelm
Gryphan werd aangehouden.
droefd was en op het punt stond, van in
tranen los te barsten. Zij was blijkbaar
een dametje, dat veel aan veiandering van
humeur leed, en wier gemoeds-gesteldheid
even snel veranderde, als het weer in
April.
Toen zij daar een poosje geleden, zat als
het middenpunt van het gezelschap en de
eerbewijzen genoot, die van rechtswege
haar nicht toekwamen, voelde zij zich be
hagel ijk en was zij tevreden over haar
eigen slimheid, tevreden met zichzelf en
met iedereenmaar niet zoodra begreep
zij, dat het er nu op aan zou komen, om
alleen onder het geleide van den Laird
naar huis terug te rijden, of zij had spijt
over de kunstgrepen, die haar hiertoe
hadden doen geraken en die haar nicht
bovendien in een boozen luim gebracht
hadden. Maar vooral hinderde het haar,
te weten, dat zij zelf de oorzaak was ge
weest, dat zij alleen achteraan moest komen,
terwijl Lady Bell aan Arthur Lamonts
zijde huiswaarts reed.
„Ik kan mijn mantel wel vasthaken,
dank u," liet zij koeltjes hooren, terwijl
zij door een vlugge beweging zich vrij
maakte van de handen van den Laird, die
haar behulpzaam wilde zijn.
Douglas deed een pas achterwaarts als
een brave hond die onverdiend een slag
van zijn meester had ontvangen. Maar
hij zeide niets. Met bevende vingers
maakte het meisje de gesp van haarman-
tel vast en keek toen met blikken naar
haar gastheer.
„Goede Hemel, wat een onooglijk mensch!"
dacht, zij. „Ik heb er werkelijk geen idee
van gehad, dat hij zóó leelijk was."
Een huiszoeking in zijn kamer gedaan I
deed steenen voor steendrukkers en een
trapdrukmachien ontdekken, welke voor
het drukken der valsche bankbriefjes
dienden. Men is er van verzekerd dat
hij een medeplichtige heeft en men
vraagt zich af, of het Theophiel Horaul
niet is, een andere Duitscher, welke
Zondagmorgen aangehouden werd om
onwaardige briefjes van 10 en 20 dol
lars te hebben uitgegeven.
Uit Santa Margherita bij Genua, waar
de Groothertog van Luxemburg ver
blijf houdt, komen ongunstige berich
ten over zijn toestand. Men verzekert,
dat hij g®heel verlamd is.
Het. orgaan der socialisten te Sofia
maakt een brief openbaar van het Bul-
gaarsch revolutionnaire comité te Seres,
die de terdoodveroordeeling behelst van
Sarafof en Garvanof wegens hun ver
zet tegen de groep van Sandanski.
Panitsa was belast met de voltrekking
van het vonnis.
Het is dus thans boven allen twij
fel verheven, dat Sarafof en Garvanof,
zooals reeds van den beginne af aan
vermoed was, inderdaad gevallen zijn
als slachtoffers van een komplot van
de zijde hunner politieke tegenstanders.
Genoemd comité moet nog meer moor
den op zijn pogram hebben.
De aanneming van de Polenwet door
het Pruisische Heerenhuis begint al
onaangename gevolgen voor de Duit-
schers te hebben. Dadelijk nadat de
uitslag van de stemming bekend was
geworden, hebben zoo meldt een
telegram aan het Berliner Tageblatt
- alle Pruisische onderdanen die in
Dombrowo in Russisch Polen wonen,
dreigbrieven van het Poolsch nationale
arbeidersverbond gekregen met de aan
maning, om onverwijld het koninkrijk
Polen te verlaten.
„Wij kunnen niet gedoogen, schrijven
de Polen, dat onze broeders gemarteld
worden en tot honger en gebrek komen,
terwijl de zonen van de booswichten
zich met het bloed en het zweet van
ons arme Poolsche volk vetmesten."
In den nacht van Donderdag op Vrij
dag is over het Zwitsersche dorpje Netz-
thal, bij Chur, eene lawine neergestort,
welke met zooveel geweld gepaard ging,
dat de oudste bewoners zich zoo iets niet
kunnen herinneren.
't Was half drie, toen de bevolking
als met een schok werd gewekt, voelde
hoe de grond dreunde, de huizen beefden
en kraakten. Een dof gerommel als van
een aardbeving en in de persing van
de atmosfeer het geraas van neerstor
tende steenen, het neerploffen van stam
men en palen, alsof de wereld dreigde
te vergaan.
Maar toch glimlachte zij weer en vroeg
„Zei u niet, Mr. Douglas, dat het rijtuig
klaar stond
„Het rijtuig, tenminste als het zoo
heeten mag, staat te wachten, Miss
Hetherington," antwoordde hij, „en de
storm is voorbij."
Terwijl hij dit zeide opende hij de deur
voor haar en hield die wagewijd open als
om haar gelegenheid te geven naar buiten
te treden. Zij hadden elkander maar een
enkel oogenblik aangezien zij hadden geen
woord gezegd, dat niet door iedereen had
I mogen worden gehoord.
En toch, terwijl het meisje hem voorbij
ging, voelde zij een vreemde kilheid haar
bekruipen en wenschte zij van ganscher
harte, dat zij al veilig en wel thuis was.
„Wat een sombere avond!" zeide zij, ter
wijl zij op den drempel van de buitendeur
stond en naar buiten keek. „Zou de storm
wel inderdaad bedaard zijn?"
Inplaats van te antwoorden wendde de
Laird zich tot zijn huishoudster.
„Elspeth," zeide hij, „haal eens gauw een
paar dekens. Het is koud van avond en
het is nog een heelen weg, van hier tot
Lindsay."
Met een blik op het tweetal ging Elspeth
naar binnen, om te doen, wat haar ver
zocht was, terwijl Effie Hetherington op
den drempel bleef staan en het voertuig
dat haar naar huis zou brengen, monsterde.
Haar oogen glansden van ondeugende spot
zucht haar lippen krulden en zij had
moeite om haar lachen in te houden.
Het „rijtuig" was niets meer of minder
dan een stokoude „sjees", aan alle kanten
opgelapt, en die er uitzag, of zij minstens
De moedigsten, die zich een wijle naar
buiten waagden om te zien wat er ging
gebeuren, voelden zich plotseling den
adem afgesneden. Slechts enkele minu
ten heeft het geduurdmaar lang genoeg
om vele menschen te doen gelooven,
dat zij den volgenden dag niet zouden
beleven.
Men had te doen met een z.g. „Staub-
lawine", waarvan het karakteristieke is
niet een geweldige sneeuwval, maar een
ontzaglijke luchtdruk het best te ver
gelijken met het geweld van een cycloon
of een tornado. De lucht was vervuld
met een fijne scherpe ijsstof, zoodat
alles in den omtrek tot in zijn klein
ste hoeken en naden met een dichte
laag overdekt werd. De aanloeiende
storm is het best te vergelijken m t
een rivierdoorbraak. Hevig van de berg
flanken komt hij neergestort, wringt
zich door de smalle scheuren en spleten,
en jaagt met ontoombaar geweld het
laag gelegen dal in. Den eersten aan
val kan niets weerstaan. En ook nadat
de kracht eenigszins gebroken is, dreigt
er groot gevaar voor alles, wat in den
weg komt.
De boomgaarden dicht aan den mond
der bergspleten zijn verwoest; honderden
vruchtboomen liggen ontworteld in de
sneeuw, enkele meters ver weggeslin
gerd. De zware ijzeren stangen der
electrische geleiding zijn als speelgoed
afgeknapt. De huizen, die dieper in
het dal staan, hebben minder geleden,
maar zijn toch alle erg gehavend. Schoor-
steenen afgerukt en vensters ingedrukt
van de daken heele brokken weggesla
gen. Menschenlevens zijn er niet bij
gebleven.
Yoorloopig is de bevolking een pa~r
dagen zonder electrisch licht, want het
gevaar voor volgende lawines is nog
niet geweken, zoodat men met het her
stellingswerk aan de electrische draden
nog niet durft beginnen.
Ook is een geweldige lawine in bet
dorp Goppenstein (Walliser)and) neer
gekomen, aan den zuidelijken ingang
van de Lötschbergtunnel.
Volgens latere berichten had deze
ramp Zaterdagavond plaats toen de amb
tenaren van de Lötschbergtunnel-onder-
neming juist aan tafel gingen in het
nieuwe hotel, dat de onderneming voor
het herbergen van haar hoofd personeel
heeft opgericht.
Er deed zich opeens een donderend
geraas hooren en twee kinderen, die
angstig de zaal kwamen binnenhollen,
riepen: „Een lawine! Een lawineDa
delijk daarop ging het hotel door den
geweldigenlucntdrukonderstboven Der
tig menschen werden bedolven onder
het puin. Het postkantoor stortte even
eens in.
Dadelijk togen de werklieden van de
Lötschbergtunnel en de bewoners van
Goppenstein aan het reddingswerk, dat
een halve eeuw tot de familiebezittingen
der Douglas' behoord had. En voor dit
ongezellig en weinig uitlokkend voertuigje
was gespannen een ruigharige, ongekamde
merrie, die er meer stevig, dan fraai uit
zag, maar die het eenige voorwerp van
paardevleesch was, dat Douglas er op na
hield.
De jonge Lady deed haar uiterste best,
en het gelukte haar ook, om de op
welling van spot, die bij haar opkwam, te
onderdrukken. Toen Elspeth terugkwam
met de dekens, stond zij al klaar om in
te stappen, maar eensklaps deed zij een
ontdekking, die haar opnieuw deed stil
staan.
„Er is geen weg I" liet zij hooren. „Wij
kunnen toch niet dwars over de heide
rijden, Mr. Douglas. Wat denkt u te
doen
De Laird lachte.
„U is veel te bang en veel te vlug in
uw besluiten, Miss Hetherington," zeide
hij. Alles wat u te doen hebt, is te gaan
zitten en het overige aan mij over te laten."
Maar nog aarzelde het meisje, want in
den toon van haar beschermer klonk iets
door, dat haar angstig maakte, waarom
zou zij niet hebben kunen zeggen. Haar
besluiteloosheid opmerkende vervolgde
Douglas
„Het voetpad, dat wij moeten volgen,
is een halve mijl lang, Miss Hetherington;
dan komen wij op den grintweg waar in
het geheel geen gevaar meer is. Ik zal
het paard bij den teugel leiden, totdat wij
den groofen weg bereikt hebben. Is u nu
gerust
Naar het Engelsch
VAN
{Wordt vervolgd).