Land van flensden en Allena, de Langstraat en de Sommeferwaard,
Het Antometiilisme.
Trouw als goud.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 2726. Woensdag 8 April. 1908.
FEUILLETON.
VAN
ALTE"<:
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.00,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/3 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
De lente is er, de bevrijdende, de
verheffende, vernieuwende.
Vroeger, toen men nog in de natuur
leefde, vierde men het feest met dra
matische spelen, met dansen om den
meiboom, met optochten, wedstrijden
en feestvieren.
Thans, nu het grootste deel der
menschheid van de natuur in den werk
tijd niet veel ziet dan nu en dan eens
een landschap uit een spoorwegcoupé,
of wat armelijke boompjes en gladge
schoren grasvlakten tusschen veel straat-
steenen en asnhaltvlakten, thans wordt
de lente niet meer gevierd als toen.
Maar toch, als de Paaschtijd geko
men is, begint het jonge leven de men-
schen zelfs in bun steenen omgeving
te bestoken. Waar niets dan het grijs
en bruin en hardrood van onze steden
was, komt plots een ondeugend groen
takje herinneren aan het mooie buiten.
En als die herinnering ons eenmaal te
pakken heeft, gaaD wjj er uit.
Soms is het weer ook van de partij.
Dan is het heerlijk. Dan kan men naar
drukke wegen gaan of naar stille plek
ken, dan kan men menschen gaan zien
of naar de vogeis gaan luisteren, dan
kan men genieten zóó, als men wil.
Natuurlijk, er zijn kleine bezwaren.
Op/ den grond zijn soms mieren, in
den morgentrein is soms wein'g plaats,
ih den fietsband komt soms een gat
en de jongeren van het gezelschap zijn
soms een beetje hongerig. Doch een
gezond en verstandig mensch laat zich
door die kleinigheden zijn genot niet
vergallen.
Daarentegen komt langzaam in enkele
gedeelten van ons land en daarbuiten
een euvel op, dat, als het niet bijtijds
wordt aangepakt, in staat is om ons
de weinige dagen dat wij nog buiten
kunnen
zijn,
telkens en telkens weer
te vergallen. Wij bedoelen het auto
mobiel-euvel.
Op zichzelf is er niets tegen een
automobiel. Het is het vervoermiddel
der oekomst, zoo zegt men. Eu wij
gelooven het gaarne, te meer, waar
wij in het buitenland zelts kunnen
aanschouwen, dat zij daar bij honderd
tallen in velerlei vormen, zelfs als last
wagen, door de straten snorren en tuf
fen. Wil men met automobielen rijder,
zoodat men niet-automobilisten geen
ROBERT BUCHANAN.
(17
„Je hebt tijd genoeg gehad, Effie, en
ik ook 1" riep hij uit. „Ik vraag je nog
maals, of je mijn vrouw wilt worden.
God weet, dat ik niet veel heb, om je
te kunnen aanbieden, in geld noch in
goed, en dat ik ook geen man ben, die
in staat is om een jong meisje het hoofd
op hol te brengen. Maar wanneer toe
wijding en een leven van trouwe liefde
je iets waard zijn, Effie, luister dan naar
mij en verstoot mij niet."
„U is een vreemd man, Mr. Douglas!"
was Effie's min of meer buiten het verband
staande antwoord.
„Dat hebt u mij al vroeger eens gezegd.
Welnu?"
Zij keerde zich eensklaps geheel tot hem
en keek hem flinkweg in de oogen.
„Maar u begrijpt toch wel, dat het on
mogelijk is," liet zij hooren.
„Waarom
„In de eerste plaats, omdat ik niet
trouwen wil, ik blijf liever, wat ik ben.
En in de tweede plaats zou ik nooit van
u kunnen houden, zooals een vrouw van
haar man moet houden."
Hij fronste het voorhoofd, maar zijn
oogen bleven in de hare als vastgeworteld.
Zij vervolgde vaster en nog meer beslist
„Ik geloof, dat u van mij verlangen
zult, dat ik de waarheid spreek. Welnu,
o'verlast aai doet niemand die er
iets op tegen heeft. Maar men heeft
niet 't recht om wandelaars, fietsers,
rijtuigrijders, met deze voertuigen in
hooge mate te hinderen. En dat doet
men toch inderdaad. Men werpt ge
weldig veel stof op en men doet ge
vaar voor leven ontstaan. En waarom
Omdat men er een speciaal pleizier in
heeft om treinsnelheden te bereiken op
gewone wegen. Van de 100 auto's die
men op den weg tegenkomt, is men
bij 95 bijna zeker, dat zij slechts die
nen voor dit zonderling vermaak.
Tegen het najagen van dit vermaak
behoort de wetgever met kracht in te
gaan. Evenals hij verbiedt, dat iemand
zich het genot verschaft van op een
landweg te gaan schiifschieten, evenzoo
moet hij dit treintje spelen op den
openbaren weg onmogelijk maken of
althans zoo regelen, dat aan den te
gen woordigen toestand een eind komt.
Want deze is een parodie. Men ver
gelijke eens de zorg voor de veiligheid
op de spoorwegen met die voor de vei
ligheid op de gewone wegen.
Om machinist te kunnen zijn moet
men examens doen, bewijzen van er
varing geven, gezond zijn en in den
dienst geen alcohol gebruiken.
Om chaffeur te kunnen zijn moet
men 18 jaar zijn.
De machinist gaat langs een vasten
weg, moet en kan niet uitwijken, heeft
slechts zelden over door menschen be
gane wegen te rijden en weet dat die
menschen met één stap de zekerheid
kunnen hebben van buiten zijn baan
te zijn. De chaffeur gaat langs volk
rijke straten, moet voortdurend uitwij
ken, weet nooit hoe anderen zullen
uitwijken. De machinist mag op
zijn vaste, rechte baan geen hoogere
snelheid bereiken dan nauwkeurig aan
geschreven en te controleeren is. De
chaffeur is onbeperkt heer over de snel
heid, want het befaamde artikel 15 van
de Motor- en Rij wiel wet verbiedt slechts
„op zoodanige wijze of met zoodanige
snelheid te rijden, dat de vrijheid of de
veiligheid van het verkeer op dien weg
wordt belemmerd of in gevaar gebracht".
Geeft, men van de 100 wandelaars
in streken waar veel automobielen rij
den 95 dit artikel te lezeri, dan zullen
alle 95 tot de conclusie komen, dat
automobielrijden in Nederland verboden
is. Want hoe is het mogelijk onder de
tegenwoordige omstandigheden zóó te
ik heb nooit aan u gedacht en zou nooit
aan u kunnen denken, op een wijze zooals
meisjes denken aan hun toekomstige echt-
genooten. Er is geen man in de wereld,
dien ik zooveel achting toedraag als u,
maar wanneer u mij spreekt van liefde en
huwelijk dan, gevoel ik alleen afkeer.
Ik weet, dat het verschrikkelijk is, wat ik
nu zeg, maar het is waar. dat u mij meer
dan eenig ander man tegenstaat, wanneer
er sprake is van een huwelijk."
Hij kromp ineen, als getroffen door een
mokerslag en scheen op het punt van neer
te vallen toen, zijn zelfbeheersching her
winnende, riep hij uit, ruw en heesch
„Zoo Dat is genoeg 1 Goeden dag
En nog voor dat zij een woord tot op
heldering had kunnen zeggen, had hij zich
met snelle schreden verwijderd. Verwon
derd en verschrikt, riep zij hem terug,
maar hij scheen haar niet te hoorenna
enkele oogenblikken was hij uit het gezicht
verdwenen.
Drie of vier dagen verliepen, waarin
Douglas in zijn eenzaam huis bleef opge
sloten: Wat hij in dien tijd leed valt
moeielijk onder woorden te brengen; het
was de marteling van een ter dood ver
oordeelde. Maar op een ochtend, toen hij
voor zijn woning stond en naar de zee
keek, bracht de post hem een brief, vaD
den volgenden inhoud
„Ik moet u spreken. Doe mij het
genoegen en kom bij mij. Ik kan
geen vrede met mij zelve vinden, voor
dat ge mij vergiffenis zult hebben ge
schonken. E. H."
Een paar uur later was hij al op Castle
Lindsay. Zij had hem zien aankomen en
kwam hem tegemoet, glimlachende en in
een allerliefst vooijaarskostuumpje, dat
rijden, dat die vrijheid of veiligheid niet
wordAbelemmerd of in gevaar gebracht.
Trouwens de- wetgever zelf moet
van meening zijn «dat het niet mogelijkis.
Want waarom zou hij anders bij de
spoorwegen, die zooveel minder gevaar
lijk zijn, zooveel meer voorschriften
gegeven hebben? Waarom die hard
ratelende, over een vaste baan loopende
voertuigen achter hekken en afsluit-
boomen te verstoppen, terwijl de veel
gevaarlijker paiticuliere spoortreintjes,
de auto's, op drukke feestdagen met
dezelfde snelheden, doch met veel min
der betrouwbare bestuurders over de
wegen vliegen.
Maar wij hooren de ongeduldige auto
vereerders al de bekende twee tegen
argumenten zeggeneen auto is veel
beter te remmen en haar bestuurder is
voor veel minder menschenlevens ver
antwoordelijk.
Het eerste is juist. Doch juist, die
groote remmogelijkheid leidt tot verhoo
ging van gevaar. Men vertrouwt erop
en vermindert dus zijn vaart niet, laat
alles op de rem aankomen, die kan
weigeren of waarbij één verkeerde be
weging de verschrikkelijkste gevolgen
kan hebben. Dat is juist het erge, dat
één klein verkeerd beweginkje van één
mensch zulke verschrikkelijke gevolgen
kan hebben voor menschen, die vaak
niets met de auto te maken hebben.
Want dat verlieze men niet uit het
oogals het waar is dat veel meer
menschen hun leven aan den machinist
vertrouwen dan is l et, toch niet minder
waar, dat de chaffeur het leven van veel
menschen, die geheel buiten zijn bedrijf
staan, in handen heeft.
Het wil ons dan ook voorkomen, dat
een vergelijking met de spoorwegen heel
duidelijk in het licht stelt, dat de staat
hier met twee maten meet. En het wil
ons verder voorkomen, dat de verstan
dige automobilisten en automobiel-fabri
kanten al hel hunne moesten doen om
aan dien misstand een einde te maken.
„A. Ct."
nieuwe minimum-tarief aanvaarden,
zijnde 20 pet. hooger dan het oud
minimtim-tarief.
De eigenwerkmakers die uit deze
crisis ontstonden zullen na 2 Mei niet
beginnen te werken, zoolang de orga
nisatie daarvoor geen toelating geeft.
Gedurende de 4 weken stoppen zul
len alle leden van den A. D. B., dat
wil zeggen zij die werkeloos waren,
zij die niet meer dan dertien weken
contributieschuld hebben, eene uitkee
ring ontvangen van fr. 10 voor de
gehuwden en fr. 8 voor de ongehuwden.
Op een weiland nabij Darmstadt wer
den 2 kinderen gevonden, die zoo zwaar
aan het hoofd verwond waren, dat zij
kort nadat zij in het hospitaal aan
kwamen overleden. Het waren kinde
ren van een kleermaker in het naburige
Bieberach en de moeder had hun, in
een vlaag van waanzin, met een hak
mes de verwondingen toegebracht. Het
mes had zij op de plaats der misdaad
achtergelaten. De ongelukkige vrouw
werd later aan den oever van de Neckar
dwalende gevonden. Zij wist zich van
haar vreeselijke daad niets te herinneren.
Aangaande de diamantwerkersstaking
te Antwerpen ontleenen wij nog aan
het H. v. A.
In een manifest aan de Bondsleden
zegt het dagelijksch bestuur:
Van af 0 April 1908, zal heel de
nijverheid worden stilgelegd tot aan 2
Mei 1908. Daarna zullen die patroons
kunnen beginnen te werken die het
haar keurig kleedde. Zij reikten elkander
de hand, zonder een woord te spreken.
Zij aan zij gingen zij voort langs het breed e
middenpad en sloegen toen een rustig
zijpaadje in, dat naar het bosch voerde.
VII.
Effie was de eerste, die het zwijgen ver
brak. Douglas zou er nooit toe gekomen
zijn, om het eerste woord te zeggen, om
het stil-genieten te verbreken.
Zij stond stil, keerde zich tot hom, keek
hem vlak in het gezicht en vroeg lachend:
„Hebt u mij niets te vertellen, Mr. Dou
glas? U is zoo stil."
Hij schudde het hoofd en trachtte te
glimlachen, maar hij kon het niet verder
brengen dan tot een langen, verlangenden
blik.
„Wil ik u dan nog wat vertellen vroeg
zij zacht„ik voel mij ongelukkiger dan
ooit. Lady Bell haat mij, haat mij zoo
bitter, als zij nog nooit gedaan heeft en
enkel en alleen, omdat ik het ongeluk heb
door de heeren aardig gevonden te worden.
En als Mr. Arthur en ik bet wagen durven
een enkel woord metelkaar te spreken, dan
is zij razend. Gisteren speelde ik piano,
in de salon, oude Duitsche muziek.
Hij kwam binnen, ging zitten en luisterde,
ik verklaar plechtig, dat wij nog geen
woord gewisseld hadden. Opeens komt
Lady Bell binnen en daar was het lieve
leven aan den gang."
Het klinkt vreemd, maar voor Douglas
waren deze simpele woordjes als overschoone
muziek. Hij luisterde er naar, als naar het
kloppen van zijn eigen hart.
„En goed beschouwd, begrijp ik niet,
waarom zij zoo'n hekel aan mij heeft. Ik
heb nog nooit iemand opzettelijk beleedigd
en vroeger hield ik zelfs veel van Lady Bell.
Maar zij denkt aan niets anders en droomt
Te Verdun is Zaterdagnacht een aan
slag gepleegd op het kruitmagazijn der
kazerne St. Paul. Een schildwacht werd
zwaar gewond door zes revolverschoten.
De beide aanvallers wisten te vluchten.
Do schildwacht had hen op hot dak
van het magazijn gezien en aangeroe
pen, maar de kerels liepen op hem toe
en terwijl hij een patroon in zijn ge
weer deed, werd hij neergeschoten.
Toch zond hij hun nog twee kogels
na, maar blijkbaar zonder hen te raken;
alleen is de revolver, waarmee gescho
ten werd, teruggevonden.
In den harem van het paleis des Sul
tans van Turkije moet een 10 kilo zware
bom zijn gevonden. Een aantal vrouwen
en eunuken zijn verdwenen. Er is een
uitgebreid onderzoek ingesteld, hoe die
bom daar is kunnen komen.
land in de buurt van Reykjavik naar
goud en zilver te graven. Er is daar
gouderts gevonden, zegt men, dat drie
maal zooveel goud bevat als het Trans-
vaalsche. Het hangt er maar van af of'
de bedoeling is: als erts uit rijke dan
wel uit arme Transvaalsche mijnen.
Volgens een telegram uit Wiborg,
Zaterdag te Petersburg ontvangen, ia
een luchtballon met twee officieren, ver
ongelukt, doordat hij met geweld tegen
een torenspits werd gedreven. Een van
de officieren was op slag dood, de andere
werd zwaar gewond.
Een telegram uit Moekden meldt, dat
4 Japanners het Amerikiansche consu
laat binnendrongen en het inlandsche
personeel aanvielen wegens een persoon
lijke wraakneming, niettegenstaande de
consul-generaal de Chineesche politie
te hulp riep. De Japanners werden ge
vangen genomen en naar het Japausche
consulaat gebracht.
Daar er in deze zaak geen veront
schuldiging werd aangeboden, zal zij
waarschijnlijk het onderwerp uitmaken
van een diplomatiek optreden.
Te New York is Zondag een poging
gedaan om den nieuwen landingsstei
ger van de White Star-lijn te vernielen.
Twee bommen, die op den steiger
geplaatst waren, ontploften maar de
schade was niet aanzienlijk. Vermoede
lijk heeft men hier te doen met een
poging tot wraakneming van eenige
stakers, gericht tegen een gehaat aan
nemer.
Een bericht uit Kristiana zegt, dat
zich daar twee vertegenwoordigers van
een maatschappij ophouden, die geld
zoekt, ook in Denemarken, om op IJs
van niets anders, dan om mij het huis uit
te krijgen, wat ik evenzoo graag zou
willen, als ik maar wist, waar ik heen kon
gaan. Maar ik sta hulpeloos en alleen, om
dat ik een viouw ben. Mannen hebben
het in zulke omstandigheden veel beter en
gemakkelijker. Die kunnen gaan, waarheen
zij willen, en doen, wat zij willen. Ik zou
graag de wereld zien, de groote steden,
die zoo vol verdorvenheid zijn, gelijk men
zegt, Londen, ParijsLady Bell gaat
naar Parijs op haar huwelijksreis, en als
ik dat bedenk, dan kan ik haar wel
haten."
Er stond op korten afstand een houten
bank en al pratende was zij die genaderd
en nam er nu plaats op.
Hij ging naast haar zitten en bij instinct
schoof zij een weinig van hem afl
„Heb je nog altijd zoo'n afkeer van mij
vroeg hij, gedempt sprekende.
„Wat een dwaze vraag, Mr. DouglasU
weet wel beter, dat ik geen afkeer van u
heb. Zou ik u verzocht hebben, om hier
te komen, en zou ik zoo openhartig met
u spreken, als dit het geval was?"
„Maar u weet toch wat de menschen
zouden zeggen, als zij ons hier konden zien
zitten
Zij keek snel naar hem op met haar
heldere blauwe oogen.
„Ik denk, dat zij zouden zeggen, dat wij
een verliefd paartje waren, of althans, dat
wij geëngageerd waren," antwoordde zij
lachende. „Maar ik geef er niet om, wat
de menschen gelieven te praten. Ik heb er
nu eenmaal pleizier in, om met u te kunnen
sprekener zijn weinig menschen, die zoo
prettig weten te luisteren als u, Mr. Dou
glas."
„Dus we zijn goede vrienden, niet waar
„Ja! En dat zullen wij, hoop ik, altijd
bly ven 1"
Donderdag 1.1. heeft zich in het ge
rechtsgebouw te Herre Haute, in den
staat Indiana (V. St.), een schokkende
gebeurtenis afgespeeld. Zekere Henry
M'Donald stond terecht wegens brand
stichting. De jury had hem schuldig
verklaard en de rechter was juist bezig,
het vonnis uit te spreken, toen M'Donald
een revolver te voorschijn haalde en den
hoofdgetuige a charge een commis
saris van politie neerschoot. De com
missaris was dadelijk doodmaar M'Do-
nald bleef doorschieten. Toen zijn revol
ver leeg was, lagen behalve de doode
nog vijf zwaargekwetsten ter aarde. In
middels waren de dienstdoende bewakers
tot hun bezinning gekomen; ook zij
trokken de revolvers en schoten M'Do-
nald dood.
In Russische bladen vindt men tel
kens weer zonderling klinkendeberich-
ten over een Turkse) ie mobilisatie bij
de Russische grens. Het heet nu, in een
telegram at?n de Olosmoskwi, dat al twee
Turksche legercorpsen gemobiliseerd zijn
en een derde spoedig gereed zal wezen.
De Armeniërs zijn ongeruster» wilden
wapens hebben, om de partij van Rus
land te kunnen kiezen.
De zelfmoorden van scholieren nemen
schrikbarend toe in Duitschland. Te
Bielefeld heeft zich weer een jongen
van het gymnasium, die was blijven
zitten, aan een boom in het bosch op
gehangen.
Ook te Witten heeft zich een knaap
„Alleen goede vrienden, niets anders?"
„Niet anders," luidde haar antwoord, be
slist. „Mij dunkt, u zult dit nu wel be
grepen hebben. Ik heb het u al zoo dik
wijls herhaald."
Hij stond op, hevig bevende; zijn
oogen brandden hem in het hoofd, zijn
gezicht was krijtwit.
„Spreek er nu niet meer over. Nu niet
Spreek er nooit over, als wij alleen zijn
en ver van alles en iedereen af."
„Ik ben niet bang," liet Effie hooren,
zacht en vriendelijk; „want ik weet, dat u
mij geen kwaad zult willen do n
„Kwaad doen, haar kwa d doen
herhaalde hij met vuur. „Hoort ge dat,
goede God in den hemel 1 Ik zou haar
kunnen vermorselen in de palm van mijn
hand, ik zou haar kunnen verpletteren
als de kapel, die daar rond fladdert. »-n
toch zegt ze met een stemmetje zoo -/.acht
als dat van een kind: „Ik ben niet bang!"
O, zeg het mij toch, Effie," ging hij
voort, zich tot haar wendende, „wat is er
dan toch zoo afschuwelijk, zoo afzichtelijk
aan mij Waarom lachje mij toe en deinst,
voor mij terug, op hetzelfde oogenbl k
Waarom roep je mij tot je, waarom
vertrouw je mij je geheime bekommering
toe, en maakt mij tegelijkertijd zoo diep
rampzalig
Terwijl hij sprak hief hij zijn armen op,
rukte met reuzenkracht een groot,en tak
af, die laag neerhing, en zwaaide dien met
trillende handenzijn trekken waren
akelig verwrongen.
O, maarik geloof, dat ik beter zou
doen, naar huis te gaan," zeide zij, op
staande.
Hij stond voor haar op het voetpad en
keek haar aan met oogen die hem wild
in net hoofd draaiden.
Naar het Engelsch
VAN
(Wordt vervolgd).