Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard. De Noordzee-overeenkomst. Trouw als goud. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusdeu. No. 2739. Zaterdag 23 Mei. 19QS. FEUILLETON. Ufoö VAN ALTEN1 VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7Vs ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. De Duitsche Keizer houdt woord Het was aan den feestmaaltijd wel ker Hare Majesteit de Koningin in December 1907 op Haar Paleis te Am sterdam ter eere van zijne Majesteit gaf, dat deze memoreerde welk een schuld van dankbaarheid het huis „Ho- henzollern" heelt aan dat der „Oranjes" en hij voegde er deze gedenkwaardige woorden aan toe: „Het besef van deze uit dankbaarheid geboren schuld kan ik slechts uitdrukking geven door er met mijn leven voor borg te zyn, dat onze landen zich in vrede zullen kun nen ontwikkelen," Ten koste van alles, zoo schreef men toen, heeft Keizer Wilhelm II steeds den wereldvrede verzekerd En we mogen het nu herhalen. Want dezer dagen is te Berlijn, op initiatief van Duitschland, uit naam van de Duit sche, Engelsche, Fransche, Nederland- sche en Zweedsche Regeeringen, eene verklaring met bijbehoorende memoran dum onderteekend, waarbij het onaf hankelijk volksbestaan van de aan de Noordzee liggende naties, in het bijzon der dus van Nederland, op nadrukkelijke wijze is verzekerd. De vertaling van do Verklaring luidt als volgt: „De voornoemde regeeringen, J „bezield met den wensch de banden van goede nabuurschap en vriendschap, welke tusschen hunne onderscheiden staten bestaan, duurzaam te maken en daardoor medetewerken tot het bewaren van den algemeenen vrede, en erken nende dat hunne politiek met betrek king tot de kuststreken der Noordzee de handhaving van den tegenwoordi- gen territorialen status quo ten doel heeft; (territoriaal tot het grondge bied behoorendstatus qno toestand waarin een zaak tot dusver was); „verklaren dat zij vast besloten zijn de souvereine rechten, die hunne lan den thans elk op zijn gebied in die streken bezitten, ongeschonden te be waren en over en weer te eerbiedigen. „Voor het geval dat naar de mee ning van eene der bovenaangeduide regeeringen de tegenwoordige territoriale status quo in de kuststreken der Noord zee door eenigerlei gebeurtenissen be dreigd mocht worden zullen de mogend heden, die deze Verklaring geteekend hebben, zich met elkander in verbin ding stellen om zich bij wijze van een tusschen hen te sluiten overeenkomst te verstaan nopens de maatregelen, die zij werischelijk mochten achten te ne ROBERT BUCHANAN. (29 Van daar dan ook, dat de menschen ijverig in de weer waren, om uit te visschen, of Douglas en Effie man en vrouw waren, of dat zij plan hadden het te worden. In dat geval zou de zaak heel gewoon zijn geweest en spoedig in het vergeetboek zijn geraakt. „Laird, wilt u even binnen komen Zij is op en zit in de keuken?" Met deze vraag kwam Elspeth Douglas in zijne overpeinzingen storen. Bleek en gejaagd begaf deze zich naar de keuken. Eenige oogenblikken was hij in nadenken verzonken, want nu gold het zijn levensgeluk, of het volkomen opgeven van alle hoop. Maar zijn ijzeren wilskracht zegevierde weldra en een minuut later stond hij, terwijl elke druppel bloeds uit zijn gelaat scheen te zijn verdwenen, voor de vrouw zijner hopelooze liefde. Effie zat in den armstoel bij het vuur, met haar kindje in de armen. Toen de oogen van den Laird de hare troffen, kreeg zij tranen in de oogen en snikkende wendde zij het hoofd af. men in het belang der handhaving van status quo hunner bezittingen". Van onschatbaar gewicht lijkt deze verklaring, maar niet geheel duidelijk, en daarom namen we met bijzonder genoegen kennis van het uitvoerig antwoord dat de Minister van Buiten- landsche Zaken gaf op eene te dezer zake gedane vraag ter Tweede Kamer. Deze verbintenis, zoo zeide de Mi nister, heeft haar ontstaan te danken aan eene sterk gevoelde behoefte, met onloochenbare oprechtheid gedurende den loop der onhandelingen aan den dag gelegd, om het wantrouwen weg- tenemen, dat reeds gedurende tal van jaren zich deed gevoelen omtrent het geen enkele staten, die door de Noord zee bespoeld worden, met elkander vóór hadden, en waarbij Nederland door zijne zoo bevoorrechte geografische lig ging zoozeer betrokken was. De taak om aan dat wantrouwen een einde te maken, kon, aldus de heer de Maree8 van Swinderen, niet anders dan met graagte worden aanvaard door hen, die daartoe geroepen worden, en deze algemeen en diepgevoelde verant woordelijkheid heeft ongetwijfeld niet weinig bijgedragen tot de bijzondere overeenstemming, welke de gevoerde onderhandelingen heeft gekenmerkt. Bq de Nederlandsche Regeering niet min der dan bij een der andere, heeft van den beginne af de wensch voorgezeten, om tot die zuivering van den politieken dampkring met al hare krachten bij te dragen, en de hoofdgedachte die haar geleid heeft, is steeds gebleven, om slechts in zooverre eigen belangen te doen gelden dat zij door den vorm en inhoud der te treffen overeenkomst voor het betrokken worden in eenige verwikkelingen in de toekomst gevrij waard bleef. Elk der Staten zal ongeschonden be waren zijn eigen grondgebied, en dit gebod sluit dus ook door zijne nadruk kelijke beperking geheel uit dat wij te eeniger tijd tot het bewaren van eens anders grondgebied geroepen zouden kunnen wordende tweede alinea ech ter, sprekend van wederzijdsche eer biediging, houdt daarmede het verbod in om aan diens anders grondgebied te roeren, met andere woorden slechts tegenover ons zelve zijn onze ver plichtingen positief; de negatieve ver plichtingen daarentegen zijn weder- keerig. In overeenstemming met de gedachte, die aan de overeenkomst ten grondslag lag, diende het terrein, waarover zij zich uitstrekte, uiteraard beperkt te blijven tot de kuststreken Bedaard richtte Donglas den blik op haar, die snikte, als om een steenen hart te bre ken. Lang keek hij naar haar en naar het kindje op haar schoot. Er scheen een wolk voor zijn oogen te trekken, terwijl hij daar zoo stond en toekeeken zijn hart werd week en zijn stem scheen geen vastheid meer te hebben, om te kunnen spreken. Eindelijk, na zwaar gezucht te hebben, nam hij plaats op een krukje en liet zijn ge zicht op zijn uitgespreide handen rusten. Effie keek naar hem, door haar tranen heen en hield op met schreien. Er volgde een lange, pijnlijke pauze. Eindelijk keek Douglas opzijn gelaat was ingevallen en gerimpeld als van een oud man. „Effie 1" „Ja, Mr. Douglas," zeide zij, snikkende. „Wil je een oogenblik naar mij luisteren? Kan je dat Ik ben niet gekomen, om een woord van verwijt te spreken, of een steen op je te werpen. Ik heb je destijds gevraagd, om vertrouwen in mij te stellen. Dat heb je gedaan. Gelukkig of rampzalig, lachende of weenende, onze paden hebben zich een maal gekruist en onze levenslijnen loopen tezamen. Zie, lieveling, ik heb je lief, nu evengoed als toen ik je de eerste maal zag, en ik zal je blijven liefhebben, zoolang ik ademhaal." „O, spreek zoo niet, spreek zoo niet," klaagde zij. „Ik heb verschrikkelijk mis bruik gemaakt van uw goedheid, dat weet ik, maar tot wien zou ik mij an ders hebben kunnen wenden „Ik dank God er voor, dat dit zoo is Ik ben je vriend, Effie, en zal het altijd blijven, zoo waarachtig als ik leef, ik zou die vriendschap niet willen ruilen een wijdere strekking daaraan te geven zou tusscheu enkele Staten thans nog tot onoverkomelijke bezwaren aanleiding gegeven hebben, en bij het eenigszins vage der afmeting heeft een ieder ge meend zich in vertrouwen te kunnen neerleggen. In de derde alinea wordt aangegeven welke „stappen" gedaan zullen worden indien door eenigerlei gebeurtenis de verplichtingen dreigen niet te zullen worden nagekomen; de ruime beteekenig van „eenigerlei gebeurtenis" doet hier onder dus zoowel vallen een gebeurte nis, in het leven geroepen door een der contracteerende partijen zelve als door eene, die daarbuiten staat. Ook hier echter reikt de verbintenis niet verder, dan om zich te verstaan over de maatregelen die te nemen zullen zijn en legt zij dus geenerlei verplich ting op om tegen onzen wil daarin betrokken te worden. Men gevoelt wel hoe voorzichtig de houding onzer Regeering is geweest. De strekking der verklaring is inder daad geen andere dan als algemeen richtsnoer te dienen voor eene vriend schappelijke internationale politiek onder de landen, die aan de Noordzee gren zen daarin te willen zien de langge- droomde formule van eeuwigen vrede, die ons de gevaren, welke onze onaf hankelijkheid dreigen, als bij toover- slag of penne8treek zouden weggecijferd hebben en ons tot een zalig niets-doen, op het gebied onzer zelfverdediging zou mogen leiden, zoude om met den Minister te spreken inderdaad eene roekelooze illusie zijn. De kracht van het overeengekomene heeft een groote, zeer groote moreele beteekenis, maar ontneemt de onvermijdelijk materieele verplichtingen4 voor het behoud van ons zelfstandig bestaan in geenen deele; erkent die zelfs. De entente sloot zich daarom passend aan bij de gedragslijn, welke onze Regeering, blijkens hare verklaring, van zins is te volgen op het gebied onzer buitenlandsche staatkunde, omdat zi) eene welkome gelegenheid verschafte om voor ons land de plaats te vinden, waarop het onmisbaar recht heett; een plaats die nu bij eersten oogopslag in h(t gezicht treedt, terwijl niet-deelne- miug aan deze ons zoo van nabij ra kende onderhandelingen onvermijdelijk geleid zouden hebben tot het weinig vleiend beeld, waarin men, geleid door het onderschrift: „Waar is Nederland ons vaderland slechts verscholen zou hebben gebonden. Zonder ook maar een oogenblik te willen afwijken van de verstandige staatkunde der onthou ding van politieke verdragen, die in Nederland sedert tal van jaren zoo voorzichtiglijk is in acht genomen, hoopt de regeering in zooverre ook hier den gulden middenweg te betre den door zich voor oogen te houden, dat, waar in het Europeesch concert Nederland naar geen eerste viool be hoort te grijpen, wij ons niettemin voortdurend rekenschap hebben te geven dat ook de kleinere instrumenten, mits goed gestemd en wèl bespeeld, tot het harmonisch effect van het ge heel op onmisbare wijze kunnen bij dragen. Zoo zij het Z. N en Adv. UHiienland. voor iets ter wereld. Ja, ik weet het, ik ben een w nderlijk mensch, en weinig versta ik van de kunst, om zoo te spreken, dat een vrouwenhart door mijn woorden getroffen wordt, maar misschien zal je mij toch wel begrijpen, Effie, wanneer ik zeggen ga, wat mij op het hart ligt. Zie je, lieveling, zonde noch schande zijn in staat om een liefde te dooden, zooals daar brandt in mijn ziel. Al zou je duizend maal meer tot schande zijn gekomen en duizend maal ongelukkiger zijn, dan je nu bent, toch zou ik je op de handen blijven dra gen toch zou je mij liever zijn dan alles op de wereld, liever dan mijn leven!" Hij sprak zacht en gedempt, maar elk woord was helder en duidelijk, en terwijl zij schreide en luisterde, voelde zij, hoe hij zijn hand op haar schouder legde en zijn hoofd haar voorhoofd naderde. „Begrijp je mij, Effie? Heb ik duidelijk gesproken Krampachtig bevende richtte zij zich op, greep zijn hand en bracht die naar haar lippentoen, met een wilden snik, boog zij zich over het hoofdje van haar kind. „O, ja I" riep zij uit. „Maar ik ben niet waard, dat u verdriet hebt om mij, neen, dat ben niet." „Meen je dan, dat een man alleen lief heeft, wat liefde waard is zeide hij vrien- delijk. „Neen, meisjelief. Alles wat ik heb, wat ik kan, wat ik vermag, heb ik aan je voeten willen leggen, om er naar welgeval len mede te handelen, en dat wil ik nog. Zeg mij maar, wat ik kan doen, Effie, om de schande weg te nemen, die op je rust, zeg mij, wat gedaan moet worden, om dat lieve kopje weer fier en irank te laten Spoorwegramp in België. Bij het station Conticli, aan de lijn AntwerpenBrussel, heeft Donderdag morgen een zeer ernstig spoorweg ongeluk plaats gehad, waarbij 86 rei zigers gedood en 120 gewond werden. Contich is een station even bezuiden Antwerpen. Er komen daar drie lijnen samen de hoofdlijn AntwerpenBrus sel, de lijn uit Lier, uit het Oosten en nog een lijn uit Dendermonde, uit het Westen. Nu kwam om half negen uit Ant werpen een trein, geheel gevuld met reizigers, en moest bij het station Contich op de zijlijn blijven wachten totdat de express uit Antwerpen ge passeerd was. Door een tot nog toe onbekende oorzaak is de expres de zfilijn opgereden en, hoewel er uit alle macht geremd werd, met zoo'n groote vaart op den stilstaanden trein geloo- pen, dat deze geheel uit elkander werd gerukt. De waggons schoven in elkander, werden van de baan gedrukt en allen, tot den laatste toe, beschadigddrie werden geheel vernield, verbrijzeld, in stukken geslagen. En 't is vooral onder de inzittenden dezer drie rijtuigen dat werkelijk eene ware slachting werd aangericht, een bloedbad dat geen pen kan beschrijven. Deze inzittenden waren meerendeels werklieden, vrouwen uit den kleinen burgerstand, soldaten, en meest allen zijn gedood of erg gewond. Toen de eerste hulp opdaagde zag men een tooneel, dat nooit uit het ge heugen van de aanwezigen zal gewischt worden. Het was een tooneel van ware ver schrikking. Het gehuil en het gekerm der tus schen de puinen beknelde gewonden deden het bloed in de aderen stollen. Menschen die heelhuids uit de ramp rondkijken in de wereld, en bij God, als het kan, dan zal het gebeuren." „Te laat, u kunt niets meer doen I" „Ook niet voor dat wichtje daar?" pleitte hij. „Misschien zou het wel kunnen. Zeg mij eerst eens, Effie wil de man je trou wen en een naam geven aan je kindje?" Met iets van den ouden gloed in haar oogen keek Effie hem aan. „Hij kan niet, en hij wil niet! Er is geen hoop, hoegenaamd geen hoop!" „Hoe heet hij Effie gaf geen antwoord, maar verborg haar gezicht in het rokje van haar kindje. „Geef mij de gelegenheid, om dien man van aangezicht te zien, en bij God, hij zal je recht doen wedervaren." Zijn blik verschrikte haar; zij kromp in een, jammerende. Maar Douglas hernam op kalmen toon, ofschoon zijn trekken nog een naschaduw van wraakzucht vertoonden „Als het niet kan, zooals je zegt, dan kan het ook niet, maar het spijt mij niet. Want, zie je, Effie, in dit geval ben ik de eenige, die je van dienst kan zijn. Luister, meisje lief! Er is maar één middel over, één middel waardoor je voortaan het hoofd weer zult kunnen opheffen, en waardoor geen sterveling het wagen zal, je met den vinger na te wijzen: ik zal je tot mijn vrouw ma ken en aan je kind mijn naam geven." Zij uitte een kreet van ontzetting en op nieuw keek ze hem met haar groote oogen aan. Zijn gezicht was aschgrauw, maar een trek van zielsgoedheid lag er over uitge spreid. Hij had zyn hand op haar arm gelegd waren gekomen, liepen als zinneloos door het statiën en vluchtten het veld in. Een reiziger, welke er nagenoeg on gedeerd is afgekomen, verhaalde: Ik was in den trein in een compar timent niet rooken, 2e klas. Wij hadden behalve de wagons 2e klas, nog een wagon 3e klas voor en twee of drie achter ons, waarin veel werklieden zaten. Rechts kwam de trein van Brussel, uit welke een aantal bedevaartgangers in onzen trein moesten overstappen. Er was geen plaats genoeg in de 3e klas rijtuigen, zoodat de stationschef bevel gaf, de overigen in de 2e klas op t® nemen. En zoo kwam het dat eene vrouw mijn compartiment, in 't welk ik nog met een paar andere personen zat, bin nen wilde. Terwijl zij den voet op de trede zette stak ik de band uit om haar binnen te helpen, toen op eens een gekraak, dat duidelijk aantoonde wat schrikke lijke ramp er gebeurde, gehoord werd. Alles bewoog rond mij de schuttings, de plafonds, de zijwanden, alles leefde en de vrouw zat met het middenlijf verpletterd tusschen den wand van het rijtuig en mijn been, dat ik tot steun had uitgestrekt om haar te helpen. Alles wat een minuut geleden rond mij vroolijk leefde, was nu bloedend, vormloos, verpletterd, dood, wat weet ik Van de vrouw hield ik alleen 't doode bovenlijf in den arm. Hetandere gedeelte lag builen. Het rijtuig moest daarenboven om gevallen zijn ik merkte dit aan den stand van banken en wanden. Ik zat met het been vast, maar ik leefde, en dat was de hoofdzaak. Er was nu maar kwestie los te raken, want wie weet wat er nog kon gebeuren. Met den eenen voet stampte ik eene wonderbaar, nog heel gebleven ruit stuk, rukte met geweld den anderen uit de klem, en verloor daarbij niets meer dan den zool van mijn linker bottien. Die bottien bewaar ik mijn leven lang. Hoe ik alleen dat compartiment heelhuids ben uitgekomen, is een waar mirakel. En niet minder hoe ik, te raidden van al die brokken, al dat bloed, al die gebroken ledematen niet stapel gek ben geworden. Ia een ander kompartiment zaten een viertal personen met de kaarten te spelen toen de ramp plaats greep, zij waren op slag dood. Toen men die vier ongelukkigen met bijlslagen uit de ruine, waarin zij vastgeklemd zaten, had losgewerkt, hielden zij de kaarten nog in de handen geklemd. Het grootste getal dooden en gewon den bestaat uit dokwerkers, menschen van uit de Kempen, die naar de stad en zij schrikte van die aanraking terug, als van ouds. „O, neen, o, neen, doe dat niet!" schreide zij en hij verstond er uit, dat de afkeer, die zij altijd van hem gekoesterd had, nog steeds bestonden in haar ver schrikte, droevige oogen las hij, dat geen sprankje van liefde aanwezig was. „Maar begrijp mij wél," vervolgde hij gelaten. „Wat ik je aanbied, Effie, is een gift, waarbij geen zelfzucht ten grondslag ligt. Neem miju naam, Effie, alleen als schild en bedekking. Laat mij je mogen redden uit je ongelukkigen toestand, en ik zweer je, dat ik niets meer en niets anders ooit zal willen zijn, dan een dienaar in je huis, dan een slaaf, die je deur bewaakt. Dat is alles wat ik vraag, mijn meisje, neem van mij aan, hetgeen ik je geven kan en blijf bij mij, of ga elders heen, maar altijd als een vrouw, op wier naam geen smet kleeft, wier eer gewaar borgd wordt, door den naam, dien zij draagt." Hij hield op met spreken, maar haar antwoord bleef uit. Eensklaps begon het kindje, dat wakker geworden was, zich te laten hooren. Stil en bescheiden liet hij moeder en kind alleen en stapte de voordeur uit naar buiten, naar het zeestrand. Douglas stapte, in nadenken verzonken, op en neer. Hoe menig jaar had hij, bijna dag aan dag, hetzelfde gedaan Rusteloos als de golven van de zee was ook zijn hart ge weest. NIEUWSBLAD Naar het Engelsch, VAN „U zoudt mij willen trouwen? Mij!?" riep zij uit. Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1908 | | pagina 1