el Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Ongeoorloofde weelde. De Deserteur. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2703. Zaterdag IS Augustus1908. FEUILLETON. LAND VAM 'ALJÜ** VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77s ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Een wijs man heeft eens gezegd „Ieder mensch is de smid van zijn ge luk Er ligt in deze weinige woorden niet alleen eene schoone waarheid maar ook een wijze les. Zeker, de mensch kan in zeer vele gevallen de maker, de bewerker, de oorzaak van zijn eigen geluk zijn. Is hg flink bekwaam in het bedrijf, ambt of beroep, dat door hem wordt uitgeoefend, is hij ijverig en nauwgezet in het vervullen van zijne plichten jegens God, zich zeiven en evenmensch, dan zal hij er zeker in slagen zich min stens een menschwaardig bestaan, mis schien wel eene zekere mate van maat- schappelijken welstand te verzekeren. Er kunnen zich ten allen tijde onver hoopte omstandigheden voordoen, waar door het den mensch, ondanks be kwaamheid, ijver en voorbeeldigen levenswandel, uiterst moeilijk, zoo niet onmogelijk wordt gemaakt zich staande te houden of vooruit te komen. Wij denken hier onwillekeurig aan verschil lende rampen en wederwaardigheden, die den mensch kunnen treffen. Deze algemeene beschouwing voorop zettende, willen wij eens een kijkje nemen in den ons allen zoo dierbaren boerenstand en eens onderzoeken in hoeverre men zich daar beijvert en slaagt in het bereiken vao zekeren welstand. Hoort men al dadelijk de vele en velerlei klaagliederen waarvan de grond tonen zijnde hooge pacht, lage prijzen der landbouwproducten, gebrek aan arbeiders, enz. enz., dan slaat ons de schrik om het hart en bekruipt ons de lust om het voorgenomen onderzoek maar te staken. Letten we echter op de levenswijze van al die ach- en weeklagers, dan ontdekken we bij hen geen welstand, dat is waar, maar wel eene weelde, die, omdat zij ongeoorloofd en onrede lijk is, een duurzamen welstand in den weg staat. Er is alzoo eene schromelijke tegen spraak tusschen hetgeen we telkens hooren en wat we te zien krijgen. Wat toch is het geval? De boeren stand, eertijds zoo vol eenvoud, zoo echt huiselijk, niet veel eischend en door dit alles zoo tevreden, is zijns NOVELLE VAN GUSTAAF D'HONDT. 5) „Zie, man", sprak Schinkels, met tril lende stem, terwijl hij den veldwachter zijn vuist, zwaar als een mokerhamer, onder de kin duwde, zie, ik weet dat gij „het nooit goed op mij hadt", ter wille van Rika; maar als ge me durft aanhouden, als ge dat durft, dan breek ik u armen en beenen, dat zweer ik u En met de handen in de zakken, kalm als ware er niets gebeurd, keerde hij den veldwachter den rug toe en verdween in de duisternis. VI. Hij ging niet huiswaarts, dien avond; hij vreesde daar 's morgens door de gen darmen overvallen en, geketend en geboeid, als de gemeenste booswicht, weggeleid *e worden. Wat stond hem thans te doen Zou hij dan weer naar Frankrijk moeten terug- keeren, zonder een enkel woord tot Rika te kunnen spreken? En hij voelde een zware weemoed hem aangrijpen, en eene vermoeidheid in de knieën die hem bijna belette verder te gaan. Doch neen, er bleef hem nog iets. Ginds, in het veld, op het hoogste ge deelte van het dorp, lag het kleine „Eiken - bosch". En hij trok er heen, langs groote omwegen, voorzichtig en sluipend, met toenemende hoop, als naar een schuilplaats, waar de veldwachter hem nooit zou ont dekken. ondanks voor een beduidend deel verzeild geraakt in den verderfelijken maalstroom van zoogenaamde 19de en 20ste eeuwsche ontwikkeling en be schaving. Die vroegere eenvoud en tevreden heid hebben plaats gemaakt voor genot zucht, die zich openbaart in ijdele op schik, het onvermoeid najagen van allerlei feesten en als onmiddellijk ge volg hiervan het zich getroosten van te groote uitgaven. Meent gij, landbouwers, dat wij in dezen overdrijven? Yraagt het dan, mannen in de kracht uws levens, eens aan uwe 70 of 80 jarige ouders; jongelingen en jonge- dochters spreekt er eons over met uwen stokouden grootvader en met uwe ver grijsde grootmoeder. Zij zullen U zeg gen en het is een zacht verwijt aan uw adres „Och, kinderen, wat ging het in on zen tijd heel acders toe. We deden het zoo zullen ze U vertellen jaren met een nieuw pak of nieuw kleed, maar dat kon ook, want de stof was degelijk en wij waren er zuinig op. Strikskes en lintjes en blomkes en veerkes en meer van die dingsigheden keilden wij niet. Al die dingen kosten veel geld en omdat net toch eigenlijk maar prullen zijn, kunnen ze niet lang duren en moeten ze telkens door nieuwe en nieuwere vervangen worden. Dat kost allemaal veel geld en voegen zij er wijselijk aan toe 't is alles maar voor den opschik en de menschen worden er niet beter op. Wij bleven altijd bij honk; eens in 't jaar hielden we eens genoeglijk kermis; het ging in eer en deugd en voor de lamp opging, was het vrouwvolkje binnen en bleef binnen. De jongens, ja, die mochten zoo tusschen licht en donker nog wel een uurke gaan, maar voor tienen lagen allen te bed". Dat getui genis, hoe eenvoudig ook, is juist en teekenend. Ja, 't is maar al te waar: de tijden zijn veranderd en de menschen met hen. Er is een soort wedijvereen onver antwoordelijke concurrentie, eene be spottelijke modegrilzucht in de tegen woordige kleedij. Of is het niet dwaas, dat Hanneke een nieuw kleed wil hebben zoo en zoo gemaakt, omdat Mieke het zoo ook heeft. En is het niet allerzotst, bespot telijk zelfs, dat Gonda het beslist niet Dwars door het bosch je heen, liep een smalle, diepe gracht, omgeven door dicht kreupelhout en oude, door elkaar gegroeide braamstruiken. De grond was daar zande rig en niet geschikt tot gebruik en nooit was er in 't grachtie water geweest. En de elkaar opvolgende herfsten hadden daarin, sinds jaren, het doode loover opeengehoopt, langzaam aan, als tot een zacht rustbed. Aan het einde van het bosch was de gracht afgesloten door een reuzige eik, ouder dan de oudste lieden van het dorp, en die het kleine woud gansch beheerschte. De braam struiken die zich door elkaar wrongen en het grachtje overwelfden, waren door den wind volgezweept met bladeren en leken op een hoop dood loover, daor, blad bij blad, bijeenverzameld. En daarop kroop Schinkels, als in een zwart hol, waar nie mand hem zoeken zou. Toen hij daaronder uitgestrekt lag, uren lang, uren die met folterende traagheid voorbij kropen, herdacht hij vaak zijne jeugd toen hij, 's Zondags, in het boschje met Rika de zwarte braambeziën kwam plukken. Daar was het eigenlijk dat, in hunne naïeve, onnoozele kinderziel die gevoelens waren ontloken welke hen later, als instinct matig, tot elkaar hadden gevoerd en waaruit hunne liefde was gesproten, eenvoudig en oprecht Langzaam liet hij die herinneringen zijnen geest voorbij trekken, als traag verdwijnende wolkjes in een rozig, zacht getint verschiet. Die beelden wekten andere beelden, welke hij liever niet had zien oprijzen. Doch hoe hij zich ook op zijn leger van dorre bladeren wentelde en keerde, hoe hij ook poogde zijn geest op iets anders te brengen, altijd kwamen zij terug, onmeedoogend, als een spokenrei. 't Was zijn soldatenleven, zijne liefde in de kroeg, zijne vlucht naar zus of zoo wil hebben, omdat Hanneke en Mieke het zoo ook al hebben en zij Gonda weer boven hare vrien dinnen uit wil blinken? Het manvolk moge in dezen wat minder offers brengen aan de wispel turige godin der mode, zij hebben zich andere behoeften geschapen, aan welker bevrediging handen vol geld wordt verspild. Uren in den omtrek mag hun geen feest ontgaan. Kermissen, festivals, hard draverijen, tentoonstellingen, verschil lende wedstrijden, die de hedendaag- sche sport heeft uitgedacht, kunnen niet doorgaan als ze niet met hunne tegenwoordigheid vereerd worden. Afstanden bestaan voor hen niet meer. Spoor en tram brengen hen in een spanne tijds, waar zij zijn willen en wie die vervoermiddelen nog mist, och hij behelpt zich maar met een rijwiel en sport soms in dolle vaart een tram, die hij op zijn weg inhaalt achter zich latende naar het aantrekkings punt van dien dag. En de nadeelige gevolgen van al die uitstapjes? Zij zijn vele; zoowel op lichamelijk als geestelijk, zoowel op stoffelyk als zedelijk gebied. Wij willen ons bepalen tot het ter loops aanstippen van slechts enkele. Door dat onvermoeid reizen en trek ken en feestvieren eischen we van ons lichaam veel meer dan het geven kan. Behoorlijke rust wordt niet genoten. Zijn we bij dat alles nog onmatig in het gebruik van drank, dan wordt de gezondheid nog meer ondermijnd, ons verstand raakt beneveld, onze geest wordt verzwakt. En als de andere dag ons roept voor den arbeid, dan zijn we lusteloos, uitgeput, afgemat en van flink aanpakken, van met lust en vlyt aan onzen dagtaak beginnen is geen sprake. Dan is het om eens het alledaagsche woord te gebruiken met recht misère. Misère in 't hoofd, misère in armen en beenen, misère vooral ook in de portemonnaie Kan het ons nu nog verwonderen, dat van welstand bij velen in den boerenstand geen sprake kan zijn. Zei den we te veel, toen we boven be weerden, dat een ongeoorloofde en onredelijke weelde een beletsel is om tot welstand te geraken? Htiitenland. Farman, de man van de vliegmachine, Rijsel, en het slot: dat openbeuken der kamerdeur, die woeste vuistslagen en die vrouw daar op den grond uitgestrekt, met bloed bevlekt Altijd kwam dat bloedige tafereel hem fo1 teren, in zijne kleinste bijzonderheden, met eene wel is waar vage doch pijnlijke wederopwekking der gewaarwordingen welke hem hadden overmeesterd, altijd, als een onvermijdelijk, onbarmhartig gevolg op die frissche, aangrijpende herinneringen zijner jeugd. Toen hij daar lag, slapeloos in zwarte duisternis, en de wind, diepen melodieus, in de reusachtige kruin van den hoogen eik, boven hem, loeide, meende hij vaak iets daarin te hooren als een klagen, het droevig klagen eener afgebrokene liefde of eener neergesmakte, met bloed besmeerde vrouw En dan kwam hem ook weer die mor genstond voor, toen hij ginds onder de stroomijten lag, die morgenstond, som- berrood, met eene zon die als uit een bloedplas opdook en dan bekroop hem een voorgevoel als of hem hier geen geluk te wachten stond Hij zou echter blijvenhij wilde, hij moest Rika spreken. Eiken nacht dwaalde hij weer rond de hoeve van 's meisjes ouders of rond het huisje zijns vaders waar zijne zuster hem eten gaf voor een ganschen dag. Zijn vader leed veelniettegenstaande alles droeg hij zijn Leo eene vurige liefde toe, die nog toenam toen hij dacht aan het ongelukkig leven dat hij ginds, in het boschje, in die donkere kuil leidde, als een beest. Meer dan eens reeds, midden in den nacht, toen hij dorpwaarts sloop, had hij, in de verte, als schimmen in de duisternis, den veldwachter en twee gendarmen ge- is bij Edison geweest. De groote uit vinder heeft aan Farman de plannen laten zien voor een vliegmachine, die zich ook stilstaande d.i. dus zonder eerst op den grond een aanvangssnel- heid te hebben verkregen in de lucht zal kunnen verheffen. Volgens de bewering van Farman, zou het plan van Edison beter zijn dan dat 't welk was gevolgd bij 't bouwen van zijn, Farmans, vliegmachine. De vliegkunstenaar en de uitvinder zijn nu samen aan het overleggen over het bouwen van een uitstekende nieuwe vliegmachine. Dat kan wel iets zeer goeds worden. Te Liverpool heeft men in een gon- jenzak het vergane lijk gevonden van een zevenjarig meisje, Margaret Kirby, dat sedert Januari vermist werd. Het meisje was toen door een man, die het lekkernijen beloofde, uit een park weg- getroond. Het lijk had maar kort op straat en, naar de politie te weten kwam, voor dien tijd in een oi bewoon baar verklaarde woning, die al geruimen tijd leeg heeft gestaan, gelegen. Men herinnert zich, dat er eenige maanden geleden in en bij Londen twee dergelijke moorden zijn gepleegd, een op een meisje en een op eeü jongen. Geen spoor van den dader werd er ontdekt. Pijnlijke gedachte, dat het on- mensch of de onmenschen,die dergelijke dingen doen, waarschijnlijk nog vrij rondloopen. Dinsdag heeft een bende roovers van ongeveer 25 man op het station te Nowogroedok in het gouvernement Grodno een aanval gedaan op een pas- sagierstiein, in welks goederenwagen een bedrag van 100,000 roebel zou wor den vervoerd. Een bom, die een der roovers wilde slingeren, ontplofte in zijn handen, doodde hem zelf en wondde twee treinbeambten. Na een vruchtelooze beschieting van den goederenwagen grepen de roovers tien paarden, die op het station stonden, en maakten zich daarmede uit de voeten. Uit Toulon werd Woensdag gemeld Er heeft te Öalins d'Hyères een ern stig ongeluk plaats gehad aan boord van het artillerie-schoolschip Couronne; door een ontploffing in een kanon werden 4 personen gedood, 5 verkeeren in levensgevaar, 7 werden ernstig ge kwetst en 8 beliepen kneuzingen. Later zijn nog twee personen over leden. Volgens de matrozen van de Couronne werd de ontploffing veroorzaakt door de verhitting van het stuk, waarmede te veel geschoten was. De abnormale hitte, zeggen zij, heeft de kruitleiding zien, die daar ronddwaalden om hem te vangen. Op zekeren nacht, toen hij langs een beu ire laan naar zijn hol terugkeerde, zag hij twee gendarmen het land oversteken in zijne richting. Hij was overtuigd dat zij hem hadden gezien. Aan vluchten viel niet meer te denken op het vlakke veld was het te helder en daarbij, in zijne beenen voelde hij eene vermoeidheid, zwaar als lood, die hem be letten zou honderd schreden ver te loopen. Doch tusschen de boomen hing een scha duw die als uit de takken neerzeeg. Hij bleef er en verschool zich achter een dik- stammigen beuk en wachtte, angstig loe rend, op de komst der beide mannen. In de eene hand hield hij een groot mes Langzaam kwamen zij nader, langs een kleinen weg door het veld, bijna recht op hem af. Achter hunne donkere mantels zag hij den loop hunner geweren glimmen. Als een weerlicht schoot hem, op dat oogenblik, de gedachte aan de gevangenis door het brein. Zijne vingers knelden kramp achtig het hecht van het mes. Strak bleven zijne oogen op de gendarmen gevestigd, als droomde hij 't Was alsof er plot seling een nevel voor hem oprees. En dan zag hij, als in een droom, eene woeste worsteling lijf aan lijf, met twee gendar men, kolfslagen en messteken, eene worsteling, razend, hijgend, als in een reu- zenkamp, en dat bloed, altijd bloed, gul pend stroomend in de donkere aarde En hij strekte zenuwachtig den ann achter den rug uit en zijn vingeren kraakten op het groote mes Bloed Waarom moest hij dan altoos bloed zien? Waarom altoos die akelige herinnering aan dat bloed in die kamer, aan dat bloed in het oosten, in dien som beren, killen morgenstond doen ontbranden, waardoor de ontplof fing ontstond. Technici zeggen, dat de ontploffing moet worden toegeschreven aan wijzi ging in de samenstelling van het kruit, juist als bij de ramp aan boord van de Iéna. De gekwetsten vertoonen afschuwe lijke wonden. Van twee denkt men dat zij blind zullen blijven, anderen hebben amputaties van armen en beenen onder gaan. Twee officieren werden licht gewond. Een telegram uit Winnepeg meldt, dat er ten westen van Fernie nieuwe boschbranden zijn uitgebroken, waardoor de steden Kimberley, Sullivan en Cran- brook worden bedreigd. De aanhoudende droogte bevordert de uitbreiding der branden. De gemeenteraadsverkiezingen op de Filippijnen hebben in sommige distric ten van Manilla tot zonderlinge resul taten geleid. In het z g. zuiderdistrict waar de meeste Amerikanen wonen kwam de Filippino senor Simeon Villa uit de bus. Deze Villa is een bekend en berucht moordenaar. Ten minste hij placht het te zijn. In 1898 werd hij door een Amerikaansch hoog gerechtshof te Manilla veroordeeld we gens het martelen en vermoorden van Spanjaarden. Zoo bleek bij de behan deling van het proces, dat hij een Spaanschen luitenant, Piera, en een Spaanschen bisschop had gedwongen, van hun eigen vleescli te eten vóór zij werden afgemaakt. Villa werd door het hooggerechtshof ter dood veroordeeld, maar later pro fiteerde hij van een algemeene amnestie en kwam weer vrij. En nu is dit sin guliere heerschap gemeenteraadslid van Manilla. Maar onder de Amerikanen in die stad is nu een krachtige actie ontstaan om Villa te beletten als zoo danig zitting te nemen. En dat is wel noodig, schijnt het. Nog onlangs moet de man in een openbare redevoering hebben veiklaard, dat bij den eerstvol- genden opstand alle Spanjaarden moes ten worden afgemaakt. Ook voorspelde hij, dat de Filippij nen het volgend jaar onafhankelijk zullen zijn. De Stoomboot „Stentor" bracht Maan dagavond te Singapore de uitgehongerde bemanning, 15 in aantal, van de En- galsche stoomboot New Orleans binnen. Op haar reis van de kust van Borneo stootte in de straat van Macassar de New Orleans op een rif, en brak mid dendoor 23 dagen hielden volgens hun verhaal de schipbreukelingen zich Doch de gendarmen waren afgeweken, dorpwaarts. Hij oogde ze een poos na, nog steeds onder den invloed der dolzinnige gedachten die daar zooeven in zijn brein woelden. Daarna stak hij de akkers over, naar het boschje. Toen hij in zijn hol, op zijn leger van dorre bladeren, was neerge vallen, als een willooze massa, weende hij lang en snikkend, als loste zich plotseling al het wee op, dat sinds weken, dag aan dag, in zijn hart was opgepropt VII. Dagen verliepeD. Hij voelde dat het hem daar, in dat akelige hol, onder die hooge braamstruiken en dorre bladeren, ondragelijk en onuit staanbaar werd. Hij kon er niet meer blij ven hij voelde een langzaam slopen zijner krachten, als een naderende krankheid. En toch wilde hij Rika spreken, haar overtuigen en haar medelokken naar Frank rijk, waar hij weer, voor de blakende ovens, met zijn gespierde armen het vuur zou oprakelen, waar hij weer zou zwoegen, dag en nacht, zonder rust, in de hijgende rusteloosheid van den kamp om het be staan, ten einde haar gelukkig te maken Hij wist dat de velwachter op hem loerde en van de eerste gelegenheid zou gebruik maken om hem te vatten en hem in handen van 't gerecht over te leveren. Maar ook wist hij dat hjj zich, in dit geval, zou verdedigd hebben zoolang er een tochtje adem in zijn longen bleef, zoolang zijn armen grijpen en zijn vuisten slaan konden. En dan rees de herinnering aan dien avond hem voor den geest, toen hij, in de beu- dreef, achter een boom stond en de gen darmen op hem afkwamen en hij den arm achteruit strekte, gereed tot eene moord Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1908 | | pagina 1