et Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Goede dagen. OOM BEftNAC. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2SOO. Woensdag 23 December19QS. FEUILLETON. VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke reg6l meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Wat zijn voor ons „goede dagen"? Voor het kind zijn het die dagen, waarop het volop genieten, juichen, springen en zingen kanwaarop het een heerlijke verrassing wordt bereid en ontvangt datgene, waarnaar het al zoolang reikhalzend heeft uitgezien waarop het ongeduldig denkt aan een pretje dat in het verschiet is. Dagen, ja weken van te voren is de mond er vol van en veel, veel te langzaam gaat hem de tijd om, Het vertelt u wanneer het jarig is, herinnert u telkens aan 5 December, kan niet zwijgen van een aanstaand feestje of partijtje. Het zou iedereen wel in zyn vreugde willen doen deelen en uitroepen „weest blijde met mij O verrukkelijke kinderjaren! O zoet „Paradijs!" Waarom gaat gij zoo gauw voorbij? Wat duurt die heerlijke, echt- kinderlijke vreugde kort! Gelukkig het kind dat een tijd door leeft waarvan herinneringen blijven heel zijn leven en waaraan later terug te denken, hem genot is en immer dankbaar stemt. Onder de beste erfe nis die wij de onzen kunnen achter laten, mag niet het laatst gewezen worden op een heerlijke jeugd. De ge dachte aan een vriendelijk, zonnig te huis is een weldaad, is een blijvende zegen. Een gezellige huiskamer, waar liefde en warmte wonen, is een niet hoog genoeg te waardeeren schat. Waar de zin voor het intiem, huiselijk leven verflauwt, daar sterft het beste. 't Kind wordt ouderer komen schooljaren die roepen tot den arbeid en de studie. Nog jong, maar teleur stellingen, moeilijkheden blijven niet uit en allengs meer worden de dagen van pret, van vroolijkheid, van uitgaan, van onbezorgd genieten een extratje, een „nagerecht" dat iets bijzonders blijven moet. 't Zorgeloos dartelend kind gaat plaats maken voor den wor denden mensch, wien het voortdurend in de ooren zal klinken„denk om uw plicht; vergeet niet uw verantwoor delijkheid; volbreng de u gestelde eischen, opdat ge de verwachtingen niet beschaamt De knaap en het meisje worden mensch. Zij gaan het leven in en tre den de maatschappij binnen. O, wat wordt alles anders. Wat al hinderpa len en tegenspoeden! Wat al moeilijk heden en verdriet! Menschen doen een (21. Er trad een man binnen, die klaarblij kelijk een lange reis achter den rug had. Onder zijn arm droeg hij een groote, platte, teenen mand. „Ik heb al twee dagen geleden om u ge zonden, mijnheer Isabey." „De koerier kwam gisteren aan, Sire. Ik ben toen dadelijk van Parijs vertrokken." „Heeft u de modellen hier?" „Ja, Sire." „Spreid ze dan maar op de tafel uit." Ik begreep eerst niet, wat het beduidde, toen ik Isabey zijn mand zag openen en merkte dat zij propvol was met poppen, ongeveer een voet groot en gekleed in de schitterendste zijden en fluweelen costuums met hermelijn en goudborduursel gegar neerd. Maar toen de ontwerper ze een voor een uit de mand nam en op de tafel neer zette, begreep ik, dat de keizer, die alles tot in de kleinste onderdeelen zelf wilde kennen en de leiding op zich nam over alles, wat er aan zijn hof voorviel, deze poppen had laten aankleeden, om te oor- deelen over het effect van de kostbare gala- costuums, die voor zijn hooggeplaatste amb tenaren waren besteld. Hij nam ze achter eenvolgens op, de keizerin in jachtcostuum, de opper-jagermeester, de rijkskanselier, de minister van financiën en was er zoo blij mee als een kind met een nieuw stuk beroep op uw willeo en uw kunnen, uw geestdrift en innerlijke kracht. Zij leggen beslag op u. Ge komt in om standigheden en zult kennis maken met toestanden, welke veel van üw inspan ning, uw volharding, uw ernst vorderen. Daar ligt een paradijs achter u, dat ge nimmer zult vergeten. Ge voelt dat ge uit dht paradijs ver dreven moest worden, om op te groeien tot menschen en zelf u langs den weg van arbeid en worsteling, van struikelen en opstaan, van zelfbedwang en krachts ontplooiing, een ander, schooner para dijs te scheppenhet paradijs van in nerlijk geluk, maar dat voor niemand gereed ligt, dat bevochten en veroverd moet worden. Wat zijn voor ons „goede dagen?" Ook voor ons mogen die „goed" heeten, waarop we genieten met heel ons hart, waarop die ontspanningen ons deel zijn, welke opnieuw bekwa men tot de trouwe vervulling van 's levens taak. Er ligt een diepe waarheid in het woordgenot is deugd". Er is genot in werken en in rusten na den arbeider is genot in het vergaren van wetenschap, in het ons openen van in drukken, gewekt door den kunstenaar, den schrijver en den dichter, den mu sicus en den tooneelspeler, den schil der en den beeldhouwer. Er is rein genot in het ontvangen van bewijzen van vriendschap, van ver trouwen, van liefde en hartelijkheid, zoo goed als in het kunnen schenken van deze heerlijke dingen; ze zijn als kostbare parelen. Geven en ontvangen, hoe bereiden ze ons goede dagen, die heerlijke en verheffende stemmingen in ons doen geboren worden Maar goede dagen zijn bovenal die, waarop w' ons opnieuw en ten volle bewust worden van onze dure verplich tingen jegens anderen en de maatschap pij, waarop we wederom een dieper besef krijgen van den omvang der roe ping, welke wij te vervullen hebben, waarop weder levendiger dan te voren helder ons voor den geest staat de groote aansprakelijkheid jegens ons zelf en d' onzen, den kleiner of grooter kring waarin w' ons bewegen en op welken we invloed oefenen. Die dag is goed, waarop we komen tot en inkeeren in ons zelf; waarop dank ons vervult, ootmoed de knie doet buigen, een heilig streven ons bezielt, waarop het verleden tot ons spreekt, het heden met zijn stemmen ons een oogenblik vasthoudt, waarop de gedachte speelgoed. Hij maakte groepjes van de poppen op de tafel, zoodat hij er zich een voorstelling van kon vormen, hoe de hoog waar digheidsbekleeders er uit zouden zien, als ze met elkaar spraken. Toen gooide hij ze alle weer in de mand. ,,'t Is goed," zei hij. „Gij en David hebt uw werk goed gedaan, Isabey. Leg de hof leveranciers deze modellen voor en maak een begrooting van de kosten. Zeg Lenor- mand dat, als zij weer zoo'n hooge reke- kening aan de keizerin durft te zenden als laatst, zij met het binnenste van Vincennes kennis zal maken. Gij zoudt geen 25.000 francs voor één enkele japon willen beste den, mijnheer de Laval, zelfs niet als zij was voor mejuffrouw Eugénie de Choiseul." Was deze man een toovenaar en was er iets, dat hij niet wist? Wat konden hem mijn liefdesaangelegenheden schelen, hij die stond midden tusschen kampende legers en strijdende volken. Toen ik hem half verbaasd, half angstig aankeek, verhelderde die prettige, jongensachtige glimlach zijn gezicht en even rustte zijn kleine, dikke hand op mijn schouder. Zijn oogen waren helderblauw, als hij vroolijk keek, maar werden donker, als hij in gedachten ver diept was en staalgrijs in oogenblikken van opwinding. „U was verbaasd, toen ik zooeven sprak over uw strijd met den Engelschman in de dorpsherberg. U is nog meer verwon derd, nu ik spreek over zekere jonge dame. Mijn agenten in Engeland zouden me al zeer slecht dienen, als ik zulke belangrijke bijzonderheden niet wist." „Ik begrijp niet, Sire, waarom u zulke kleinigheden oververtelt, of waarom u er nog een oogenblik aan denkt." „U is werkelijk een zeer bescheiden jong- aan het toekomende in ons wakker roept: hooge idealen. Die dag is goed, waarvan de avond daalt, in ons het besef wekkend: iets te hebben gedaan, dat waard is morgen te worden voortgezet, iets te zijn ge weest voor ons en d'onzen. Goede dagen laten iets achter voor ons innerljjk. Zij wrochten iets voor de leden van het gezin. Zij prikkelen een volk tot krachtiger voorwaarts gaan. December en „goede dagen" hooren bij elkaar. Vriendelijke, ernstige maand voor allen die denken eD een hart in zich omdragen Eerst die heerlijke St. Nicolaasavond, die blijve „tot in lengte van dagen", die voortga zegen te bereiden aan jong en oud Wat veranderen moge, aan dien torne men nimmer Dan de Kerstdagen t" Nu komen zij weer bij elkaar ouders en kinderen, soms verre verspreid; nu zitten zij tezamen gezellig en vertrou welijk: bloedverwanten en vrienden. Versterkt de bandenhaalt nauwer toe wat dreigde te verslappen, geniet van en geniet door elkaar. Weest vroo lijk, brengt warmte, verspreidt vrien delijk licht in deze „donkere dagen" van het jaar. Spreekt een woord dat goed doet, opbeurt, bemoedigt. Vergeet oude veetenhaalt niet op wat dood en begraven moet heeten. Zingt uw liederon in huis en om den kerstboom en bij orgeltoon. Gedenkt hunner die zyn in zorg, die dragen hun kruis, die ontberen wat gij bezit, die verre zijn, die boeten voor diepen val. De vroolyke juichtoon legge niet het zwijgen op aan de stemmen van ernst. Levenslust en levensernst zijn ééu. Wees welkom Lichtfeest in de duistre dagen, Dat van vrede op aarde gewaagt, En een geest van welbehagen Voor de menschenkindren vraagt; Lichtfeest, dat met vroom gevoelen Aller harten juichen doet, Heerlijk is uw rein bedoelen Vriendlijk Kerstfeest, wees gegroet! Lichtfeest met uw idealen, Met uw hooge poëzie, Dat ons zangen doet herhalen, Rein van zin en melodie Lichtfeest, dat op wereldvrede, Twijfelzucht zelfs hopen doet, Deel alom uw zegen mede Vriendlijk Kerstfeest, wees gegroet I Dan de Oudejaarsavond Avond van danken en buigen, van opzien en vertrouwen mensch, en ik hoop, dat u die goede hoe danigheid niet zult verliezen, alsueenigen tijd aan mijn hof is geweest. U denkt dus, dat uw particuliere zaken voor mij van geenerlei belang zijn?" „Ik zie niet in, waarom ze het wel zou den zijn, Sire." „Hoe heet uw oudoom?" „Kardinaal de Laval de Montmorency." „Juist. En waar is hij „Hij is in Duitschland." „Juist in Duitschland en niet in de Notre-Dame, waar ik hem zou hebben aan gesteld. Wie is uw neef in den eersten graad „De hertog de Rohan." „En waar is hij." „In Londen." „Ja, in Londen, en niet in de Tuileriën, waar hij had kunnen krijgen, wat zijn hart begeeert. Ik ben benieuwd of ik, als ik eens kwam te vallen, even trouwe aan hangers zou hebben als de Bourbons. Zou den de mannen, die door mij tot grootheid zijn gekomen, in ballingschap gaan en alle aanbiedingen weigeren, tot ik terugkwam Kom hier, Berthier I" hij trok zijn gunste ling bij het oor, wat een eigenaardige lief- koozing van hem was. „Zou ik op jou kunnen rekenen, zeg „Ik begrijp u niet, Sire." Ons gesprek was op zoo'n zachten toon gevoerd, dat niemand der aanwezigen het had kunnen volgen, maar nu luisterden allen naar wat Berthier te zeggen had. „Als ik verdreven werd, zou je dan ook in ballingschap gaan „Neen, Sire." „Verduiveld, je bent tenminste oprecht." „Ik zou niet in ballingschap kunnen gaan. Sire." Avond van achterwaarts zien en voor waarts blikken, van zien in ons, voor alles en boven alles Avond van jubel hier, van schreien dódr, van worstelen eldersavond van stillen ernst en van spreken door zwij gen en handdruk en omhelzing. Wij willen luisteren naar uwe stem men. Wij zullen maar niets beloven, doch we willen voeden de hoop en daaruit putten nieuwen moed en heer lijker pogen. Zoo mogen zij voor ons aanbreken de „goede dagen" die ons wachten, en welke wij niet mogen laten gaan, zon der hun een blijvenden zegen ontwron gen te hebben. Buitenland. Zaterdag werd uit Konstantinopel gemeldDe lossing van de door een stoomschip van deOostenrijksche Lloyd te Avlona aangebrachte postzakken, gaf aanleiding tot betoogingen en betreu renswaardige feitelijkheden, tengevolge waarvan Pallavicini, de Oostenrijksche gezant, ernstige vertoogen heeft inge diend. De Turksche minister van oorlog heeft aan een redacteur van de Jeni Gacetta de volgende mededeeling gedaan Bij de Kamer zullen 12 reeds uitgewerkte wetsontwerpen worden ingediend, be treffende de instelling van een nationale militie; de wijziging van de wet op de recruteering, die uitgestrekt zal worden tot de niet-Muzelmannende hervor ming van de pensioenwetde regeling van de soldij de regeling van de be vordering de hervorming van de staf school de vermindering van den ac tieven diensttijd; de jaarlijksche mobi lisatie van rediffs en reservistende terugroeping van de Turksche officieren, die in Duitschland dienst doen, en wier tegenwoordigheid noodig zou zijn, als mede het jaarlijks zenden van 10 offi cieren naar Duitschland. De Jeni Gazeta meldt het volgende De Sultan van Turkije zou aan den grootvizier een door den Sultan ont vangen brief hebben doen toekomen, waarin hij gewaarschuwd werd dat 60 Amerikaansche anarchisten naar Kon stantinopel waren gekomen, om een aanslag te plegen op 's Sultans leven. De schrijvers van dien brief zijn zonder twijfel twee kolonels, aides de camp van den Sultan. De minister van politie logenstraft het gerucht, dat er Ameri kaansche anarchisten in hechtenis zou den genomen zijn. Al sinds eenigen tijd loopen er vage geruchten, dat de ijver van Rusland „En waarom niet?" „Omdat ik dood zou zijn, Sire." Napoleon begon te lachen. „En nu zeggen sommige menschen nog, dat Berthier niet bij de hand is," zei hij. „Nu, ik geloof wel, dat ik op jou kan re kenen, want, al houd ik om bijzondere redenen van je, ik geloof niet, datje anderen van veel nut zoudt zijn. Dat zou ik van u niet kunnen zeggen, mijnheer Talleyrand. U zoudt even gauw naar een nieuwen meester overgaan, als u uw vroegeren meester heeft verlaten. U heeft bepaald een talent om u in de omstandigheden te schikken." De keizer deed niets liever dan plotseling zulke tooneelen uitlokken, die iedereen onrustig maakten, want ze wisten nooit welke onaangename vraag hij nu weer doen zou. Nu vergaten zij echter allen hun eigen angst in hun spanning, welk antwoord de beroemde diplomaat zou geven op een ver onderstelling, die, zooals iedereen wist, maar al te waar was. Hij stond op zijn ebben houten stok geleund, zijn vierkante schou ders eenigszins voorovergebogen en met een vroolijken glimlach op het gelaat, alsof hij het onschuldigste Complimentje had ont vangen. Een der weinige dingen, die hem aanspraak geven op onze achting, is, dat hij Napoleon altijd als gelijke behandelde en zich nooit vernederde tot buigen en vleien. „U denkt, dat ik u zou verlaten, Sire, als uw vijanden mij meer boden, dan u me heeft gegeven?" „Ik ben er zeker van." „Nu, ik kan werkelijk niet voor mezelf instaan, voordat het aanbod gedaan is. U moet denken, dat ik behalve mijn mooi huis in de Rue St. Florentin en de 200.000 francs salaris, de positie bekleed van eerste voor de conferentie bekoeld zou zijn, geruchten die overigens nog pas beslist zijn tegengesproken. Aan den eenen kant komen de Panslavisten met onmo gelijke eischen. Zij willen, dat de Russische regeering de Donau-monar- chie zal overhalen aan Servië en Monte negro territoriale schadeloosstellingen toe te staan en dat kan ze niet. Aan den anderen kant, zoo zegt men, is het Rusland niet gelukt Engeland er toe over te halen zijn medewerking te verleenen om de Dardanellen-kwestie op het program der conferentie te plaatsen. Maar nu zou er, nadat men de Dardanellen-kwestie heeftlaten varen, als ter vergoeding, een afspraak tusschen Rusland en Engeland in wording zijn in zake Perzië, waarbij het Noorden aan Rusland, het Zuiden aan Engeland zou ten deel vallen. De voorloopige afspraken van vroeger in dien geest zouden eerst nu hun verwezenlijking tegemoetgaan. De Times verneemt uit Weenen, dat de Turken en do Oostenrijkers het eens beginnen te worden. Turkije heeft ongeveer 36 millioen gulden als schadeloosstelling voor de wetgeving van Bosnië en Herzegowina verlangd en Oostenrijk-Hongarije zou bereid zijn, 24 millioen te betalen. Men zal het dus over het verschil wel eens kunnen worden. Te Gibbon, in den staat Nebraska heeft een bende schavuiten twee ban ken leeggeplunderd. Dit is voor de V. St. en ook in andere landenniets ongewoons. Maar de manier, waarop de bankdioven te Gibbon te werk gingen, was toch wel anders, dan bij zulke ope raties het geval pleegt te zijn. De die ven kwamen in een auto voorrijden. Zij waren keurig gekleed in rok met hoo- gen hoed, uiterst correcte handschoenen enz. Eenmaal binnen, pakten zij mee wat voor de hand lag en reden toen in snelle vaart weg. Ofschoon den die ven een hagelbui kogels werd achter nagezonden, wisten zij ongedeerd te ont komen. Te Tasjkent in Russisch Toerkestan zijn 250 ambtenaren, hoog en laag, op beschuldiging van afpersing en ver duistering achter slot gezet. Een van de beschuldigden is een rechter, wien diefstal van een 3'/s ton gouds en ook mishandeling van gevangenen ten laste wordt gelegd. Zaterdagochtend zijn weer in een ge deelte van Midden-Duitschland aard schokken waargenomen. In Leipzig voelde men de beweging van den grond 3 seconden lang en binnen het uur kwam er nog een tweede schok. Tege- minister van Europa. Werkelijk, Sire, als ze me niet op den troon plaatsen, zie ik niet, hoe ik mijn positie kan verbeteren." „Neen, ik geloof, dat ik vrij zeker van je ben," zei Napoleon, hem lang en peinzend aanstarend. „A propos, Talleyrand, je moet öf met madame Grand trouwen öf van haar af zien te komen, want ik wil geen schan dalen hebben aan mijn hof." Ik stond verstomd, dat zoo'n kiesche, persoonlijke aangelegenheid zoo in het open baar werd behandeld, maar dit was ook een der kenmerkende eigenschappen der heerschappij van dezen buitengewonen man, die kieschheid en goede smaak beschouwde als een der ketenen, waarmee de middel matigheid het genie aan banden tracht te leggen. Deze jeugdige veroveraar kende zich het recht toe alle persoonlijke aangelegen heden, tot zelfs de keus eener vrouw, te bespreken en te regelen. Om Talleyrand's lippen speelde weer zijn welwillende, on doorgrondelijke glimlach. „Ik denk, dat het komt door mijn vroe gere betrekking, Sire," sprak hij, „maar ik heb een instinctmatigen afkeer van het huwelijk." Napoleon begon te lachen. Die madame Grand is een knappe vrouw. Ik heb gemerkt, dat zij met aandacht luis tert. Maar de knappe vrouwen in Frankrijk vergeten, dat wij hun hart en niet hun hoofd verlangen. Als zij invloed hadden op een rorst, hebben zij altijd zijn loopbaa vernietigd. Denk aan mevrouw de Staël! Waarom kunnen zij zich niet bij haar kinderen en haar naaiwerk houden? U is het zeker niet met me eens, mijnheer de Laval?" Een herinnering aan het Keizerrijk van Napoleon I. Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1908 | | pagina 1