Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. OOM BERNAC. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2804. Zaterdag 9 Januari FEUILLETON. 1909. UND VAN ALTENf* VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Prol. Giegel uit Würzburg wijdde voor eenigen tijd een beschouwing aan dit onderwerp, zóó interessant, dat we meenen het niet aan onze lezers te mogen onthouden. Wij beschouwen het gapen in gezel schap als iets onbeleefds, en, lichame lijk gesproken, als een teeken van slaap. De hoogleeraar echter, zich stellend op zuiver wetenschappelijk standpunt, noemt het gapen van een ongemeen gunstige prognostische beteekenis. „Ik heb, zegt hij, het medisch handwerk bij beroemde meesters geleerd en durf beweren, dat ik in hunne werkplaatsen niet van de luisten ben geweest, maar nog nooit heb ik bij de analyse van ziektebeelden uit hun mond over het gapen iets vernomen. Toch heeft het gapen een zeer gewichtige beteekenis. Daarop ben ik echter niet door mijn leermeesters gekomen; nog minder ben ik er uit mij zeiven op gekomen, maar het is een vrouw geweest, door wie ik het is reeds lange jaren geleden daarop opmerkzaam gemaakt werd, eene vrouw, wier ongemeen heldere blik door de nimmer rustende zorg en angst voor haar kinderen tot het uiterste ver scherpt werd. Die vrouw, mijne moe der, heelt mij geleerd, welk een bui tengewoon gunstig voorteeken bij koorts achtige toestanden het gapen is. Zag zij, over het bed van haar kind geleund, voor het eeist weder gapen, het beha- gelijke gapen, dan hield zij het geweld der ziekte voor gebroken en met recht. Bij het uitbreken eener zware in fectie-ziekte vervallen de patiënten in een onrustigen sluimer zonder dat zij gapen, en eerst als de koorts wijken gaat, vallen zij onder gapen in slaap, en wel in een rustigeu, diepen verkwik- kenden slaap. Bij infecties, die naar den dood voeren, blijft het gapen uit, de doodslaap wordt niet door gapen ingeleid. Menigmaal, zegt de schrijver, heb ik vergeefs naar dit troostrijk ver schijnsel uitgezien, en heb ik half uit scherts de pleegzusters een Thaler be loofd, voor wie bij den wakenden of halfsluimerenden patient het gapen zou zien en mij berichten zou, het bleef uit en de genezing eveneens." Tot zoover de medicus, maar nu is het dubbel merkwaardig, dat na dien tijd ook van leeken zijde op dit verschijn sel en zij a bijzondere beteekenis ge wezen is. (25. Berthier stond op zijn nagels te bijten, terwijl Talleyrand hem met een licht op trekken zijner dikke wenkbrauwen aanzag. De Méneval nam met een treurig gezicht het eene papier na het andere op van den stapel, die voor den volgenden morgen moest zijn overgeschreven. Constant stak, onhoor baar loopend, de kaarsen aan in decande- labres aan den muur. „Wie is het?" hoorde ik den minister fluisteren. „Het meisje van de keizerlijke opera," zei Berthier. „Is de kleine Spaansche dan uit de gunst." „Neen, dat geloof ik niet. Zij is gisteren nog hier geweest." „En de andere De gravin „Zij heeft een buitentje te Ambleteuse." „Maar er mogen geen schandalen zijn aan het hof," zei Talleyrand met een bit teren glimlach, bij de gedachte aan de zedelessen, waarmee de keizer hem berispt had. „En nu, mijnheer de Laval," voegde hij er bij, mij ter zijde trekkend, zou ik gaarne eens iets van u hooren over de partij der Bourbons in Engeland. U is zeker wel van hun denkbeelden op de hoogte. Denken zij dat zij eenige kans hebben weer op den troon te komen En zoo stelde hij mij tien minuten lang vragen, die een duidelijk bewijs waren, dat de keizer een goeden kyk op zijn ka- Een dezer schreef o.m. het volgende ik geloof stellig dat wij van het gapen en de neiging er toe meer nut en voor deel kunnen hebben, dan we er ge woonlijk uit trekken. Het gapen schijnt een zeer directe zenuwontspanning te geven na hersenarbeid. Laten onder wijzers en leeraars, die hun taak ern stig opvatten en zich geven aan hun werk, er eens op letten, hoe zij na het uit school komen neiging voelen tot gapen. Zijn ze met vrienden of colle ga's onderweg, dan geneert het hen aan die zucht toe te geven, en het ga pen wordt onderdrukt. Dat is natuur lijk maar jammer. Het gapen zou het lichaam rust ge ven, en is de natuurlijke reactie tegen de spanning en inspanning. Laat ons bedenken hoe we, als we 's avonds moeite hebben in te slapen, door nei ging tot gapen er aan herinnerd wor den, dat Morpheus het oor gaat neigen tot onze bede om de weldaad van den slaap. Na eiken ster ken eisch, aan lichaam of geest gesteld, brengt het gapen ver lichting van moeheid, het rust uit. Het te onderdrukken is dus verkeerd, al is het soms onvermijdelijk vanwege de gezelligheid of de aangenomen welvoe glijkheid. Waar die echter geen eischen stellen, laat men daar geen weerstand bieden aan het gezonde gapen, maar lustig profiteeren van dit middel tot self hel p, dat het lichaam bezit. Zelfs kan men meehelpen om op die *ijze tot uitrusten te komen. Zooals in vele gevallen de auto-suggestie invloed hebben kan, zoo kan men ook het gapen min of meer op verlangen tot zich laten komen. Juist h propos van dat inslapen kan een vijf minuten gapen wonderen doen. Men denkt aaa gapen, maakt misschien een paar maal de bewegingen en neemt door diep adem te halen, door zich wat uit te rekken, de allures van gapen aan, en zie, eer dat men het weet is het schijn-gapen verkwikkend, heusch gapen geworden. Het groote verschil daartu3schen schijnt na een paar proeven duidelijk te worden, en het prettige, ontspannende gevoel, dat op het echte gapen volgt, brengt de verlangde rust, die niet altijd slaap behoeft te wezen. Elke vermoeid heid van inspanning wordt na een flinke gaappartij verminderd de physio- loog zou zeker precies kunnen uitleggen, waardoor dat komt, maar in elk geval kan het zijn nut hebben ook onze aan dacht te vestigen op de beteekenis van rakter had gehad en dat hij vast besloten was, wat er ook zou gebeuren, zich bij de winnende partij aan te sluiten. Wij stonden nog te praten, toen Constant haastig bin nenkwam met zoo'n angstige, ontstelde uitdrukking op zijn gezicht, als ik niet gedacht had dat zijn onverstoorbaar kalm gelaat kon aannemen. „Lieve hemel, mijnheer Talleyrand," riep hij uit, zijn handen ineenslaande en weer losmakend, „wat een rampWie had dat kunnen denken I" „Wat is er dan, Constant „O, mijnheer, ik durf den keizer niet storen. En toch en toch de keizerin is buiten en komt hier." XIV. Bij dat onverwacht bericht keken Tal leyrand en Berthier elkaar zwijgend aan, en bij uitzondering verrieden ae trekken van den grooten diplomaat, die zijn gelaat zoo in bedwang had, dat hij als achter een masker leefde, dat hij nog vatbaar was voor ontroering. De uitdrukking op zijn gezicht was echter meer het gevolg van ondeugend genoegen dan van ontsteltenis, terwijl Berthier, die een oprechte genegen heid koesterde voor Napoleon zoowel als voor Josephine als een razende naar de deur rende als om de keizerin te beletten binnen te gaan. Constant holde naar de gordijnen, die de kamer van den keizer afsloten, maar hij verloor den moed, ofschoon hij bekend stond als een onversaagd man, en liep terug om Talleyrand om raad te vragen. Het was nu echter te laat, want Roustem, de Mameluk, had de deur al geopend en twee dames waren de kamer binnengekomen. De eerste was lang en bevallig, met een glimlachend gelaat en het gapen voor den volkomen gezonden mensch. Gapen wordt onbehoorlijk genoemd, en daarom behooren wij genoeg zelf bedwang te hebben om deze kaakbewe- ging te bedwingen, tot tijd en wijle wij alleen of op onze slaapkamer zijn. Maar een borrel drinken en vele borrels drinken, is nóg leelijker en dat doet helaas het gros der vermoeide, manne lijke raenschheid als het werk achter den rug is. Daarom moest men in elk geval den gaap vóór den borrel stellen. Weinig eenvoudige middelen zijn meer geschikt om onzen geest en ons lichaam te verfrisschen, als we den lieven langen dag in kantoor of werkplaats hebben doorgebracht. Eén diepe wijde gaap hchter de hand, en zoo, dat niemand het ziet, ververscht het lichaam méér dan een geheele flesch alcohol. Maar één middel is er dat beter is, en dat iseen koud bad Doch hiertoe is niet iedereen ingericht, en het openen van den mond is ook zooveel eenvou diger dan badvulling, onderdompeling en uit- en aankleeding. Probeert het gapen eens als ge wat lusteloos zijt llultenland. De aardbeving. Donderdag werd uit Rome gemeld Door een nieuwen aardschok is de verwoesting voltooid van het kerkhof te Messina, een der schoonste van Italië. Heden is de krijgsraad zijn zittingen begonnen. Volgens de bladen zijn er thans te Messina nog maar enkele hon derden overlevenden. De hier terug gekeerde journalisten dragen de sporen van de uitgestane ontberingen op het gelaat. Zij zeggen, dat Messina een on bewoonbaar lijkenhuis is, waar het on mogelijk is, zelfs tegen betaling, een stuk brood te krijgen zonder een door de militaire overheid geteekend bewijs. In een Fransch gesticht te Messina zijn 13 liefdezusters omgekomen, maar alle weezen zijn gered. Zijn persoonlijke ervaringen in de streek dor aardbeving verhalende, zeide koning Victor Emmanuel, dat de uit gehongerde overlevenden te Reggio een verschrikkelijk schouwspel aanboden. Drie duizend hunner waren volslagen krankzinnig geworden. Zij gilden, ween den en rolden over den grond. Eenigen hunner spraken godslasterlijke taal. Zij hadden in 4 dagen niet gegeten, en waren bijkans naakt blootgesteld geweest aan regen, wind en koude. De aanblik van de gekwetste en wees geworden kinderen deed het meeste aan. Het was onmogelijk met droge oogen dat tooneel aan te zien. Ondervraagd door journalisten, heeft Odone, professor in de seismologie, medegedeeld, dat hij te Messina het micro-seismografische registreertoestel van het observatorium teruggevonden heeft. Volgens het diagram moet de tellurische beweging begonnen zijn met een zeer lichte beving, die gedurende 10 seconden krachtiger werd, daarna gedurende 10 seconden in kracht afnam. Na 10 minuten kwam er een veel krach tiger schok met sterke onderaardsche ontploffingen, welke groot onheil aan richtte; nog andere schokken volgden. De golvende bewegingen waren van een buitengewone lengte. In Messina hebben de redders een gespaard gebleven tehuis van zuige lingen gevonden. Men vond er 25 lij ken van zuigelingen, die blijkbaar van honger gestorven waren. De New York Herald geeft het vol gende (zij 't ook onvolledige) lijstje van door de ramp getroffen plaatsen met het vermoedelijke aantal slachtoffers in elk Messina 108,000, Reggio 31,000, Palmi 4500, Mileto 2300, Bagnara 800, Villa San Giovanni 3700, Pellaro 3300, Scilla 2800, Gallico 800, Cannitello 950, Gazzi 348, Bova 380, Villa San Giuseppi 520, Torre di Faro 300, Pellegrino 310, So lano 280, Seminara 300, Contessa 167, Sembratello 200, Scaletta 250, Santa Teresa 300, Novara, Santa, Lucia, Nizza 800, Castroreale 80, Canneto 200, Zian- frilina, Scala, Curaia, Cremonti, Cumiso, Nardina, Tripodo, Mili, San Michele, Bordonaro 650, Ceramita 330, San Pro- copio 105, Pisturino, Tremestieri, Gual- tieri, Spadafora 64, Gallina, Lazzaro, Caloma, Rosali 575, San Roberto, Po- dengoni, Salice, San Gregorio 200, Mon- tella, Ionico, Motta, San Giovanni Me- lina 270, Scrozzina, Solane 71. Totaal 165,053. In deze lijst zijn de sterfgevallen in de hospitalen niet meegerekend. De correspondent van de N. R. Ct. schrijft Niet alleen het opgegraven goud wacht op toekenning aan zijn rechtmatige eigenaars. Nog veel waardevoller bezit een schare kinderen,bloeiende juweelen, opgedolven uit het puin der gevallen steden, wachten in hun onschuld op wie zich over hen zal ontfermen. Hon derden kinderen, van wie men niets weet, noch waar zij precies zijn gevonden, noch hoe zij heeten, evenmin of zij uit den adel en den rijkdom van een vor stelijke huizinge dan wel uit een ar moedig krot den dood ontrukt zijn vriendelijke en toch waardige manieren. Zij was gekleed in een zwart fluweelen mantel met witte kant aan hals en mouwen en droeg een zwarten hoed met een witte, krullende veer. Haar gezellin was kleiner en haar gelaat zou leelijk geweest zijn zonder de levendige uitdrukking en de groote, donkere oogen, die het een groote bekoorlijkheiden bijzondere flinkheid gaven. Een kleine, zwarte fox-terrier was na hen binnengekomen, maar de voorste dame, keerde zich om en reikte het dunne sta len kettinkje, waaraan zij hem vast had, aan den Mameluk toe. „Houd Fortuné maar buiten, Roustem," zei zij met een bijzonder lieve, welluidende stem. „De keizer houd niet erg van honden en, als wij een inval doen op zijn gebied, mogen wij toch op zijn minst zijn gevoelens wel in aanmerking nemen. Goeden avond, mijnheer de Talleyrand 1 Mevrouw de Ré- musat en ik zijn langs de klippen en even hier aangereden, om te vragen of de keizer te Pont de Briques komt. Maar misschien is hij al weg. Ik dacht, dat ik hem hier zou vinden." „Zijne keizerlijke Majesteit was hier zoo- even nog," sprak Talleyrand met een buiging, zijn handen over elkaar wrijvend. „Ik houd vanavond receptie voor zoo ver dat te Pont de Briques mogelijk is en de keizer heeft mij beloofd, dat hij voor ditmaal zijn werk zal laten liggen en ons het genoegen van zijn tegenwoordigheid zal schenken. Ik wou dat wij er hem toe kon den overhalen wat minder te werken, mijnheer de Talleyrand. Hij heeft een ijzer- sterk gestel, maar hij kan het zoo niet vol houden. Die zenuwaanvallen komen tegen woordig vaker voor. Hij staat er op, alles, alles zelf te doen. Het is heel mooi, maar hij wordt er toch het slachtoffer van. Ik weet zeker, dat hij op dit oogen bi ik maar u heeft mij nog niet gezegd, waar hij is, mijnheer de Talleyrand." „Wij verwachten hem ieder oogenblik, Majesteit." „Dan zullen wij gaan zitten en zijn terug komst afwachten. Och, mijnheer de Méneval, ik heb toch zoo'n medelijden met u, als ik u tusschen al die papieren zie zitten. Ik was wanhopig, toen mijnheer de Bour- rienne den keizer in den steek liet, maar u heeft hem in ieder opzicht vervangen. Kom wat dichter bij het vuur, mevrouw de Rémusat. Ja, ja, ik sta er op, want ik weet, dat u koud is. Constant, leg het haard kleed onder de voeten van mevrouw de Rémusat." Door zulke vriendelijke oplet tendheden maakte de keizerin zich zoo bemind, dat zij eigenlijk geen vijanden in Frankrijk had, zelfs niet onder de grootste tegenstanders van haar echtgenoot. Als ge malin van den eersten man van Europa, zoowel als de eenzame, gescheiden vrouw, die te Malmaison wegkwijnde van verdriet, werd zij steeds geprezen en bemind door allen, die haar kenden. Van alles wat de keizer aan zijn eerzucht ten offer heeft ge bracht, heeft het verlies zijner vrouw hem den meesten strijd gekost en het bitterst verdriet gedaan. Terwijl zij voor den haard zat in denzelf den stoel waarin zoo pas nog de keizer gezeten had, had ik gelegenheid keizerin Josephine op te nemen, die door een samen loop van omstandigheden van de dochter van een artillerie-officier was opgeklommen tot de hoogstgeplaatste aller vrouwen van Europa. Zij was zes jaar ouder dan Napo leon, en toen ik haar voor het eerst zag, twee en veertig jaar; maar op een afstand Kinderen van wie men niet weet of de ouders en alle naaste verwanten zijn omgekomen, dan wel of dat misschien een rampzalige moeder er tevergeefs op de puinhoopen nog naar zoekt. Want op de verwarring van de eerste uren, is een andere niet mindere verwarring gevolgdde verwarring der talrijke geen onderlinge voeling houdende reddings diensten. Duitsche, Engelsche, Russische, Ita- liaansche matrozen hebben er op los gegraven zonder een vastgesteld plan, op goed geluk, waar een stem om hulp vroeg, of een arm buiten het puin naar redding rondtastte. En de geredden zijn weggezonden ver van het oord van verschrikking; in treinen volgepropt naar Catania of Palermoop stoomboo- ten of oorlogsschepen geladen naar Napels en vandaar ten deele doorge stuurd naar Rome, Florence, Bologna, waar maar bedden en handen in de gasthuizen klaar stonden om zieken en gewonden te herbergen en te verplegen. Zoo zijn talrijke gezinnen bij beurten gered, bij beurten verzonden, en bewee- nen talrijke menschen den vermeenden dood hunner lievelingen, die intusschen eveneens gered, maar twee dagreizen daar vandaan ondergebracht, eveneens van de redding hunner huisgenooten in onwetendheid verkeeren. Dit is nu natuurlijk voor de ouderen, die spreken en eischen kunnen, zoo erg niet. Vroe ger of later zal de administratie der .overlevenden wel zóó ver gevorderd zijn, dat wie bijéén hooren, ook weer veréénd zullen worden en op die wijze zal veler rouw in vreugd verkeeren. Maar de kinderen Tallooze onmon dige schepseltjes, die misschien papa ot mama kunnen zeggen, maar wien het officieel etiket van een geboorte- of geslachtsnaam ten eenenmale onbe kend is? Hoe zal men ooit uitmaken of al die vermeende weezen inderdaad ouderloos zijn? Het eenige wat nog esnig licht zou kunnen geven, zou zijn, al de kinderen te laten photografeeren en de portretten aan alle geredden rond te sturen. Eerst dan pas zou men met eenige zekerheid kunnen uitmaken, hoeveel der arme schapen nu inder daad alleen staan op de wereld. Maar ook dan blijft nog een gewichtige vraag open: hoe vele van die kinderen zijn niet de eenige* overlevenden, en dus de eenige erfgenamen van geheele ge slachten, die in hoofd- en zijtakken zijn uitgeroeid Hoe vele van die schep seltjes, die thans als verworpelingen door een soldaat of een arbeider (het zijn altijd de minst bedeelden in de maatschappij, die de weldadigheid van de daad, het snelst en hartelijkst be drijven) worden opgenomen en als eigen aangenomen, zijn misschien inderdaad of in gedempt licht gezien, was het geen vleierij te zeggen, dat zij best voor dertig kon doorgaan. Ik zag haar vol bewonde ring aan, toen zij voorovergeleund, kleine stukjes geurig aloëhout uit een mandje nam en ze in het vuur gooide. „Napoleon houdt van den reuk van bran dende aloë's," zei zij. „Niemand heeft zoo'n goede neus als hij, want hij ontdekt dikwijls dingen, die mij totaal ontsnappen." „De keizer heeft een uitstekende neus voor velerlei dingen," sprak Talleyrand. „De hofleveranciers hebben dat tot hun na deel ondervonden." „O, het is vreeselijk, als hij rekeningen gaat nazien vreeselijk, mijnheer de Tal leyrand 1 Niets ontgaat hem. Hij ziet niets door de vingersalles moet precies kloppen. Maar wie is dat jongmensch, mijnheer de Talleyrand Ik geloof niet, dat hij aan mij is voorgesteld." De Minister legde meteen paar woorden uit, dat ik in den persoon lijken dienst des keizers was getreden en keizerin Josephine wenschte mij daarmee hartelijk geluk. „Ik vind het zoo'n gerust gevoel, te weten, dat de keizer omringd is door dappere, eerlijke mannen. Sinds die geschiedenis met die helsche machine, ben ik altijd ongerust, als hij niet bij me is. Hij is eigenlijk het veiligst in den oorlog, want dan slechts iB hij buiten het bereik der moordenaars, die hem haten. En ik heb gehoord, dat er pas weer een samenzwering van Jacobijnen ontdekt is." „Deze mijnheer de Laval is dezelfde, die bij de gevangenneming van den samen zweerder tegenwoordig was," zei Talleyrand. Een herinnering aan het Keizerrijk van Napoleon I. Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1909 | | pagina 1