el Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Ibrahim van Soepsa Ondank is 's werelds loon. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. FEUILLETON. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. No. 2SI 4. Zaterdag 13 Februari. 19Q9. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77g ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Maak op 't geen U toegezegd is, Nimmer ai te zeker staat! Schaars is een belofte heilig: Dikwijls is zij losse praat. Zou er wel een spreekwoord zijn, dat vaker gebruikt wordt dan het boven staande? Men hoort het zoo dikwijls citeeren, dat het al even weinig opvalt als wanneer iemand zegt„alle menschen moeten sterven." Er valt echter iets bij op te merken waarop wij aanstonds de aandacht willen vestigendie z.g. ondankbaarheid kan men gevoeglijk in twee soorten splitsen, welke van elkaar verschillen als dag en nacht. Men heeft een onwillekeurige ondankbaarheid, die tamelijk schadeloos is, een ondankbaarheid die voornamelijk hierin bestaat, dat men er niet meer aan denkt, totaal vergeet, dat iemand een dienst of een weldaad bewezen heeft, en men heeft ook de leelijke ondank baarheid, die goed met kwaad vergeldt, willens en wetens. Wat de eeiste soort ondankbaarheid betreft, de meeste menschen maken zich daaraan wel eens schuldig.Goethe heeft reeds gezegd: „Wanneer wij iemand ontmoeten wien wij een dienst bewezen Rebben, denken wij daaraan maar wij kunnen tienmaal iemand ontmoeten, die ons van dienst is geweest, zonder daaraan te denken". Veel zwèürder dan de ondankbaarheid, die uit vergeetachtigheid ontstaat, weegt de ondankbaarheid, die willens en wetens goed met kwaad vergeldt, beginnend misschien met een onaangename gewaar wording van zich-gekwetstvoelen door een bewezen weldaad, ze als een ver nedering beschouwen en eindigend met booze woorden of zelfs daden. Dat is de zwarte ondankbaarheid die den gever van een geschenk in het aangezicht slaat, die den mensch het genot van het geven beneemt en hem soms doet twijfelen aan het goede in de menschelijke natuur, zoodat hij zich afvraagtHoe is het mogelijk, dat een mensch zóó zijn kan? Een hond is zelfs nog dank baar wanneer men hem goeddoet. Maar dddr zit het 'm juist honden hebben geen trots, geen eergevoel, geen ijdelheid of hoe men ook het gevoel noemen wil, dat een bewezen weldaad opvat als een vernedering, ja dikwijls als een beleediging. Wil men echter deze teergevoelige kwestie in het werkelijke licht zien, dan is het aan den anderen kant zoer goed verklaarbaar, dat dikwijls menschen, wien men een weldaad bewijst, zich I. (1 Niet ver van den mond der Labarivier strekte zich het betrekkelijk kleine dorp Psjekoepsa uit, dat uitsluitend door echte koppensnellers bewoond en meermalen door de Russische legers verwoest werd. Eertijds woonden hier de onverschrokken, wilde Kaukasische ruiters, om hunne bloeddor stigheid door de Russen met den naam van „bergwolven" bestempeld, hetgeen zij ook inderdaad waren. Wanneer de eenvoudige bergbewoners reeds „wolven" werden genoemd, kan men zich voorstellen hoe woest hun opperhoofd, vorst Eu bok van Psjekoepsa was. De ver halen over zijne ruwe, beestachtige verma ken zijn overgegaan van geslacht op geslacht. Tranen noch gebeden, vloeken noch be dreigingen konden zijn meedoogenloos hart vermurwen. Gevangenen, die hem in handen vielen vrouwen vooralkonden zich bij voorbaat als verloren beschouwen. Voor mannen bestond deze straf: men bond den gevangene stevig aan een paal en stelde eene rij soldaten op, die hem zoo beschoten, dat hij niet dadelijk dood was. Vooral droeg men zorg, dat de kogels de gevangene om de ooren floten. De onge lukkige sidderde van angst, terwijl de Vorst er met het grootste genot naar keek. Ein- daardoor, in plaats vau dankbaar ge stemd, ondankbaar getroffen gevoelen lang niet altijd wordt de hoogst moeilijke kunst verstaan van op de rechte wijze te geven of wel te doen. Hij die ons een gunst komt verzoe ken, stoort ons in onze rust, in ons gesprek, in onze bezigheid men geeftmaar de gave wordt met een boos gezicht of een knorrig woord verstrekt. Wij helpen een ongelukki ge en we voelen ons ook gerech tigd een vermaning te geven, ten be risping toe te dienen. Wat voelen we nu zelf?.... dat hij zich door het gevoel van beschaming, dat in hem wordt gewekt, zich ontslagen gevoelt van den plicht der dankbaarheid. Zoo weinigen kennen den kostbaren schat van weldoen Behalve goedhartigheid en gulheid is er heel veel tact noodig om een dienst of een weldaad tot zijn volle recht te doen komen. Herinneren wij ons even het bekende sprookje van den beer, die goedhartig een vlieg van het voorhoofd van zijn slapenden meester wou wegjagen en hem bij ongeluk met zijn groeten poot de hersens insloeg. Helaas er zijn nog altijd meer beren dan men denken zou. Zeer velen bedoelen het goed, maar niettegenstaande die goede bedoelingen kwetsen en grieven zij, waar zij mee nen vreugde te bereiden. Er volgt dan zelden een blijde dank baarheid, doch een gevoel van ontstem ming, een zich-vernederd voelen, der halve teleurstelling bij beide partijen. Velen, zelfs zeer velen valt het moei lijk te geven of een dienst te bewijzen, zonder te laten gevoelen d&t men het doet. Tact in dit opzicht te verkrijgen is een gave van onschatbare waarde en het geheim die kunst te veroveren, waardoor in de wereld meer ongekun stelde liefde en wederzijdsche waardee ring gevonden wordt, is deze: leer, of tracht te leeren de rollen om te keeren en hem, die ontvangt, den indruk te geven, dat hij van zijn kant den gever een dienst bewijst door wat aangebo den wordt te aanvaarden. Bovendien bezig nooit groote woorden, door een kleinigheid kan men toonen, dat men dengene die men helpt, acht en lief heeft. Wanneer wij zoo geven, zullen wij de beste voldoening hebben die er is men zal ons waardeeren. Een vriendelijk woord, een daad, 't Is laafnis voc het leven. Heil hem of haar, Die dit op tijd aan and'ren weet te [geven. delijk greep hij zelf een snaphaan en vol tooide met eigen hand den laaghartigen moord. Voor vrouwen bestond eene veel vreese- lijker straf, die den wreeden Vorst nog grooter genoegen verschafte. Buiten het dorp was een circus gebouwd van 500 meter middellijn en omgeven door een sterke, hooge schutting. In dien circus werd een paard losgelaten, dat vooraf was dolge maakt; en hierna dreef men de gevangene naar binnen. Nauwelijks had het paard de vrouw ge zien, of het wierp zich op zijn slachtoffer. Van dit oogenblik af begon Euboks gelief koosde uitspanning. De ongelukkige vrouw, halfdood van schrik, poogde het dier te ontwijken. Slechts dan, wanneer zij den circus driemaal was rondgesneld. had zij recht op genade. Maar welke vrouw was in staat dit te doen? Altijd haalde het paard dan ook zijne prooi in, verscheurde die met zijne tanden en vertrapte ze onder zijne hoeven. Hierna bracht men het dier weer naar stal. Hoe langer de vrouw hare vlucht kon volhouden, des te aangenamer was het den Vorst. Nog geen enkele maal was het voorgekomen, dat eene gevangene zich uit den vreeselijken circus gered had. Na het bovengezegde zal het niemand verwonderen, dat de Vorst gebrek aan ge vangenen begon te krijgen. Zij, tegen wie hij oorlog voerde, zochten den dood op het slagveld, met andere woordenzij ver kozen een eervollen dood boven gevangen schap, wetende welk lot hun wachtte bij dezen wreeden Vorst, die er geen dag buiten kon om den een of ander door zijn gedresseerd paard te zien verscheuren. Ein- Huiteailaml. Nadat gedurende 2 dagen het getui genverhoor inzake den moord op den gewezen bankier Remy te Parijs, wiens bedienden Renard en Courtois daarvoor terecht stonden voor het Hof van Ge zworenen der Seine, had plaats gehad, doch bij welk verhoor in hoofdzaak slechts bekende feiten werden meege deeld, kwam de advocaat-generaal aan het woord. Deze was vernietigend in zijn beoordeeling van Remard, die hij voor stelde als den aansteker en den hoofd schuldige aan de misdaad, waartoe hij, misbruik makende van zijn invloed op zijn jongeren collega, dezen had over gehaald. Zachter was zijn beoordeeling van Courtois, wiens berouwvolle be kentenis hij stelde tegenover het hard nekkig loochenen van Renard. Het requisitoir besloot daarom, met voor Courtois te vragen een bevestigend ver dict, benevens volledige toerekenbaar heid, maar met het oog op den jeug digen leeftijd van den beklaagde ver zachtende omstandigheden. Voor Re nard verzocht het O. M. de jury zich onverbiddelijk te toonen. De zitting werd geschorst en onmid dellijk ontstond er een hevig rumoer in de zaal, waaiin men hoorde twisten en hetgeen voortdurend tot het hof terugkeerde. Eerst toen de president dreigde de zaal te zullen doen ontrui men, werd het weer rustig. Het woord was nu aan de verdediging en tusschen beide advocaten ontspon zich een debat, waarin die van Renard zijn cliënt trachtte voor te stellen als het onschul dig slachtoffer der val3che aantijgingen van Courtois, terwijl die van Courtois trachtte aan te toonen, dat Renard er belang bij had, zijn meester te doen verdwijnen. De verdediger besloot met Cortois te bezweren, de waarheid te spreken en, wanneer Renard niet schul dig was, het dan nu nog op het laatste oogenblik te zeggen, omdat zijn stil- zwijgen wellicht het hoofd van Renard kon doen vallen. Allen in de zaal richt ten in spanning de oogen op Courtois, maar deze bewaarde het stilzwijgen. Renard en Courtois zijn beiden tot dwangarbeid veroordeeld, de eerste le venslang, de tweede 20 jaren. Te Albi, in het Zuiden van Frank rijk, zijn Woensdagmorgen weer twee personen ter dood gebracht. De twee misdadigers, die daar door de guillo tine hun leven zagen afgesneden, heeten Besse en Simorre. Zij hebben, in de gevangenis van Albi hun straf onder gaande voor vroegere misdrijven, het snoode plan opgevat, twee gevangen bewaarders te vermoorden en dan te vluchten. Het plan is maar gedeeltelijk gelukt. Een bewaker zou Besse en Si morre van de eene verdieping over brengen naar de andere verdieping van delijk woedend, dat het hem niet gelukte gevangenen te maken, vaardigde Eubok het volgende bevel uit: „Zoo het mij, bij het doen van een inval of gedurende het voeren van een oorlog, niet gelukt gevangenen te maken, zullen alle tot mijn gebied behoorende dorpen verplicht zijn eiken dag een meisje voor den circus te leveren. Van dit gebod is alleen mijn eigen dorp uitgesloten." Na deze order veranderden zijn woeste onderdanen letterlijk in wilde beesten. Ten oorlog gaande of een inval doende, poogden zij steeds tot eiken prijs hun Vorst het vereischte getal slachtoffers te verschaffen. Doch na onvoorspoedigen afloop van den tocht onderwierpen zij zich altijd aan hun lot en lootten er om wie van hunne doch ters, zusters of verloofden het vreeselijk lot zouden ondergaan. Hoewel menig schoon meisje het slacht offer werd van het dolle paard, veranderde de Vorst zijn besluit niet. Ook werd er niet ééne gevonden, die haar lot ontging. Gelukte het al den circus éénmaal rond te loopen tweemaal was eene zeldzaamheid en voordat de derde omloop was volbracht, had het dier zijne prooi ingehaald en met tanden en hoeven onkenbaar verminkt. II. Tegen een steilen berg lag een groot dorp, dat eveneens aan den Vorst van Psjekoepsa behoorde. Dit dorp, Soepsa geheeten, was rijk, betaalde den Vorst stipt zijne latsten en kwam al zijne verplichtingen na. Ein delijk was het ook zijne beurt om een meisje te leveren. Nu was Soepsa om zijne mooie meisjes vermaard. Als een of ander de gevangenis. Op die andere verdieping zou een andere bewaker het tweetal opwachten on ze dan elk in zijn cel bergen. Simorre had een steen weten machtig te worden en die in zijn zak doek gebonden. Met dien zakdoek sloeg hij den eersten bewaker dood. De tweede bewaker viel bewusteloos neer op een slag van Simorre, maar die bleek later niet dood te zijn. Besse had zijn kame raad trouw geholpen met het vastgrij pen van het hoofd waar de slag op moest -neerkomen. De vrouw van den tweeden bewaker vermoedde dat er on raad was en maakte alarm. De twee gevangenen konden alzoo het huis niet uitkomen. Zij hebben geen voordeel gehad van hun werk. De bladen melden, dat tijdens de Dinsdag te Rosario gehouden betoogin gen twee personen gedood en verschei- denen gewond zijn. De gemeenteraad heeft de toepassing van de nieuwe belastingen geschorst. De stakingen houden aan. De inwo ners eischen het aftreden van den ge meenteraad. Door middel der seismographische instrumenten, werden gisteren te Wee- nen om 12 uur, 36 minuten twee aard schokken op een afstand van 2000 K.M. geconstateerd. Alle instrumenten van het observe torium te Mileto wezen gistermiddag om 12.30 een hevige aardbeving op 2000 K.M. afstand aan. Ook op het seismologisch observatorium te Leibach wezen de seismografen een aardbeving aan. Om 12.28 begonnen de toestellen groote golflijnen op de trommels aan te teekenen. Dit duurde tot 2 uur. Om 12.38.20 werd het maximum bereikt. De grens der aardbeving is 3000 K.M. van Leibach verwijderd. Om 3.42.47 werd een tweede aarbeving waargenomen. Deze eindigde te 4l/2 uur. Te Zabre is de weduwe Josepha Scha- hor op den leeftijd van 109 jaar over leden. Zij was de oudste inwoonster van Duitschland eu heeft tot het laatst toe kunnen werken. Uit Saloniki worden nieuwe misda den gemeld, welke bedreven zijn door personen, die, naar verondersteld wordt, behooren tot de Bulgaarsche comité's Te Friedrichshafen heeft een commis sie uit de vereeniging ter bevordering van de bevaarbaarmaking van den Rijn tot het meer van Constanz vergaderd. Er werd overeengekomen, dat de kosten van de voorbereiding der plannen, waar voor twee jaar wordt gerekend, voor de helft zullen worden gedragen door Zwit serland en voor de andere helft door Baden, Wurtemberg, Beieren en Oos tenrijk te zamen. jongman het in zijn zin kreeg om te trouwen, ging hij bij voorkeur alhier eene vrouw zoeken. Deswege werd voor een meisje uit Soepsa een hoog bruidsgeld vereischten ofschoon men voor dit bruidsgeld in een ander dorp drie meisjes kon krijgen, gaven de Circassische ruiters toch de voorkeur aan eene schoone, die uit Soepsa kwam. Alle dorpen waren door de vreeselijke tijding ontsteld en vooral de bewoners van Soepsa werden door Euboks order diep getroffen. „Welk meisje moeten wij hem geven?" dachten zijen o rampnergens bleek een gevangene te zijn. Na lang twisten en redeneeren besloten de bewoners eindelijk er om te loten. Het lot viel op de beeldschoone zeventienjarige Chmizi, die, behalve een oude moeder, nog een broeder had, één jaar jonger dan zij. Ook had het meisje reeds lang een verloofde maar wijl deze het noodige bruidsgeld ontbrak, kon het huwelijk niet plaats hebben Als eene donderwolk kwam het onheil nader en diepe droefheid maakte zich van het gezin meester, toen de uitslag van het lot bekend werd. Het arme meisje smolt weg in tranen, want zij wist maar al te goed welk lot haar wachtteen toen haar verloofde de zaak vernam, verviel hij tot de uiterste wanhoop. Chmizi's broeder, de zestienjarige Ibrahim, getroffen door het leed zijner moeder en de tranen zijner zuster, verklaarde zich ter stond bereid om in de plaats van het slacht- offer naar den circus te gaan. Van schrik sloeg zijne moeder de handen in elkaar. „Onzinnige, wat wilt ge beginnen riep In de Warschauer Strasze te Berlijn ïeeft een man Dinsdagavond tegen 11 uur met een messteek een vrouw doo- delijk verwond, 's Nachts overleed de vrouw. Kort tevoren had dezelfde man twee meisjes door een steek in het on derlijf licht verwond. De politie heeft 1000 mark voor zijn aanhouding uitge loofd. Terwijl de koning van Engeland Dinsdag te Berlijn met groote praal werd ontvangen, hebben er vanwege de werkloozen betoogingen plaats ge- uad. Het gemeen, dat zich onder de setoogende werkloozen had gemengd, heeft in de Friedrichstrasse omnibussen aangehouden en er de vlaggen van afgehaald. De politie voorkwam erger en verstrooide ook twee optochten, die stellig niet bij wijze van huldigende stoeten, in de richting van het Paleis en het Raadhuis wilden trekken. In de Dirksen-straat, bij de groote markthal, werd een geregelde slag tus schen de betoogers en de met hun bezems zich te weer stellende markt- vegers geleverd. De politie moest hier van leer trekken en dreef de betoogers naar de buitenwijken. Op den terug tocht werden al de vlaggen, die binnen bereik van de menigte uit het Hotel Kaiserhof uithingen, afgerukt. De po litie nam een rantal opgeschoten ben gels in hechtenis, die wegens verstoring van de openbare orde vervolgd zullen worden. Te Dortmund is Woensdagochtend Ernst Fischer door den scherprechter Schwietz ter dood gebracht. Fischer had in den nacht van 31 October op 1 November 1907 bij Soest den arbei der Lütgert de keel afgesneden. Hij dacht, dat Lütgert veel geld bij zich zou hebben, maar vond slechts 5 pfennig. Bij de eerste behandeling van zijne zaak was Fischer, bij gebrek aan bewijs, vrijgesproken. Later legde hij echter een bekentenis af, op grond waarvan hij ter dood werd veroordeeld. Volgens een telegram van de Duit- sche Kabelmaatschappij uit Sydney, heeft een Fransche postboot daar uit Nouméa het bericht gebracht, dat de Engelsche consul te Papeete op Tahiti het eiland Oëno, behoorende tot de Paumotoe-groep, had ingelijfd. Naar 't heet zijn de Franschen in die gewes ten daar zeer boos om. De France Australe, te Nouméa verschijnende, ver langt dat de Fransche regeering den Engelschen ondernemingsgeest op Ta hiti zal intoomen. De Engelsche bladen bevatten een telegram uit Calcutta, meldende dat Asjatosj Biswas, die als officier van justitie optrad in het strafgeding betref fende de jongste anarchistische samen- zij uit. „Als de Vorst ontdekt, dat hij be drogen is, zal hij zoowel u als Chmizi ter dood doen brengen. Bij de schim van uw overleden vader Allah schenke hem rust en vrede zeg ik u, dat de wreede Vorst u straffen zal." „Vrees niets, moederantwoordde de knaap. „Als ik naar den Vorst ga, zal Chmili kunnen trouwen en zal hij haar tot niets meer kunnen dwingen." Moeder en dochter keken elkander aan. „Neen, Ibrahim" zeide Chmizi bedroefd, „ik laat u niet gaan. Gij zijt jonghet leven wacht u. Ik zal dit niet toestaan." „Zijt gij dan oud, en is uw tijd van sterven al gekomen?" vroeg Ibrahim glimlachend. Chmizi snelde naar haren broeder toe en omhelsde hem. „Ge hebt gelijk, Ibrahim," riep zij uit. „Ook mij lacht het leven toe; maar nu zult gij onschuldig sterven. Mijn hart dreigt te bersten bij de gedachte aan uw dood, en het smart mij diep van u te moeten scheiden." Het meisje begon te snikken en haar lichaam bewoog zich krampachtig. „Schrei niet, lieve zuster, we zijn beiden onschuldig. Allah heeft zich van ons volk afgewend en ons een wreeden Vorst gezon den. Stel u gerustleef in vredevergeet onze oude moeder niet en Allah zal uw huis en hof zegenenMaar wat mij ook gebeuren moge, toch zal ik voor u gaan, en niemand kan mij tegenhouden. Ik had dit reeds besloten, toen 's Vorsten order kwam, en Allah de belofte gedaan om, zoo het lot op mijne zuster viel, in hare plaats te gaan." Eene Russische Legende. (Slot volgt.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1909 | | pagina 1