el Land van Hensden en Allena, de Langstraat en de itommelerwaard, De Geldduivel. Taft en Roosevelt. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2825. Woensdag 24 Maart. 19Q9. FEUILLETON. VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 et. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Nu Taft als president van de Ver- eenigde Staten Roosevelt is opgevolgd, achten we het niet ondienstig hierover een kleine beschouwing op te nemen. Van Taft kan met groote zekerheid gezegd worden dat hij de voetstappen zal drukken van Roosevelt, die den wereldvrede steeds zooveel mogelijk heeft bevorderd en binnenlands den strijd durfde aanbinden met. de al te mach tige trusts en kartells. Taft zal de tradities van Roosevelt voortzetten, al zal hij wellicht meer verzoenend optreden dan deze, vooral in de laatste jaren van zijn bewind, deed. In eene redevoering, die hij in de handeleclub te Cincinnatie hield, en die, zooals uit New-Yorksche telegram men is gebleken, van invloed is geweest op het verloop van de markt in Wall- street, zeide de nieuwe president o.m. „leder zakenman, die gehoorzaam is aan de wet, kan met volle inspanning blijven doorwerken, en elke onderne ming die zich binnen de beperkingen der wet houdt kan gerust blijven voort gaan, zonder dat zij voor een ingrypen van den kant der regeering bevreesd hoeft te zijn. Maar alle belanghebben den bij den handel, die onder de recht spraak vallen van de federale regeering, kunnen ook verwachten, dat de wetten tegen oneerlijke praktijken met kracht zullen worden toegepast. „Er blijken reeds aanwijzingen te bestaan, dat de handelswereld en de beleggers zoowel in Amerika als in het buitenland weer moed zullen vatten, en de groote plannen zullen verwezen lijken die men gemaakt heeft, en die ook verwezenlijkt dienen te worden wil het land in valle mate tot welvaart kunnen komen. De zabenmenschen zul len ervaren, dat de door de wet aan gegeven lijn in overeenstemming is met de beginselen die in de laatste vier jaar zijn aangegeven, en zij zullen we ten dat zij in overeenstemming van de wetten moeten handelen en dat er geen gunsten te wachten zijn voor hen, die de wetten overtreden." Ons dunkt dat is een kloek en man nelijk woord, tevens aangevend dat wij van dezen nieuwen president geën we reldschokkende veranderingen te wach- i. WÖRIiHöFFER. (6. De storm had haar hoed weggeslagen en 't rijke zwarte haar losgegooid. Op 't voor hoofd der bewustlooze vrouw toonde zich een rood spoor, bloeddroppels drongen naar voren, en haarlokken kleefden in de wond. Anna lag, overstroomd door den regen, op 't gras en gaf geen teeken van leven. Haar gezicht zag er uit als van een lijk. „Peter," zei zuchtend de landheer, „wat beginnen we nu?" „Ik weet maar één weg, Mijnheer!" „En die is?" „Wij dragen de arme dame naar de plaats, waar de gracht voor het vee overbrugd is, en dan naar ons rijtuig terug." Na een kwartier waren ze daar. „Leeft de arme dame, mijnheer?" vroeg de koetsier. „Dat mag de hemel weten. Kan je haar een oogenblik alleen vasthouden, Peter?" „Dat lichte ding? Lieve hemel, 't is een veer I" En de flinke Peter gaf, alsof ze een baker kindje was, de bezwijmde aan zijn heer over, nadat deze in den wagen had plaats genomen. „Nu gaan we zeker naarDornau, Mijnheer?" „Voorloopig ja; maar misschien moet je later nog naar de stad rijden; men weet niet hoe dat afloopen kan." En zuchtend berustte Erich in 't geval; hjj nam de bezwijmde in zijn armen en leunde haar hoofd tegen zijn schouderhet kon niet anders, maar hij hoopte, dat die toestand van geheele bewustloosheid mocht voortduren tot zijn komst te Dornau. ten hebben. Het tarief zal ongetwijfeld worden herzien, maar op gematigde wijze; aan het stelsel van protectionisme wordt niet getornd, en ook de strijd tegen de groote financieele corporatiën zal worden voortgezet, maar zonder overijling. De imperiale staatkunde, door „Teddy" (den bijnaam van Roosevelt) begonnen, zal door „big Bill" (zoo noemt men spottend Taft wegens zijn kolossalen lichaamsbouw) worden voort gezet. Taft is een man van daden schreef de „Daily Chronicle". Hij heeft zich doen kennen in vele moeilijke opdrach ten en is nooit tegengevallen. Een uit nemend heerscher, nam hij nooit zijn toevlucht tot de uitersten en dus was hij de man tot wien zich allen keer den, die den „safe man" (letterlijk den veiligen man) begeerden. President Roosevelt op te volgen is geen gemak kelijke taak en Taft werd tot dusverre door zijn meester ietwat in de scha duw gesteld. Maar velen van hen, die hem goed kennen, zijn beslist overtuigd dat Taft niet alleen in letterlijken zin een „big" man is, maar dat hij ook een groot president zal wezen. De „Daily Mail" voegde hieraan toe dat Taft een regeerder is die geen fouten zal begaan en die altijd zal handelen met zekere voorzichtigheidde „Morning Post", achtte den nieuwen president uitnemend geschikt voor de hooge plaats waartoe hij geroepen is „want zijn daden en bewezen bekwaamheden toonen dat hij in staat is, niet alleen om zijn volk te leiden langs den weg van gezonde sociale hervormingen, doch ook om zpn belangen te verdedigen en te bevorde ren op het terrein der koloniale en buitenlandsche politiek"; en de „Times" was wel het meest enthousiast, waar het blad schreef: „Zijne schitterende loopbaan, zijn onbevlekte eerlijkheid, zijn krachtig werken voor de openbare zaak en zijn uitgebreide kennis omtrent het beheer van groote zaken in en bui ten het land, wijzen hem aan als degene die bij uitstek berekend is om de hoogs plaats in te nemen, waartoe hij thans is geroepen." Wèl heeft Taft dus, wat wij noemen, een gunstig gestemde pers, doch hij heeft ook in de lange jaren dat hij zijn vaderland dient meermalen blijk gegeven Maar 't kwam anders uit. Het schudden van het rijtuig werkte als een opwekkings middel; in Anna kwam een zachte be weging: Ze tastte als een blinde met de hand naar alle zijden. „Wie is hier?" „Wees volkomen gerust, Mevrouw! Ik ben 't, Erich Wolfram." Hij had er al aan gedacht zijn arm te- rech tertij d terug te trekker»; maar dat was te belachelijk geweest, en hij voegde er bedaard bij„Ik hoop, Mevrouw, dat u geen ernstig letsel hebt gekregen?" Nog altijd bleef zij 't antwoord schuldig. Door zijn stem nu geheel bijgekomen, trachtte zij haar bedaardheid terug te krij gen. 't Was Erich aan wiens borst ze rustte, wiens arm haar omvatte. Erich 't Was zeker een droom, een koortephan- tasie! 't Kon toch geen werkelijkheid zijn. En zij zweeg met een kloppend hart. Misschien verdween bij 't eerste geluid dit droombeeld. „Mijn koetsier zag goddank te rechter tijd, wat er gebeurd was," ging Wolfram voort. „Hij en ik zochten, tot we zoo ge lukkig waren u te vinden, Mevrouw. Hoe gevoelt ge u nu?" 't Ging koud door haar leden. Zijn koet sier! Een oogenblik had ze geloofd, dat hij haar van Moldt af opzettelijk was gevolgd. Een snelle beweging bracht haar uit het bereik van zijn arm. „Ik dank u, Mijnheer Wolfram. Het gaat al beter." Maar haar stem klonk vermoeid, en het hoofd der jonge vrouw zonk machteloos op haar borst. „Daar is Dornau!" zei de landheer. „Nu zult ge betere hulp krijgen, Mevrouw!" Ze richtte zich plotseling op. „Niet naar Dornau," beefde het over haar lippen. „Laat me zoo snel mogelijk naar huis rijden." Erich hoorde nauwelijks wat ze zei. Uit het venster van zijn grootvader blonk nog op dit uur een licht, wat beteekende dat? Nu hield het rijtuig stil en Peter klapte van geschiktheid om te besturen. William H. Taft werd op 15 Septem ber 1857 te Cincinnatie geboren. Zijn vader onderscheidde zich als rechts geleerde, minister en diplomaat. Op de Woodwardschool bereidde de jonge Taft zich voor het bezoek van de Yale Uni versiteit voor, en hier promoveerde hij in 1879 tot meester in de rechten. Vier jaren later verleende zijn Alma Mater hem bovendien den doctersbul. Voordat hij zich als advocaat vestigde, was hij eenige jaren als journalist werkzaam, daarna werd hij ambtenaar van het openbaar ministerie te Hamilton, ver volgens belastingambtenaar, en later weer advocaat. Van 1887 tot 1892 was Taft auditeur-generaal van de Ver- eenigde Staten, van 1896 tot 1900 deken en professor in de juridische faculteit te Cincinnati, en in 1900 werd hij benoemd tot bondsrechter. Datzelfde jaar zag hij zich geplaatst aan het hoofd der z.g. Philippijnsche commissie en 5 Juli 1901 volgde zijne benoeming tot civiel-gouverneur van deze kolonie. Dit vervulde hij tot Februari 1904, toen hij optrad als minister van oorlog. In 1906 zond Roosevelt hem naar Cuba om een einde te maken aan de daar heerschendo wantoestanden, en korten tijd fungeerde hij toen als gouverneur van dat eiland. Ook in 1907 bracht Taft nog een bezoek aan Cuba, Panama en Porto Rico om verschillende quaesties te regelen, en het vorig jaar bezocht hij Japan. Taft heeft in de 51 jaren, die achter hem liggen,, en de eerste 20 mag men redelijkerwijze niet meetellen, dus niet stilgezeten. Hij is een voorbeeld van den wakkeren, bezigen Amerikaanschen geest, die zonder sentimentaliteit is en zoo vierkant uit de gezonde practijk gesneden; hij is een voorbeeld, maar Roosevelt niet minder. Want Teddy voelt zich nog veel te jong en te werk- krachtig om nu stil te gaan leven, niet tegenstaande hij twee perioden achtereen president was, maar is toegetreden tot de redactie van het tijdschrift „Cutbok", dat een reusachtige oplaag heeft, en zijne medewerking met 72.000 gulden salaris per jaar zal honoreeren. Er moest, zoo redeneeren velen, geen noodzaak kunnen bestaan voor iemand, die president van de Vereenig le Staten is geweest, om door betaalden arbeid in zijn onderhoud te voorzien. Het land moest daarvoor zorgen en wel door een behoorlijke pensioneering. Op het oogen- bl»k hebben de presidenten en vice- presidenten na aftreden geen pensioen. En deze twee hoogste ambten in de republiek zijn niet zóó bezoldigd, dat de president in zijn Witte Huis-jaren veel kan overleggen. De vice-president krijgt, betrekkelijkerwijze gesproken, zóó weinig, dat hij het ambt niet be hoorlijk kan bekleeden wanneer hij niet een vermogend man is. Tal van presi denten der Vereenigde Staten hebben dan ook in hun ambteloos leven een groote zuinigheid moeten betrachten. Zoo bijv. Cleveland, die, ofschoon niet geheel onbemiddeld, het na zijn aftreden volstrekt niet breed had en ook Roosevelt is, hoewel gefortuneerd, in den Amerikaanschen zin niet rijk te noemen. Inderdaad, in die redeneering zit veel waars. Maar toch gelooven we dat Roosevelt meer dan iemand te benijden is. Hij is in do kracht van zijn leven, gezond en populair. Zeer terecht seinde Taft, toen hij gekozen was, op de hem door president Roosevelt gezonden tele- graphische gelukwenschen, terug: „Het is uw bestuur dat door deze overwin ning is goedgekeurd". ftiiiteiifand. De Belgische nationale Bank waar schuwt het publiek tegen valsche bil jetten die in omloop zijn, van 20 frank van 100 frank en van 1000 frank. Deze valsche bankbiljetten zijn veelal met reepjes gegomd papier aaneengeplakt uit verschillende stukken. Zij zijn iets kleiner dan echte bankbiljetten. De nationale bank drukt het publiek op het hart, zulke geplakte biljetten te weigeren. De staking bij de Fransche post, telegraaf en telefoon is geëindigd. De beambten hebben hun verzet bijtijds opgegeven. Volgens belofte van de ministers zal er thans geen ontslagen worden wegens staking. Het recht om andere disciplinaire straffen op te leggen heeft de regeering aan zich gehouden. Het zachte weer heeft de sneeuw in de bergen te haastig doen smelten en in duchtig met de zweep, om den bediende te wekken. Erich sprong vlug op den grond, toen klopte hij luid aan de huisdeur, welke reeds op 't zelfde oogenblik van binnen werd geopend! Op den drempel stond de oude heer Wolfram, wiens gezicht door de lamp verlicht, nog bleeker en meer ver vallen scheen dan vroeger. „Goeden avond, mijn jongen," zei hij vriendelijk. „Kom binnen, we willen nog wat te zamen praten." De landheer knikte heftig. „Later," antwoordde hij, „later Groot vader, op 't oogenblik heb ik geen tijd. Juffrouw Steffen moet dadelijk gewekt wor den; ik breng u een dame in huis. Met haar rijtuig gebeurde er onder weg een on geluk maar dat alles vertel ik wel later En toen ijlde hij naar 't rijtuig om de jonge vrouw er uit te tillen en naar binnen te dragen. Zij wilde hem afweren, maar hij liet zich niet weerhouden en legde haar op de sopha van de dichtsb ij zijnde kamer en bracht haar van 't buffet een glas wijn, dat hij haar dwong leeg te drinken. Haar vreeselijk bleek gezicht had hem erg ver schrikt. Ook de oude heer was nader getreden. „Mevrouw Bürklinriep hij op verbaas den toon; mijn hemel mevrouw Bürklin „Daar komt de huishoudster," viel Erich hem in de rede. „Juffrouw Steffen, zorg gij voor deze dame. Mevrouw heeft een ongeluk gekregen." De huishoudster sloeg de handen in een. Met de uiterste inspanning stond Anna op van de sopha. „Wil u mij een japon leenen, lieve juf frouw en een doek Ik wil naar huis „Zeker, zekerMaar neen, zoo nat I Kom mee, Mevrouw, ik zal u voorgaan." Anna raapte al haar krachten te zamen. Ze scheen thans door den wijn en mis schien door opwinding een weinig gesterkt, het was haar mogelijk met de huishoud ster de kamer te verlaten, zoodat de twee heeren alleen bleven. De oude Wolfram zag zijn kleinzoon met een lachend gezicht aan. „Nu Erich, je zou het me vertellen." De landheer trok de schouders op. „Er is maar weinig te verhalen, Grootvader Mevrouw reed zelf u kent haar hartstocht en toen de wagen omviel, werd ze van den bok geslingerd. Dat is alles „En jij was toevallig in de nabijheid, Erich, of misschien „Heel toevallig, Grootvader, dat verzektr ik u." De oude heer liet zich zoo gauw niet tevreden stellen. „Nu, dan moet je voor deze bijzondere gelegenheid den hemel wel danken," ant woordde hij. „Je hebt haar leven gered, mijn jongen, bedenk toch welke groote verplichting ze nu aan je heeft." Erich bewoog ontkennend de hand. „Grootvader, ik gaf graag wat, als ik de gebeurtenis van de laatste uren ongedaan kon maken Maar laat ons liever van u zelf spreken; waarom is u niet naar bed gegaan Het gezicht van den oude werd opval lend donker. „Omdat ik noodzakelijk nog wat met je bespreken moet, Erichheel noodzakelijk „Over uw plannen met mij, Grootvader „Dat en wat anders." Zijn oogen werden dofhij zag er weer even vermoeid en bleek uit als vroeger I „Ik ga naar mijn kamer, Erich, wil je me daar bezoeken „Als u het verlangt, Grootvader, zeker „Ik reken er op." En toen ging de tachtigjarige heer de trap op, naar zijn eigen kamer, zoo lang zaam, zoo zwaar, dat Erich voelde hoe moeilijk het den oude viel trap voor trap op te komen. Wat had grootvader toch? Iets kwelde hem, dat wist Erich reeds sinds het vorige gesprek. Maar wat? Wat? Hij kon niets bedenken. Hij zocht en zocht zonder iets te vinden. En juist daardoor groeide het onbekende tot een spook, dat hem schrik aanjoeg. verschillende streken van Duitschland overstroomingen veroorzaakt. In het Zuiden van Hannover zijn de akkers kilometers ver overstroomt en is het gezaaide, dat de watersnood van Februari nog gespaard had, geheel verwoest. Uit het stroomgebied van Oder en Weichsel komen ook ongunstige tijdingen. Te Rome heeft men Maardag in een pension in een koffer het lijk gevonden van een Rus, die daar den 14en dezer een kamer had genomen en daarna op welken dag vinden wij niet ver meld twee landgenooten op bezoek kreeg. Deze kwamen met een grooten koffer en bleven eten. De pensionhoud ster hoorde vervolgens van hen, dat zij met hun gast een uitstapje gingen maken. Maandag kreeg zij, door een onaangename lucht getroffen, achter docht. Men vraagt zich af, of de ver moorde Rus, die zich Wladimir Tarasof noemde, misschien ook Azof is. Naar Reuter uit Peshawar seint, heeft de emir van Afganistan al ettelijke honderden zijner ondeidanen, beschul digd van in het komplot tegen hem betrokken te zijn, ter dood laten bren gen. Dagelijks worden ze bij troepjes voor kanonnen gebonden en in flarden geschoten, een manier die de emir van de Engelschen heeft afgekeken. Achteraf is bekend geworden, dat de tocht, dien het oorlogsluchtschip Zep pelin I Vrijdag in de buurt van Frie- drichshafen heeft gedaan, merkwaardig is geweest om het groote aantal men- schen, dat het aan boord had26 in het geheel. Zulk een groot aantal pas sagiers was er nog nooit mee geweest. Ondanks dat groote gewicht hield het luchtschip zich uitstekend. Uit de Russische gouvernementen Bessarabië en Cherson komen er berich ten van groote overstroomingen. Kisjinef is geheel door water omringd. In een der ziekenhuizen te Belgradro is een zekere Kolakowits, een bediende van den Servischen Kroonprins, over leden tengevolge van zware verwon dingen aan het hoofd. Eenige bladen dringen aan op een streng onderzoek, daar er geruchten loopen dat de Ser vische Kroonprins zijn bediende mis handeld zou hebben. De correspondent te Petersburg van de Köln. Ztg. seinde gisteren aan zijn Erich zag naar de klokop slag van. twee. De nacht scheen hem eindeloos. Daar klonken lichte schreden. Juffrouw Steffen opende de deur en liet een zeldzaam comische verschijning binnen, de kleine, slanke Mevrouw Bürklin in de kleederen die voor haar zelf, een gezette, ronde matrone, uit wollen stof gemaakt waren. Het goed van juffrouw Steffen hing als een pelgrimskleed om de elegante jonge weduwe, die nu met een tamelijk vasten stap op den landheer toetrad. Haar gezicht was van bloed gereinigd, het haar opgestoken, en de wangen met een witten doek verbonden. In haar donkere oogen gloeide een vreemd, onbegrijpelijk vuur. Erich wist niet wat de volgende minuten hem zelf en de jonge dame brengen zouden. „Hoe gaat het u thans, Mevrouw vroeg Erich. „Beschik bid ik u, over mij en mijn huis." Een spottend lachje trok om de lippen der schoone vrouw. „Werkelijk, mijnheer Wolfram Maar ik neem u bij uw woord. Lees later den inhoud van dezen brief. Wil u dat?" Ze gaf hem een gekreukeld papier, dat hij aarzelend aannam. „Is deze mededeeling aan mij gericht, Mevrouw Anna lachte luide. D.vn zou ze u niet op deze wijze geworden, mijnheer Wolfram. Neen, het briefje behoort Mejuffrouw Asz- mannik vond het in den zak van haar kleed." Erich voelde plotseling dat een donker rood over zijn gezicht vloog. „En u hebt dat gelezen Mevrouw „Natuurlijk 1 de brief was open en op een onschuldige manier in mijn bezit ge komen ik zag hem dus in. Misschien stond er een mooi vers of een recept voor een pudding in, niet waar Wie heeft dan ook belangrijke doöumenten in zijn zak ROMAN VAN (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1909 | | pagina 1