el Land van flensden en Allena, de Langstraat en de Bommeierwaard. GENOEGENS. De Doek de Meerhove. alteh*1 Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2886. Zaterdag 23 October, FEUILLETON. 1909. «©sa» VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verbooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7ys ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. „Zeg me met wien ge verkeert; ik zal u zeggen wie ge zijt", zegt een spreekwoord. Misschien met evenveel recht zou men kunnen zeggen„zeg me, wat uwe genoegens, uwe uitspan ningen zijn, en ik ken al vrijlang!" Niemand leeft enkel en alleen voor zijn genoegen, maar ieder wil op zijnen tijd en op zijne wijze genoegens smaken. Iedere leeftijd, ieder volk heeft zijn eigenaardige genoegens. De Spanjaard houdt van zijn stierengevechten, de Engelschman van zijn wedrennen, de Rus van zijn glijbanen en zijn thee. De jeugd heeft speelgoed en zijn kin derlijke vermaken, de jongelingsschap en de bakvischleeftijd denkt dat hun genoegen het ware is, maar bij ouderen van jaren kan de boog evenmin altijd gespannen zijn. Naar verschil van op voeding van levenswijze en van ka rakter, naar maatschappelijken stand en welstand, richt men zijne uitspan ningen in. Zelfs de grijsheid, die met voldoening, op eene bijna vervulde le venstaak mag terugzien, deelt nog in 't genoegen van anderen, verheugt zich nog, al is 't kalm en bezadigd, bij 't zien genieten der jongeren. Met den vooruitgang der beschaving veranderen de genoegens. Va» de vroeg ste tijden leest men van feesten, ter eere van enkelen, ten genoegen van velen. Schatten van geld werden door de rijken der oudheid besteed voor vroolijke festijnen, gegeten werd er, gedronken, gelachen, gezongen, evenals tegenwoordig, pracht werd er tentoon gespreid tot in het overdadige. Eeuwen later ging dit nog zoo. In de Fransche geschiedenis vooral leest men van vor sten, wier regeering nog slechts enkele eeuwen achter ons ligt en die enorme sommen besteedden voor allerlei wat hun en hunnen vrienden en vriendin nen genoegén kon geven. Te erg werd het daar, te grof werden hunne genie tingen. Eindelijk barstte de bom, Europa stond in laaie en het volk, de kern der natie, trad, na lange onderdrukking, meer op den voorgrond en vroeg zijn aandeel aan 's werelds disch, ook wat de genoegens betreft. Tegenwoordig gaat geen zomer voorbij of er wordt gelegenheid voor volks vermakelijkheden gezocht en gevonden. Terwijl vorsten en vorstinnen elkaar ontmoeten of incognito reizen en op die wijze hun genoegen in vrijheid zoeken, gaan ook deftige ministers en ernstige geleerden hunne deftigheid en hunnen ernst een poosje opbergen. Ze halen het reispak voor den dag, be- (3 En toen hij, na een uur onrustig rond dwalen, weer tehuis kwam, als onweerstaan baar aangetrokken tot zijn advocaat zijn hoop vond hij daar een zijner pachters, boer Vervalcke, van Pauwvoorde. De man, een kloekgebouwde van om streeks vijftig jaren, en wiens hoofd reeds, onder den last van meer dan dertig jaren voortdurenden arbeid, naar den grond neeg, kwam van meer dan twee uren ver, te voet, door de slechte, glibberige landwegen der streek. De modder zat hem tot aan de knieën. „Mijnheer de baron," zoo noemden hem gewoonlijk zijne pachters, wetende dat zulks zijn eigenliefde streelde, „Mijn heer de baron," zei hem de boer, die in de keuken zat, en, bij het afnemen der pet, een gerimpeld en verstandig voorhoofd ont blootte, „ik kom het overige mijner pacht som betalen 'k Heb een jong paard verkocht, en het geld mijner aardappelen ontvangen, en daar mevrouw zoo goed was mij te willen uitstellen tot „Ja, Vervalcke; maar voor ééne maal," onderbrak hem de eigenaar, heel onvrien delijk, terwijl hij de handen in de groote broekzakken duwde, voor ééne enkele maal, hoort gel" klimmen bergen, vertoeven in vroolijke badplaatsen en toonen zoo aan de lui, wier beurs minder goed voorzien is, dat zij, grooten en voornamen, toch ook alle genoegens niet versmaden. Bij de rijken treft men er aan, ge lukkig, die, bij 't geen zij zelf voor hun genoegen ondernemen, er ook ge noegen in vinden om eens flink in 't, laadje te tasten, ten einde ook minder bevoorrechten genoegen te bereiden. Ook Nederland kent zijne mannen en vrouwen die zoo handelen. Niet alleen geld komt hier te pas. Ook voorlichting en leiding is zooveel waard. Daarom wordt er gestreefd naar veredeling van volksvermaken. Er wordt ook gelegenheid gegeven tot goedkoop reizen en goedkoop logies. Bibliotheken worden aangelegd en met rijke boekgeschenken begiftigd. Musea zijn tegen geringen prijs te bezichtigen. Ook kan door instellingen van velerlei aard de man of de vrouw, die liefst geniet aan den huiselijken aard, zelfs de ongelukkige, die aan legerstede of stoel is gebonden, profiteeren van de schoonste voortbrengselen van weten schap en kunst tot zijn of haar nut en genoegen. Dit „nut en genoegen" las men vroeger dikwijls op titels van boeken, op gezelschapsspelen enz. Dit nut zorgde wel voor zichzelf, voor genoegen nam men de boeken, enz. ter hand. De frissche humor, die Hilde brand lei in zijn opstel „Genoegens smaken", prijzende de Rotterdamsche kermis van zijn tijd, zou hem nu, ze ventig jaar later, door ganschescharen kwalijk genomen worden. Later, om streeks de helft der negentiende eeuw en nog later, kwam een tijd waarin, bij veel sentimenteals, veel overdrevens, veel dat de zedelijkheid moest bevor deren, maar daartoe de kracht miste, ook veel vervelends ter markt. Dat is weer wat uit de mode. Nu hoort men vele stemmen die waarschu wen dat er in veel genoegens veel kwaads is te vinden. Zijn de menschen, die zichzelven en hunnen medemenschen allerlei genot en genoegens willen ont zeggen, zooveel beter dan zij, die op eene gepaste wijze genieten? Knijpen zij nooit de kat in het donker? Zijn zij nooit het luidruchtigst bij zekere feesten, die eenen zekeren stempel dra gen Scheppen zij nooit genoegen in kwaadspreken? Gluren zy nooit van achter de gordijntjes naar al de ijdele genoegtns der wereld? Wij willen ons in de voorste rijen scharen als het er op aankomt alle kwade uitwassen van volksfeesten, als dronkenschap enz. streng af te keuren, maar geloven toch wel dat er vooruitgang bestaat op dit De boer zweeg eene wijl en draaide de pet tusschen de vingers. „Ik ben u wel dankbaar," mijnheer, ver volgde hij dan, met een onderdrukten zucht. „Maar, zoo als gij ziet, houd ik mijn woord." „Goed, goed, Vervalcke; hier isuwequi- tantie." „Dank u En ik kwam ook om mijn heer de baron een verzoek te doen," ver volgde hij aarzelend, het briefje in zijn ondervestzak bergend, indien het met mijn heer den baron's goedheid overeenkomt „Laat hooren, laat hooren!" antwoordde de eigenaar wrevelig. „Ik heb weinig tijd vandaag: mijn advocaat is hier en wacht op mij." ,,'t Is maar dat ons dak zoo slecht is, mijnheer de baron: het regent op onzen zolder en de wind vliegt door de pannen net als door de struiken en de winter nadert, mijnheer de baron Bij die woorden lag er, in de stem des landmans, iets als een ootmoedige bede. „Onkosten, altijd onkostenI" bromde De Bock, de handen nog dieper in de zakken duwend; „ik geloof waarlijk dat gij denkt dat het geld ons op den rug groeit I" „Och! Mijnheer!" sprak Vervalcke, met een ongeleovig lachje, „Ja, ja! vervolgde De Bock, nog meer opgewonden, „of denkt gij dat het geen geld kost, huizen te doen herstellen? Het werkvolk zou u ruïneerenEn nu de „pach ten" zoo slecht binnenkomen Er kwam een diepe groef in het voor hoofd van Vervalcke en hij wierp een kou den, scherpen blik naar den eigenaar: gebied. Aan de beschaving en aan het ontwikkelde deel des volks de plicht om gepaste genoegens te helpen be vorderen, zonder opschroeverij of over drijving. Buitenland. De Petersburgsche correspondent der Münchener Neuesten Nachriehten seint d.d. 20 dezer: In den loop van deze week zal de inlijving van het Finsche gouvernement Wiborg bij het Russische Rijk worden geproclameerd. Volgens een telegram uit Londen aan hetzelfde blad wordt, behalve het zenden van twee kozakken-regimenten met artillerie, het eerste legerkorps gereed gehouden om naar Finland te worden gezonden. De Petersburgsche berichtgever der Times, die steeds de meening weergeeft der Russische ambtelijke kringen, seint, dat de Russische regeering besloten heeft aan de voortdurende aanslagen der Finnen tegen de waardigheid van Rusland voorgoed een eind te maken. Ook andere berichtgevers seinen in dezen geest. Het is thans duidelijk, waartoe de zending van troepen naar Finland die nen moet. Als de I'innen zich mochten verzetten tegen de proclamatie in kwes tie, dan staan de Russische troepen klaar om de Finnen er onder te houden. De nieuwe gewelddaad, welke thans in voorbereiding schijnt, is door een geheele reeks aanslagen van Russische zijde tegen Finlands rechten voorafge gaan. Nog pas hebben we gezien, hoe de Tsaar eenvoudig bij Keizerlijk ma nifest, zonder den Landdag er in te kennen, den Finnen voor de jaren 1908 en 1909 een jaarlijksche bijdrage van tien millioen mark in de militaire las ten heeft opgelegd. Dit was een schro melijke miskenning van de rechten der Finsche volksvertegenwoordiging. Niet de Tsaar-Grootvorst alleen, maar ook de Landdag had in deze kwestie recht van spreken. De toestand was er nog verwarder op geworden, doordat de Finsche Senaat half gerussificeerd werd. Daar het niet gelukte in de plaats van de aftredende senatoren andere Finnen te vinden, die in den Senaat wilden zitting nemen, heeft de Russische re geering Russen of mannen, die geheel Russen waren geworden, tot leden van den Senaat benoemd. Men zegt, dat de Doema en de Rijks raad in de kwestie van de inlijving van Wiborg niet zullen gekend worden. Bij het minste teeken van verzet van de zijde der Finnen zal de staat van beleg worden afgekondigd en zal Fin land worden geplaatst onderde militaire jurisdictie van St. Petersburg. Het einde van de Finsche tragedie is thans wellicht niet te voorzien. Zal de inlijving van Wiborg slechts het voorspel zijn van een Keizerlijken oekas, waarbij gansch Finland tot een Russische provincie wordt verklaard? Men verkeerde tot nu toe in 't onze kere, waar de befaamde Azof gebleven is na zijn ontmaskering. Er liepen aller lei tegenstrijdige geruchten over zijn tegenwoordige verblijfplaats. In de laat ste dagen was o.a. beweerd dat Azof ergens in Zuid-Amerika was. Thans ge looft men dat het te St. Petersburg ge vonden lijk van een vermoorde dat van Azof is. Er is in St. Petersburg n.l. een onthoofd en verminkt lijk gevonden. De geheime politie houdt zich er van overtuigd dat het hier een politieke misdaad geldt. De verminkingen had den waarschijnlijk plaats gehad met het doel herkenning te bemoeilijken. Er zijn in verband met dien moord al verscheidene menschen in hechtenis genomen. En het Parijsche Journal zegt nu met zekerheid te kunnen melden, dat men hier het lijk van Azof gevonden heeft. Azof zou n.l. evenals Gapon in dertijd door de revolutionairen zijn te recht gesteld. Zooals uit de onthullingen van Boersef bleek, werd Gapon opge hangen, maar niet verminkt. In tegenspraak met andersluidende berichten geeft de gouverneur van Bar celona de verzekering, dat er op Mon- juich geen andere buitenlanders gevan gen zitten dan elf Franschen. De Fran sche regeering is ermee op de hoogte. De gouverneur zegt, dat dit elftal alle maal apachen zijn en dat zij niet op de lijst van het Fransche consulaat voor komen. De Italiaansche regeering heeft plot seling besloten tal van Russische onder danen uit het land te zetten. Het heet, dat er compromitteerende papieren, wa penen en zelfs vergif in hun huizen gevonden zijn. Er is een complot ontdekt, om 47 leden der Camorra, die te Napels gevangen zitten, te bevrijden. Vele leden van het komplot zijn in hechtenis genomen. Nadere berichten over den storm die in Oostelijk Bengalen heeft gewoed, bevestigen het eerste zorgwekkende bericht. Te Goalanda, waar reizigers uit den trein op de boot naar Assam stappen, zijn er, volgens bericht, 13 of 14 stoombooten vergaan. Geen boot schijnt daar boven water gebleven te zijn. Een is er, op weg van Chandpore naar Goalanda, met alle opvarenden gezonken. Hetzelfde lot overkwam een boot, die in tegengestelde richting voer. Van een maatschappij zijn zes rivier- stoombooten gezonken en een aantal beschadigdvan een andere onder neming zijn er vijf gezonken. Tevens heeft een wervelstorm in tal van streken in Zuid-Azië groote ver nielingen teweeggebracht. Ook in de Filippijnen heeft deze tornado gewoed. „Mijnheer de baron, ik heb u altijd eer lijk betaald, tot den laatsten cent; ik heb me zelfs „het eten uit den mond gespaard" om u altijd eerlijk te kunnen voldoen. Enkel dit jaar, door onvoorziene tegenspoe den, moest ik in tweeën betalen Er heerschte een oogenblik stilte. De „baron" liep ongeduldig de keuken op en neer, de gedachten blij kbaar elders, en over het gelaat van den landbouwer zweefde er thans een smartelijke uitdrukking. „Zoodus, tot Lichtmis!" sprak eindelijk De Bock, de deur openend. „Als 't God beliefd, mijnheer de baron En mag ik op die herstelling rekenen „Maar wacht toch nog een jaar," viel De Bock hem spijtig in de rede; „we zullen dan zien. Uw huis is kloek; het zal nog niet „invallen!" „Och mijnheer! bad de landbouwer, en zijne stem trilde van innige droefheid, „och, mijnheerde kinderen, die onder de pannen slapen, zullen dit jaar weer zoo klagen van de koti. I En mijn oudste, mijn Jan, kan er niet tegen, met zijne borstziekte „Maar manlief, daar kan ik me immers niet mede bezighoudenzei De Bock, de schouders ophalend. „Ik heb heden geen tijd; we zullen later zien." En hij keerde Vervalcke den rug toe die, met een gesmoorde verwensching, den weg naar zijne hoeve insloeg. meer dan twee uren verder, door de glibberige, slechte landwegen IV. „Het woord is aan 't openbaar ministerie". „Mijne Heeren. De heer De Bock, van Meerhove, heeft gedacht het recht te bezit ten zich den naam van „de Bock de Meer hove" te mogen toeëigenen. Mijnheer De Bock heeft ongelijk: zijn naam is wel De Bock, in twee woorden geschreven en met twee hoofdletters. De heer De Bock schrijft ook, met zekere voorliefde, zijn naam met twee kleine d's. Men zegt dat zulks adeldom aanduidt, 't Is mogelijk, Mijne Heeren; maar men zal het mij vergeven, hoop ik, indien ik mij genoodzaakt zie bij zoo'n bewering de schouders op te halen. De adel laat zich niet kennen aan het schrijven van een familienaam. Wat nu „de Meer hove" betreft, noch de ingebrachte akten uit de kerkregisters, noch het pleidooi van den achtbaren verdediger, hebben mijne zienswijze dienaangaande kunnen wijzigen de heer De Bock heeft niet het minste recht ik druk er op niet het minste recht op „de Meerhove". Het „de Bock toparcha de Meerhove etc." uit de parochieregisters van Gent, beduidt hoegenaamd niets: de i de geestelijkheid, op dat tijdstip deed zulks voor alle voorname burgers. Het is betreu- renswaardig te moeten opmerken, zooals I wij dit sinds eenigen tijd gedwongen zijn j te doen, dat lieden die in de samenleving zoo'n gewichtige rol zouden hmnen vervul len, tijd en geld nutteloos verspillen aan zulke belachelijke grillen. Die tijd en dat geld zouden hunne landbouwers, moege- werkt in den strijd om 't bestaan, beter van pas komen. Veroorlooft mij die opmer- i king, die gemeend is, Mijne Heeren. Ik vraag, voor den heer De Bock, de toe- Vooral op het eiland Luzon is de woede van den storm uiterst hevig, de teweeg gebrachte schade enorm geweest. Het aantal dooden is aanzienlijk. Op den wervelstorm zijn wolkbreuken gevolgd, die in tal van streken op Luzon over stroomingen hebben veroorzaakt. Naar de Kölnische Ztg. uit Barcelona verneemt, is er een gezantschap van sultan Moeilai Hafid, die al eenigen tijd geleden uit Fes te Tandzjer is aan gekomen, naar Melilla vertrokken. Het zijn allen manDen van naam en in vloed in Marokko. Zij moeten optreden als bemiddellaars tusschen Spanje en de Rifstammen. Sultan Moelai Hafid heeft er in toegestemd, dat Spanje voor- loopig bepaalde punten bezet houdt in den omtrek van Melilla. Volgens een bericht uit Atheueheeft Prins George van Griekenlaxïd ontslag genomen als schout-bij-nacht. Weer is in Engeland, nu te Liver pool, een kiesrechtvrouw uit de gevan genis, waarin zij voor het inwerpen van ruiten veertien dagen moest zitten,ont slagen, omdat zij weigerde te eten en een kunstmatige voeding wegens den staat van haar keel ondoenlijk bleek. Bij de opening van den Algemeenen Raad van Algiers heeft de voorzitter de senator dr. Gérente een rede g< houden, waarin hij in den geest va.; de bekende ontboezeming van generaal d'Amade, waarschuwde voor het gevaar, dat er voor Frankrijk's belangen in Noordwest-Afrika school in Spanje's Marokkaansch avontuur. Ook hij kon niet gelooven, dat Spanje bloot als po litiemaatregel ettelijke tienduizenden manschappen naar het Rifgebied had gezonden. Daar staken veroveringsplan nen achter. Dr. Gérente riep met nadruk de aandacht van den Franschen minis ter van buitenlandsche zaken voor deze zaak in. Mocht die bijtijds handelen Uit New York komt het bericht, dat te Port Galveston, in Texas, dezer da- geD een Engelsch schip, de Rowanmore van Liverpool is aangekomen, dat in de buurt van de Bahama-eilanden een avontuur met zeeroovers meent te heb ben gehad. Het Engelsche schip ont moette n.l. een schoener, die sein ophad dat hij in nood verkeerde. De gezag voerder van de Rowanmore liet vaart minderen, en onmiddellijk stak va den schoener een boot vol mannen nl die naar de Rowanmore roeiden en daar aan boord klommen. Het was een ruw- uitziend troepje; en al ras was de ge zagvoerder van de Rowanmore ervan overtuigd, dat de ongure bezoekers aan boord waren gekomen om zich van zijn schip meester te maken. Snel werd door den gezagvoerder overleg gepleegd met de bemanning; de revolvers wer den te voorschijn gehaald en de gevaar- passing der wet." De Bock viel als uit de wolken. Had hij niet gedroomd? Dan werd hij plotseling als razend. Hij kon met moeite zijne verontwaardiging be dwingen. Zoo iets had hij nog nooit ge hoord, ten minste niet in den mond van een magistraat. Die sulwtituut was dus wel waarlijk een „revolutionair", zooals hem eens iemand had gezegd Zijn advocaat sprak nog eenige woorden, waarbij het openbaar ministerie lachend de schouders ophaalde en het tribunaal, na eene korte beraadslaging, verwees den edelen heer De Bock De Bock kortaf, nogmaals tot de gewone „geldboete van zes m twintig frank en de kosten," als voor den gemeensten kroegvechter, den vuigs ten straatlooper. De gansche zaal draaide rond hem heen 't was hem te moede alsof het Justitiepaleis op 't punt stond in te storten en hij waa gedwongen den arm van een vriend te grijpen om niet achterover te vallen. Was het mogelijk? En toen hij, schoorvoetend, met zijn ver dediger de zaal verliet, nog altoos als ver pletterd door het geen bij daar had gehoord, vond hij, aan de deur, het grijnzende gelaat van baron de Zager die hem, diep buigend, met een spottend lachje en luider stem, groette MSB BonjourDe Bock!" (Wordt oisrouoyu.,.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1909 | | pagina 1