el Land van Hensden en Allena. de Langstraat en de Bommeterwaard.
EERSTE IILAD.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 2888. Zaterdag 30 October.
FEUILLETON.
De Doek de Meerhove.
1909.
In de goede richting.
UWD VAM ALTE^
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Er is een klein wetsontwerp inge
diend, weinig belangrijk van inhoud
en dat wij daarom ook niet in alle
.bijzonderheden zullen schetsen, maar
dat toch van betrekkelijk groote be
teekenis is, omdat het zich in een be
paalde en zeer goede richting beweegt,
namelijk in die der dierenbescherming.
Bescherming van dieren wanneer
wij daarvan spreken, dan bedoelen wij,
dat de dieren beschermd worden tegen
de handelingen van den meösch. Het
is te betreuren dat dit noodzakelijk is,
maar het is toch stellig waar, dat die
noodzakelijkheid bestaat. Door alle tij
den heen heeft de mensch getracht
zich van het dier te bedienen, hetzij
tot zijn vermaak, hetzij tot zijn nut.
Wanneer we uit verschillende oogpun
ten, het voor en tegen daarvan moesten
overwegen, dan zouden wij misschien
de ruimte van een boekdeel noodig
hebben. Vast staat het dat, wanneer
het dier door den mensch geheel over
eenkomstig zijn aard en zijn natuur
lijke gesteldheid behandeld en daarbij
goed verzorgd wordt, de bedenkingen
die men kan maken al dadelijk veel
van hare kracht verliezen. De mensch,
die hooger staat, arbeidt. Waarom zou
het lager staande dier het dan niet
doen in dienst van den mensch? Een
aandachtige beschouwing van het door
den mensch tot zijn gebruik aangewend
en goed verzorgde dier, leert bovendien
duidelijk, dat het zich in zijn toestand
vrij behagelijk gevoelt. De dieren hech
ten zich blijkbaar aan den mensch die
dagelijks met hen omgaat en ze ver
zorgt, en ze op die wijze behoedt voor
de eentonigheid van een ledig leven.
Wanneer wij uitgaan van de zeer
verdedigbare stelling, dat alle krach
ten in de natuur tot haar recht be-
hooren te komen, dat alles een doel
en bestemming heeft, dan is de zede
lijke grond der zaak daarmede vrij
wel aangetoond. Men hoort dan ook
zelden bedenkingen maken tegen het
aanwenden van dieren tot het gebruik
van den mensch bij zijnen arbeidmaar
des te meer tegen de wijze waarop dit
vaak geschiedt. Maar al te vaak wordt
op den aard van het dier, zijn geschikt
heid voor bepaalden arbeid, zijn licha-
melijken toestand en zijne krachten in
het geheel niet gelet. Het uitsluitend
doel is, van die krachten op de beste
(5
De Bock werd ongeduldig; schouderop
halend stak hij de handen in de broekzak
ken en rammelde zenuwachtig in zijne
sleutels en in zijn geld.
„Hal gii kent onze voorwaarden," zei
hij, overschillig„niet betalen, verhui
zen."
„Maar ik zal betalen, mijnheer; ik wei
ger nietl Geef mij „om Gods wil eenig
uitstel en 'k zal mijn best doen."
Er volgde een oogenblik diepe stilte.
Toen sprak de eigenaar, traag en luid:
„Ik geef u nog drie maanden en als gij
dan niet voldaan hebt, zal ik geen dag
meer wachten, hoort ge, geen dag, geen
enkele 1"
Dat viel den landman als lood op de
schouders. Hij keek De Bock een oogen
blik strak in de oogen, zijn mond verwrong
zich krampachtig en een gloed deed zijne
diepliggende oogen schitteren. Dan naderde
hij de tafel en, terwijl de tranen hem uit
de oogen sprongen
„Zie, mijnheer," zei hij, de vuist op de
tafel leggend op die groene tafel waar
hij reeds zoo dikwijls gansch de vrucht van
een jaar wanhopig zwoegen had neergeteld
„als ge dat durft, als ge dat durft, dan
dan
En h\j zuchtte, diep, onheilspellend.
wijze partij te trekken en zich daar
voor het meest mogelijke voordeel te
verschaffen. Dat, waar de krachten van
het dier worden verbruikt, deze weder
op eene andere wijze behooren te wor
den aangevuld, ook daaraan wordt nie
gedacht, zoodat het zelfs aan een be
hoorlijke verzorging maar al te dikwijls
ontbreekt.
Het lot van den trekhond is altijc
heel treurig geweest. Dierenbescher
mers hebben zich dat lot sinds lang
aangetrokken en dat heeft de Over
heid bewogen om maatregelen van be
scherming te nemen, welke evenwe
een toestand in het leven hebben ge
roepen, die ondoeltreffend is aan den
eenen en onbillijk aan den anderen
kant. In sommige gemeenten heeft men
het gebruik van trekhonden gehee
verboden, in andere is dat gebruik zon
der eenige beperking toegestaan. Wa
de verschillende provinciën betreft is
het evenzoo en wa&r men beschermende
bepalingen heeft gemaakt, zijn ze toch
overal verschillend.
Yandaar dat wij het eene gelukkige
gedachte vinden van de regeering om
een trekhondenwet in te dienen, die
in het geheele land op vrij doeltref
fende wijze tot bescherming zal leiden.
Zeker is het te betreuren, dat zulke
maatregelen van overheidswege noodig
zijnmaar men bedenke dat het niet
op humane wyze behandelen van dieren
niet steeds een gevolg van ruwheid of
wreedheid is, doch zeer vaak van on
nadenkendheid.
De wet en het op grond daarvan
te maken besluit tot uitvoering, zal
b.v. een wagenbestuurder voorschrij
ven hoe hij zijn trekhond behoort aan
te spannen en als hij dat niet behoor
lijk doet, dan zal hij zich het gebruik
van kar en honden ontnomen zien.
Gesteld nu dat de wagenbestuurder
aanvankelijk uit vrees voor straf goed
handelt, dat goed handelen zal dan
toch langzamerhand een grede gewoonte
worden, en wanneer iemand de zege
ningen van het goed handelen heeft
gezien, dan wil hij gewoonlijk niet
meer terug op het minder goede pad,
dat hij half gedwongen verlaten heeft.
Het volk moet over deze dingen tot
nadenken worden gebracht. Wij moeten
de dieren, denkende wezens als wij zelf,
voor zoover het mogelijk is, leeren be
schouwen als metgezellen in het leven.
Kunnen zij ons van nut of van dienst
zijn, dan behoeven wij niet te aarzelen
daarvan gebruik te makenmaar het
geschiede steeds op menschelijke wijze
en, daar de dieren zeer dankbaar kun
nen wezen en dat dikwijls op ondubbel-
De Bock was zeer bleek geworden.'t Was
de eerste maal dat een pachter zich ver
stoutte zoo tot hem te spreken.
„Weg van hier, schurk 1" riep hij, de
deur openwerpend, „uit mijne oogen
En als ge niet betaalt dan laat ik u onmid
dellijk de straat opjagen I"
De boer sprak niet meer. Hij vertrok;
maar in zijne borst kookte het en hij had
ilijkbaar al zijne wilskracht noodig om
zijne verontwaardiging te bedwingen.
Op dit oogenblik trad de pastoor binnen,
een glimlach over het gelaat.
„Zie me dien schooier daar eens aan I"
zei De Bock, wiens stem nog trilde van
gramschap, en hem den landman aanwij
zend die, in den gloed der ondergaande
zon, met gebogen hoofd voortstapte, „dat
durft
De pastoor lei hem de hand op den arm
en liet hem niet voleinden. Hij haalde een
verbroken omslag te voorschijn en sprak
geheimzinnig
„Laat hem gaan, waarde heer; stoor u
niet daaraan: hier heb ik iets beter!"
De Bock werd nog bleeker. Hij kneep
de oogen dicht als iemand die plotseling
ontwaakt, als iemand die poogt al zijne
aandacht op ééne zaak saam te trekken.
5n dan nam hij, met bevende vingers, den
omslag uit de hand des priesters en las,
lerwijl een vurig rood langzaam zijn gelaat
overtoog
„Hoe!Weihoe!Qij hebt dan?
,'b het mogelijk?." stotterde hij, den brief,
die tusschen zijne handen trilde, nogmaals
en nogmaals overlezend. „O! wat ben ik
u dankbaar, beste heer pastoor, vervolgde
zinnige wijze aan den dag leggen,
zullen wij er ook ons eigen levensge
noegen door verhoogen.
De som van dierlijk lijden, in onzen
tijd vooral door de mode veroorzaakt,
is zno ontzettend groot, dat ieder wel
mag doen wat in zijn vermogen is, om
iets ervan te verlichtenmaar er komt
veel onwetendheid in het spel. Wij
gelooven njet dat eene vrouw bever
bont zal willen dragen, wanneer zij
heeft vernomen dat de huid dezer arme
dieren hun in levenden staat wordt
ontnomen. De meeste menschen weten
zeer weinig van den oorsprong hunner
kleederen of sieradeD. Kenden zij dien,
zij zouden ongetwijfeld anders handelen
dan thans het geval is.
Als wij veel over die dingen na
denken en trachten er veel van te
leeren kennen, dan zullen wij eene
andere wereld- en levensbeschouwing
verkrijgen en ons zeiven een gedrags
lijn voorschrijven, die waardiger is en
meer menschelijk, en die ons zedelijk
standpunt verhoogen zal.
Dat verhoogd zedelijk bewustzijn,
zal niet nalaten ook gunstig te werken
op onzen omgang met onze mede-
menschen, die zooveel hooger staan dan
de dieren en die het is een harde
maar groote waarheid ook wel eens
moeten lijden door onze schuld.
Deernis gevoelen, met mensch en
dier, is misschien wel de ziel der
menschelijke deugden en zeker een
rijke bron van goed, en om ons zeiven
daaraan meer te gewennen mogen wij
ook het eenvoudigste hulpmiddel niet
verzuimen.
■Buitenland.
Te Brussel werd" Woensdag ambtelijk
bekend gemaakt, dat te Boom zes men
schen aan cholera bezweken en twee
in behandeling zijn. Alle inwoners, die
met de slachtoffers in aanraking zijn
geweest, zijn in het ziekenhuis ter
waarneming afgezonderd.
De minister van buitenlandsche zaken
heeft onverwijld alle regeeringen met
het heerschen van de cholera in kennis
gesteld.
De bladen van Donderdag maken
melding van een nieuw cholerageval
onder de in het ziekenhuis afgezonderde
personen.
Te Dresden is Woensdag een proces
begonnen tegen Bergmann, den directeur
van een fabriek, die zich wegens bedrog
en bedrieglijke bankbreuk te verant
woorden heeft. Bergmann heeft inder
tijd beweerd, dat de geesten hem zijne
fabrieksgeheimen hadden medegedeeld
en wist zijne geldschieters in den waan
lij dan, den priester krachtig de hand
drukkend. Weihoe! morgen reeds in den
Moniteur de Bock de Meerhove
Ha! de Zager, kale baron, wat zult gij nu
grijnslachen! de Bock de Meerhove, ein
delijk! de Bock de Meerhove!" riep hij,
met stemverheffing, in eene vlaag van on
bedwingbare vreugde, tot den priester die
ïem, zwijgend en glimlachend, al het ge
not zijner overwinning liet smaken.
Doch, als een echo, weerklonk, op dit
oogenblik, in hunne nabijheid, plotseling
de stem van den gek, ditmaal roepend uit
al de kracht zijner longen:
„De Bock de Meerhove!"
En dan volgde een gelach, nu eens woest
en wild, dan weer eens diep en gerekt, als
cwam het uit een onderaardsche grot, een
gelach dat de beide vrienden door merg
en been drong en hun het spraakvermogen
ontnam.
„Wat krijgt hij weer?" siste De Bock,
ileek van woede, na een oogenblik.
Doch de gek liep van salon tot salon,
boven en beneden, alle deuren wijd open
rukkend tot op de stoep van het kasteel
en telkens huilde hij
„De Bock de Meerhove!"
En altoos volgde die zelfde ruwe lachbui,
immer zwellend, herhalend, hol en akelig
in de hooge gangen weerklinkend en die
den pastoor en de Bock eene koude rilling
over het lijf joeg
En toen de pastoor het kasteel verliet,
wrevelig omdat de gek de oorzaak was
dat hü niet eenige gezellige uren, met zijn
vriend de Bock de Meerhove kon door
brengen en al het genot zijner overwinning
te brengen, dat dezelfde geesten van
hen verlangden, dat zij nog meer kapi
taal in de fabriek zouden steken. Met
een schuld van 466.000 mk. werd de
onderneming ten slotte failliet verklaard.
De schuldeischers kregen 9 pet. uitge
keerd. Ook gravin Montignoso had 4000
mk. in de onderneming gestoken.
Twee weken geleden werd dicht bij
Islip, op Long Island (V. St.), het
vrijwel vergane stoffelijk overschot ge
vonden van een vrouw, die blijkbaar
vermoord was. Nasporingen der politie
leidden tot ontdekking. Het bleek een
Duitsch meisje, Anna Luther, te zijn,
die verleden jaar met een landgenoot,
Otto Muller, was getrouwd. De man,
die onder den naam „Gebhardt" in
Brooklyn met een andere vrouw woonde,
werd in hechtenis genomen, en heeft
reeds bekend. Maar tevens bleek, dat
de New Yorksche politie in Müller
Gebhardt een beroepspolygamist heeft
in handen gekregen, die met tal van
vrouwen tegelijk getrouwd is geweest,
van wie hij er volgens zijn eigen
zeggen zeven heeft omgebracht.
Te Vexjo, in Zweden, is Donderdag
ochtend het armenhuis afgebrand, waar
bij zes arme vrouwen zijn omgekomen
Bij eene verkiezing voor het Lager
huis, Donderdag gehouden in de Lon-
densche voorstad Bermondsey, drongen
twee kiesrechtvrouwen het stemlokaal
binnen, de eene een gehuwde vrouw
van middelbaren leeftijd, de andere een
jong meisje. Zij liepen regelrecht op
twee stembussen aan en sloegen boven
de stembussen glazen kokers kapot,
waar een mengsel van inkt en een bij
tende stof in zat. Haar bedoeling, er
kenden zij later, was geweest, de stem
briefjes, die al in de bussen waren, te
bederven en zoo de heele stemming
ongeldig te maken. Zij bekenden, dat
zij waren uitgezonden door de vereeni-
ging voor vrouwenkiesrecht, maar ont
kenden, dat er bijtende stoffen in de
inkt zaten. Het staat met dat al vast,
dat de inktspatten overal vlekken uit
beten, waar zij neerkwamen. -Het ergst
is getroffen de ambtelijke stemopnemer
Morley, wiens rechteroog dermate is
aangetast, dat hij naar het gasthuis
moest worden overgebracht, waar hij
vermoedelijk zal worden geopereerd.
Het is niet zeker, dat het oog behou
den zal blijven. De eene dame werd
vrijgelaten, maar de dame van middel
baren leeftijd, mevrouw Chapin, die
deze wandaad tegenover den heer Mor
ley heeft gepleegd, werd gearresteerd.
Zij moest voor den politierechter ver
schijnen. Haar zaak werd echter ver
daagd en zij werd vrijgelaten nadat zij
een borgtocht van honderd pond ster
ling had gesteld.
De bewoners van Bermondsey zijn
pijnlijk getroffen door het gebeurde.
smaken, hoorde hij, buiten, nog immer het
machtige, grijnzende geroep:
„De Bock de Meerhove!" en het onop
houdend gelach dat, als een spottende echo,
tot bij hem doordrong
VII.
Drie maanden later.
In den Moniteur was het Koninklijk be
sluit verschenen het meesterstuk van den
dorpspastoor en trotscher dan ooit stapte
de Bock de Meerhove door het dorp, met
meer minachting dan ooit op het wroetende
boerenvolk neerblikkend
Dien dag ontving hij bezoek van den
notaris van Pauwvoorde, een verstandig en
menschlievend man, die het gezin Vervalcke
een innig medelijden en warme genegenheid
toedroeg.
„Mijnheer de „Bock," zei hij, toen ze in
het salon hadden plaats genomen, „ik breng
u drie honderd frank namens Vervalcke,
de eerste afkorting op zijne pachtsom
duizend frank van verleden jaar. De
ongelukkige heeft een vaars verkocht en
hoopt, binnen kort, u volledig te kunnen
betalen.
De Bock de Meerhove streek het geld op,
zonder eenige opmerking, en bood den no
taris een glas wijn aan.
Toen ving hij een gesprek aan over den
landbouw, over de jacht en ook over de
afgunst' welke, om deze laatste, tusschen
vele voorname eigenaars der streek bestond.
„Dat is zeer te beklagen," meende de
notaris, „te meer daar zulks veelal aanlei
ding geeft tot vijandschap."
„Zoo is 't, zoo is't!" bevestigde de Bock.
Zelfs de voorstanders van vrouwen
kiesrecht zijn er verontwaardigd over.
De Daily Telegraph verneemt uit
Athene, dat een aantal marine-officieren
tot de regeering een ultimatum hebben
gericht, waarin zij den eisch gesteld
hebben dat zekere overtollige posten
bij de marine zullen worden afgeschaft
en dat een aantal hoogere officieren,
die niet bekwaam voor hun taak zijn,
zullen worden ontslagen. De officieren,
die door den militairen bond gesteund
worden, zijn naar Salamis gegaan, waar
zij bij het tuighuis het antwoord der
regeering afwachten.
De Atheensche correspondent van de
Vossische Ztg. meldt: Het verlangen
van de lagere zee-officieren, dat de com
mandanten en kapiteins, die niet op
de marine-akademie hun opleiding heb
ben gehad, gepensionneerd zullen wor
den, zal vermoedelijk op vastberaden
verzet bij de hoogere officieren stuiten.
Aan den kant van deze laatsten staan
ook de onder-officieren en manschappen,
die een bezetting van het tuighuis door
jonge officieren zouden verhinderen.
Het Berliner Tageblatt verneemt uit
Weenen, dat de vier beschermende
mogendheden over Kreta te Athene
hebben laten weten, dat zij bij een
poging om in Griekanland een geweld-
dadigen omkeer te bewerken tusschen
beide zouden moeten komen en een
tegen het regeeringshuis gerichte han
deling niet zouden dulden.
Volgens een telegram uit Konstanti-
nopel, zou ook Turkije de Grieksche
regeering officieus medegedeeld hebben,
dat het, evenals andere mogenheden,
bereid is, de belangen van de konink
lijke familie te beschermen, natuurlijk
met inachtneming van Turksche be
langen.
Het Berl. Tageblatt meent, dat deze
samenwerking van de mogendheden
ten gunste van het Grieksche konink
lijke huis de eerste vrucht van de dagen
van Racconigi is.
Perez Caballero, de nieuwe Spaanscbr
minister van buitenlandsche zaken,
heeft Dinsdag den ambtseed afgelegd.
Bij het verlaten van het paleis, zeide
hij tot de journalisten: Ik wil niet
meedoen aan de oude geheimzinnige
manier van doen. Naar mijne meening,
bestaat de hedendaagsche diplomatie
hierin, dat men open kaart speelt en
aan het land niets van hetgeen het 't
recht heeft te weten, verheimelijkt. Zoo
doende is het volk altijd op alles wat
er kan gebeuren voorbereid. Op de
openbare meening kan men alleen door
medewerking van de pers invloed krij
gen. Ik wil hand in hand met de pers
mijn ambt uitoefenen.
Het is de eerste maal, dat men zulke
woorden uit den mond van een Spaansch
minister vernomen heeft.
,,'t Was ook een quaestie van jacht welke
mij al die onaangenaamheden op den hals
bracht. Ge weet wel, notaris, ik bedoel mijn
titel. Doch, zooals gij misschien wel verno
men hebt, was al het ongelijk aan de zijde
van baron de Zager die zich in de zaak
zeer onbeschoft heeft gedragen. Voeg daarbij
eenen magistraat die beter in eene socia
listische vergadering dan in eene gerechts
zaal op zijne plaats ware.
De notaris zweeg.
„Maar," vervolgde de Bock, met stem
verheffing, tevreden dat hij nogmaals over
de hem zoo dierbare zaak kon spreken,
„gelukkig was het ministerie daar een
flink ministerie, notarisom me in mijne
gekrenkte rechten te herstellen. In allen
gevalle heeft me zulks vele moeilijkheden
berokkend, vele moeilijkheden, ik kan 't
niet verzwijgen."
„Ik ben verzekerd, mijnheer," merkte de
notaris op, „dat zulks u ook veel geld heeft
gekost
„O, toch niet'n bagateltwintig dui
zend frank ongeveer, alles, alles inbegre
pen
„Twintig duizend frank!" herhaalde de
notaris verbluft, „twintig duizend frank,
mij nheeren hij dacht aan de drie honderd
frank van Vervalcke, welke hij daar zoo
even gebracht had
Hij stond op, groette de Bock de Meer
hove koel, en vertrok, murmelend:
„Zoo zijn er meer!"
{Slot