Hel Land van flensden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
TWEEDE BLAD.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No, 2888. Zaterdag 30 October, 1009,
Unb van
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 77, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
BUITENLAND.
Te Rijssel zijn drie arbeiders uit de
gevangenis ontslagen. Zij zaten er bijna
drie maanden in, onder verdenking van
in April 1908 te Tourcoing een anar-
chistischen aanslag te hebben gepleegd.
Men zeide nu, dat zij ervan beschuldigc
zijn door een kameraad, die een hand
langer van de politie en uitlokker van
misdaden is gebleken. In revolutionaire
kringen zou men besloten hebben, den
verrader om hals te brengenuit vrees
zou de man de plaat hebben gepoetst.
De Martin heeft er iemand op uit ge
zonden om aan de Marmande, een be
kenden revolutionair, te vragen water
van het geval is. Die bevestigde he;
verhaal in allen deele. Nog onlangs,
vertelde de Marmande, beeft die man
een van zijne makkers zoeken over te
halen bommen te werpen. Hij had ze
kant en klaar, zeide hij. Of er tot den
dood van dergelijke politiehonden be
sloten was? Het antwoord was duister,
maar dreigend.
Volgens berichten uit Charbin heeft
prins Ito, nadat de schoten op hem
geloft waren, nog 20 minuten geleefd
De moordenaar heeft in zijn verhoor
bekend, dat hij te Charbin was geko
men om prins Ito te vermoorden. Hij
had zijn vaderland willen wreken. Ito
had tijdens zijn verblijf in Korea eenige
personen, die hem den moordenaar
na stonden, tèrecht'laten stellen.
De Russische regeering is, volgens
een bericht uit Petersburg aan de New
York Herald, bereid, om den moorde
naar van Ito aan Japan over te leveren.
Charbin is het zetelpunt van de macht
der Russen in Midden- en Noord
Mantsjoerije. En daar zouden Ito, de
Japanner, en Kokoftsof, de Rus, een
ontmoeting hebben. Deze samenkomst
zou ware zij niet door de vermoor
ding van Ito verijdeld er eene ge
weest zijn van historisch belang. Er
gist n.l. iets in het Verre Oosten; en
de wereld, dat zijn de niet-ingewijden,
weten niet precies wat.
De uitslag van den Russisch-Japan
schen oorlog is naar het schijnt
niet als de definitieve oplossing aan
vaard. Korea, dat in en door dien oorlog
zijn zelfstandigheid verloor (behalve
dan in naamtelt niet meer meemaar
noch Japan noch Rusland, en wel het
allerminst China, is tevreden met den
status quo. Er wordt een machtsver
schuiving voorbereid in het Verre Oos
ten en het heeft er allen schijn van,
dat de druk zal komen van den kant
van China, dat op den duur niet zal
willen al moet het dat op het
oogenblik nog dulden dat in de
officieel tot China behoorende provincies
van Mantsjoerije de Russen in het
Noorden en de Japanners in het Zui
den het feitelijke politieke en het
economische overwicht bezitten. Had
de ontmoeting van Kokoftsof en Ito
ten doel, een samengaan tegen China
van de oude tegenstanders en mede
dingers, Japan en Rusland, voor te
bereiden? Die opvatting vindt in vele
kringen geloof, al moet zij voorloopig
tot de speculatieve beschouwingen blij
ven behooren.
Er zal oprechte droefheid zijn in het
Rijk van den Mikado om het heengaan
van dezen 69-jarige. In 1840 geboren,
vertrok Ito met vier andere jonge
Japanners naar Engeland, waar hij de
Westersche wetenschappen en bescha
ving bestudeerde. Ook later zette hij
die studie voort op langdurige reizen
naar de Vereenigde Staten en naar
Europa. Hij vertoefde o. a. geruimen
tijd in Duitschland. Na in 1869 minis
ter van fiinanciën, en in 1878 minister
van binnenlandsche zaken te zijn ge
weest, was hij tot viermaal toe minister
president. De invoering der moderne
Japansche grondwet was vooral Ito's
werk; en hij heet dan ook wel „de
vader van het moderne Japan". In 1885
werd hem den titel verleend van graaf,
in 1896 dien van markies. Veel later
werd hy tot prins verheven: wel een
schitterende belooning voor den man
die zich van eenvoudig boerenzoon en
zonder protectie had opgewerkt.
Jamaga, de Japansche gezantschaps-
raad, heeft aan een verslaggever ge
zegd, dat er op prins Ito in Korea zei
terwijl hij daar resident-generaal was
herhaaldelijk aanslagen zijn beproefd
maar ze werden telkens door de waak
zaamheid der Japansche politie ver
ijdeld. Die was natuurlijk te Charbin
niet aanwezig, en de Russische politie
zal op de komst der Koreanen nie
voorbereid zijn geweest.
De Petersburgsche correspondent van
de Petit Parisien zegt uit goede bron
vernomen te hehben, dat Rusland en
Japan op het oogenblik over een over
eenkomst van verre strekking onder
handelen, die den toestand in Oost
Azië aanmerkelijk zou kunnen wijzigen
De vermoorde prins Ito had zich, vol
gens het blad, voornamelijk naar Char
bin begeven, om de voorloopige grond
slagen voor de ontworpen overeenkoms
vast te stellen.
Een telegram uit Charbin meldt, da
in het Zuiden van Korea een ernstige
opstand is uitgebroken, die militaire
maatregelen van Japan noodig zal ma
ken.
De berooving van het beeld van de
Maagd in de kerk van Czenstochau
heeft onder alle Polen groote ontroering
gewekt. Bij de inbraak in die bede
vaartskerk zijn gestolen: de zilveren
gordijn van het beeld; de brillianten
kronen van de Madonna en van het
kind Jezus, een geschenk dat paus Cle
mens in 1719 had gezonden en dat een
waarde van 100,000 roebels vertegen
woordigde; het paarlengewaad, een ge
schenk van koningin Hedwig, ter waar
de van 10 millioen kronen brillianten
ringen ter waarde van ettelijke mil-
"ioenen. Volgens de Lokal-Anzeiger,
Dedraagt de waarde van het gestolene
alles te zamen 15 millioen kronen. De
roovers zijn door een ingeslagen ruit
in de kerk gekomen. Twee mannen
met bagage, die het klooster verlieten,
werden aangehouden, maar men liet
aen door, toen zij zeiden, dat zij pel
grims waren. Duizenden bedevaartgan
gers jammeren en klagen over den
diefstal. Russische troepen hebben de
stad bezet, talrijke huiszoekingen zijn
gehouden, alle spoorwegstations zijn
;elegrafisch gewaarschuwd. Eeuwen lang
waren de kostbaarheden bij het beeld
opgestapeld en daarom had de buit
zulk een ontzaglijke waarde.
Storm en hevige regens hebben in
verschillende (leelen van Engeland over
stroomingen veroorzaakt. Het spoorweg
verkeer is op verscheidene plaatsen
gestremd. Een spoorbrug over de rivier
de Rother in Sussex is ingestort. Een
stuk van een goederentrein van de
Southeastern Railway is in de rivier
gevallen.
Te Altona dient eon proces wegens
meineed tegen Kolander, den vader van
een gesticht voor verwaarloosde meisjes,
n de terechtzitting hebben verschillen
de verpleegden hoogst bezwarende mede-
deelingen over de behandelingen in het
gesticht gedaan. Kolander schijnt in zijn
castij dingen wreed te zijn geweest. Zoo
werd een meisje, dat iets gedaan had
dat hein niet naar den zin was, met
'aecaliën ingesmeerd en daarna naar
Duiten gezonden, waar het een tijd lang
in snerpende koude moest blijven staan.
en ander, die op was gesloten, verging
van dorst, maar kreeg niet meer dan
wee theelepels water en moest ten slotte
laar eigen urine drinken. Deze enkele
staaltjes onder vele walgingwekkende
iijzonderheden mogen voldoende zijn,
om een denkbeeld van de ingebrachte
jeschuldigingen te geven.
Uit Genua werd Donderdag gemeld,
dat een waterhoos uit zee zich op de
voorstad Foce heeft gestort. De water
loos wierp alles omver wat zij op haar
weg ontmoette en sleurde over een
grooten afstand allerlei soort van voor
werpen mee. Pabrieksschoorsteenen
werden neergeworpen, daken opgelicht,
joomen ontworteld, huizen overstroomd.
Op vele werkplaatsen kon de arbeic
niet voortgaan. Er is gelukkig niemanc
bij omgekomen. Eenige menschen zijn
gekneusd.
Dinsdagmorgen heeft het Engelsche
stoomschip Hestia op de kust van het
Groote Mananeiland (Maine) schipbreuk
geleden. De stranding geschiedde in de
Fundy-baai. Vermoedelijk door het rich
ten van den koers naar het licht van
een verkeerden vuurtoren, geraakte het
vaartuig mijlen ver uit de goede rich
ting, waartoe ook het stormachtige weer
had meegewerkt. Zoo liep de Hestia
op de kustrotsenen de positie van
het schip werd in verband met de hoog
gaande zeeën zóó gevaarlijk geacht, dat
de opvarenden besloten het vaartuig te
verlaten. In de eerste boot, die werd
uitgebracht, namen vier kinderen (pas
sagiers) en 12 schepelingen plaats. Maar
reeds vlak bij het schip sloeg de boot
om, en van de zestien levende wezens,
die zij bevatte, konden zich er slechts
twee door zwemmen redden.
Nog twee andere booten werden uit
gebracht en verlieten het schip; aan
boord van het wrak bleven van de 40
opvarenden slechts 6 mannen achter,
allen tot de bemanning behoorende
Deze 6 zijn, voor zoover tot dusver be
kend is, de eenigen, die er het leven
hebben afgebracht. Want, tegen de ver
wachting, sloeg het wrak niet uit elkaar
en konden de zes achtergeblevenen wor
den afgebracht. Van de twee booten,
die het wrak verlieten, is nog niets
naders vernomen; men vreest dat zij
vergaan zijn.
Taft hoeft, betrekkelijk kort vóór hij
ot President van de Vereenigde Staten
werd gekozen, voor een der Amerikaan
sche periodieken een opstel geschreven,
waarin hij, naar aanleiding van de toe
nemende tuchteloosheid en ruwheid der
misdadigers-klasse in de V. St., aandrong
op strenge, onverbiddelijke toepassing
der strafwet, om zoodoende het kwaad,
zoo mogelijk, te keeren. Nu is Taft ten
dezen een bevoegd beoordeelaar, daar
aij lange jaren invloedrijke betrekkingen
reeft bekleed bij de rechterlijke macht.
Onlangs is in een der Amerikaansche
;ijdschriften een statistiek van de in
de V. St. gepeegde moorden gepubli
ceerd, welke de opvatting van Taft
schijnt te steunen.
Uit deze statistiek vernielden wij het
volgende
In 1884 werden in de V. St. 1465
moorden gepleogdde bevolking bedroeg
.oen 55.000.000 zielend. i. 26.7 moorden
Der millioen inwoners. Sindsdien steeg
iet percentage snel en in 1895 was het
152 moorden per millioen inwoners.
Daarna is het steeds boven de 100
moorden per millioen zielen gebleven.
In de laatste vijftien jaar zijn in de
Vereenigde Staten 133,192 menschen
vermoord.
Een republikeinsch Spaansch Senaats-
id heeft aan de regeering verzocht de
door den krijgsraad te Barcelona uitge
sproken nieuwe doodvonnissen niet te
lekrachtigen. De regeering heeft ge
antwoord dat zij reeds bevel had gege
ven geen doodvonnissen te voltrekken,
alvorens zij die op grond der proces
stukken heeft bekrachtigd.
BINNENLAND.
N
Uit Amsterdam schrijft men aan de
R. Ct.:
In de Dinsdagmiddag gehouden ver
gadering van het college van B. en W.,
ïeeft mr. W. F. van Leeuwen meege
deeld, dat hij aan H. M. de Koningin
ontslag heeft gevraagd als burgemeester
van Amsterdam, met ingang van 1
'anuari 1910.
Geheel onverwacht komt dit, voor de
ïoofdstad zeer betreurenswaardig, be
sluit van haar burgemeester niet. Im
mers, het was een publiek geheim, en
mr. van Leeuwen sprak het in deze
ook meermalen uit, dat hij zeer teleur
gesteld was over den gang van zaken
in onze gemeente, en sinds lang wan-
ioopte aan de verbetering ervan. Het
bedrijf van eene groote stad als de onze
wordt meer en meer gecompliceerd,
vooral waar njen zucht onder den druk
van een staag vermeerderenden finan-
ciëelen last, zonder dat de regeering
voldoende doorzettingsvermogen schijnt
te hebben, om verbetering te doen
aanbrengen.
Ten overvloede komt daarbij de veel-
maals geconstateerde vermindering in
qualiteit van den gemeenteraad, en het
daaruit voortkomende gebrek aan veel
zijdig ontwikkelde mannen, geschikt
voor het ambt van wethouder.
Burgemeester Van Leeuwen heeft in
de vijftien jaren dat hij, eerst wethou
der van Financiën en Bedrijven, later
burgemeester onzer gemeente, veel met
haar doorgemaakt. Als geen ander kende
hij het raderwerk der gemeente, en voor
Amsterdam beteekent zijn heengaan
dan ook een groot verlies.
Principieel© redenen, welke hij bij
zijn afscheid aan den Raad zal rnede-
deelen, dreven er hem toe, om einde
lijk gevolg te geven aan een voornemen,
dat sinds lang bij hem bestond. Er is,
laat ons zeggen, geen wolkje aan de
lucht, maar daarom heeft hij nu dan
ook zijn ontslag aan H. M. de Koningin
gevraagd, en niet willen wachten tot
er zich een conflict van grooteren of
kleineren omvang voordoet, dat als
reden zou kunnen worden genoemd.
Over zijne toekomstplannen wilde
mr. van Leeuwen zich niet uitlaten.
Wel ontkende hij, dat zijne ontslag
aanvrage verband houdt met een wensch
naar eenige andere hooge ambtelijke
betrekking. Want, zoo verzekerde hij
ons bij het afscheid: „het Burgemees
terschap van Amsterdam stelde ik in
waardigheid boven alles!"
Een vreeselijk sterfgeval. Men schrijft
uit Zeist aan de Stichtsche Crt.
In de onmiddellijke nabijheid van
den Dolderschenweg is iets verschrik
kelijks gebeurd.
Daar heeft 't tijdelijke met't eeuwige
verwisseld een oude vrouw, maar onder
zulke treurige omstandigheiden, dat er
wel wat meer ruchtbaarheid aan mag
gegeven worden.
Aan den publieken weg dan lag,
onder oude lompen, beschut tegen regen
en wind door 'n paar parapluies
en bewaakt door 'n getrouw hondje,
eene vrouw, een oude, zieke vrouw.
Wat haar scheelde? Men zei, „Long
ontsteking". Dat duurde week na week
Tót eindelijk de vrouw heenging. Nie
mand scheen zich iets van haar lot
aan te trekken. In 'n schuur scheen
voor haar geen plaatsje beschikbaar te
kunnen worden gesteld.
Arme vrouw, ook zij had 'n ziel te
verliezen.
- Men zegge wat men wil, men bewere
dat het „eigen schuld" was, men zegge:
dat zulke menschen „nietanders willen",
't zij zoo; maar terwijl haar man, als
't haar man tenminste was, rondloopt
om iets op te halen, misschien al drin
kende, sterft aan den publieken weg,
na weken ziek geweest te zijn, een oude
vrouw.
Is dat, zooals 't behoort? Ik vernam,
dat aan den man verzocht was, haar
naar 'n ziekenhuis te mogen brengen,
wat hij moet hebben geweigerd. Is dat
zoo? Dan wordt 't wel tijd, dat zulk
een recht den man wordt ontzegd.
Nauwelijks was de vrouw overleden,
of men wist er werk van te maken,
dat het lijk werd verwijderd.
Over de doode meer zorg dan over
de levende? 't Is 'n vreeselijk sterfgeval.
een aandoening van het hart, waaraan
zij, zonder dat iemand dit wist, lijdende
was.
Op last van de justitie zijn Maandag
een aantal pakken in beslag genomen,
die door het Bestelhuis van den Boek
handel te Amsterdam aan de Holland-
sche Spoor ter verzending waren toe
vertrouwd.
Het is commissarissen van het Be
stelhuis gebleken, dat zulks geschied is
met het oog op de eventueel in deze
pakketten bijgepakte brieven, welker
expeditie op deze wijze geacht wordt in
concurrentie te zijn met de rechten van
den Nederlandschen Staat, die zich het
monopolie van de briefpost heeft voor
behouden.
Een meisje uit een gezin in deBla-
siusstraat Ie Amsterdam is in een lach
bui plotseling doodgebleven. Het kind
was oogenschijnlijk gezond, zoodat het
.reurige geval toegeschreven wordt aan
Woensdag deed het Hof te Amster
dam uitspraak in de zaak van den
aangeteekenden brief, welken de heer
R. baron van H. van B. op 18 Januari
1909 aan mr. P. Rink te 's-Gravenhage
zond. Zooals men weet, bleek deze brief,
met een aangegeven waarde van f 2000
verzonden, bij aankomst niets meer te
bevatten. De rechtbank te Utrecht ver
oordeelde baron van H. wegens ver
duistering tot een gevangenisstraf van
3 maanden, van welk vonnis de advo
caat-generaal bij het Hof bevestiging
requireerde. Het Hof deed geen uit
spraak, doch gelastte een nieuw onder
zoek, hetwelk voor 14 dagen plaats had.
Het Gerechtshof vernietigde het von
nis der Utrechtsche rechtbank. Opnieuw
rechtdoende werd baron van H. van B.
wegens oplichting veroordeeld tot 3
maanden gevangenisstraf.
Vrouw Hoekstra te Surhuizem, die
bij de gemelde inbraak zoo ernstig ver
wond werd, is naar de L. C. meldt, Don
derdagmorgen overleden.
Als verdachten van den moordaanslag
zijn twee jonge arbeiders in Harnema
Opeinde, zekere A. v. d. V. en W. O.,
gearresteerd. V. hielp de familie H.
dezen zomer in de hooiing.
De Katwijksche bomschuit K W 38
van den reeder K. Kleen is bij Doggers-
bank op een wrak gestooten en gezonken.
De bemanning wist zich in een boot te
redden en werd door een stoomschip
opgenomen en te Londen aan wal ge
bracht. Het vaartuig had 22 last hari) ir
aan boord. Dit is reeds dë 3e schuit v; ii
Katwijk, die gedurende hetharingseizoeu
is verongelukt. Gelukkig zijn geen rnen-
schenlevens te betreuren.
De schipper van het loggerschip KW
97 van de reederij van N. Parlevliet te
Katwijk heeft te Vlaardingen gerappor
teerd dat Dinsdag 26 dezer in de Noord
zee door het slingeren van het schip is
overboord geslagen en verdronken de
22-jarige ongehuwde J. J. Lanse, van
Terneuzen. Pogingen om hem te redden
mislukten.
Woensdagmiddag omstreeks 5 uur is
op de rivier voor Dordrecht een scheepje
een z.g. Hagenaargeladen met bieten
omgeslagen. De schipper en de beide
knechts werden door de sleepboot Tele
foon gered. De machinist van bedoelde
boot moest nog over boord springen om
een dei schippersknechts te grijpen. Het
scheepje ligt gezonkeu.
Het centrale bureau voor de voorbe
reiding van handelstractaten te Berlijn,
schrijft over de herziening van het Ne-
derlandsche tarief van invoerrechten
Voor zoover op het oogenblik te voor
zien is, zal de hoogte van het toekom
stige tarief afhankelijk blijven van de
wisselende behoefte van de begrooting.
Men schept op di£ wijze een toestand
als in sommige Zuidamerikaansche sta
ten, waar het tarief steeds voor een
jaar wordt vastgesteld en waar men
eerst na het verschijnen van de begroo
ting weet, hoe het tarief er het volgende
jaar zal uitzien. Zulk een toestand van
onzekerheid moet het handelsverkeer,
dat in de eerste plaats vaste toestanden
eischt, ernstig benadeelen.
Met instemming worden stemmen
vermeld, die betoogen, dat dit even
verwerpelijk is van protectionistisch als
van vrijhandelsgezind standpunt. Het
is een ernstige achteruitgang in verge
lijking met de toestanden, die handels
tractaten in andere landen scheppen.
De verhooging met 30 pCt. wordt als
een groot kwaad voor vele takken van
nijverheid beschouwd.
Uit Dinxperlo meldt men:
Tusschen landbouwers en slagers is
in omliggende plaatsen een geweldige
concurrentie ontstaan. De eersten, niet
tevreden met de lage prijzen die ze op
de markten voor hun vee maken, be
ginnen nu zelf te slachten en ponden
het vleesch tegen 25 30 cent per po <1
uit en maken dan betere prijzen
wanneer ze hun vee aan de slagera