Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Een goede Spaarpot. STIJFKOPJE Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2902. Zaterdag IS December Met het oog op het a.s. KERSTFEEST zal het eerstvolgend Zaterdag- nummer een dag vroeger verschijnen. Adverteerende Firma's en h.h. Correspondenten gelieven hiermede reke ning te houden. FEUILLETON. lAND VAN ALTE^' VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 19Q9. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Die zich op het NIEUWSBLAD abonneert, 75 cent per 3 maanden, ontvangt de nummers tot Nieuwjaar GRATIS en, evenals alle geabon- neerden, met Nieuwjaar een present Maand-Kalender, zeer practisch voor het gebruik. Zooala wellicht eenige onzer lezers weten staan er ieder jaar zoo tegen Kerstmis in de groote steden op straat van die drievoeten, waartusschen een ijzeren pot haDgt. Die pot is een spaarpot- van het Leger des Heils, kijk maar naar de uniform van de vrouw of den man die er bijstaat.; en de pot brengt in beeld het doel waarvoor het geld ver zameld wordteten toor de armsten der armen in dit gure jaargetijde. Alleen in Amsterdam zijn verleden jaar tweeduizend manden met eetwaren waarin voedsel voor drie dagen was, hij de menschen thuis bezorgd, en boven dien werd op den Tweeden Kerstdag aan tweeduizend armen een warmen maaltijd verstrekt, terwijl gedurende de volgende driemaanden dagelijks aan achthonderd arme kinderen een gratis ontbijt gegeven werd. Om die plannen te kunnen uitvoeren was echter f 9000 A f 10000 ooodig, en daarvoor worden die ijzeren potjes daar geplaatst. Verdient het Leger des Heils onder steuning? Och, eigenlijk behoeven wij daar niet lang over te praten elk weet het antwoord zelf te geven, en wij stelden de vraag dan ook maar alleen, om ge legenheid te hebben u iets te vertellen uit de „Afdrukken van Indrukken" de aantrekkelijke brochure, waarin Nellie (Mevrouw van Kol) op de haar eigen W. HEIMBURG. (14 Maar dat spreekt immers vanzelf, geachte mevrouw. Ik acht het als een onschatbaar voorrecht, als een geluk. En wanneer toe vallig mijnheer uw neef ook aanwezig mocht zijn, dan zou zijn bezoek mij eveneens in hooge mate vereeren. Hij is mij buitenge woon sympatiek, een charmant jongmensch." Het "mooie gezicht van mevrouw Wen denburg met de donkerbruine oogen zag hem verbluft aan. „Kent u mijn neef, mijnheer Branden- stein „Ik had het genoegen gedurende de jongste kerstvacantie hij studeert in de boschcultuur, nietwaar? met hem kennis te maken. En, oprecht gesproken, wat mij het meest in hem beviel en waardoor hij dadelijk mijn sympathie won, dat was wel de geestdrift, waarmede hij sprak van zijn beminnenswaardige tante." „Van zijn be-min-nens-waar Mevrouw Wendenburg scheen nu den hoogsten graad van verwondering te hebben bereikt. Zij stond verslagen. „Van u, geachte mevrouw, j a zeker, van u! bevestigde Bartenstein. Verwondert u dat zoo?". Bij mevrouw Wendenburg had eensklaps een totale verandering plaats gegrepen. De kuiltjes op haar wangen verdwenen en op koelen toon antwoordde zij: boeiende wijze een beschrijving geeft van den arbeid van het Leger des Heils in Nederland. Het Hoofdkwartier, gelegen op de Prins Hendrikkade te Amsterdam, vlak bij het Centraal-Station, is het hoofd en het hart van de machtige organi satie. Vandaar gaat alles uit, daarheen keert alles weer. Daar wordt een veel omvattende correspondentie gevoerd, daar worden bezoeken ontvangen en omtrent alle mogelijke onderwerpen ingelicht en te woord gestaandaar worden de Strijdkreet, de Jonge Stry- der, de Plaatselijke Officieren, de Yeld- Officier, de Heils en Strijdzangen en en kalender geredigeerd en gedrukt daar zijn de dépóts van handelsgoede ren, de ateliers voor uniformen, de winkels voor boeken, muziekinstrumen ten, thee, Legerbenoodigdhedendaar worden besluiten genomen en datums bepaald en orders gegeven. Kortom, heel het bedrijvige leven van het Heilsleger in Nederland concentreert zich daar. Naar buiten genieten de meeste be kendheid de korpsen. Het zijn de sa menstellende deelen van het geheel. Een korps bestaat uit een kapitein (of officier van hoogeren rang) geholpen door een luitenant(bi] gehuwde paren is de vrouw van den officier niet zelden zijn luitenant). Zij bewerken een stad, of een deel van een groote stad. Zij bewonen een eenvoudig, soms méér dan eenvoudig kwartier in eene volksbuurt niet zelden is nun „zaal" een gewezen stal of pakhuis. In die zalen wordt heel wat gewerkt. Den geheelen Zondag worden er de Godsdienstoefeningen ge houden tot stichting der reeds bekeer den, tot redding der onbekeerden, tot leering der kinderen. lederen avond van de week staat de zaal open hetzij voor een Godsdienstige Samenkomst, hetzij voor een Bijbelkas, hetzij voor eene Muziekuitvoering, hetzij voor een gezellig samenzyn. Al het mogelijke wordt gedaan om de menschen te ont rukken aan een leven van zonde, of sleur, of geestelijke armoede, en hen in aanraking te breDgen met het ware leven. Er gaat van die bijeenkomsten een reinigende, verheffende invloed uit, en menige verloren ziel vindt er het leven weer, menigeen, die op een hel lend pad is, keert zich nog bijtijds om. Dan komen deindustrieeleinrichtingen. Er is niets zoo oud en versleten, of het Leger weet er weg mee. Oude meubelen ze worden wat bijgespijkerd, wat opgefrischt, wat gepolitoerd, en maken „O neen, dat verwondert mij volstrekt niet. Het is zelfs niet meer dan natuurlijk Zij voleindigde den zin niet. Doch in stilte voegde zij erbij „Ik begrijp dien kwajongen welmaar het zal hem niet helpen. Die comedie, waarvan zijn moeder natuurlijk de draadjes in handen houdt, zal hem geen zier verder brengen." De rentmeester, die het hoedje op de weelderige lokken, die hem, ondanks zich zelf, herinnerden aan zijn eigen „vollemaan- schedel", wel had opgemerkt en begreep, dat mevrouw op het punt had gestaan uit te gaan, tastte naar zijn cylinder, die glom als 'n spiegel en waagde de opmerking, dat mevrouw zeker van plan was een dameskrans je met haar tegenwooidigheid op te luisteren. Rosa zuchtte weer. „Ach jal Wat kan dit stadje voor andere afleiding aanbieden? Ik beken het u rondborstig, mijnheer Bartenstein, al strekt het mij ook tot schande ik verveel mij Toen ik nog op Hilgendorf woonde, ja, toen wist ik niet wat verveling beteekende „Dat wil ik gaarne gelooven, mevrouw. Maar ik, mevrouw, geef u de verzekering dat ik mij meermalen op dit uitgestrekte landgoed verveel." Mevrouw Wendenburg had reeds een antwoord blijkbaar eene verklaring van de oorzaken eener verveling op een plaats, waar, toen zij er woonde, die lastige in dringster nooit den voet dorst zetten op de lippen, maar zij bedacht zich en antwoordde ontwijkend: „U begrijpt zulk een klein huis houdentje, drie menschen en dat in een stad, die, al is ze ook nog zoo klein en onbeduidend als Neustadt, toch niet de landelijke bedrijvigheid van een bloeiend als „tweedehands-meubelen" nog een heel aardige vertooning in de winkel kast. Twee „oudjes", waarvan de bruik bare bestanddeelen worden samenge voegd, vormen nog een heel goed „nieuwtje". En wie doen dat allemaal?.... Zij die, hetzij door eigen schuld, hetzij door omstandigheden buiten hun schuld, ge komen zijn/tot dien vreeselijken toestand van dakloosheid, ^aarop voor verreweg de meesten niets ïneer volgen kan dan de dood door gebrek of zelfmoord, of wel een leven van bedelarij, land- looperij, diefstal, vervuiling en algeheele verdierlijking. En terwijl ze op deze wijze werken, doen de officieren hun best ook deze mannen te hervormen. In de derde plaats verdient genoemd te worden de Landkolonie. Zij is eene idylle. Ver van het gewone gewoel der wereld ligt zij midden in de heide, waarvan zij reeds een goed deel herschiep in vruchtbare akkers, wier opbrengst tarwe, rogge en haver eerste prijzen behaalde op (^Landbouwtentoonstelling te Deventmj^ in malsche weiden, waar prachtig rundvee zich te goed doetin welige moestuinen en aardappelvelden, die de altoos grage magen der arbeid zame kolonisten van kostelijk voedsel voorzien. Maar het mooiste is toch misschien wel het werk van de Zusters in de achterbuurt. Het bestaat niet alleen daarin, dat de zusters, arm onder de armen, het voorbeeld geven van dienende liefde, van overleg, van zindelijkheid; het bestaat vooral daarin, dat zij zielen brengen tot bekeering en vernieuwing, waardoor het oude vuil vanzelf gaat uitzweren en de levenssappen worden gereinigd en krachtig gaan vloeien. Er gebeuren wonderen in die duistere ach terbuurten. De zusters, zelf arm, zelf „levend uit de hand van den Heer", zooals het heet, weten niet altoos vandaag hoe ze morgen zullen voorzien in al de nooden der gezinnen uit het slop. Zooveel mo gelijk worden die er natuurlijk toe aangespoord en opgeleid om door eigen, eerlijken arbeid, door overleg en ge regeld in hun eigen onderhoud te voor zien; zelf dragen de „bekeerden" naar vermogen bij tot het instandhouden van den post. Maar toch, maar toch Wat kunnen die arme stumpers nog méér doen, dan zij doenen wat moeten de vrouwen doen, wier mannen nog het eten der kinderen verdrinken En de zieken? En de werkloozen? De Zusters zien uit naar vriendelijke raven, die brood en kleeren, en huisraad, en geld, en van allerlei brengen voor haar groot gezin in het slop en daarbuiten. Want in de omliggende straten is ook armoe te lenigen, van anderen aard, minder merkbaar, maar niet minder nijpend en geheel onverdiend soms. Mocht er spoedig een heele zwerm komen aanzettend. i. mogen spoedig geldstukken, ook van edelen klank, neerrinkelen in de kleine ijzeren potjes van het Leger des Heils. DtilfeiiBaiid. De weduwe van Julis Gouin, vroeger regent van de Bank van Frankrijk, is i bij Brunoy op den spoorweg gevonden. In den coupé, waarin zij had gereisd, vond men bloed. Men vermoedt, dat er een moord is geschied. De nieuwe wet tot onderdrukking van het bendewezen in Macedonië wordt streng toegepast. Te Saloniki zit een krijgsraad, die gevangen genomen leden van benden vonnist. Tot nog toe zijn er 33 vrijgesproken en 10 tot gevange nisstraffen veroordeeld, die tot vijfjaar opliepen. Er zitten er nog tientallen in voorarrest. Alweer heeft zich te Berlijn een fa miliedrama afgespeeld, dal zijn oorsprong vond in de zorg voor het dagelijksch brood. Het echtpaar Maasz, waarvan de man, een huisknecht, die sedert lang zonder werk liep, pas 25 en de vrouw 22 jaar is, vergiftigde zichzelf, en het eenjarig kindje, aan hun echt ontspro- i ten, door alle gaskranen open te zetten. Op tafel vond de politie, gewaarschuwd door de buren, die door de sterke gas- lucht opmerkzaam waren geworden, een briefje, waarop de woorden„Wij hebben genoeg van dit hondenleven. Daarom gaan wij gezamenlijk den dood in? Het briefje was door beide echtelieden on derteekend. Ondanks alle moeite mocht het niet gelukken, het gezin te redden. Alle drie waren gestikt. Aan den Senaat te Washington is door de immigratie-commissie een rap port uitgebracht, waarin ernstige klach ten voorkomen over de toestanden die heerschen op tal van schepen, die tus- schendekspassagiers vervoeren naar de Vereenigde Staten. En in het rapport wordt er dan ook op aangedrongen, dat in die toestanden verbetering worde ge bracht. Door een der vrouwelijke agenten, die in opdracht van de commissie reizen op transatlantische schepen heeft mee gemaakt als quasi-passagierster, zijn be langwekkende, hoewel stuitende ver domein kan aanbieden en daarbij een volwassen dochtertje, dan vindt de hand niets om uit te voeren. En eeuwig lezen of borduren, of zelfs musiceeren of schil deren dat kan ik nu eenmaal niet U zoudt niet kunnen gelooven, mijnheer Bar tenstein, wat 'n huissloof ik ben, zoo zonder eenig talent Hij zag haar plotseling aan met een lan gen, van bewondering schitterenden blik. Toen drukte hij als een hoveling een kus op de blanke hand en nam, na de gewone plichtplegingen en de hartelijkste compli menten aan de jonge dame en den „char mante neef," eerbiedig afscheid. XIV. Nadat haar bezoeker de deur achter zich gesloten had, bleef mevrouw Wendenburg geruime poos onbewegelijk staan op het zelfde plekje, in het door de getemperde rooskleurige zonnestralen schemerachtig ver lichte vertrek; zij wreef zich de oogen uit als iemand, die uit een sluimering ontwaakt, en de glimlach, die nog om haar lippen zweefde, getuigde van een heerlijken droom. Maar eensklaps zweefde een droeve trek op haar gelaat en als hulpeloos liet zij de armen zinken. De weduwnaar van Hilgendorf stond in haar gedachten nog altijd voor haar met zijn eerbiedige houding en van een onge veinsde, haast kinderlijke bewonderingge- tuigenden blik. Sinds de ritmeester haar als jonge zes- en-twintig-jarige weduwe tot zijn gade had begeerd, had niemand haar met zulk een blik beschouwd. Het was haar zoo vreemd, zoo eigenaardig te moede. Zwaar en drukkend kwelde een loomheid haar door al de leden en door haar aderen ziedde een koortsachtige gloed. Maar was zij dan weer een jong meisje geworden, dat door den blik van haar eersten bewonderaar een schok krijgt-in het onervaren hartje, waardoor haar verstand en zinnen geheel van streek raken? Zij ging voor den spiegel staan en be schouwde, het gelaat dicht tegen het weer kaatsende glas gedrukt, zich met de meeste opmerkzaamheid, echter zonder koketterie zij deed alsof zij het aangezicht bestudeerde van een andere vrouw, wier huwelijkskan sen zij berekende met juiste overweging van het voor en tegen. Kwam het door het rooskleurige licht, dat door de gordijnen heendrong, dat haar gelaat haar met bijna meisjesachtige frisch- heid tegenlachte? Zij wilde zich niet laten misleiden en werd bijna toornig op dit vermeende schijn beeld. Zij trok de zijden stores voor de ramen op zij, zoodat het daglicht zonder eenige hinderpaal het vertrek kon binnen stroomen en al de rooskleurige, flatteerende tinten verdwenen. Maar ook nu nog weigerde de spie gel haar een leelijk, verouderd beeld te toonen. Schouderophalend, doch niettemin met een glimlachje van tevredenheid op de lip pen, wierp zij zich den kanten mantel om en begaf zich naar het dameskransje. Tegen haar gewoonte nam zij geen deel aan het levendig gesprek, maar zat in na denken verzonken in den kring harer vrien dinnen, tot groote genoegdoening van de predikantsvrouw, die thans de meest ouder- wetsche theorieën kon verkondigen zonder door mevrouw Wendenburg, die het meer klaringen afgelegd. Zij bevond de ruim- ren voor 3e klas passagiers vuil en vettig, zóó dat men er onpasselijk van wordt. Erger nog waren de zedelijks- toestanden tusschendeks, of liever: de toestand van onzedelijkheid. Het min dere scheepspersoneel was gewoon zich met de meest ongepaste vrijmoedigheid schandalig te gedragen jegens de vrou welijke 3e klas passagiers. De agente zelf had daarvan te lijden gehad, evenals trouwens als alle jonge vrouwen, die tusschendeks een reis meemaakten. Het was, schreef deze agente in haar rapport, „regelrecht walgelijk." Deze beschuldiging heeft groote ver ontwaarding gewekt onder de betrokken stoomvaartlijnen. De Engelsche maat schappijen, die op Amerika varen, zeg gen niet aan die schandalen te geloo ven en ze in elk geval op Engelsche schepen onmogelijk te achten. Naar uit Saloniki gemeld wordt, zijn tengevolge van de hevige regens twee spoorwegbruggen over de Wardar, die zeer gewassen is, dermate beschadigd, dat het spoorwegverkeer metOostenrijk- Hongarije onderbroken is. Er heerscht te Londen, volgens een Engelsch blad, een kwaadaardig soort influenza. De marine-krijgsraad te Toulon heeft den luitenant ter zee Lair, die beschul digd was, de kas van de onder zijn bevel staanden torpedo jager Claymore besto len en zich zonder verlof van zijn post verwijderd te hebben, tot tien maanden gevangenisstraf en verlies van zijn rang veroordeeld. Te Reidsville, in Noord Carolina, zijn vier rijtuigen van een personentrein van den Zuider-spoorweg van een 50 voet hoogen dijk gestort. Tien reizigers werden daardoor gedood en 35 gewond. Te Algiers had de aviateur Métrot verschillende welgeslaagde vluchten met een biplan volbracht, toen plotseling een met twee locomotieven bespannen personentrein naderde. Métrot zwenkte in de lucht tot zijn apparaat boven den laatsten wagen kwam en vloog toen om het hardst met den trein, waarbij hij onder geestdriftig gejubel wagen voor wagen inhaalde. Uit Innsbruck komen berichten van talrijke sneeuwvallen. Bij Sankt Ulrich zijn drie ski-loopers door een sneeuwval bedolven. Twee zijn zwaar, een licht gewond. Een bijbank van de Bank van Enge land is voor 1600 pond sterling opge licht door een deftig heerschap, dat een cheque van het bedrag aanbood ei< uitbetaald kreeg, welke cheque late.1 valsch bleek te zijn. moderne element vertegenwoordigde, op haar nummer te worden gezet. De mee3te der dames waren van Rosa's leeftijd en hadden nog kleine kinderen thuis, zoodat zij „het jonge vrouwtje speel den" en heel gewichtig deden. Eene, die al op tamelijk gevorderden leeftijd in het huwelijk was getreden, zeide zoo in den loop van het gesprek tot haar: „Hoor eens, Rosa, jij wordt veel te vfdeg oud! Maar dat komt er van als men te jong in het huwelijksbootje is gestapt, zoo als jij. Een meisje moet haar tijd afwach ten kijk mij maar eens aan; Ik ben nog een jongevrouw, en jij stevent al zacht jesaan op het grootmoederschap los." Waarop de domineesche met 'n boosaar dig knipoogje opmerkte „Ik wed, lieve mevrouw Wendenburg, dat u al druk bezig bent om plannen te maken ten einde uw dochtertje aan den man te brengen." „Ja, ja, giegelden de anderen, mevrouw heeft gelijk. Er wordt al zoo iets gemom peld, van een verlooving die spoedig op til moet zijn. Als men haar gisteren zoo iets onder de oogen had geduwd zou zij woedend zijn geworden en haar „vriendinnen" er onge zouten van langs hebben gegeven. Maar vandaag? Zij herkende zichzelf ternauwernood haar eenig verweer was een mat glimlachje. Toen zij des avonds in het groote ledi kant lag en zonder den slaap te kunnen vatten op haar kussens rusteloos heen en weer woelde, liet zij heel haar leven de revue passeeren. EUWM4D DOOR Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1909 | | pagina 1