Mmlm «i) Denken Een arm llelsje. Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de iiannneierwaard. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No, 2914, Zaterdag 29 Januari FEUILLETON. t Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 191Q Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Twee menschen liepen in druk gesprek te wandelen, toen ze plotseling voor hunne oogen iemand zagen overrijden. Bloedend en vreeselgk gehavend werd de ongelukkige onder den wagen weg gehaald. Tal van omstanders omringden het ernstig gewonde, akelig kreunend slachtoffer en verleenden de eerste hulp. Ook onze vrienden voegden zich bij de groep. De een bleef bedaard staan kijken, met de handen in zijn zakken, en gaf slechts nu en dan op korten, afgebroken toon eenige opmerkingen en terecht wijzingen aan de lieden, die met den gewonde bezig waren. Doch zijn makker was totaal van streek, wrong de handen en liep radeloos heen en weer. Toen begon hij te schreien als een kind en dreigde te bezwijmen, waarop de ander hem ruw bij den arm greep en met eenige krachtige woorden hem weg voerde uit het gedrang. „Wat is dat toch een hardvochtige kerel, en wat is die ander een gevoe lig mensch". Zóó oordeelde het publiek! Maar dit oordeel was onjuist en on billijk. De een was een verstandsmensch c n de ander een gevoelsmensch. Innerlijk was de eerste misschien dieper ontroerd en bewogen dan de laatste, maar hij wist onmiddellijk zijn gevoel te beheer- schen en zijne rede te laten werken. De ander daarentegen voelde allicht niet zoo diep, maar was direct onder den indruk van het tragische schouwspel en gaf aan dien indruk toe, zonder zich te vermannen. Daardoor raakte hij 't evenwicht kwijt en kon niets dan klagen en jammeren, terwijl zijn vriend nog kalmte genoeg bezat om koelbloedig eenige juiste aanwijzingen te geven tot verlichting van het lijden van den ge kwetste. Wij allen hebben onze zenuwen en onze hersens, ons gevoel en onze reden. Wèl zijn deze beide factoren bij elk mensch verschillend in kracht, gehalte en werking, maar bij ieder onzer vor men ze toch ons eigenlijk wezen. Waar nu gevoel en rede harmonisch werken en samengaan, is de mensch normaal. Zijne gevoels-zenuwen zullen wèl op hem inwerken, maar steeds be dwongen door zijne rede, zal hij zich niet gansch laten overweldigen door wat hij voelt; hij behoudt zijn evenwicht. WILHELMINA HEIMBURG. (3 Evenwel, een uur later was zij verloofd men had de diepe klankrijke stem van de vrouw des huizes bijna in de benedenver dieping kunnen hoorenMoritz die juist een bezoek bracht, beweerde tenminste, dat hij duidelijk woorden als: „goede partij," aanspraken," „waarop wachten?" verstaan had. In bet kamertje nu, waar bet hart der moeder eens dien zwaren strijd gestre den had, droeg Moritz van Raten ow thans het dochtertje en legde het op tante Lotte's schoot. „Zie zoo, tante Lotte, hier breng ik u een presentje, waarop Mies jaloersch kan zijn." „Genadige hemel!" riep zij uit en haar oogen richten zich van het kind af en ble ven gevestigd op het bleeke ernstige gelaat van mevrouw Van Ratenow. „Gij hebt er best den tijd voor, Lotte, neem het kind tot ude oude vrouw Sieth- man heb ik meteen maar meegebracht; veel last zult gij er niet van hebben. Bij hem kon het toch niet blijven, want tabak rookt het wurm nog niet; en ik, gij be grijpt, met mijn groote huishouding, kan mij niet genoeg met de kleine bezig houden. De tengere handen der oude vrijster had den onderwijl mevrouw Ratenow nog sprak Bij den gevoelsmensch overheerscht het gevoel en is de rede niet bij machte dat gevoel te bedwingen. Daarmede is niet gezegd, dat bij zoo iemand innerlijk zoo diep gevoeld wordt, maar hij laat er zich geheel aan over en zijne her sens zijn te zwak om door kalme rede hem in evenwicht te houden. Uit de gevoelsmen8chen komen voort de zenuwlijders, de zwakken, de, wat men noemt „gedenereerden." De verstandsmensch is volstrekt niet altijd een ongevoelig mensch. Ja, hij kan wel diep en innig voelenmaar zijn ze nuwen worden beheerscht door zijne rede. Echter kan ook hieruit een abnormale toestand voortkomen. Het verstand, de rede kan geheel overheerschen en het gevoel nooit laten meespreken. Dan wordt do mensch hardvochtig en hard van gevoel. Dit is ook niet zooals het wezen moet. Ons gevoel en onze rede moeten sa mengaan en elkander aanvullen. Geen van beide moet geheel over ons baas zijn. Verstand en gevoel zijn onze schoon ste gaven, maar ze moeten harmonisch samenwerken, om een gezond en normaal mensch te vormen, en waar één der beide als alleenheerscher optreedt, komt een abnormaal wezen te voorschijn, dat on gelukkig is voor zichzelf en lastig of onbruikbaar voor de samenleving. Nu zal men zeggen dat „de mensch zichzelf niet maakt". Betrekkelijk hangt weer alles af van de zenuwen en de hersenen, zooals wij die dan nu eenmaal hebben, of liever van het gehalte en de kracht daarvan. Dit is gedeeltelijk waar maar tenzij we onszelven nu als ge heel „ontoerekenbaar" willen beschou wen, kunnen we toch trachten ons in evenwicht te houden. En die vanernsti- gen wille" is, zal daarin toch, althans gedeeltelijk, wel slagen. Maar z-'ker is het zaak, in ons oordeel over anderen niet dadelijk op den schijn af te gaan. Onder het uiterlijk van een koel en hardvochtig mensch schuilt dikwijls een warm en innig gevoel en bij de uiterlijk zoo „gevoelige" menschen zit het meestal iret diep. StiiiteiBlaisd. De overstroomingeii. Regen, sneeuwstorm en overstroo mingen worden uit verschillende stre- reeds het bundeltje omvat. Zij zeide niets, zij kon niet spreken, maar zij knikte met haar beschreid gezicht zoo nadrukkelijk toestemménd en wischte zich zoo vaak de oogen af, dat dit als voldoend antwoord kon worden aangemerkt. Op een wenk zijner moeder schoof Moritz een kast terzijde, waarachter een deur te voorschijn kwam, en toen deze geopend was vertoonde zich een vriendelijk, geheel in blauw gemeubi leerd kamertje, dat vroeger voor logeerka mer bestemd nu tot kinderkamer verheven werd. Moritz droeg vervolgens de wieg naar boven en toen het donker geworden was, zat tante Lotte te breien naast het schom melende wiegje, en aan de andere zijde van het kinderbedje zat de jonge heer Van Ratenow, zij op een stoel en hij op een voetbank, en zij spraken met elkander fluis terend over de overledene, met zooveel vuur, dat zij niet bemerkten hoe het hoofd van mevrouw van Ratenow om de deur boog en geruimen tijd het zonderlinge paar be schouwde. De grijze kat was op de wieg gesprongen en likte zich de pooien. „Een zonderlinge jongen toch," mompelde de moeder terwijl zij de trap afging„een man met een kinderhart op en top zijn vader; natuurlijk van mij heeft hij die overgevoeligheid niet." En zij trok met zooveel kracht den sleutelbos uit den gor del, dat het gerammel de dienstmeisjes in de keuken, die het druk hadden over de vermeerdering der huishouding, ijlings aan het werk joeg, want de genadige vrouw was alles behalve gesticht, wanneer het dienstpersoneel zijn tijd verbeuzelde. H. Zoo groeide het kind op, in het oude, door lindeboomen beschaduwde huis, dat uit en op de bouwvallen gebouwd was van ken van Duitschland, vooral uit het Westen en het Zuiden, gemeld. De Rijn en de Roer zijn zoo sterk gewassen, dat zij het omliggende land overstroomen eu de dijken beschadigen. Aan de haven van Duisburg staat het werk stil. De havenspoorwegen stonden onder water en ook de kolentippen, stapelplaatsen enz. waren niet te be reiken. Ook te Mainz is de Rijn buiten zijne oevers getredeD. Te Bingen zijn alle kelders onder- geloopen, te Assmannshausen, het plaatsje van den bekenden rooden Rijn wijn, staan vele straten onder water. Uit Dusseldorp wordt gemeld, dat zelfs de sterkste schepen haast niet tegen den woesten stroom van den Rijn op kunnen. In Ludwigshafen aan den Rijn is het park voor een groot deel onderge- loopen. De stoombooten tusschen Lud wigshafen en Mannheim konden den dienst slechts met de grootste moeite onderhouden. Uit Trier wordt gemeld, dat in het Hochwald geweldige sneeuwmassa's zijn gevallen. De trein naar Hermeskeil is tusschen de stations Zerf en Schillingen in de sneeuw blijven steken. De loco motief liep van het spoor, de trein kreeg groote vertraging. Op sommige plaatsen lag de sneeuw meters hoog. Dergelijke berichten komen uitSlees- wijk-Holstein. Groote stoornis ook daar in het spoorwegverkeer. Te Boizenburg bij de Elbe trachtte de in Bitterfeld opgestegen luchtbol Dax 3 gisteren in een sneeuwstorm te landen. Het schuitje stiet daarbij met een zwaren schok tegen den grond. Van de drie luchtschippers kwam luitenant v. Tarpart met het hoofd tusschen het omgevallen schuitje en den grond. Hij werd zwaar gekwetst weggedragen. Zijn onderkaak was verbrijzeld. In het Fichtel-gebergte is, volgens een telegram uit Bayreuth, alle verkeer onmogelijk. Allerwegen in Boven-Fraa- kenland hielden sneeuwstormen huis. In het Zwarte Woud liggen wegen en voetpaden 80 cM. ouder de sneeuw. En het sneeuwde nog maar altijd door. Te Stuttgart is Dinsdag een barome terstand van 703.4 m.M. waargenomen. Zoo laag had de barometer nog niet gestaan in de 84 jaar, dat de stand daar nauwkeurig is opgeteekend. In België gaat het er ook treurig uitzien. Het Hbld. van Antwerpen schrijft: Het kon niet anders of de overstroo mingen in Frankrijk moesten ookhooge waterstanden in België uitlokken. De Maas en de Samber gaven de eerste aanleiding tot de overstroomingeu. een burcht, dien de Zweden in den dertig jarigen oorlog in brand hadden gestoken. In den tuin stond nog een reusachtige toren, en ook was het uitgestrekte gebouw nog omgeven door een wal met grachten, aan welker oevers in het voorjaar de blauwe viooltjes in menigte bloeiden. Ook was er nog een oude, diepe ronde put in den tuin en een burchtkerker, waaraan een menigte vreeselijke spookgeschiedenissen verbonden waren. Reeds lang was het kasteel in het bezit van de familie Ratenow, aan welke het door een huwelijk gekomen was; een Ratenow had vroeger eene Burgsdorf ge trouwd, de laatste van haar geslacht. Als de heldere oogjes van het kleine meisje naar buiten keken, vielen zij over het ruime binnenplein met zijn stallen en schuren heen op de vele verschillende ge bouwde daken en torens van het stadje; dicht bij den toren van het raadhuis onder het hooge, puntige geveldak, woonde de eenzame man, en als men het nauwelijks tweejarige meisje vroeg: „Wie woont daar aan de overzijde?" dan nam zij het vingertje uit den mond en zeide met schitterende oogjes: „papa!" Ja, papa de papa, die zijn eigen kind ternauwernood kende, die slechts sporadisch een kort plichtmatig bezoek op het kasteel bracht, en het kind dan zoo donker aanzag, alsof hij inzage nam van een onaangenaam schrijven. En toch kwam de kleine hem steeds juichend tegemoet en greep begeerig naar de blinkende knoopen van zijn uni formjas. Er moest toch iets schuilen in dat kleine hartje, dat het onwillekeurig zich gehecht had aan den eenzamen, verbitterden man. Het was een ongewoon lieftallig kind, de lieveling van geheel het huis, één hart en één ziel met tante Lotte, met de grijze kat en de groote Moritz. Alleen voor tante Te Anseremme liep het water in de kerk en bereikte er eene hoogte van 25 centimeter. Te Dinant en in ganscb den omtrek werden de kaaien en wandelwegen over stroomd. Vele kelders en keukens staan onder water. Sedert 1880 heeft men zoo iets niet meer gezien. Tusschen Dinant en Namen loopt de Maas uit haar bed en overstroomt al de landen en weiden. Te Namen staan al de kel ders onder water in gansch de wijk van Tusschen-Samber-en-Maas. De haven van Grognon is ontoegankelijk. De Leie en hare bijrivieren zijn ook zeer verhoogd ten gevolge van de over vloedige sneeuw, welke er is gevallen sedert Zaterdag. In de streek der Beneden-Samber, voornamelijk in den omtrek der Pro vidence, staan de wegen 30 centimeters onder water en de steeds vallende sneeuw verergert voortdurend den toestand. Te Marchiennes heeft men de werken aan de Samber moeten staken. In 't Luiksche is het natuurlijk niets beter. Te Jemeppe, Seraing, Flemalle en Tilleur staan huizen en kaaien onder water. TeSeraing verwacht men ernstige ongelukken indien de was aanhoudt. Tramdiensten zijn geschorst sedert Dins dagmorgen. Ook in Brabant heeft men te klagen. De Senne bedreigt hare oeverbewoners. Uit Namen en Luxemburg: Te Hastière zijn twee schuiten tegen de brug geloopen en doorgebroken. De wrakken werden door den stroom mee gesleept. De schippers konden zich red den in roeihooten. De Semois wies twee meters. Ook de Lesse stroomt over de velden. De Bocq en de Molignée zijn woedende stroomen geworden. Daar de sneeuw, in de Fransche en Belgische Ardennen gevallen, nog verre van ge smolten is, mag men nog meer toevloed van water verwachten. Men seint uit Oostende aan 't blad, dat een vreeselijke storm op gansch de kust woedt, en dat de Deensche stoom- vischsloep F. n. 432, welke tegenover de Kursaal gestrand is, slagzij gevallen is door de hevige zeeën. Ook beschouwt men de redding er van als hopeloos. Uit de Panne wordt gemeld dat men zeer ongerust is over het uitblijven van drie haringvisschers. Uit Brugge verneemt het H. v. A. Talrijke gemeenten rond Brugge, als Meetkerke, Houttave, Zuyenkerke, Vlis- seghem, enzzijn overstroomd. Hof steden zijn ingesloten. Te Zuyenkerke, is een kind, van school komende, ver dronken. In Veurne-Ambacht is alles onder water. Steenwegen zijn over stroomd, of gedeeltelijk weggerukt. Hier en daar zijn koeien verdronken, even- Ratenouw was zij bevreesd; het blozende gezichtje kon wasbleek worden, bij een berispenden blik van de statige dame zij liep en sprong even vlug, als er iets op den grond viel, om het op te rapen, maar zij deed het voor tante Ratenow niet zoo bereidwillig lachend als voor tante Lotte, hoewel de dank der eerste niet minder vriendelijk klonk. „Zij moet nu haast naar school," zeide mevrouw Van Ratenow op zekeren dag, toen zij aan het venster zat, en hare oogen het kind volgden, dat met fladderende lokken over het plein snelde en in den koestal verdween, waar het gewoon was des avonds versch gemolken melk te gaan drinken. „Met April wordt zij nu al vijf jaar." En mevrouw Van Ratenow schoof de bril, die zij sedert eenige jaren droeg, op het gladde, blanke voorhoofd, om beter te kunnen zien. „Naar school?" vroeg Moritz, die juist met de Paaschvacantie thuis was en het vertrek op en neer wandelde, thans éen reusachtige, blonde man, in een grijs zomer- costuum, een koket kneveltje op de boven lip en een gelaatskleur zoo frisch en blozend als was hij de gezondheid in persoon. „Naar school vroeg hij nogmaals, voor zijne moeder staan blijvend. Mevrouw Van Ratenow keek hem verbaasd aan. „Ik weet wel, mama, dat zij lezen en schrijven moet leeren, maar waarom niet hier in huis? Er zijn immers gouvernante's genoeg te krijgen!" Mevrouw Van Ratenow liet haar werk in den schoot zakken en staarde nog altijd met een uitdrukking van verbazing in de oogen haar zoon aan. „Ik begrijp niet Moritz, hoe gij op dat denkbeeld komt. Als zij nog mijn eigen dochter was, zou ik misschien ik zeg als ontelbare geiten, konijneD, schapen en kippen. Het water stijgt nog altijd voort. De noodklok luidt op de kerken van Merckem, Zarren en Wercken, de bewoners der laaggelegen streken ver wittigende te vluchten. De tramlijn Yper-Veurne i3 gedeeltelijk overstroomd. Tusschen Aerurycke en Eerneghem is de straatweg weggespoeld. Te Roesselaere is de omtrek overstroomd, alles onder water zettende. In sommige streken zijn zeer veel menschen gevangen in hunne woningen. Telegrammen uit Parijs blijven spre ken van vei zakkingen, instortingen en doorbraak van waterkeeringen in ver schillende straten. Er zijn maatregelen getroffen tot redding van de in nood verkeerenden. De overstrooming heeft een in waarheid noodlottigen omvang bereikt. Te Neuilly en Plaisance is het laaggelegen stadsgedeelte geheel over stroomd. Het water start tot de tweede verdieping. Een dienst met booten is ingesteld tusschen het Palais de Bour bon en de overstroomde straten, ten behoeve van de volksvertegenwoordigers. De commissiezalen der Kamer zijn her vormd in slaapzalen van de leden van het personeel, wier woningen over stroomd zijn. Het kan zijn, dat morgen de Kamer niet meer bereikt zal kunnen worden. De toestand wordt onrustbarend in de omstreken van het St. Lazarestation. In de algemeene werkplaats van Sèvres is een verzakking ontstaan. De werk lieden zijn vrijgelaten. In Morbihan houdt de was van de rivier aan. De velden staan onderwater; de fabrieken zijn stilgezet.) De Faubourg St. Antoine en een ge deelte van de Quai Grands Augustins is ingestort. De groote loods van de aardpekfabriek in de Rue du Clievale- ret is ingestort. Een boot met 6 personen is in de Rue du Pare omgeslagen. De brug te Alfortville is in groot gevaar. De brug wiegelt onder den druk van het drijfgoed. De spoorweg ParisLyonMéditer- ranée is bij Maisons-Alfort verbroken. Het water stijgt onophoudelijk. Het is onmogelijk de Seine over te komen. De riolen in de rue du Bac beginnen over te loopen. De veeartsenijschool staat rondom in het water, dat 1 M. diep is. De water- keering van de Austerlitzkade is ge sprongen. Het water sijpelt door in de galerij van de Edisonmaatschappij. Ver zakkingen hebben plaatsgehad voor het buffet van het Lyonstation. Het ge meentebuis en de scholen in Juvisy zijn overvuld met dakloozen. In Gard nemen de overstroomingen „misschien" deze deftige, afgezonderde wijze van onderricht gekozen hebben; hft kind zou er echter door verwend worden en het is God geklaagd zij wordt het reeds meer dan genoeg!" „Zal dus het schaap op haar kleine, teere voetjes in alle weer en wind den langen weg naar school moeten afleggen Laat haar dan tenminste des winters met het rijtuig brengen, moeder. „Neen, Moritz, dan zou ik wel dwaas zijn," antwoordde mevrouw Van Ratenow bedaard. „Als gij haar voor later een eigen equipage wilt verzekeren, mij goed. Maar met April gaat Elza naar school; wat beteekent die weg ook de allée door, door de Steenpoort naar de Rozenstraat en dan is zij er al." „Nu, u moet het zelf weten, moeder." „Zeker, mijn jongen. En spreken wij nn eens over uw plannen. Als gij in den herfst terugkeert van uw reis naar Tyrol en Weenen, besturen wij hier dan den boel met ons beiden?" Hij lachte en kuste de hand die zij hem toestak. „Aan trouwen, hoop ik, denkt gij zeker nog niet?" zeide zij opeens en keek den jongen man vorschend in het gelaat. „Toch wel, moeder!" antwoordde hij, terwijl hij haar naderde. „Ik wil 't u wel eerlijk bekennen, dat ik er aan gedacht heb." „Zoo, en nog niet eens groen achter de ooren! 't Zal wat fraais zijn! Wie is de uitverkorene „Een oude vlam, moedertje; maar maak u niet bezorgd; zij is kortgeleden pas naar de Kostschool gegaan." VOOR LAND VAN ALTE^ Naar het Duitsch VAN (Wordt vervolgd). wd9B

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1910 | | pagina 1