11
el Land van Hensden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
EEliSTE BLAD.
Paaschmorgen.
Een arm Meisje
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 2930Zaterdag 20 Maart.
FEUILLETON.
1910.
;i. -iëi
II.!'- 1
At
'£T U
ÏJD VAN
ALTEK'-
VOOE
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7Vi ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Van oudsher zijn de menschen ge
woon geweeBt hun voorjaarsleesten tv
vieren. In onze etreken, waar men tel
kenmale weder getuige was van den
onwil des winters om zich door de vrien
delijke lente te laten verdringen, waar
men herhaaldelijk zag hoe de zon, door
donkere wolken omfloerst, tot machte
loosheid werd gedoemd, waar men on
geduldig den strijd tusschen winter en
zomer gadesloeg, die elkaar bekampten
met noordenwinden en glanzende stra
len, met sneeuwbuien en milde regens,
gevoelden obze vaderen behoefte dien
strijd voor te stellen door een worste
ling van twee mannen, van wie de een
de mokkende en ongure wintervorst,
de andere de aandringende en strijd-
haftige zomerkoning heette te zijn. Eu
wanneer dan na veel moeite de laatste
zijn tegenstander overwon en voor zich
uitdreef, barstte de schare los in gejuich,
alsof het zinnebeeld werkelijkheid ware
geweest. Toen onze vaderen langzaam
maar zeker voor het christendom wer
den gewonnen en de eerste Zondag na
volle maan volgende op de voorjaars
nachtevening het feest werd van Jezus'
verrijzenis uit den doode, smolt daarmee
samen de herdenking van de wederop
standing der natuur tot nieuwe kracht
en fris8chen bloei.
Zoo is en blijft Paschen, wat ook
moge verkeeren, het feest van de we
deropstanding ten leven, van de ont
wakende scheppingskracht. Om er naar
behooren van te bunnen gen'eten, hou
den we schoonmaak in onze huizen
om onze feestelijken zin te toonsn, trek
ken we nieuwe kleeren aanwant we
moeten de vriendelijke lente helder en
rein tegemoet komen.
Zal het feest ook onzen geest op
wekken tot een nieuw leven, zullen
we ook schoonmaak houden in ons ge
moed, hebben we ook behoefte aan rei
niging des harten
Het Paaschfeest zelf geve ons op die
vragen antwoord!
Paaschmorgen de blijdste dag
van al de christelijke feesttijden is
voor den mensch een lentedag in de
wereld van den geest! Voor allen is
het de blijde gedachte aan de onver-
WILHELMINA HEIMBURG.
19)
„Waarde mevrouw," hij maakt een diepe
buiging voor de oude mevrouw van Rate-
now, „mag ik u om een kort onderhoud
verzoeken Hij sprak zacht en keek kalm
in het ernstig gelaat, dat zich verbaasd tot
hem wendde.
Zij antwoordde niet dadelijk, maar legde
toch de kaarten neder.
„Ga maar naar mijn kamer, ik volgu spoe
dig," antwoordde zij even zacht. Het was goed
dat de anderen zoo luid spraken en de muziek
juist weder inviel.
Mevrouw van Ratenow keek hem na, toen
hij door de portière verdween.
„Daar hebben wij het," zeide zij tot zich
zelve.
„Waarde raadsheer, wil u zoo vriendelijk
zijn, voor een kwartiertje mijn partij over te
nemen? Ja! ik dank u!"
Zij volgde den jongen officier n:iar hare
kamer, die slechts door een enkele kaars
op het oogen blik verlicht was en uit de scheme
ring staarde haar een ernstig, maar buitenge
woon bleek gelaat aan.
„Welnu, lieve Bernardi?"
„Beste mevrouw, gij veldet straks een hard
oordeel over dat hij aarzelde.
„Ik weet reeds, wat gij bedoelt", knikte
zij, „en gij wilt mij toch niet dwingen, dat te
herroepen?"
gankelijkheid, aan den telkens weder
aanschouden triomf van het goede op
't booze. Er komt met dezen dag weer
troost en kracht en lust over velen.
Een lentedag voor vele harten, waar
de stormen de bloemen gebroken, de
takken ontbladerd hadden, waar het
kil was geworden en waar nu weer
zacht ontluiken gaan bloemen en knop
pen, die, in dank voor den eersten
zomerschen zonnestraal, schatten be
loven van viucht. Die wekstem voor
aller innerlijk leven doet ook in elk
menschenhart een snaar trillen; met
frissche kracht ontwaakt daar ons beter
ik en we leven op als bij het hooren
van feestklanken.
Pachen is een zonnige dag in ons
levenLaat in ons gure nevelland de
lentezon achter grauwe wolken verscho
len blijven, zonnig is deze lentedag toch.
Zonnig, van wege dat stillekens opgaan
van dat welbekende zonnetje van binnen,
dat opkomt en ondergaat in onze harten
naar eigen welbehagen.
Dan scheuren de mistroostige nevelen
die over menschen en dingen zoo dik
wijls hangen, voor ons oog en overal
openen zich vriendelijke verschieten. De
wereld is vol van beloften.
Dan durven de zuchten ons hart niet
meer uit en de mond schaamt zich voor
zijn klachten. Zachte zangen van een
stil vertrouwen komen uit ons binnenst
op en blijde gedachten van vrieudelijken
klank liggen ons op de lippen. Ons ge
moed is vol van een ontwakend steiker
beter leven
De Paaschzon beschijnt ons moede-
looze en vermoeide zielen, en zie, al
wat er diep in ons leefde van liefde,
goedheid en vroomheid, het ontluikt
weer en lacht ons toe, als wilde het ons
zeggen: „Wij zijn er nog!"
Ja, dat intens hoogete zieleleven in
elke menschenziel leeft en blijft leven,
hoe zwart het menschenleven in d-ze
donkere wereld van nooden en zorgen
ook somtijds moge wezen! De Paasch
morgen laat als dageraadsgoud tusschen
grauwe schemering en nevelen vannacht
zijn vriendelijk zonnetje onze ziel op
gaan Komt, wij wijlen blijde zijn en
goedsmoeds
't Paaschfeest spreekt ons van vertrouwen,
Wekt weer hoop in ons gemoed.
Op de groenende landouwen
Zien wij door den zonnegloed
Met nieuw leven ons omringen.
Moge een blijde geest ons dringen,
Om in 't koor der stervelingen
Dankbaar 't feestlied mee te zingen!
Dat klonk als scherts, maar haar blik was
ernstig, bijna streng.
„Acht gij geen uitzondering mogelijk?"
vroeg hij.
„Neen, antwoordde zij beslist en ging
zitten.
„Ook niet als een vaste wil zich paart
aan een hart vol oprechte liefde?"
Hij sprak diep ontroerd en de oude dame
keek hem met innig medelijden aan.
„Lieve hemel, dat hebben zij allen gedacht
en dat gelooven zij ook allen; maar steeds
draaide het op de jammerlijkste ellende uit.
„Ik zal mijn ontslag vragen, daar onze
stand zooveel voor het uiterlijk eischt. Het
is een ellendig lot, dat van een arm officier.
Ik zou het Elze van Hegebach nooit aan
bieden ik
„Elze van Hegebach?" Mevrouw Van
Ratenow stond op en trad op den jongen
man toe.
„Als gij Elze van Hegebach bedoelt dan
moet ik u zeggen, dat zij wel een arm
meisje is, maar nooit zal toestaan, dat een
man om harentwil zijn carrière opgeeft,
en zich een treurig, mislukt bestaan op den
hals haalt. Daartoe is zij veel te bescheiden,
mijn beste Bernardi, en van u koester ik
de vaste overtuiging, dat gij genoeg man
van eer zijt, om zulk een voorslag niet te
doen aan een kind, dat nog niet weet, wal.
het beteekent, zich voor haar leven te ver
binden. Tot nu toe heeft zij de armoede
des levens nog niet gekend."
Zij had luid en heftig gesproken en ver
volgde nu kalmer:
„Gelooft gij soms, dat gij, wanneer gij de
uniformrok hebt uitgetrokken, kunt leven
als een daglooner? Daartoe wordt men tegen
woordig van jongs af aan te veel verwend;
loop heen, Bernardi, ik had u voor ver
standiger gehouden."
Ruitenland.
Alle teekenen wijzen er op, dat er
weer een onrustig tijdperk in Macedonië
gaat aanbreken. Allerwegen worden
benden georganiseerd. Ook in Bulgarije
worden weer heimelijk benden uitge
rust. Drie benden hebben zich reeds
in het wilajet Saloniki vertoond.
Volgens een bericht uit Saloniki heb
ben er sinds drie dagen botsingen plaats
op de grens van Montenegro tusschen
Albaneezen en Montenegrijnen 10 Mon-
tenegrijnen en een Albanees zijn gedood.
In zijn wijnberg te Caub ia een mao
van 63 jaar van een muurtje op een
spits toeloopenden paal gevallen, die
hem in de borst drong. De oude had
nog de kracht het stuk paal, dat af was
gebroken, uit de wond te halen, maar
bezweek terwijl er om een dokter ge
stuurd was.
Uit de telegrammen van de laatste
dagen blijkt, dat tusschen Chili en Peru
een ernstig conflict is ontstaan, 'twelk
zelfs geleid heeft tot het afbreken der
diplomatieke betrekkingen. De leden
der Peruaansche legatie te Valparaiso
hebben hun paspoort gevraagd en ook
gekregen. Het geschil bestond reeds
geruimen tijd; maar dooreen bepaalde
handeling van de Chileensche regee
ring, was het conflict zeer verscherpt.
Zij had n.l. de Peruaansche geestelijken
laten verwijderen uit de provinciën
Tacna en Arica. Deze provinciën be
hooren tot het betwiste grensgebied,
dat na den Chileensch-Peruaanschen
oorlog, door Chili in bezit en onder
bestuur is genomen, met de belofte
dat later de inwoners dier gebieden in
de gelegenheid zouden worden gesteld,
bij referendum uitspraak te doen over
de quaestie of zij met de aanhechting
van de bewuste provincies bij Chili
instemden. Dat referendum zou plaats
vinden 10 jaar na de sluiting van liet
vredesverdrag (1884) waarbij de pro
vincies voorwaardelijk waren afgestaan
door Peru. Stemden dan de bewoners
dier provincies voor Peru, dan zou die
republiek de afgestane gebieden terug
krijgen tegen betaling van 10,000,000
dollars. Chili heeft echter altijd het
houden van een referendum weten te
verijdelen, o. a. onder het voorwendsel
dat Peru de bewuste 10,000,000 dollars
toch niet zou kunnen opbrengen inge
val de betwiste provincies voor Peru
stemden.
De justitie te Marseille heeft een on
derzoek gelast naar de handelingen van
een notaris aldaar, die met behulp van
een marine-ambtenaar aan een groot
„Ik bemin freule Van Hegebach", ant
woordde hij en keek haar daarbij vastbe
raden in het ontstemde gelaat.
„Jawel gij hebt er u hals over kop
ingestort! Ik heb het trouwens zien aan
komen J"
„En ik word door haar wederkeerig be
mind!"
„Zoo!" Driftig wierp de oude dame de
banden harer muts naar achteren. „Wat
weet zulk een kind van liefde; spreek er
mij niet meer van, Bernardi; op dien leef
tijd heeft men immers nog geen beslist
oordeel, en wanneer
„En wanneer?" herhaalde hij.
„Komaan, Bernardi, zij zal het vergeten
Och, neen, neen", vervolgde zij, „doe toch
geen dwaashedenIk wil wel gelooven dat
gij het jonge meisje lief hebt, en zij is we
zenlijk een knap meisje maar, daaraan
sterft men niet. Ik moet u in allen ernst
verzoeken, luitenant Bernardi, dit gesprek
als geëindigd te beschouwen. Het is eene
absolute onmogelijkheid en noch uwe ouders
noch Elze's vader, ik, noch mijn zoon zouden
een dergelijk huwelijk met genoegen zien.
Ik kan geen complimenten maken over
groote eer en zoo voorts ;,.gij weet dat
ik u hoogacht als een beminnenswaardig
jongmensch en als een man van eer, Ber
nardi maak echter het kind niet ongelukkig
Ik meen het goed met u en haar."
„Ik breek geen gegeven woord aan freule
van Hegebach en 'tis verre van mij, haar
ongeluk te willen. Ontvang mijn dank ge
achte mevrouw."
Hij maakte een eerbiedige buiging en
wilde zich verwijderen.
„Wacht even, Bernardi, zoo laat ik u
niet gaan, riep mevrouw van Ratenow, „eerst
de belofte, dat gij het fcind niet meer zult
zoeken I"
aantal personen valsche papieren moet
hebben verschaft, waarmee zij pensioen
bleven ontvangen op naam van lieden,
die reeds lang overleden zijn.
Volgens een bericht uit Ottawa heeft
de Canadeesche regeering verordend,
dat van 1 Maart tot 30 October iedere
landverhuizer boven de 18 jaar, die
het Canadeesche gebied wil betreden
25 dollar en een reisbiljet naar zijn
eindbestemming moet hebbenkinderen
tusschen de 5 en 18 j ar moeten 121/,
dollar hebben. Van November tot en
met Februari moeten landverhuizers 50
dollar hebben. Landverhuizers die zeker
zijn van een plaats als boerenknecht
of dienstbode kunnen van deze voor
waarden vrijgesteld worden.
Op den spoorweg nabij Dombasle sur
Meurthe (Fr.) is het lijk gevonden van
een stationsbeambte uit Champigneules,
die naar Epinal was geweest, met het
oog op zijn aanstaand huwelijk. Het
lijk blijkt uit het portier te zijn ge
worpen. Diefstal was aanleiding tot de
misdaad.
Gisterennacht zijn twaalf schilderijen
ingezonden voor de jaarlijksche tentoon
stelling te Parijs, door messneden ver
nield. Van den dader heeft men niet het
minste spoor.
Er is in Engeland een man gevat,
die verdacht wordt, in een trein den
moord op den mijnbeambte gepleegd
te hebben. Hij erkent in denzelfden
trein gereisd te hebben als de vermoorde,
maar in een ander deel van den trein.
Twee heeren hebben een paar weken
geleden, reizende over denzelfden spoor
weg als waarop de moord is geschied
van Newcastle naar Morpeth in een
aangrenzenden coupé revolverschoten
gehoord. Men vermoedt nu, dat de
moordenaar of de moordenaars toen
proeven namen om te weten of hun
schieten opgemerkt zou worden.
In Thüringen heeft het, volgens een
bericht van Woensdag, sedert Zaterdag
zoo zwaar gesneeuwd, dat het verkeer
alleen door middel van sleden kan ge
schieden. In de bergen is de winter
sport weer in vollen gang.
In Frankfort a.d. M. staken de bak
kersgezellen. Eenige groote bakkerijen
kunnen geen brood meer afleveren. Hier
en daar zijn de stakers tegen bazen en
kameraads, die niet meedoen, hardhan-
dig opgetreden.
De oorzaak van de staking is de
weigering van de patroons, om een
scheidsrechterlijke beslissing van de
arbeidsrechtbank teaanvaarden, volgens
„Ik zal zoo spoedig mogelijk de stad
verlaten, mevrouw."
„Dan is het goed, waarde Bernardi!"
Toen de deur achter hem dichtgevallen
was, bleef zij nog een poos op dezelfde plek
staan en streek met de hand over het voor
hoofd, als wilde zij eene onaangename ge
dachte verdrijven.
„Vergeef mij, mijne heeren," zeide zij een
paar minuten later in de speelkamer, „ik
ben weder tot uw dienst."
De avond verliep; nog eenmaal hadden
zij met elkander gedanst. Hij was buiten
gewoon opgewekt geweest, die knappe
luitenant Bernardi, meenden de jonge dames;
de heeren beweerden, dat hij de champagne
meer had aangesproken, dan wel noodig
was. Hij had een rozestrik, die voor zijn
voeten zweefde toen Elze voorbij danste, in
zijn zak gestoken; hij had de bevende
handen van het meisje nog eenmaal vast
in de zijnen gedrukt, had daarna met een
hoffelijke buiging afscheid genomen, zonder
echter in de vochtige, smachtende oogen
te zien en had buiten op straat zijn arm
in dien van luitenant Rost gelegd.
„Wij gaan immers nog nietrnaar huis!"
riep hij met luider stem en toen waren
alle jongelui nog naar de sociëteit gegaan.
„Wel," vroeg Dolling aan luitenant Rosten
wees op Bernardi, die zich overluid met een
kameraad onderhield, als wilde hij een inwen
dige stem verdooven, „wat is er gebeurd?"
„Och," antwoordde de gevraagde, „hij
bevindt zich in een crisis, maar hij zal er
wel doorkomen."
„Och, tante, slaap nog niet," smeekte Elze.
Zij had op den rand van het bed der
oude dame plaats genomen.
„Stort uw hart maar eens uit, mijn
lieveling," zeide de oude tante Lotte, met
haar kinderlik gebleven hart.
welke de gezellen op een rustdag in
de tien tot veertien dagen recht heb
ben. Het aantal stakers beloopt ouge-
veer 1000.
Ook te Karlsruhe hebben 200 bak
kers het werk neergelegd.
Een artillerist, die te Tandzjer een
sigaret rookende, het kruitmagazijn bin
nentrad, heeft een ontploffing veroor
zaakt. Acht soldaten zijn gedood, vele
gewond.
Een welgesteld Siciliaansch koopman
had zijn huisdeur voorzien van een
vernuftig uitgedacht mechanisme van
geladen pistolen en dynamiet-patronen,
om inbrekers te weren. Hij is echter
zelf het slachtoffer geworden van zijn
dieveovrees. Toen hij dezer dagen thuis
kwam, vergat hij de mechaniek buiten
werking te stellen. De dynamiet-patro
nen sprongen en de koopman werd aan
stukken gescheurd.
In de zitting van de Rijksdag van
Oostenrijk-Hongarije werd dezer dagen
een koninklijk besluit voorgelezen tot
kamerontbinding.
Nauwelijks was echter de minister
president begonnen de sprekers van d
oppositie te beantwoorden, die de Kamei
ontbinding als een ongrondwettige!)
maatregel hadden voorgesteld, of hij
werd telkens luidruchtig in de rede ge
vallen door leden van de Onafhanke
lijkheidspartij. De vergadering werd toen
geschorst.
Bij de hervatting der zitting deed de
minister-president een beroep op den
eerbied voor de vrijheid van het woord.
Toen hij zich naar de bank dersteno-
graphen wendde om zijn rede ten einde
te brengen, wierp de afgevaardigde
Zacharias hem een schrijfboek naar het
hoofd. Eenige leden der oppositie snel
den op den minister toe, andere wierpen
met boekeu en inktkokers. De ambtge-
nooten van den minister-president gin
gen rondom den heer Khu n Iledervary
staan, die aan het gezicht en het voor
hoofd gewond was.
Ook de minister van landbouw werd
door het werpen met een inktkoker
gewond.
De zitting, die door de ministers niet
tot het einde toe werd bijgewoond, ein
digde onder buitengewone opgewon
denheid.
De president van de kamer noodig-
de de afgevaardigden, die geworpen
hadden uit, hem zulks, staande de ver
gadering mede te deelen, waarop Eitner
en Zacharias verklaarden, dat zij met
boeken hadden geworpen, die met hun
ne scherpe hoeken den minister van
landbouw hadden gewond.
De afgevaardigden Zacharias, Louis
„Ik heb hem zoo onuitsprekelijk lief!"
fluisterden de roode lippen van het meisje.
Meer zeide zij niet, doch zwijgend drukten
die twee elkander de hand.
VII.
Den dag volgend op zulk een feest ver
loopt in ieder huisgezin zoo wat hetzelfde
's morgens matte gezichten bij de dames,
bij de heeren wat^hoofdpijn, de kamers
niet in orde, daj^nstboden slaperig,
het beste van alles is dan nog het ontbijt.
Het was twaalf uur toen men zich met
dat doel in de eetzaal van het kasteel ver-
eenigde.
Mevrouw van Ratenow was nogal fitterig
en blijkbaar niet best gehumeurd; Frieda
geeuwde aanhoudend en tante Lotte genoot
bij de herinnering van al het schoons van
den vorigen avond en beschreef nog eens
nauwkeurig ieders toilet.
„Waar is Elze?" vroeg eindelijk Moritz,
die tot hiertoe bijna zwijgend ontbeten had.
„Zij komt terstond, Moritz," antwoordde
tante Lotte. „Zij wilde zich eerst klèeden
om uit te gaan haar vader moet ongesteld
zijn. Zag het kind er gisterenavond niet
bekoorlijk uit, nicht?"
„O, ja!" was het koele antwoord. „Maar
wanneer zal nu eindelijk het onderricht
eens beginnen?"
„Voorloopig nog niet," verklaarde Moritz-
bedaard, „ik ben voornemens daarmede
nog tot Paschen te wachten. Ik wilde u
voorstellen, tante Lotte, om dit jaar eens
van uw gewoonte af te wijken, en thans
reeds de voorgeschreven acht weken naar
uw stift te gaan en dan Elze mede te nemen.
■ifr ;-r^
i>.--
Naar het Duitsch
va»
(Wordt vervolgd).