el Land van Heusden en iltena, de Langstraat en de BoniraeSerwaard. Een arm Meisje. Mondver zorging. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2033. W oensdag O April FEUILLETON. II Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1910 Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7 V, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. {Het onderhoud der tanden Terloops hebben we een vorige maal erop gewezen, dat de oorzaak der tand ziekte schuilt in de achtergebleven spijs- resten. Deze resten worden nl. door de inwerking van het speeksel, geholpen door bacteriën, die ten alle tijde in den mond aanwezig zijn, ontleed, waar door zuren ontstaan als melkzuur, bo- terzuur, die de eigenschap hebben, de harde bestanddeelen der tanden op te lossen. Door de voortdurende vochtig heid en de gewenschte temperatuur wordt dit chemisch-parasitair proces levendig onderhouden. Natuurlijk worden het eerst die plaat sen door de tandziekte „cariës" (in den volksmond „wolf" genoemd) aan getast, waar de spijsresten niet of moei lijk te verwijderen zijn. Gaan we de gevolgen van de tand ziekte na, dan blijkt dat in het be ginstadium een bruine vlek op het email zichtbaar is. Het glazuursel is dan nog vrij hard maar wordt weldra brokke lig en valt in zijn deelen uiteen, waar door een gat ontstaat. Het email is zeer hard, ja zelfs het hardste bestanddeel, dat aan het menschelijk lichaam wordt aangetroffen en kan daarom lang weer stand biedenvandaar dat het proces weinig vorderingen maakt, zoolang het in het email zetelt. Heeft echter de tandziekte de emaillaag doorboord en is zij gekomen tot in het veel minder harde tandbeen, dat zich onder het email bevindt, dan wordt in betrekke lijk korten tijd het grootste deel der kroon verwoest. De grootte der holte is meningmaal van buitenaf niet goed te zien, daar het harde email onder mijnd wordt in 't tandbeen. Bijt iemand in zoo'n geval op een hard voorwerp, dan bezwijkt maar al te vaak de niet ondersteunde laag email en bemerkt de patiënt tot zijne verwondering, dat niet veel meer dan de wortels van zijn kies zijn overgebleven. Het lijden begint, zoodra de verwoes ting te dicht in de buurt der tandze- nuw is gekomen. In iederen tand be vindt zich nl. een holte, die met weeke deelen is gevuld, welke zachte massa door het kanaal in den wortel in ver binding staat met de bloedvaten en zenuwen der kaak. Komt tengevolge der cariës de zenuw bloot te liggen en is deze daardoor onvermijdelijk ontstoken, dan zijn de WILHELMINA HEIMBURG. 22) „Zoo spreken slechts meisjes van uw leeftijd, die nog niet weten, wat het zeggen wil „Geen geld te hebben arm te zijn viel het jonge meisje hem vragend in de rede, en al de bitterheid harer ziel lag op haar bevende lippen. „Ik weet het, mijnheer Van Hegebach, men leert het o zoo spoedig in het leven. Als God rechtvaardig was dan schiep Hij geen arme meisjes, of liet haar tenminste zonder gevoel of zonder hart ter wereld komen I" Onwillekeuring deed hij een schrede achterwaarts en staarde op den kleinen, door smart vertrokken mond, die deze woorden gesproken had. „Van waar die bitterheid?" vroeg hij eindelijk; „andere meisjes van uw leeftijd schreien meestal, wanneer het leven haar iets bitters bezorgd." „Ik heb volstrekt geen reden tot schreien", antwoordde zij kortaf. „Maar zoo wensch ik niet heen te gaan, freule Elze", begon hij na een poos opnieuw. ,,'t Is mij alsof ik een onrecht bega, wanneer ik u zoo in die droevige gemoedsstemming achterlaat. Beloof mij tenminste, hetgeen ik u vroeg; het is volstrekt geen aalmoes, het is een recht dat u toekomt." pijnen vaak ondragelijk. Een nadere beschrijving van het leed kan gevoege lijk achterwege blijven ieder toch heeft er wel eens kennis mede gemaakt. Al lerlei huismiddeltjes worden aangewend, waaronder dikwijle geen onschuldige ernstig dient daartegen gewaarschuwd, zoo b.v. tegen het spoelen meteau-de- cologne of het. gebruik van creosoot, daar deze vochten brandend werken op het slijmvlies. We zullen thans daar op niet verder ingaan maar liever het middel aangeven, dat ons dergelijke narigheden bespaart. Dit middel bestaat hierin, dat men tegenover de tandziekte voorbehoedend te werk dient te gaan door den mond zorgvuldig te onder houden. Met verzorging van den mond bedoelen we, dat de tanden en kiezen geregeld geborsteld worden aan alle zijden, dus ook aan den tong- en ge hemeltekant, ter volkomen verwijdering van alle achtergebleven spijsresten. Ook het tandvleesch dient zacht schoongewreven of geborsteld te worden. De aangewezen tijden daarvoor zijn na de maaltijden. Men moet toegeven, dat menigeen daar niet altijd gelegen heid voor heeft; in dat geval verzuime men niet flink te spoeleu, zóó, dat het water tusschen de tanden doorloopt en late men de tong de resten uit de tus- 8chenruimten zuigen. Yan groot belang is het vóór het naar bed gaan de tan den te reinigen. In onzen slaap zijn de wangen en tong meest in rust en hebben de spijsresten dus het best ge legenheid zich te ontleden. Tandstokers, vooral in den vorm van spelden, zijn niet aan te bevelen, beter leent zich daartoe een zacht houtje of penne- schacht. Zeer geschikt is het zijden draden tusschen de tanden door te halen, echter zij men voorzichtig, ten einde de tandvleesc'npapil niet te be schadigen. Wat den borstel betieft, kiezo men een van goede kwaliteit, daar men bij mindere soorten vaak last heelt van loslaten der haren, waardoor braking wordt opgewekt, terwijl men verder nog de kans loopt, dat een haar tusschen het tandvleesch en den tand schuift, op welke wijze infectie veroorzaakt kan worden. De haren mogen ook niet te dicht op elkaar staan. De borstel dient gebogen van steel te zijn; eveneens is het gewenscht, dat de uiteinden der haren een gebogen oppervlak vormen. Na het gebruik dient de borstel goed schoon gemaakt en op een droge plaats bewaard te worden. Bij het borstelen „Ik geloof niet, dat papa „Maar gij toch „Ik? O, ik heb immers mijn examen als gouvernante afgelegd I" Haar toon klonk nu bijna honend. „Gij bezit dezelfde stijfhoofdigheid als uw vader", zeide hij, terwijl hij naar zijn hoed greep. „Tot wie moet ik mij wenden, die eenige macht over u heeft?" „Ik vrees, dat gij tevergeefs naar zulk een persoon zult zoeken, mijnheer Van Hegebach." „Vaarwel freule! Zij boog even en hij vertrok. Toen het meisje alleen was, leunde zij met het hoofd tegen den muur en een akelig gekreun klonk door het kleine ver trek. „Wie was daar?" vroeg da oude heer knorrig, toen zij weder bij hem kwam. „Uw neef van Bennewitz, papa." „En gij hebt hem niet bij mij gelaten?" „Ik zeide hem dat gij ongesteld waart; hij kwam alleen om u de jaarlij ksche rente aan te bieden". „Dat hem de duivel hale!" barstte de majoor los; „maar dat is het zekerste bewijs, dat hij niet zeker van zijn zaak is." „Zal ik bij u blijven, papa? Wenscht gij nog thee?" vroeg zij. „Neen! Ik ga naar bed. Ik gevoel mij niet wel." „Laat mij dan bij u blijven!" Zij was hem genaderd en legde hare handen op zijn schouders. „Ach, Elze! kijk eens rond. Wat zoudt gij hier?" „Ik denk dikwijls, dat ik bij u behoor te blijven, papa!" klonk het zacht. „Ja, ja, maar dan moest ik ook geen bedelaar zijn, kind." bediene men zich het liefst van poeder een eenvoudig maar goed middel is ge- praepareerd krijt, voor den frisschen smaak met eenige druppels pepermunt olie gearomatiseerd. Prefereert men doosjes poeder, zooals die in den han del zijn gebracht, dan overtuige men zich, dat geen te scherpe bestanddeelen, als puimsteen etc. er zich in bevinden. Het gebruik van sigarenasch en houts kool is beslist te ontraden. Poeder verdient de voorkeur boven pasta's; in de eerste plaats reinigt het eerste beter en in de tweede plaats heeft de alcalische werking, tengevolge der aanwezigheid van zeepen in de meeste pasta's, een minder gunstigen invloed op het tandvleesch. Veelvuldig worden mondwaters gebruikt. Wanneer deze werkelijk goed zijn is daar op- zichzelf niets tegen, maar menigeen denkt, dat spoelen met zoo'n middel al een buitengewoon goede verzorging is en er verder niets aan de tanden behoeft gedaan te worden* Dat is on juist. Ten allen tijde dient geborsteld te worden en het is daarom beter het .mondwater te laten, maar den borstel te gebruiken dan omgekeerd. Een ge zonde mond kan bovendien best buiten zoogenaamde antiseptische mondspoe- lingen. Hoe zorgvuldig men echter de tan den reinigt, toch zal de tandziekte in den reg*l niet uitblijven, omdat in eiken mond plaatsen zijn, die door den per soon zelf uiterst moeilijk of in het ge heel niet te bereiken vallen. Bij anderen zijn tengevolge van den eigenaardigen stand der tanden de voorwaarden tot ontwikkeling der cariërs gunstiger. Daar om moet tot het onderhoud der tanden beslist gerekend worden het van lijd tot tijd opzoeken van een deskundige, die behalve de zichtbare ook de ver borgen gaten schoonmaakt en vult, verder reinigt en wegneemt, wat men zelf slecht kan verwijderen, als tand steen etc. RftnUfitlfimci. Zondagmiddag ongeveer 1 uur is de luchtbol Pomraern, welke des morgens in Stettin was opgestegen, tegenover Herenbad in de Oostzee gevallen. Van de vier passagiers zijn er twee gevon den, waarvan een echter spoedig be zweek» De eenige overlevende heeft, hoewel zelf deerlijk gewond, het vol gende verhaal van den vreeselijken tocht gedaan „Maar zou het toch niet kunnen, papa Zij kreeg geen antwoord. „Ja, zie, Elze", zeide hij eindelijk, „de Bennewitzer heeft kind noch kraai, en als het rechtvaardig toeging in deze wereld, dan zoudt gij dat alles eenmaal moeten erven. Maar juist omdat gij een meisje zijt het staat uitdrukkelijk in dat ver- vloekte testament zijt gij van de erf opvolging uitgesloten". Zij knielde naast hem neder en legde het hoofd op zijn hand. „En" vervolgde hij, „het spijt mij nog iederen dag, dat gij geen jongen zijt niet om mijnent, neen, om uwentwil. Uw moeder gaf een gil van schrik, toen men haar zeide, dat gij een meisje waart; wij hadden gedacht, dat gij een jongen zijn moest. Haar laatste woord was nog: „Ach, een meisje, een arm klein meisje!" Maar het is nu eenmaal zoo, gij moet zien, hoe gij u door het leven slaat, kind. Maar beloof mij een zaak als ik dood ben ik heb trouwens niets gedaan waarom gij mij lief zoudt kunnen hebben; alle andere menschen deden veel meer voor u tante Ratenow en Moritz maar men kan zijn vader niet uitzoeken in de wereld Elze. En ik wil u dus ook geen belofte afver gen." „Ach, papa, maar ik kan er immers ook niets aan doen, dat ik een arm meisje ben", zeide zij, en twee groote tranen big gelden langs hare wangen op de hand van den ouden man. „Kom, schrei nu niet kind, schrei nu maar niet!" Hij werd weder zenuwachtig. „Gij moet gaan Elze, het wordt reeds zoo donker buiten". Zij stond op en zocht naar hoed en mantel. Bij de opstijging vloog de luchtbol in de telegraafdraden, waardoor bet net scheurde. Daarna sloegen wij tegen een fabrieksschoorsteen. Ik sloeg tegen de steenen en verloor bijna mijn be wustzijn. Toen wij eenigszins van den schrik bekomen waren, bevonden wij ons reeds op een hoogte van 1800 tot 1900 M. Dr. Delbrück, de leider van den tocht, had zijn rechter onderbeen gebroken, een ander reiziger een arm en een been. Ik zelf had een breuk van mijne knieschijf opgeloopen. Ar chitect Benduhn lag hevig kermend onderin de mand en kon niet opkomen. Zoodra wij wat bijgekomen waren, trok ken wij aan de ventiellijn. Deze brak helaas af. Wij zagen toen ook, dat het net aan een kant geheel stuk was en er gevaar bestond, dat de luchtbol eruit ontsnappen zou. Onze gemoedsstemming was verschrikkelijk. Benduhn bleef maar doorjammeren en smeekte ons, hem toch af te maken. Aan de scheurbaan durfden wij niet trekken, daar wij dan in zee zouden gevallen zijn. Bij het eiland Rügen daalde de luchtbol door de wolken. Wij besloten toen, een po ging te doen om te landen, ook omdat het gevaar, dat het net den ballon niet meer in bedwang kon houden, te groot was geworden. Toen wij nog op 800 M. van de kust af waren, trok dr. Del brück, die zich blijkbaar in zijne ver bijstering in den afstand vergiste aan de scheurbaan. Wij sloegen zoo hard in het water neer, dat de mand dade lijk zonk. De geredde vertelde nog, hoe hij de drie anderen heeft zien verdrinken en hoe hijzelf met zijne gebroken knie nog het net wist te bereiken en zich daar aan vastklampte. Hoewel de zee hoog ging, werd hij vrij spoedig gered. De lijst van slachtoffers der v ieg- kunst is weer met een naam vermeer derd. De Fransche vlieger Henri Le Blon is te San Sebastiaan in Spanje van een hoogte van 40 meter op de rotsen gevallen. In weerwil van het slechte weer had Le Blon Zaterdagmiddag te 3 uur zijn toestel uit de loods gebracht en had weldra een hoogte van 40 Meters be reikt. Hij vloog tegenover het Konink lijk Paleis Miramar en wekte door zijne vaardigheid en onverschrokkenheid de bewondering van de vele toeschouwers. Eensklaps, terwijl hij boven de rotsen zweefde, zag men het vliegtoestel heen en weer slingeren en kreeg men den indruk, dat Le Blon zijn toestel niet langer meester was. Waarschijnlijk was een vleugel gebroken. Onmiddellijk daarop stortte het vliegtuig met groote vaart omlaag en kwam juist op de rot- „Slaap wel, papa; als ik tijd heb kom ik spoedig terug. Morgen begin ik met de lessen." Zij ging weder langs de donkere morsige straatvroeger was zij altijd bang om dezen tijd, thans dacht zij aan geen vrees. De wind was opgestoken en suisde door de lange allee, de fijne motregen drong door haar voile en koelde hare wangen en oogen af. Zij liep zoo langzaam alsof zij een wande ling maakte op een heerlijken Meiavond. Daar kwam plotseling een rijtuig uit de poort van het kasteel en reed haar in draf voorbij het was het rijtuig van den Bennewitzer. Hij had dus tante Ratenow ook een bezoek gebracht, misschien wel om in haar een bondgenoot te vinden. „Kon ik maar sterven, ik had er vrede mede," klonk het in haar binnenste. Zij moest naar binnen, in huis, maar zij was liefst heengegaan, zoover harr voeten haar dragen konden. „Freule, of gij terstond bij mevrouw van Ratenow, de oude mevrouw, wil komen", zeide de bediende bij de huisdeur. Zij deed hoed en mantel af en ging naar binnen. Mevrouw van Ratenow zat op de sofa. Een wijnflesch met twee glazen stond op de tafel en de geur van een havannasigaar hing in het vertrek. „Hoe gaat het uw vader vroeg de oude dame en wenkte het meisje om te gaan zitten. „Ik dank u, nog al tamelijk tante." „Ge ziet bleek, dat-komt van het dansen, Elze." „Ja, tante." „Zie, daar komt ons blondje," zeide mevrouw van Ratenow na een pauze, en lachte het lieve meisje toe, dat met een sen terecht. Men snelde te hulp, doch het was te laat: Le Blon lag dood on der zijn toestel. Zijn vrouw had het ongeluk van af het terras van een ho tel zien plaats grijpen. In Ipek in Macedonië hebben reaction- naire Albaneezen een moordaanslag gepleegd op commandant Hakki bei en majoor Roesjdi. Eerstgenoemde werd gewond, laatstgenoemde werd gedood. Ten gevolge van een en ander is de bevolking zeer opgewonden, de bazaars zijn gesloten. De inwoners wapenen zich. De regeering heeft vier bataljons naar Ipek gezonden. Zoo noodig, zal de staat van beleg worden afgekondigd. Volgens een bericht uit Potsdam zijn Zondagnacht in het koninklijk park van Sans-Souci van de adelaars aan de marmerbanken bij de groote fontein de snavels afgeslagen. De dader is onbekend. Uit Falmouth wordt geseind, dat de viermaster Kate Thomas, afkomstig uit Antwerpen en door een Belgische sleep boot gesleept, door een onbekenden stoomer is aangevaren. Het schip is in 10 minuien gezonken 18 of 19 personen zijn omgekomen. Slechts één is er gered. Onder de soldaten van het garnizoen te Munchen zijn eenige gevallen van hersenvlies-ruggemerg-ontsteking voor gekomen. De militaire overheid heeft daarop maatregelen genomen, om alle 10,000 soldaten aan een bacteriologisch onderzoek te onderwerpen. Bij 2763 onderzochte soldaten heeft men er tot- nutoe 25 gevonden, die den bacil bij zich hadden. De bacillen kunnen wel een jaar lang op het slijmvlies van de neus-keelholte blijven, en zulke solda ten kunnen zoodoende een bron van besmetting voor anderen worden. De dragers v n de bacillen zullen nu een bijzondere behandeling ondergaan. Te St. John's op Newfoundland, is het stoomschip Florizel, het grootste schip van de robbenvisschersvloot, met 49,000 robben aangekomen, d.i. 20 pet. meer dan de grootste vangst, die totnu- toe ooit is aangebracht. De Florizel bracht verder bericht, dat de Belle Aventure 40,000 robben, de Newfoundland 22,000, de Beothie 28,000, de Edgle 26,000, de Bonaventure 18,000 en de Aurora 900 robben mee brengt. In den Senaat te Washington is een wetsontwerp goedgekeurd, strekkende om een eind te maken aan of althans beperking te brengen in den robben- moord op groote schaal, welke sinds vele jaren geregeld plaats vindt op de uitdrukking van het grootste gewicht op het gezicht op Elze toetrad. „Van grootmama, tantefluisterde zij en legde een klein, zwaar voorwerp in haar schoot, om daarop schielijk weer te verdwij nen. Het was een eenvoudige, gouden arm band, dien Elze in de hand hield. „Gij zijt zoo goed, lieve tante!" zeide zij, en keek de oude dame met haar mooie bruine oogen aan, geen krinderoogen meer sedert dezen morgen. Zij kuste de aange boden hand. „Ik zal hem dragen als een gedachtenis aan u." „Dat wilde ik u verzoeken, Elze. En ga nu heen de Bennewitzer verzocht mij zijn groeten aan u te doen." In haar kamertje gekomen borg zij haastig den armband weg; zij verkoos geen mede lijden, zij kon het niet verduren, dacht zij. Alsof eenig sieraad haar harteleed kon stillen. Maar schreien wilde zij nietzij mochten niet denken dat zij om hem schreide. Plotseling ademde zij een zoeten geur in, een geur die gister sterker, haar bijna be dwelmend omgaf. Daar stonden de viooltjes, zijn viooltjes, en het scheen haar toe alsof zij met den klank zijner stem zeiden: „Geluk is dit oogenblik niet geluk?" Op eens snikte zij het luid uit't klonk als een kreet van smart en in het volgend oogenblik werd de deur geopend en hield tante Lotte het snikkende en sidderende meisje in hare armen. Tante Lotte wist toch alles; zij mocht wel zien, zij alleen, dat haar harte verwond was, wreed verscheurd. Naar het Duitsch VAN (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1910 | | pagina 1