el Land van flensden en Allena, de Lan^slraal en de flommelerwaard.
TWEEDE BLAD.
De Stalt HEM»
in de 16e eeuw.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No2934Zaterdag 9 April
1910.
';1 Ui49 VAN ALTEN/
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
De Uitgever van ons blad mocht er
in slagen, op eene dezer dagen gehou
den auctie, eigenaar te worden van
eene serie platen en plattegronden,
betreffende Heusden en zijne omstreken,
waarvan er enkelen zeldzaam zijn. Hij
stelt zich voor ze in den boekwinkel van
L. J. Veerman te etaleeren, zoodat ieder
die er belang in stelt, ze van nabij kan
bezichtigen. Ze zijn: a. Plattegrond
van Heusden, met de stad in vogelvlucht
gezien, groot, binnenrands, 41 bij 50
c.M., waarop voorkomen de navolgende
gebouwen; 1. De Kerck, 2. Franse-
Kerck, 3. 't Wees-huys, 4. Oude Man-
nenhuys, 5. Pesthuis, 6. Gasthuys, 7
't Kruythuys, 8. 's Lands-Tuchthuys,
9. Amonitie-huys, benevens de ver
schillende straten en bolwercken, Bley-
kerie en Ros-meulen. Bovenin een ge
zicht op Heusden vanaf „Hemeitse
Weerdt" gezien.
b. dezelfde platte grond in kleuren.
c. een soortgelijke plattegrond, doch
andere teekening, groot 4252 c.M.
Hierop komt in 't kort een beschrijving
van Heusden voor, die we hieronder
laten volgen.
d. Het slot te Heusden op de slinker
sijde van achteren.
e. Het Stadhuis te Heusden.
f. Plattegrond van Heusden (vermoe
delijk uit de 17e eeuw).
g. Idem, uit de 18e eeuw.
h. Kaart v. d. hoogen Maasdijk en
doorgestoken Dijk bij Hedichuizen, 24
December 1740.
i. Overblijfsel van het Kasteel te
Heusden.
k. Gezichi van het Bergsche Veld
en het Land van Heusden, aan de
Doversche Sluis, in de overstrooming,
15 Nov. 1775.
1. Graaff Floris De Eerste wordt op
den Hemertsche Weerd over Heusden
vermoord.
HEUSDEN.
Hevsden is een seer oude stadt, soo
men Ioannes Leydensis sal gelooven,
die in sijn vierde boeck aen het twaelfde
capittel haren oorsprong, omtrent het
jaer DCCLXXXIX, aldus beschrijft:
Robrecht, seght hy, Graef van Teyster-
bant, heeft tot een wapen gehadt, als de
jongste soon van t Huys van Kleef, acht
goude Koninglijcke scepters in een blaeu
velt. Maer 't Graef schap von Teysterbant
begreep onder sich de Bommeler-weert,
Tieler-weert, en de landen van Arckel, van
Heusden, van Altena, van Vianen, van
Kulenburgh, en Buren, tot aen d'oude
Maes. De gemelde Robrecht ontfing dit
Graefschap van Teysterbant van sijn broe
der Lodewijck fdie 't Kleefsche lant van
den Bisschop t'Vtrecht te leen besat) tot
een leen en eygendomen nam tot gema
lin Kunegunda, dochter vvn de Graef van
Hoy, daer hy drie sonen by won, waer
van d'eerste, Lodewijck genoemt, hem in
't besit van Graefschap volghde: Robrecht,
de tweede soon, verkreegh Heusden en vele
dorpen, die een bysonderHeerlijckheyt
wierden, en was alsoo d'eerste Heer van
Heusden; in welcken stoet hy, sijn oudste
broeder te geval, sijn wapen verminderde,
en voerde acht scepters in sijn schilt, die
aen de rechte sijde root en aen de slincke
blaeu was: hy ontfing dese Heerlijckheyt
tot een leen van de Graef van Kleef, om
dat hy d'eersteen uyt dit geslacht was.
Dit is dan 't begin van de voortreffe-
lijcke stam van Heusden geweest, wiens
geslacht-register dusdanigh is:
De gemelde Ioannes Leydensis be
schrijft het geslacht-register der vijf
laetste in sijn sevende boeck in 't der
tiende capittel. In 't jaer onses Saligh-
makers DOCCCXII, seght hy, is Robrecht,
de derde Heer van Heusden, overleden, die
totgemalin had Adelheyde, dochter van
de Graef van Zutphen, daer hy sijn na
volger Edmond by teelde. Hy heeft de
dorpen van Poeroyen, Brabiel, Aelst en
andere gesticht: en is in 't Heylige lant,
daar hij de heydenen kloeckmoedigh he-
street, Ridder gemaeckt. Na sijn doot was
Edmond sijn soon de vierde Heer van
Heusden, die Hillegonde, dochter van de
Graef van Zeyn, ten huwelijck nam, daar
hy sijn soon loan bij won, en overleed in
't jaer 929. loan wierd dc vijfde Heer van
Heusden, die oock in 't heyligh lant tegen
d'ongeloovigen gestreden heeft, en tot sijn
gesellin had Margareta, dochter van de
Graef van Los, daer uyt hij Robrecht
voortbrachten ontsliep in 't jaer 956.
Na hem volghde de gemelde Robrecht, en
was de seste Heer van Heusden, die in
d'echt versaemde met de dochter van de
Graef van Sparegem, die hem Boudewijn
baerde: hy storf in 't jaer 982; en sijn
soon Boudewijn volghde hem, en was de
sevende Heer van Heusden. Laet ons voort-
gaen tot de nakomelingen.
Omtrent het jaar MCCCIII heeft loan,
Hertogh van Brabant, Heusden inge
nomen.
In 't jaar MCCCXXXIII is hier een
collegie van vijf Canouicken door Mach-
telt, weduwe van Herbarnus Riedius,
gesticht.
loan, Hertogh van Brabant, heeft in
't jaer MCCCXL het slot van Heusden,
met een fraejen en sterken toren ver-
ciert, doen bouwen.
Als de Gelderschen met de Hollan
ders, in 't jaer MCCCCVII, om 't besit
van Gorcum in twist waren, rees tus
schen hen een swaren oorlogh. De
Gelderschen beroofden en verbranden
Heekhuysen by Heusden gelegen. Als
loan van Kroonenburgh, Gouverneur
van Heusden, dat gewaer wierd, ver
saemde hy een goet getal onversaegh-
de krijghslieden, en viel, onder de gunst
van ee duystere nacht, met een groot
getier op 't leger der Gelderschen,
welcke door d'onverwachte aenval soo
verschrickt wierden, dat zy niet dach
ten, dan om sich door de vlucht te
bevrijden: vele van hen verdroncken
in de Mase en, dat het wonderlijckste
en der gedachtenis waardigh is, die
van Heusden namen meer van hare
vyanden gevangen, dan sy self sterek
v aren.
Dese stadt leght aen een water, dat
uyt de Maes rontom de Hemertsche
Waert, en weder in de selve rivier
loopten is nu voor een van de sterek-
ste plaetsen der vereenighde Neder
landen vermaert en geacht: want sy
is met dubbele graften, vele bolwercken,
halve manen en hooruwereken omringt
en versorght. Het Slot oft kasteel leght
dicht aen de wallen, en is een tame-
lijck fraey en sterek gebouw.
BUITENLAND.
Onder de spoorwegarbeiders van het
Parijsche spoorwegnet heerscht sedert
eeuigen tijd een bedenkelijke gisting.
Zij verlangen een minimum loon van
5 fr. daags en hebben door het bestuur
van hun vakvereenigingen reeds eenige
weken geleden aan de spoorwegmaat
schappij hun eischen kenbaar gemaakt.
De maatschappij weigert totnutoe er aan
te voldaan.
Aan de uitnoodiging tot een nieuwe
vergadering hadden Vrijdagavond onge
veer 5000 arbeiders gevolg gegeven.
Na heftige redevoeringen van hunne
leiders, besloten zij, in geval hun, wan
neer binnenkort hun nationaal congres
vergadert, geen voldoening wordt ge
schonken, de vertegenwoordigers van
hunne vereenigingen in Frankrijk en
Corsica en Algiers uit te noodigen, alle
mogelijke middelen, met inbegrip van
een algemeene staking, hunne eischen
door te zetten.
Het congres zal half April bijeenko
men.
Zaterdag is op tal van plaatsen in
de Vereenigde Staten een aanvang ge
maakt met een campagne tegen de
buoketshops. Dat zijn kantoren, waar
aan het publiek gelegenheid wordt ge
geven om te dobbelen op de koersrijzing
of -daling van aan de beurs verhan
delde fondsen. Die inrichtingen hebben
geen ander doel dan de dobbelaars te
plunderen. Veelal is de werkwijze van
zulke kantoren hoogst eenvoudig. Ver
liest de speculant, d. w. z. dalen de
fondsen, dan moet hij betalen. Verliest
het kantoor voor eenigszins aanzienlijke
bedragen (hetgeen gebeurt wanneer de
koersen stijgen) dan failleeren de fir
manten of wel zij maken zich uit de
voeten.
Reëele zaken worden door die kan
toren niet gedaande hun gegeven
orders worden in werkelijkheid nietuitge-
voerd, al meenen de cliënten meestal
ook van wel.
Tegen dezen vorm van zwendel zal
nu door de Bondsautoriteiten krachtig
worden opgetreden. Zaterdag zijn 30
houders van zulke kantoren in Boston,
New York, Jersey City, Baltimore, Pitts
burg, Cincinnati, Chicago en St. Louis
in hechtenis genomen, op telegrafisch
ontvangen last van de regeering te
Washington. Het eigenaardige bij deze
actie is, dat er geen eigenlijke verbods
bepalingen tegen het bedrijf der buc-
ketshop houders bestaan, behalve enkel
in het federale district Columbië.
Vóór de regeering overging tot den
laatsten beslissenden stap tegen de
bucketshop-houders, was sinds gerui-
men tijd een onderzoek gaande om de
praktijken dier laatsten uit te vorschen.
De speurders der regeering waren
daarbij niet over kieschkeurig in de
middelen die ze gebruikten. Zoo ont
zagen zij zich niet het nieuws op te
vangen dat langs de particuliere tele
graaflijnen der bucketshops werd ver
zonden.
Een Duitsch deskundige te Kopen
hagen heeft aan het Hanze-verbond
medegedeeld, dat hij in het plotseling
afkeuren van een groot percentage
Deensch vee aan de Duitsche grens
een agrarische knoeierij ziet.
De staking van den vee-invoer uit
Denemarken in Duitschland heeft reeds
ten gevolge gehad, dat de veeprijzen
op de Duitsche markt met 4 tot 6 pf.
het pond zijn gestegen. Overigens hecht
hij niemendal aan de tuberculine proef.
Het is meermalen gebeurd, dat vee,
hetwelk niet op de proef had gereageerd,
bij het slachten sterk tuberculeus bleek,
en omgekeerd.
Te Warschau is een nieuw schandaal
ontdekt in verband met de leveranties
voor het leger. De politie heeft een
onderzoek ingesteld in de woningen
en de kantoren van meer dan honderd
leveranciers van het leger. Tal van
brieven en boeken zijn in beslag ge
nomen.
Een arbeider, Max Mann, te Mitt-
weida heeft zijn kinderen, wurmen van
twee en vier jaar, de eel afgesneden;
de veertienjarige dochter van zijne kost
juffrouw doodgestoken, ook die vrouw
omgebracht; en op zolder brand ge
sticht. Daarna maakte hij een strop en
stak er zijn eigen hoofd door. Bijtijds
heeft men hem nog losgesneden en naar
het ziekenhuis gebracht. Wat den man
tenzij hij plotseling krankzinnig is ge
worden heeft bezield, is duister. Met
koeien van letters had hij met een stuk
krijt op een tafel geschreven: Ik ben
mijn leven moe.
Bij het te Petersburg vergaderde con
gres van den adel zijn voorstellen in
gediend om ter bescherming van het
Russische staatswezen, geen Joden meer
te dulden in het leger, ook niet als
vrijwilligers, hun het bezoeken der
hoogeseholen te verbieden, hen uit de
gemeenteraden en stedelijke ambten
te weren, niet toe te laten als gezwo
renen of verdedigers enz. Die voorstel
len werden hartelijk toegejuicht.
Ten gevolge der beroering in Opper-
Albanië heeft de Turksche regeering
besloten tot de zending van 14 bataljons,
die daar blijvend garnizoen zullen hou
den; 2000 gewapende Albaneezen, die
in Prisjtina en Vultsjtrina vereenigd
zijn, hebben gezegd, dat zij weigeren
belasting te betalen voor het openbaar
onderwijs, dat zij geen wegen, noch
scholen, nóch een comité voor een een
heid en vooruitgang, nóch vrijheden
willen.
De berichten uit Albanië blijven on
gunstig luiden. Het oproer breidt zich
uit. Het aantal opstandelingen wordt
reeds op tien duizend geschat. Zij heb
ben tal van dorpen bezet.
Een ambtelijk bericht uit Saloniki
d.d. 5 dezer meldt:
Men verzekert, dat- de Albaneezen
van Prisjtina overeengekomen zijn geen
belasting meer te betalen. Dat is de
reden waarom zij zich te Pelawa bij
Prisjtina hebben samengetrokken. Sjefti -
pasja heeft volmacht om op d;- krach
tigste manier tegen de Albaneezen op
te treden.
De regeering is van plan eiken weer
stand met een nog niet vertoonde kracht
den kop in te drukken. De toestand in
Opper-Albanië, in het bijzonder in het
district Prisjtina neemt een ernstige
wending.
De Albaneesche volkstam Hassis is
in vollen opstand en houdt alle ver
sterkingen en alle boerderijen bezet.
Reeds zijn de troepen met de Alba
neezen slaags geweest, waarbij ook het
geschut aau het woord was.
De Albaneezen hadden de beste stel
lingen bezet. Zes bataljons zijn als ver
sterking naar Opper-Albanië vertrok
ken.
Volgens andere berichten is Ipek
reeds door de Turksche troepen om
singeld.
Woensdag liep te Konstantinopel het
geruoht, dat de Albaneezen in liet ge
vecht bij Prisjtina twee kanonnen heb
ben buitgemaakt, en de Turksche troe
pen naar Kossowo hebben teruggeslagen.
Volgens een statistiek van hetEngel-
sche departement van plaatselijk be
stuur zijn er in 1908 in Engeland en
Wales 125 menschen van gebrek om
gekomen, 52 in Londen en 73 in de
provincie.
De oudste inwoonster van België,
mejuffrouw S. Lacompte is in de grens
gemeente St.-Amandaberg op bijna 106
jarigen leeftijd overleden. Zij was geboren
12 Mei 1804.
In de haven van Marseille liggen op
het oogenblik een groot aantal stoom-
booten, waarvan de bemanning het werk
heeft gestaakt.
De onder-secretaris van marine Ché-
ron heeft de noodige maatregelen ge
nomen om den maildienst met Corsica,
Algiers en Tunis te verzekeren door
middel van torpedojagers en parketboo
ten uit Marseille met behulp van zee
lieden der oorlogsvloot. Een groot aantal
zeeofficieren benevens 150 matrozen,
machinisten en stokers zijn daartoe uit
Toulon naar Marseille vertrokken.
Chéron heeft verklaard dat de regee
ring weigert met Rivelli, den secretaris
der vakvereeniging van de zeelieden, in
onderhandeling te treden over bijleg
ging van het geschil, omdat hij hem
beschouwt als den stichter en leider
der zuiver revolutionaire beweging.
Voorts heeft Chéron, vastbesloten om
de revolutionaire beweging te stuiten,
een aanklacht ingediend tegen den se
cretaris-generaal van den nationale bond
van ingeschrevenen bij de marine en
tegen den voorzitter en den secretaris
van het syndicaat van ingeschrevenen
ter zake van belemmering der vrijheid
van arbeid en medeplichtigheid aan
desertie.
In een vergadering van ingesohreve-
nen bij de marine is een motie aange
nomen, waarbij protest wordt aangetee
kend tegen de inmenging van Chéron
en verklaard wor It, dat de ingeschreve
nen niet aan boord hunner schepen
zullen terugkeeren alvorens zij volledige
genoegdoening zullen hebben gekregen.
De rechtbank te Marseille heeft tien
stokers van het stoomschip „Moulowya"
ter zake van desertie tot 10 dagen ge
vangenisstraf veroordeeld, zonder toe
passing van de voorwaardelijke veroor
deeling. De veroordeolden zullen in
hooger beroep gaan.
De Matrozenbond heeft een beroep
gedaan op het solidariteitsgevoel van de
dokwerkers, vrachtrijders en andere be
drijven in de haven van Marseille. De
Robrecht van Heusden, daer wij van
gesproken hebben, die in 't jaer 857
leefde.
Boudewijn van Heusden, sijn soon, is
in 't jaer 870 overleden.
Robrecht van Heusden, storf in 't jaer
914."
Edmond van Heusden heeft, in 'tjaer
929, 't leven met de doot gewisselt.
loan van Heusden is in 't jaer 956
ontslapen.
Robrecht van Heusden heeft de sterf-
felyckheyt in 't jaar 982 afgeleyt.
Boudewijn -van Heusden betaelde de
do schuit der nature in 't jaer 1028.
loan de II van Heusden overleed in
't jaer 1073.
Robrecht de IV van Heusden is in 't
jaer 1092 ontslapen.
Boudewijn de II van Heusden heeft de
sterflijkheyt in 't jaer 1110 afgeleyt.
loan de III van Heusden storf in 't
jaer 1135.
Wilhelm van Heusden heeft in 't jaer
1153 't leven met de doodt verwisselt.
Arnold van Heusden, broeder van Wil
helm, die sonder kinderen overleed, is
in 't jaar 1168 gestorven.
loan de IV van Heusden betaelde in
't jaer 1192 d'algemeene schuit der
nature.
Robrecht de V van Heusden scheyde
uyt het leven in 't jaer 1202.
loan de V van Heusden ontsliep in 't
jaer 1235.
loan de VI van Heusden is in 't jaer
1279 gerust.
loan de VII van Heusden, die mede
in de t'samenspanning tegen Graef
Floris de vijfde was, storf in 'tjaer 1303.
loan de VIII van Heusden heeft de
schuit der nature in 't jaar 1318 betaelt.
loan dë IX van Heusden storf in 't
jaer 1334 sonder kinderen. Dese, door
het aendrijven van den Heer van Kra
nendonck en loan Alshant, heeft Heus
den en haer gebiedt aen Hertogh loan
van Brabant verkoft. De Graef van
Saffenburgh, die Sophia, d'eenige doch
ter van de Heer van Heusden ten
huwelijk had, was hierover seer mis-
noeght; maer hy kon by den Hertogh
vau Brabant niets verwervendies
voeghde hy sich by Willem de Goede,
Graef van Hollant, en heeft hem al
sijn recht op 't geheele lant van Heus
den verkoft. Hier over is een sware
oorlogh tusschen de Hollanders en
Brabanders geresen, want d'eerste poogh-
den de stadt te vermeesteren, en d'an-
dere te behouden. Renerus Snoyus
beschrijft dese historie seer naerstigh
in sijn achtste boeck. De Graef van
Vlaenderen, seght hy, verkondight d'oor
logh aen den Hertogh van Brabant, de
welcke d'onse heeft nagevolght, op hope,
't welck oock geschiede, van Heusden te
verkregenwant niemant en sal looche
nen dat de stadt met de dependentien niet
en sijn geweest een leen des Graven van
Kleef en Teysterbant. slreckende door Zuydt-
Hollant en andere quartieren. Mant als
er eertijts een twist geresen was van de
gemelde Heerlijckheit van Heusden, tus
schen den Hertogh van Brabant en loan
van Heusden, den Hertogh van Brabant
is nedergedruckt geweest, om dat de Graef
van Kleef te verre was, dat hy van hem
bystandt soude konnen begeeren. Daerom
heeft de Heer van Heusden hem begeven
tot betrouwen en in bescherming van de
Graef van Hollant, die desen Heer voor
nam te beschutten tegen Brabant. En dese
overleden sijnde sonder kinders, sijn suster
Sophia Gravin van Saffenburgh heeft de
Heerlijckheyt geërft en als sy de macht
niet en had in 't besit van haar erfgoet
te- treden door 't vermogen des Hertoghs
van Brabant, die de besetting van 't Slot
met geit omkocht en verblinde, heeft sy
aen de Graef van Hollant om een seker
somme haei' recht verkoft, hoewel dat de
Hertogh in 't bezit der stadt was, tot dat
Philips Koning van Vranckrijck, de saken
nu al be-roert sijnde, heeft aangenomen de
partyen met een verdragh door huwelijcken
te vereenigen. Dat Wilhelm van Oostervant
sone van Graef Willem van Hollant, soude
ten huwelijck nemen loanna dochter van
de Hertogh van BrabantLodewijck van
Male, soon van de Graef van Vlaenderen,
d'ander dochter, en Reynolt, Hertogh van
Gelderlant, hoewel hij sich vyant van den
Hertogh van Brabant verklaert had, de
derde. De bruyloften sijn gehouden, en de
Hertogh van Brabant stont af al 't recht,
't welck hy op de stadt en 't lant van
Heasden eyschte. Hier uyt is een gemeen
spreeckwoort geresen, dat ivij tegen eer
lij cke gierigaerts gebruyeken:
Hy speelt, als Machelen'mijn, Heusden
dijn. Dus verre Snojus.
Godschalcus Steewichius, een geleert
man, en vermaert Pbilosooph en His-
tory-schrij ver, is te Heusden geboren.
Hy was een discipel oft leerling van
Victor Gifelinus, en heeft geleerde Aen-
merekingen op Apulejus, Arnohius en
Vegetius geschreven.