et Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
fieu arm Meisje.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No, 2940Zaterdag 30 April
Vertrouwen.
FEUILLETON.
1910.
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7l/t ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Als het blanke fijne, teere handje
van het kind in uwe hand wordt ge
legd en de open, lieve, eerlijke oogen
zien u aan Als gij gevoelt de
heerlijke bekoring van het glimlachje,
dat u tegemoet schittert, wanneer
ge dan verkeert onder de heerlijke sug
gestie van dat goddelijk-reine, zoo zal
in u de vreugde leven over iets van
het mooiste, dat ge hier op aarde kunt
treffen
Het teere, zwakke kind geeft zich,
in vol en veilig vertrouwen aan u over.
Het weet, beseft, dat gij geen misbruik
zult maken van uwe grootere physieke
kracht; dat gij het hulpelooze schep
seltje behoeden, beschermen zultdat
gij 't beschutten zult tegen kou en ge
vaar
Zóó geeft, zich ook over, in angst-
looze rustigheid, de welp van tijger of
van leeuw aan het moederdier. 't Speelt
en plukhaart met de oude. 't Krabt
haar aan neus en ooren Instinct
matig beseft 't, dat er immers geen ge
vaar is.
Zóó geeft het kind der menschen
zich, in groot besef van veiligheid ook,
over aan de sterke hand van zijn vader.
Als de storm loeit, als de afgrond gaapt,
als 't ziedende water dreigt, geen
nood, vader is daar! Denken wij aan
niets meer. We zijn volmaakt veilig
Dkt is vertrouwen.
Gij komt tegen, op uwen levensweg,
een mensen, uit wiens blik eerlijkheid,
oprechtheid tot u spreken.
Gi) steunt, ge bouwt op hem.
Hij wordt getroffen door ramp op
ramp. Hij komt tot u, om hulp. Ge
aarzelt geen oogenblik. Uw arm is ge
reed tot steun. Uw beurs is geopend
voor hem. Uwe voorspraak, uw invloed
kan hij de zijne rekenen. Ge zoudt 't
eene misdaad achten tegenover uw
eigen, beter-ik zijn in om niet van
u te werpen, snel en zeer ver, de boos
aardige gedachtezou hij me ook kun
nen bedriegen?
En de vriendenhanden worden ineen
geslagen. En het woord van innigen
dank wordt gestameld.
En gij gevoelt, diep in u, de groote,
intense vreugde van hem gered te
hebben.
Maar toch komt ge bedrogen uit.
Hij breekt z'n woord. De eerlijkheid,
die tot u sprak uit z'n oog, was leu-
WILHELMINA HEIMBURG.
29)
„Wat is er gebeurd, Elze Spreek toch
Hij maakte de armen van zijn hals los en
keek haar in het doodsbleek gelaat.
„Op het uiterste, hij ligt op het uiterste.
Vrouw Siethmann kwam mij halen en ik
ben onmiddellijk heengesneld o, breng
mij naar mijn vader, Moritz
Hij trok haar beven den arm door den
zijnen. „Kom, mijn kind."
„Ik ga mede", zeide de Bennewitzer. „Is
er al een dokter gehaald? Hoe luidt zijn
oordeel
Zij schudde het hoofd en snelde vooruit
de mannen hadden moeite haar te volgen.
Zij was de trappen van de woning in de
Rozenstraat reeds op, toen de heeren de
huisdeur binnen traden.
De arts kwam hen tegemoet.
„Kom binnen, heeren," verzocht hij zacht,
„ik heb om zijn dochter gezonden hij
zal den morgen niet beleven."
Zij stonden in de kleine, ongezellige kamer
naast dien van den onden man; het volle
maanlicht drong naar binnen en lag als
een breede, lichte streep op den vloer. Door
de halfgeopende deur der zijkamer drong
een klagelijk gekreun.
„Papa!" riep een stem, „ga toch niet
heen; laat mij niet zoo alleen, zoo vreeselijk
alléén."
De dokter deed haastig een schrede naar
de deur, toen bleef hij weder staan de
gen. De vaste, innige druk van zijne
hand was lage misleiding
Zeker, dan breekt, dan knakt er iets
in u. Dan wordt 't u, als was een der
fijnste snaren van uw gevoelsleven voor
altijd ontstemd, verlamd.
En ge schreit over een verloren il
lusie.
Daar is in heilig-geheimzinnige
stilte van goddelijk samenzijn een
plechtige eed afgelegd van eeuwige
trouw
Niet bedacht gij, toen dat gróóte
woord gesproken werd, hoe weinig de
arme, zwakke mensch geschikt is voor
beloften, die zich naar het onbegrepen-
Eeuwige richten Hoe weinig hij,
ze uitsprekend, nadenkt over den om
vang, de beteekenis van wat daar ge
zegd werd
Edoch, 't wks uitgesproken.
En in uw hart jubelde 't van on
uitsprekelijke vreugde over den schat,
dien gij verworven hadt, voor al
tijd immers, dacht ge, onvervreemdbaar.
Maar weer kwaamt ge bedrogen uit.
De eed werd verbroken. Het oog,
dat u toestraalde in glans van liefde
en toebehooren, ging zich straks tot
een ander richten.
Dat gaf u een geweldigen schok.
Dat vernielde in u vertrouwen op al
wat menschelijk was.
In u ontkiemde het onwrikbare plan
om van nu, van meet-af-aan toch nie
mand meer uw geloof en vertrouwen
te schenken. Gij zonderde! u af, in
sombere stilte, om te wachten totdat
geheeld zou zijn de wonde, u gesla
gen
Wij beseffen de schroeiende, bran
dende pijn, u berokkend. Wij hebben
gróóte deernis met uwe schier-onduld-
bare smart, maar tevens beschuldigen
wij u van overijling, van oppervlak
kigheid, van eenzijdigheid, van egoïs
me
Hoe hard 't klinken moge
Grif nemen wij aan, dat 't u ernst
was. Doch gij hebt gevorderd, dat allen,
dat anderen dan gij zullen beoordeeld
worden naar éénzelfde maatstaf. De
zwakken, de weinig-ernstigen, de velen
die zij 't tegoeder-trouw, zichzelven
zóó licht misleiden
Vertrouwen te kunnen hebben in een
onzer medemenschen is een heerlijke
zaak, eene, die ons kracht en lust en
moed geeft om héél veel te dragen.
En over sluwe bedriegers over fijn
stervende sprak langzaam, afgebroken, bijna
onverstaanbaar.
„Neen, neen, papa, niet sterven! Ik heb
u nog iets te zeggen, lieve papa! Hoor mij
toch kunt gij mij nog verstaan?"
De dokter ging naar binnen. Een oogen
blik later verscheen hij weder en wenkte
Bennewitz. Hij trad binnen; zijn oogen
zochten het meisje. Zij lag voor den leun
stoel waarin haar vader rustte en hield zijn
knieën omvat; de rechterhand van den
ouden man lag op haar hoofd, zijn half
gesloten oogen waren op den binnentredende
gericht.
„Het is schielijk gekomen, neef, maar
ik ben veel kalmer dan vroeger, wijl
Elze, uw handIk heb niets voor u gedaan
bij mijn leven, arm kind, vergeef mij, gij
waart altijd goed en gehoorzaam, vergeef
mij, Elze, maak mij het heengaan licht
het leven was zoo zwaar."
Zij hief het hoofd op en staarde, alsof zij
om erbarmen smeekte, hem aan, maar zijn
moede oogen zagen den blik niet meer,
begrepen niet wat zij wilde. Zij voelde
slechts hoe zijn hand met moeite de hare
zocht en toen hij die greep een flauwe
poging deed om ze op te heffen en naar
zich toe te trekken, om ze in een andere
hand te leggen. De stille majesteit van den
dood deed haar huiveren; willoos gaf zij
toe, daarop voelde zij hoe een warme
mannenhand de hare omvatte en hoe de
rechterhand van den stervende zwak op
beide rustte.
„Wilhelm, beste Wilhelm", zeide een be
wogen mannenstem, „ik zal haar beschermen
en behoeden, dat beloof ik u!"
„Elze!" fluisterde de stervende. „Gij blijft
niet alleenGeen arm verlaten meisje,
neen, Elze
Als machteloos lag zij, met het hoofd
tegen zijn knie, haar hand nog altijd in
berekenende uitbuiters hebben we 't
nu eens niet.
Doch wel over degenen, bij wie 't
gewoonte is geworden om niet lang,
niet ernstig nk te denken, te wikken
en te wegen, over hetgeen zij zullen
beloven, in plechtige toezegging.
Wie 't wel diep-ernstig meent met
het woord, dat hem over de lippen komt,
heeft durven wij zeggen den
plicht eener zedelijke, zware verant
woordelijkheid tegenover die zwakke
ren
Mist het recht om hen aanstonds te
binden aan hetgeen zij, in uitge-
latenheid van eerste opwelling onver
wijld op hunne schouders willen nemen.
Handelt onverijld, onbekookt, onver
standig, onredelijk door te accepteeren
dat woord van den vluchtige, den
zwakke. Men kon zich menige grie
vende, doodelijk-pijnigende teleurstel
ling besparen, door rekening te houden
met geaardheid, temperament van den
geen, die ons z'n heil'g-woord zal ver
panden Niet ieder heeft het recht
om dit te doen, en wel eenvoudig hier
om wijl hij de strekking ervan niet
kan omvatten Wij mogen dezul
ken niet, in vollen en krachtigen ernst,
houden aan hetgeen zij, in wild-hart-
stochtelijke opwelling, tot ons wenschen
te zeggen
Wij moeten dan de bedachtzamen
wezen, die voor bèn denken, gevoelen,
waken, en niet aanstonds denken aan
looze, lage bedriegerij.
Daar is een categorie van menschen,
die zweeft tusschen de schalken en de
braven in Zij kunnen niet ver
antwoordelijk gesteld worden voor al
hetgeen ze verklaren op hunne schou
ders te willen nemen.
Hun bedoelingen mogen voortref
felijk zijn De macht, de kracht
missen zij om ze uit te voeren, te ver
wezenlijken, zooals de ernstigen, ster
keren, dat met 't volste recht trouwens,
begeeren.
En die sterkeren behooren hen te
beschermen tegen zich-zelven
In deze laatste zinsnede ligt besloten
gansch de „moraal" dezer zeer beknopte
bespiegeling
Btuitenlaiid.
Het Petit Journal vertelt, dat de po
litie in de buurt van Montmorency bij
Parijs een geheim station voor draad-
looze telegrafie heeft ontdekt, dat de
telegrammen van de militaire draad-
l looze telegraaf op den Eiffel-toren op
ving. Het schijnt, dan men met spionage
te doen heeft.
Op een bijeenkomst te Swansea van
machinisten en stokers uit het anthra-
ciet-gebied van Zuid-Wales, waar 47
mijnen waren vertegenwoordigd, is een
stemmig besloten, den dienst op 1 Mei
op te zeggen.
i Men heeft toch vastgesteld, dat er op
de voorstellen der arbeiders aangaande
een nieuwe loonlijst, geen acht is ge
slagen.
I Ten aanzien van Kreta heeft de Fran-
sche minister Pichon den ministerraad
meegedeeld, dat de beschermende mo
gendheden het eens zijn geworden over
de maatregelen die er genomen moeten
worden.
De berichten van het gebied van den
opstand in Albanië luiden niet gunstig.
De zoo gewichtige Katsjanik-pas, die
de spoorlijn Uskub-Mitrowitsa be-
heerscht, is volgens de jongste berich
ten in strijd dus met hetgeen eerst
gemeld werd nog steeds in de han
den der opstandelingen. Laatstgenoem
den hebben zelfs versterkingen gekre
gen. Naar schatting bedraagt de krijgs-
macht der Albaneezen bij genoemden
pas 15,000 man. De Albaneezen laten
alleen de gewone post- en passagiers-
treinen passeeren, nadat de spoorweg-
j directie zich onderworpen had aan den
eisch der Albaneezen, dat geen mili
taire transporten per spoor zouden
plaats hebben. De Katsjanik-pas is tien
kilometer lang en men rekent het
Toergoet pasja, den aanvoerder der
Turken, als een onvergeeflijke fout aan,
dat hij de Albaneezen zich daar heeft
laten samentrekken. Ook in militaire
ikringen buiten Turkije wekt dat gemis
jaan taktiek van den Turkschen bevel-
I hebber verbazing. Hij heeft zich blij k-
I baar laten verschalken door schijnbe-
wegingen der Albaneezen, die echter
j al weken op de bezetting van den pas
loerden.
In verband met de geringe sterkte
van het Turksche garnizoen te Ipek
heeft een deel van de inwoners dezer
stad de partij der opstandelingen ge
kozen.
De ontwikkeling der gebeurtenissen
in Albanië wordt in Weenen uitteraard
met aandacht gevolgd. Over 't geheel
genomen betracht de pers een zekere
reserve, maar enkele bladen zijn minder
omzichtig in het bespreken der kwestie.
Het lot van het Ottomaansche Rijk, zoo
die van Bennewitzer scheen een bloedige
nevel voor hare oogen op te rijzen, zij was
niet meer in staat geregeld te denken. Zij
hoorde Moritz' stem nog„Het is voorbij
kom Elze, beste meid"; zij voelde nog dat
men haar ophief, en daarna niets meer.
XI.
Toen Elze weder tot bewustzijn kwam,
zat mevrouw Van Ratenow voor de sofa,
waarop men haar had neergelegdde oude
dame sluimerde in haar leunstoel. Door
de vensters vielen de vuurroode stralen
der opgaande zon.
Het jonge meisje richtte zich eensklaps
op; het tooneel van den vorigen avond
stond haar als door een tooverslag voor
den geest. En als om zich te overtuigen,
sloop zij voorbij de sluimerende, naar de
zijkamer. Een sterke luchtstroom waaide
haar tegen, de vensters waren geopend en
over hetgeen daar op bed lag, had men
een laken gespreid.
Schrille tonen klonken door het vertrek,
in de naburige kazerne blies een trompetter
de reveille.
„Zijn soldaten moeten papa wakker
maken," had tante Lotte eens gezegd, toen
de snerpende tonen tot het kasteel waren
doorgedrongen.
„Kom Elze, dat zal hem nooit weder
wekkenzeide mevrouw Van Ratenow,
die inmiddels ontwaakt was, en trok het
meisje aan haar hart. „Hij heeft het goed,
mijn kind niet waar, wij gunnen hem
de rust?"
De begrafenis was voorbij en de mare
der verloving van Elze van Hegebach met
haar oom, aan het sterfbed van den majoor,
had zich door het stadje verspreid en werd
druk besproken.
„Welk een geluk voor het meisje!" was
de algemeene opinie.
Elze zelf zat in haar kamertje in het
lange, slepende rouwgewaad en daartegen
stak haar opvallend bleek gelaat bijna
spookachtig af. Om haar mond lag een
onbeschrijfelijk pijnlijke trek.
Zij had sedert dien droeven morgen nog
maar weinig gesproken, doch tante Rate
now des te meer. Zij had ook niet geschreid,
maar zij had slechts rondgeloopen, was nu
hier dan daar gaan zitten, met de handen
in den schoot, somber voor zich uit ziende
de slaap sloot haar 's nachts de oogen niet
meer en nauwelijks gebruikte zij eenig
voedsel. Altijd zag zij weder het wasbleeke
gelaat van haar stervenden vader voor zich,
voelde zij het angstig zoeken van zijn hand
en hoe zich de vreeselijke onzichtbare keten
er om sloot, die zij levenslang zou moeten
dragen. Was het niet meer dan wreed de
macht van 't stervensuur te gebruiken tot
het doorzetten van een laatsten wensch, en
daardoor een menschenhart voor het geheele
leven ongelukkig te maken?
„Vader, gij hebt mij niet liefgehad!"
kreunde zij. En dan zag zij weder dien
gelukkigen lach op zijn gelaat, toen hij
hun handen in elkaar gelegd had, hoorde
zij den laatsten, zoo kalmen ademtocht,
alsof zijn borst van een drukktnden last
bevrijd was; hij stierf kalm en tevreden
en zij moest leven, leven! O, het was
vreeselijk!
Nog had zij hem niet weergezien, haar aan
staanden echtgenootook had mevrouw Van
Ratenow niet verder bij haar aangedrongen.
Maar na de begrafenis kwam hij. Mevrouw
Van Ratenow kondigde Elze dit gewichtig
bezoek aan. Zij hield een paar immortellen-
takjes in de hand, die Bennewitz van de
lijkkist genomen had, vóór deze in het graf
werd neergelaten een laatste groet voor
de dochter.
De statige vrouw had minder luid dan
schrijft een blad, hangt af van het
succes der Turksche wapenen in Albanië.
Het leger, de krachtigste steun van het
nieuwe stelsel, heeft een tegenslag ge
had. Het is te vreezen, dat een kata-
strofe in Albanië het sein zal zijn voor
de reactionnairen van alle schakeeringen
om hun krachten te vereenigen in een
nieuwe poging om de jong-Turken te
verdrijven. De gevolgen voor de Balkan-
Staten zouden dus zeer groot kunnen
zijn. De gedragslijn der groote mogend
heden in de laatste tijden was berekend
op een krachtig Turkije als de onmis
bare voorwaarde voor de handhaving
van den status quo op den Balkan. De
strijd in Albanië brengt de oude waar
heid in herinnering dat een zwak Turkije
een broeinest is voor allerlei verwikke
lingen.
Dat men ook in de kleinere Balkan-
Staten, niet 't minst in Bulgarije en
Servië, den loop der gebeurtenissen in
Albanië met gespannen aandacht volgt,
behoeft niet gezegd. Iedereen voelt, dat
hier het aanzien en het gezag van het
jong-Turksche bewind op het spel staan.
Uit Saloniki wordt van officieele zijde
bevestigd, dat de opstandelingen Dja-
kowa hebben bezet. Een half bataljon
is ontwapend, de overheidspersonen zijn
verjaagd.
De bevolking van Ipek heeft den eed
afgelegd, zieh bij de opstandelingen aan
te sluiten.
De Albaneezen hebben besloten, Mi-
trowitza aan te vallen.
De opstand heeft thans alle dorpen
van Opper-Albanië aangetast.
Ook in Macedonië beginnen de reac
tionnairen teekenen van roerigheid te
geven. In verscheidene straten van Se
res zijn oproepen aan de Mohamme-
daansche bevolking gezonden, waarin
deze wordt aangespoord om een einde
te maken aan de tegenwoordige toe
standen welke tot den ondergang des
lands moeten leiden. Evenals de Ar-
nauten, moet ook de Mohammedaansche
bevolking van Macedonië naar het
zwaard grijpen om te w.ken voor de
stipte handhaving van de godsdienstige
wet. Door die oproepen heerscht er in
Seres een zekere opwinding onder de
bevolking. De moetessarif heeft daar
om de notabelen der stad in het ge
bouw van de club voor eenheid en
vooruitgang bijeengeroepen, om hen aan
te sporen het volk zooveel mogelijk te
kalmeeren. Ook de overheden doen het
hunne om het volk rustig te houden.
De politie heeft een streng onderzoek
op touw gezet naar degenen die verant
woordelijk zijn voor het verspreiden
der oproepen, welke ongetwijfeld het
werk zijn van reactionnaire leiders.
gewoonlijk op de deur geklopt en wn»
daarna binnengetreden Elze was juist h
een brief te schrijven. Tante Ratenow gaf
haar de immortellentakj^s en streelde over
hare bleeke wangen.
„Hegebach laat u groeten; hij dacht dat
gij misschien wel met hem het graf zoudt
willen bezoeken; het rijtuig staat gereed.
Wilt gij u kleeden? Hij zal u hier komen
afhalen."
Zij huiverde en een donkere blos bedekte
voor een oogenblik haar gelaat.
„Zie eens naar buiten, Elze, zie hoe de
knoppen overal opengaan, hoe blauw de
hemel isZeker, men moet de dooden eeren,
maar de 'levenden daarom niet vergeten,
en gij hebt plichten te vervullen in het
leven."
Het meisje sloeg de oogen niet op, zij was
zoo mogelijk nog bleeker geworden.
„Ik ga nu naar beneden, Elze, ik heb
nog iets met Frieda te bespreken. Intusschen
zend ik u uwen verloofde. Wanneer gij
van het kerkhof terugkomt, drinkt gij bij
mij een kop koffie. God zij met u, Elze,
Adieu
Zij was heengegaan. In wilde smart greep
het meisje naar haar voorhoofd en woelde
met de kleine hand in het blonde haar.
Bestond er dan geen uitweg meer? Zij zou
een belofte moeten nakomen, waaraan haar
hart vreemd was? Ach, vrij zijn, slechts
nog eenmaal vrij zijn. Geheel werktuigelijk
deed zij het sierlijke zwarte manteltje om
en zette haar rouwhoed op. Plotseling
schrikte zij hevig déér op den drempel
toch stond
„Oom", stamelde zij.
Hij was haar genaderd en had hare beide
handen in de zijnen genomen; nu bracht
hij ze aan zijn lippen.
Naar het Duitsch
VAN
I Indien de dienstbetrekking afloopt,
zullen ongeveer 15,000 arbeiders buiten
werk zijn.
(Wordt vervolgd).