el Laad van Heusden en Altena, de Langstraal en de BomineSerwaard. De Stem van let Een Pandhuisvet, Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No2973Woensdag 24 A ugustus FEUILLETON. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verbooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 191Q Adverteniiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertenoiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 l ur ingewacht. Onlangs heeft de Tweede Kamer een wetsontwerp behandeld, dat. in veel gevallen vrij diep in het dagelijksch leven zal ingrijpen. De eindstemming er over is nog wel niet gehouden, maar toch zal naar de minister zeide te verwachten het ontwerp wel spoedig den weg naar het Staatsblad vinden. Het regelt de instelling der banken van leening of pandhuizen, in den volks mond aangeduid met tal van vertrou welijke namen als „Oome Jan", „achter de schuine deur" e. d., die er op wijzen dat de instelling vele vrienden of thans bekenden heeft, die er in kwade dagen gaarne gebruik van maken om tegen afgifte van panden aan kleine sommen gelds te komen. 't Is van algemeene bekendheid dat naast de in grootere gemeenten bestaan de gemeentelijke banken van leening, particulieren het pand huisbedrijf met blijkbaar succes beoefenen en een winst opstrijken, vaak buitensporig hoog. Hieraan wil het wetsontwerp nu uit- drukkelijk paal en perk stellen en allen woeker in dit bedrijf onmogelijk maken door le. het particuliere pandhuisbediijf te regelen en het te maken tot een bedrijf dat bij misbruiken kan worden opge heven 2. zooveel mogelijk het gemeentelijk bedrijf te stellen in de plaats van het particuliere. Scherpe voorwaarden dus voor de pandjeshuizen, die moeten verdwijnen zoodra zij niet aan alle eischen vol doen, en bevordering van de openbare banken, waarin veel beter rekening kan worden gehouden met de belangen van den beleener. Algeheel verbod van 't particulier bedrijf is niet in de wet geschreven, omdat hiervan ontduiking op groote schaal en oneindig geknoei werd ge vreesd, gelijk in Frankrijk en België, waar dit verbod bestaat, maar een doode letter is gebleven. Evenwel heeft de Kamer op voorstel van den heer De Visser het regeerings- ontwerp niet onbelangrijk uitgebreid, ten einde de nadeelen der particuliere instellingen zooveel mogelijk te ontgaan door n.l. aan zekere gemeenten de verplichting op te leggen, een open bare instelling op te richten. Zij heeft dit gedaan niettegenstaande de regee ring uitdrukkelijk verklaard had, dit verkeerd te achten als een maatregel, THEO VON BLANKENSEE. Mandl was nu vast overtuigd, dat hij Robert Steinlein nader tot de gevangenis bracht; hij vond dit niet prettig, want het was een eigenaardig, onaangenaam gevoel, en hij besefte op dat oogenblik de groote verantwoording, welke hij op zich geladen had. Waanneer hij den blik wierp op den naast hem zittenden reisgezel, en diens ge zonde gelaatskleur en zorgeloosheid zag, waarmede deze zoo spoedig die ontzettende daad vergeten had, dan rilde hij. Hij ver diepte zich in de gedachten, welke ontzet tende gevolgen de verwezenlijking van het geen nu nog maar mogelijk was zoude medeslepen. Als deze persoon eensklaps de zekerheid zou krijgen, dat zijn reisgezel hem aan den rechter zou overleveren, wat moest er dan gebeuren? De droschke hield stil voor het station, en nu werd Mandl ook uit zijn overpeinzingen wakker geschrikt. De bagage was spoedig bezorgd. Toen dit gedaan was, zei Mandl tot Steinlein: „Weet je wat, ik telegrafeer nogeven naar München, dan ben ik zeker, dat ik gewacht word. Excuseer mij even!" Steinlein knikte en Mandl liep haastig naar het telegraaf-bureau, waar hij twee telegrammen aanbood, waardoor tevena over waartoe men alleen in bet uiterst geval zijn toevlucht zou mogen nemen. En inderdaad is er met het oog op de gemeentelijke autonomie wel 't een en ander tegen in te brengen; doch deze bezwaren zijn in de Kamer nagenoeg niet aangeroerd. Zoo staat er thans „dat door gemeenten, waar er behoefte aan bestaat, zulk een bank moet wor den opgericht. Doet zij dat niet, dan kunnen Gedeputeerde Staten tusschen- beide komen". Deze formuleering is vrij vaag en algemeen immers de vraag of de be hoeftebestaat is voor zeer verschillende beantwoording vatbaar. Doch dit neemt niet weg dat de raad eener gemeente daarover voortaan noch het eeüige, noch het laatste woord zal hebben te spreken. Gedeputeerden zullen desnoods een bank van leening kunnen oprichten in een bepaalde gemeente, die deze dan zal moeten exploiteeren. Wordt dit ontwerp wet en dat is niet twijfelachtig dan zullen dus ver scheidene gemeenten banken „van lee- uing moeten oprichten, of zij het noodig achten of niet. Nu zullen Gedeputeerden niet licht tusschenbeide komen waar dit inderdaad niet noodig is, vooral omdat men de particu!iere pandjeshuizen vrij stevig aan het lijntje krijgt. De houders hiervan moeten recht hebben van B. en W. eener gemeente; zij moeten bij hun deuren witte borden plaatsen, waar op met zwarte letters zal zijn te lezen: „Pandhuis". Zij moeten boekhouden op een bepaalde wijze en worden daarbij gecontroleerd. Zij mogm „verstane" panden niet omkropen dan onder de noodige waarborgen van deugdelijke bekendmaking en volledige openbaar heid. Voor zorgvuldige bewaring zijn voorschriften gegeven, terwijl ook en zeer terecht maatregelen worden ge nomen tegen het in pand nemen van ontvreemde of verloren zaken. (Het rijk van de helers pandjesbazen is dus uit.) Van kinderen beneden 16 jaar of be schonken lieden mogen geen panden worden aangenomen er: voorts mag men geen „pandje makeu" va i militaire kleedingstukken, van voorwerpen die kennelijk tot den kerkelijken eeredienst behooren, e.d Van groot belang is ook de bepaling waarbij particuliere pandhuizen aan banden wovden gelegd ten aanzien van de te berekenen rente en administratie kosten. Deze zullen na invoering van de wettelijke voorschriften bepaalde sommen niet mogen overschrijden. Eindelijk verdient nog aanteekening het lot van den niets vermoedenden Robert Steinlein beslist weid. Het eerste was aan het adres van Richard van Forster en luidde als volgt: „Arriveer morgen. Wees om negen uur bij commissaris Malchus Dringend!"Simon. Het tweede echter was van den volgenden inhoud: Commissaris van politie Malchus! Arri veer morgen vroeg om 8 uur, hoofdstation München. Zorg dat de plaatskaart van mijn reisgezel apart worde gehouden, daar dit een zaak van 't grootste belang is. De eigen lij ke dader gevonden. Mandl. Beide telegrammen lagen gereed. Simon Mandl liep ze nog gauw even door. Tege lijkertijd zag hij, dat Robert Steinlein ook naar het telegraafbureau kwam; hij ge voelde, dat het bloed hem naar het gelaat steeg, en met een meer dan gewonen haast snelde hij naar het loket, en gal de tele grammen op. Steinlein stond reeds aan zijne zijde, en deze keek zonder iets kwaads te vermoeden, toe, hoe er over zijn eigen lot beslist werd. Hij zei zacht tot Mandl: „Haast u zich, de trein kan ieder oogen blik vertrekken. We hebben niet veel tijd meer te verzuimen." Simon Mandl kon op dit oogenblik niet naar hem kijken; hij betaalde haastig het bedrag voor de telegrammen, liep toen naar het perron, en had weldra een coupé tweede klasse in den nachtsneltrein naar München gevonden. Robert Steinlein volgde hem. De locomotief zette zich onder een schril fluiten in beweging, en de trein stoomde uit het overdekte station. Robert Steinlein en Simon Mandl be vonden zich alleen in de coupé. dat bij strijd tusscben den inhoud van een pandbewijs (in de wandeling „lom merdbriefje" genoemd) en den inhoud van het register, het eerstgenoemde beslissend is zoolang niet de valschheid of de vervalsching daarvan is bewezen, een bepaling die den beleener (die slechts inzage krijgt van zijn pandbewijs en niet ook van het register) verdedigt tegen kwade praktijken van den pandhuis houder. Waarlijk! van het eerzaam vak van pandjesbaas zal de aardigheid vrij wel af zijn als deze maatregelen in werking treden. Aan woeker wordt daardoor voor goed een einde gemaakt en de helers, de groote begunstigers van en aanstokers tot de misdaad, zullen veel eerder dan thans mogelijk is met de justitie op gevoelige wyze kennis maken. Zoo zal deze wet van veel verder strekking zijn dan men oppervlakkig zou cordeelen. 18uife»ia»d. Eenig opzien baart het bericht, dat de Duitsohe prins Prosper von Aren- berg uit het krankzinnigengesticht, waar hij verpleegd werd, ontslagen is Aren- berg is in 1899 wegens de wreedheden, die hij in Duitsch Zuidwest-Afrika tegen inboorlingen gepleegd had, ter dood veroordeeld. Die straf is eerst in een langdurige gevangenisstraf veranderd en later, bij de herziening van het proces, is Arenberg wegens krankzin nigheid van rechtsvervolging ontslagen. In 1904 werd Arenberg in een gesticht opgesloten, waaruit hij nu als genezen ontslagen is. Hij zal zich nu naar Ar gentinië begeven, om daar te gaan boeren Het Berl. Tageblatt zegt, dat dus is gebeurd, wat men tamelijk algemeen had voorzien de krankzinnig verklaarde prins, die daarna in een gesticht is opgenomen dat toevallig dicht bij het landgoed van zijne familie lag, heeft zich van de zielsziekte, die hem tot de afschuwelijke moorden op negers en negerkinderen bracht, betrekkelijk snel hersteld en kan nu, ver van elk tucht huis en zelfs van elk gesticht, naar het belangwekkende Argentinië gaan. Het blad spreekt de irouische hoop uit, dat hij weer spoedig uit Argentinië terug zal komen, om een betrekking in rijksdienst te aanvaarden. Indien dil echter niet mogelijk blijkt, zal het centrum, dat tot de familie Arenberg in zulk een nauwe betrekking staat, hem als koloniale specialiteit misschien aan een mandaat voor den Rijksdag helpen. Het is bekend, dat het eiland Helgo- Mandl sprak zeer weinig en keek naar buiten, nog een laalsten blik werpende op de zee van licht der groote stad. Zuchtend stoomde de locomotief verder. „Rookt u niet?" vroeg Robert Stein lein hem. Bij het hooren dezer woorden schrikte Mandl op en keek hij zijn reisgezel aan. Deze bood hem een sigaar aan. Mandl nam ze aan, eigenlijk meer werktuigelijk dan met bewustheid. Steiale'in haalde een mes uit zijn zak om daarmede het puntje van de sigaar af te snijden. Heel toevallig viel Mandl's oog op het mes. Maar nu zette hij zijn oogen eens goed open, en hij begreep r.u duidelijk dat hier van geen vergissing sprake kon zijn; hij zag nu, dat Robert Steinlein precies het zelfde mes had als wat hij in München bij Loder Thomas gezien had. Er kon van geen vergissing sprake zijn; het handvat van hertshoorn, een breed kort mes; zelfs de kleur van het handvat was eender. Ten einde nog meer zekerheid te krijgen, vroeg Mandl om het mes om er ook de punt van zijn sigaar mede af te snijden. Nu had hij het in zijn handen. Dat was het mes van Loder Thomas. Nu was het Mandl ook duidelijk, hoe die geschiedenis met dat mes in elkander zat. Bij de wor steling op den grond waren de messen ge ruild, en het met bloed bevlekte was van Robert Steinlein. Mandl besefte maar al te goed, dat hij nu eindelijk het bewijs in handen had, wat aan alle andere de kroon opzette. De eenige omstandigheid, die tot dusver nog niet opgehelderd was, was nu duidelijk. Dit mes moest Mandl tot iederen prijs houden. land afbrokkelt. Men schijnt nu door aanplemping het verlies te willen goed maken. Er wordt aan den mond van de Elbe druk gebaggerd en wat daar boven wordt gebracht, voert men naar Helgoland en stort men aan de kust in zee. Naar 't heet bereikt men daar goede uitkomsten mee, en zal men met het aanplempen voortgaan. Volgens de Vlaamsche Gazet van Brussel is de heropening van het afge brande gedeelte der tentoonstelling op 10 September bepaald. Brussel-Kermis zal dan geheel opnieuw opgebouwd zijn. Aan hetzelfde blad ontleenen we nog het volgende Plundering door soldaten. Het krijgsgerecht heeft een onderzoek inge steld over de feiten die ter alge-reene kennis zijn gebracht. Soldaten hebben tijdens den brand niet aan de plunder- zucht kunnen weerstaan. In de kelders van Brussel-Kermis zijn de deuren in gestampt en werden flesschen cham pagne geledigd. Zelfs zijn ten gevolge van overmatig drankgebruik twee sol daten door delirium tremens aangetast. Eenige soldaten* die juweelen hadden gestolen, hebben die weergebracht, zeg gend dat ze die gevonden hebben. Twee soldaten zijn op beeterdaad van plun dering eener vitrien betrapt. Al de schuldigen zullen streng worden ver volgd. Bewakers op de vlucht. Een zeker aantal bewakers van een vreemde afdee- ling zijn sedert den brand niet meer gezien. Men vermoedt dat zij zich aan plun dering hebben schuldig gemaakt en op de vlucht zijn gegaan. De graanoogst in Rusland zal dit jaar in hoeveelheid waarschijnlijk ongeveer gelijk zijn aan dien van 1909 maar in hoedanigheid daarbij eenigszins ten achter blijven. Er wordt weer aanzien lijke uitvoer verwacht naar Engeland, Duitschland, Frankrijk, Nederland en België. De Engelsche admiraliteit maakt be kend, dat de kruiser Bedford Zondag op de zuidwestkust van het eiland Quelpart (in Oost-Azië) is gestrand en er 18 man bij verdronken zijn. De Turksche regeering heeft thans besloten krachtige maatregelen te nemen om de oproerlingen op het eiland Samos te straffen en een kruiser, twee torpe dobooten en een transportschip met 600 man infanterie daarheen gezonden, met bevel om, zoo noodig, den staat van beleg af te kondigen. Maandagmiddag zijn er in de streek van Constantino aardschokken waarge nomen er vielen geen ongelukken voor. In de wilajets Diarbekr en Erzeroem hebben, volgens een bericht uit Kon- stantinopel, aardbevingen belangrijke schade aangericht. Zaterdag waren de Italiaansche luite nants Vival di Pasqua en Savoja, in Farman-vliegtuigen in Centecella op gestegen, op een hoogte van 1000 meter Rome gepasseerd. Toen zij bij Ladsipoli aan zee kwamen, gaf luitenant Savoja zijn jongeren kameraad het sein om terug te keeren, daar de motoren voor slechts twee uren benzine hadden. Lui tenant di Pasqua stoorde zich echtér niet aan den wenk van zijn vriend en vloog naar Civitavecchia, waar hij over de haven en de schepen vloog. Onder den jubel der bevolking vloog hij over Ladispoli in de richting van Rome te rug en hij bevond zich te half tien 's morgens boven Marinella, toen zijn motor ophield te werken. De vlieger plofte als een steen naar beneden. Vlie ger en vliegtuig vielen te pletter. In de werkplaatsen der tuchthuis boeven te Orel, zijn de gevangenen aan het muiten geslagen. Met een bijl sloe gen zij een opzichter dood en namen hem zijn revolver af. Toen zij hier mede op de wacht begonnen te schie ten, gaf deze een salvo af, waardoor 4 gevangenen gedood en 6 gewond werden. Het Duitsche ministerie van binnen- landsche zaken heeft zijn bemiddeling aangeboden in den strijd tusschen pa troons en werkvolk in het Duitsche scheepsbouw vak. Het uitroepen van Montenegro als koninkrijk zal a.s. Zondag 's ochtends vroeg geschieden. Dadelijk wordt het dan aan de vertegenwoordigers der vreemde mogendheden te Cettinje mee gedeeld. Vervolgens wordt er in de kerken een Te Deura gezongen, waarna de nieuwe koning ontvangt. De Itali aansche gezant zal als oudste, uit naam van het diplomatieke korps koning Nikolaas gelukwenschen. In verband met de jubileumsfeeste lijkheden (het vijftigjarig regeerings- jubileum van Vorst Nikolaas) en de aanstaande verheffing van Montenegro tot een Koninkrijk, zijn groote scharen van vreemdelingen naar Cettinje ge stroomd. Op 31 dezer komt een Grieksch eska der in Antivari. Op 1 September komt een Russisch eskader onder grootvorst Nikolaas Nikolajewitsj. De Koning van Bulgarije is reeds te Cettinje aangekomen. Volgens berichten uit Managua (de hoofdstad van Nicaragua), heeft José Estrada, een broeder van het hoofd der Hij keek Steinlein eens aan, terwijl hij nog met het mes speelde. Hij zag, dat deze in slaap gevallen was, tenminste zijn oogen waren gesloten. Daarvan profiteerde Mandl, en hij stak het mes, waardoor de oplossing verder gebracht was, in zijn eigen zak. Hij hoopte zeer, dat Steinlein niet meer om het mes zou denken. En zoo ja, dan zou hij er wel iets op vinden, dat hij het toch hield. Steinlein sliep kalm door. En geen half uur later was ook Mandl ingesluimerd in dezelfde coupé, alleen met den moordenaar van den ouden heer Von Forster. X. De commissaris Malchus had des nachts het telegram van Simon Mandl gekregen. Geen wonder, dat hij erg onder den indruk was van deszelfs inhoud: er bleek immers uit, dat het Mandl gelukt was den wezen lijken dader ontdekt te hebben. Men kon geen andere gevolgtrekking maken. Niet tegenstaande het telegram hield Malchus toch nog vast aan de schuld van Loder Thomas, en hield hij het er voor, dat aan de zijde van Mandl zeker een vergissing in het spel was. Hij wilde desniettegenstaande aan diens verzoek voldoen en de biljetten van Mandl en van zijn reisgenoot in beslag nemen. Hij was daarom reeds bijtijds, voor dat de sneltrein uit Frankfort aankwam, op het perron. Hij begaf zich direct naar de twee beambten, die de kaartjes in ontvangst zouden nemen, maakte zich bij hen bekend en lichtte hen toen in als volgt: „Ik verwacht met den sneltrein uit Frank fort twee heeren. Ik zal u op hen attent maken. Vervolgens moet u de kaartjes van die twee apart houden en deze daarna aan mij ter handstellen. De twee beambten beloofden zulks te doen. De tijd van aankomst was aangebroken. De trein reed het station binnen. Mandl was de eerste die uitstapte; on middellijk had hij den commissaris in het oog gekregen, hij stond vlak bij den uit gang; ook zag hij dat de commissaris op hem wees en de beambte knikte. Mandl wist nu, dat volgens zijn voorstel zou gehandeld worden. Nu moest hij ook nog weten, wie Robert Steinlein was. Mandl keerde zich naar dezen om, nam zijn koffer en een van Steinlein, en zei: „Laat ik u even helpen?" „Och kom, u is al te vriendelijk!" gaf Steinlein ten antwoord, die geen idee had, welk verraad er achter deze voorgewende vriendelijkheid stak. Mandl ging nu met Steinlein naar het perron, voortdurend in druk gesprek met dezen, ten einde te zorgen, dat men zich niet vergissen zou. Zoodra hij den uitgang gepasseerd was, keek hij zoogenaamd toevallig om en hij zag, dat Malchus hem toeknikte. De list was dus gelukt. Hij verliet dus volmaakt gerustgesteld het station, gevolgd door Steinlein, en riep om een rijtuig. Steinlein vroeg hem nu „Waar gaat u heen, mijnheer Mandl?" „Türkenstrasse „Dan kunnen wij met ons beiden een rijtuig nemen." Zij stapten in, de koffers werden opge iaden en nu ging het rammelend verder over het stationsplein naar de Türken strasse. DOOR (21 Wordt, vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1910 | | pagina 1